Demonstratie van druppelirrigatie in groenten en fruit

Korte samenvatting

Zeggen dat het klimaat ook in onze regio verandert, is een open deur intrappen. Ook onze regio zal te maken krijgen met langere periodes van droogte in de zomer. Dit project speelt in op deze actuele problematiek van waterschaarste en zet in op de meest efficiënte irrigatietechniek: druppelirrigatie. De focus ligt op intensieve teelten van groenten en fruit. Op verschillende velden worden demo’s aangelegd om kennis over te brengen en ervaringen tussen telers uit te wisselen.

Gedetailleerde toelichting

Het vergt geen betoog dat verstandig omspringen met irrigatie actueler is dan ooit. Meer en meer zullen periodes met extreme neerslag en droogte elkaar afwisselen. In droge periodes zullen landbouwers er alle belang bij hebben om irrigatiewater zo efficiënt mogelijk te gebruiken. Eén van de mogelijkheden om op de meest efficiënte wijze te irrigeren is door middel van druppelirrigatie.

Met name meerjarige teelten (peer, appel, asperges, blauwe bes ...) en teelten die nood hebben aan veel water (aardbei, selder, venkel, courgette, prei ...) hebben baat bij druppelirrigatie. Hoewel bij fruitteelt het gebruik van druppelslangen beter bekend is dan in de groenteteelt, zijn beide sectoren gebaat met goede voorlichting en demonstraties wanneer geavanceerde druppelirrigatie wordt ingezet.

Een eerste thema richt zich op het bestaande scala aan commerciële druppelslangen. Variaties in wanddikte, waterafgiftesystemen, tussenafstanden, waterafgifte per uitlaat, meerjarig of eenmalig gebruik ... creëren talloze keuzemogelijkheden. De meeste telers hebben echter maar weinig informatie om op een gefundeerde wijze te beslissen over hun aankoop. Een screening en onderlinge (prijs)vergelijking op het veld van alle relevante types druppelslangen die beschikbaar zijn, is in Vlaanderen nog nooit uitgevoerd.

Een tweede thema gaat over de plaatsing van druppelslangen. Normaal gezien worden deze bovengronds, naast of tussen de gewasrijen geplaatst. Daardoor rijzen er voor sommige teelten praktische bezwaren. Druppelslangen en teelten die later nog een machinale bewerking nodig hebben (schoffelen, aanaarden, rijenfrezen ...) zijn zelden een goede combinatie. Het risico op beschadiging is zeer reëel. Voor deze teelten kan het plaatsen van irrigatieslangen onder de grond een oplossing bieden. Uiteraard moet er dan aandacht voor zijn dat deze slangen opnieuw opgerold worden tijdens of na de oogst. Dit lijkt misschien een struikelblok, maar in de openlucht tomatenteelt in het zuidwesten van Spanje is dit echter realiteit.

Een derde thema spitst zich toe op producten die het bodemvocht beter kunnen verdelen in de grond, de zogenaamde wetting agents of surfactantia. H2Flo, DCM-Intro, Transformer ... zijn enkele producten die een betere waterhuishouding claimen in de bodem. Een demoproef schept hier meer klaarheid over de waarde van deze producten.

Het monitoren en sturen van druppelirrigatie is een vierde thema. Hier wordt dieper ingegaan op de mogelijkheden die een teler heeft om de watergift te sturen. Hoewel druppelirrigatie efficiënt is, kan door langdurig water te geven net een omgekeerd effect bereikt worden: een hoger waterverbruik met bovendien uitspoeling van nutriënten. Het is dus belangrijk dat een teler weet hoe nat zijn bodem is. Om deze druppelirrigatie aan te sturen zullen verschillende systemen worden uitgetest.

Een mogelijk hulpmiddel voor de teler is het gebruik van bodemsensoren. De meest voorkomende bodemsensoren zijn deze die de vochtspanning meten (bv. tensiometers) of afleiden van elektrische geleidbaarheid (bv. Watermark). Om de kwaliteit van deze sensoren te testen zal de meetwaarde vergeleken worden met ijkingen in het laboratorium. Dit kan door het opstellen van de pF- of vochtretentiecruve gecombineerd met bodemvochtstalen.

Een laatste en vijfde thema spitst zich toe op lokale wateropslag gecombineerd met druppelirrigatie. Op grotere percelen gaat men vaak water oppompen en hiermee irrigeren. Maar op kleinere percelen is dit te duur en wordt er dan vaak met een aalton water gegeven waarvan echter veel water verloren gaat. Er zijn relatief makkelijke oplossingen met waterreservoirs die die druppelirrigatie mogelijk maken op kleinere percelen.

In de loop van dit project zullen er op de proefvelden vier demo’s gehouden worden waarbij de verschillende deelthema’s aan bod komen. Daarnaast zullen er ook nieuwsbrieven verspreid worden onder de aangesloten leden en zullen er artikels verschijnen in de vakpers. Op het einde van het project wordt ook een event gepland waarin alle kennis die in dit project is opgedaan, zal worden voorgesteld en gekoppeld worden aan relevante thema’s die aansluiten bij dit onderwerp. De belangrijkste resultaten worden met een brochure voorgesteld aan telers en voorlichters.

Duurtijd en partners

Dit project loopt van 1 februari 2018 tot 31 januari 2020 en wordt uitgevoerd door volgende projectpartners: Proefcentrum voor Fruitteelt (PCFruit), Bodemkundige Dienst van België (BDB) en het Proefstation voor de Groenteteelt (PSKW).

Meer info?

joris.de.nies@proefstation.be

Website: www.proefstation.be

Delen: