Vorming door erkende centra
De Vlaamse overheid subsidieert vormingsactiviteiten georganiseerd door erkende centra voor naschoolse vorming. Deelnemers ontvangen een getuigschrift.
Voor wie?
Alle opleidingen (behalve vervolmakingsdagen)
- zelfstandige bedrijfshoofden (in hoofd- of nevenberoep) van een land- of tuinbouwbedrijf, hun medewerkende gezinsleden, zelfstandige helpers en landbouwwerknemers
- werknemers van bedrijfsverzorgingsdiensten in de landbouwsector
- loonwerkers, tuinaannemers en hun meewerkende gezinsleden en werknemers
- werknemers van groendiensten van openbare besturen
- houders van een fytolicentie
- imkers
Starterscursussen
- alle voornoemde deelnemers
- personen die zich voorbereiden om in hoofd- of nevenberoep te gaan werken in de landbouwsector, of die zich voorbereiden op een bedrijfsaanpassing, een omschakeling of een diversifiëring binnen de landbouwsector
- personen die een opleiding volgen voor het behalen van een fytolicentie
Stages op een landbouwbedrijf
- houders van een getuigschrift van een volledige cyclus van het agrarisch onderwijs van minstens hoger secundair niveau
- personen die een starterscursus type A of B volgen of met vrucht gevolgd hebben
- werknemers van bedrijfsverzorgingsdiensten in de landbouwsector, die minstens 75 uren vormingscursus met vrucht gevolgd hebben
Korte vormingsactiviteiten bestemd voor hobbylandbouwers
- particulieren die landbouwactiviteiten als hobby uitoefenen
Vervolmakingsdagen
- lesgevers in de landbouwvorming
Types vormingsactiviteiten
-
Starterscursussen: er bestaan drie types van starterscursussen.
- Type A, algemene starterscursussen (vroegere B1-cursus), geven een vorming over de bedrijfsvoering in het algemeen en de wetgeving met betrekking tot de landbouwsector.
- Type B, bijzondere starterscursussen (vroegere B3-cursus), geven een vorming over de bedrijfsvoering, de wetgeving en een aantal belangrijke technische aspecten met betrekking tot een of twee deelsectoren van de landbouw.
- Type C cursussen geven specifieke technische kennis die nodig is bij een eerste vestiging op een landbouwbedrijf of voor de erkenning als verkoper of gebruiker van fytoproducten en biociden voor gebruik in de landbouwsector.
- Vormingscursussen (vroegere C-cursussen) tellen minimum 20 uur en kunnen zowel theoretisch of praktijkcursussen zijn. Het aanbod is zeer gevarieerd, zoals computercursussen, cursussen kunstmatige inseminatie bij rundvee, rundveepedicure, onderhoud van materieel.
-
Stages zijn praktische opleidingen op een landbouwbedrijf met het doel het bedrijfsbeleid ter plaatse te observeren of speciale kennis te verwerven.
-
Korte vormingsactiviteiten zijn bijeenkomsten waar een bepaald onderwerp uit de landbouwsector nader wordt bestudeerd. Dit kan zijn onder de vorm van studievergadering, demonstratie, geleid bezoek, panelgesprek, contactvergadering of voordracht. De vormingsactiviteiten kunnen worden ingericht door een algemeen of gewestelijk centrum of door een centrum voor hobbylandbouwvorming.
-
Als ze zijn ingericht door een algemeen of gewestelijk centrum duren ze maximum 3 uur. Ze behandelen een sociaal, juridisch, technisch, economisch, milieukundig of ethisch thema vaak gelinkt aan de actualiteit.
-
Als ze zijn ingericht door een centrum voor hobbylandbouwvorming dan worden onderwerpen behandeld gelinkt aan hobbylandbouw.
-
-
Vervolmakingsdagen duren minimum 3 uur. Ze geven lesgevers in de landbouwvorming de mogelijkheid om zich bij te scholen.
Koning Albert II-laan 15, bus 360
1210 Brussel
België