Visserij: nieuwe Europese technische maatregelen
Na drie pogingen zijn eindelijk de nieuwe Europese technische maatregelen aangenomen. Ze omvatten een codificatie (samenvatting) van de bestaande reglementeringen en zijn opgevat als een kaderbesluit met regionale bepalingen in specifieke bijlagen.
De verordening houdt globaal gesproken geen nieuwe bepalingen in.
Voor de geïnteresseerden, de volledige titel van de verordening luidt:
VERORDENING (EU) 2019/1241 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 20 juni 2019 betreffende de instandhouding van visbestanden en de bescherming van mariene ecosystemen door middel van technische maatregelen, tot wijziging van de Verordeningen (EG) nr. 1967/2006 en (EG) nr. 1224/2009 van de Raad en de Verordeningen (EU) nr. 1380/2013, (EU) 2016/1139, (EU) 2018/973, (EU) 2019/472 en (EU) 2019/1022 van het Europees Parlement en de Raad, en tot intrekking van de Verordeningen (EG) nr. 894/97, (EG) nr. 850/98, (EG) nr. 2549/2000, (EG) nr. 254/2002, (EG) nr. 812/2004 en (EG) nr. 2187/2005 van de Raad.
De verordening werd gepubliceerd op 25 juli 2019 en treedt in voege op 14 augustus 2019.
De herziening drong zich o.a. op door de tegenstrijdigheden in verband met vangstsamenstelling ten opzichte van de bepalingen die voortvloeien uit de aanlandplicht, naast andere redenen.
Belangrijk te onthouden is, dat de mogelijkheid wordt geboden aan de regionale lidstaatgroepen om bijkomende bepalingen op deelaspecten (verboden soorten, maaswijdte, vistuig, verboden gebieden enz.) via de Commissie te laten aannemen door zgn. gedelegeerde handelingen. Deze zullen in de komende maanden en jaren aangenomen dienen te worden.
Bepaalde aspecten zijn ook voor de recreatievisserij van toepassing, zoals verboden vistuig en verboden visserijmethoden, verboden vissen en schaaldieren, zeezoogdieren, - vogels en -reptielen, de bescherming van kwetsbare habitats.
De pulsvisserij wordt vanaf 1 juli 2021 in alle wateren verboden en er wordt aan de lidstaten de mogelijkheid gegeven om in de tussentijd een nationaal verbod op pulsvisserij in de eigen twaalfmijlszone in te stellen. Vlaanderen heeft deze mogelijkheid aangegrepen om een nationaal verbod in te voeren.
In dit rondschrijven worden de belangrijkste bepalingen samengevat, als geheugensteuntje.
Verboden soorten
Deze staan opgenomen in bijlage I van de verordening en werden in het jaarlijks rondschrijven van december reeds opgenomen. Volgende soorten zouden in de Vlaamse context kunnen opgevist worden:
Reuzenhaai (apekalle), Noorse rog (in ICES-gebieden 7 muv 7d), witte rog, gitaarroggen, zee-engel, zalm en zeeforel (buiten de 6-mijlszone), gewone steur.
Incidenteel gevangen exemplaren van die soorten moeten ongedeerd worden gelaten en onmiddellijk in zee worden teruggezet.
Gesloten gebieden voor de bescherming van kwetsbare habitats
De huidige lijst omvat niet onmiddellijk gebieden die in de Vlaamse context belangrijk zijn.
Algemene bepalingen op het gebruik van gesleept tuig
- Wanneer meer dan één net tegelijk wordt gesleept, moet elk net dezelfde nominale maaswijdte hebben.
- Verbod een voorziening te gebruiken die de mazen van de kuil of enig onderdeel van gesleept vistuig verspert of de opening ervan effectief verkleint, alsmede een dergelijk, specifiek daartoe ontworpen voorziening aan boord te hebben.
- De Commissie wordt gemachtigd uitvoeringshandelingen vast te stellen met nadere voorschriften over twijndikte, omtrek van de kuil, netmateriaal, structuur en bevestigingswijze van de kuil, toegelaten voorzieningen om slijtage te beperken en om ontsnappen van vangsten te beperken. (De huidige bepalingen dateren al van 1984 en zijn wellicht aan een herziening toe).
Minimuminstandhoudingsreferentiegrootten
Deze staan in deel A van respectievelijk bijlage V (Noordzee), bijlage VI (noordwestelijke wateren en bijlage VII (zuidwestelijke wateren) en zouden normaal gezien reeds gekend moeten zijn.
Raadpleeg de samenvattende tabel met Minimummaten beroepsvisserij.
Maaswijdten
Deze staan in deel B van de respectievelijke bijlagen
Noordzee
- De maaswijdte zonder beperkingen is 120 mm.
Kleinere maaswijdten mogen gebruikt worden volgens de opsomming hieronder op voorwaarde dat bijvangsten van kabeljauw, schelvis en zwarte koolvis niet meer bedragen dan 20% van de totale vangst, in levend gewicht. - Voor bordentrawls, boomkorren * en zegennetten op tong en schol in Noordzee bezuiden 57°30’NB, is dit 100 mm en moet een paneel met vierkante mazen van 90 mm aangebracht zijn.
- Voor boomkor op tong bezuiden boomkorgrens * is de maaswijdte minimaal 80 mm, in het voorste deel van de bovenste helft van de korre dient een paneel met maaswijdte 180 mm aangebracht te zijn (nationaal 18 mazen van 300 mm).
- Voor bordentrawls op tong in 4c, is maaswijdte minimaal 80mm, met paneel met vierkante mazen van 80 mm.
- Bij gerichte visserij op langoustine in de Noordzee, is de maaswijdte minimaal 80 mm, met een paneel met vierkante mazen van 120 mm of een sorteerrooster met een minimumafstand van 35 mm tussen de staven of een gelijkaardig selectiviteitsvoorziening.
- Bij gerichte visserij op soorten waarvoor geen vangstbeperkingen gelden, is de maaswijdte minimaal 80 mm, met paneel met vierkante mazen van 80 mm.
- Op garnaal is minimummaaswijdte 16 mm en moet er een zeeflap aanwezig zijn volgens nationale bepalingen.
- Boomkorren met een maaswijdte tussen 32 en 99 mm mogen niet gebruikt worden ten noorden van een lijn die gaat van punt 55°NB op oostkust van VK, oostwaarts tot 55°NB, 5°OL, dan noordwaarts tot 56°NB en oostwaarts naar punt 56°NB op westkust van Denemarken.
- Ten noorden van 56°NB is gebruik van boomkorren met maaswijdte tussen 32 en 119 mm verboden.
- Voor staand tuig op platvis is de minimum maaswijdte 90 mm.
Noordwestelijke wateren
- De maaswijdte zonder beperkingen is 120 mm en 100 mm in gebieden 7b-k.
- Kleinere maaswijdten mogen gebruikt worden volgens de opsomming hieronder op voorwaarde dat bijvangsten van kabeljauw, schelvis en zwarte koolvis niet meer bedragen dan 20% van de totale vangst, in levend gewicht.
- Voor boomkor op tong is de maaswijdte minimaal 80 mm, in het voorste deel van de bovenste helft van de korre dient een paneel met maaswijdte 180 mm aangebracht te zijn (nationaal 18 mazen van 300 mm).
- Voor bordentrawls op tong en soorten waarvoor geen vangstbeperkingen gelden in gebieden 7, is maaswijdte minimaal 80 mm, met paneel met vierkante mazen van 80 mm. NB:
- In 7f en g moeten TR2 vistuigen een paneel van 110 mm hebben.
- De bijkomende technische beperkingen in de discardplannen blijven gelden.
- Voor bodemtrawls op wijting , makreel en soorten waarvoor geen vangstbeperkingen gelden in gebieden 7d en e, is maaswijdte minimaal 80 mm.
Zuidwestelijke wateren
De maaswijdte zonder beperkingen is 70 mm.
Gesloten of beperkte gebieden
Deze staan in deel C van de respectievelijke bijlagen
Noordzee
- Scholbox: ongewijzigd
- Engelse twaalfmijlszone: ongewijzigd
Noordwestelijke wateren
- Trevose box: vakje 30E4, 31E4, 32E3 gesloten van 1 februari tot 31 maart van elk jaa
- Kabeljauwbox in Ierse zee gesloten van 14 februari tot 30 april van elk jaar
- Punt oostkust N-Ierland op 54°30’ NB
- 54°30’ NB, 04°50’ WL
- 53°15’ NB, 04°50’ WL
- Punt oostkust Ierland op 53°15’ NB
- Engelse en Ierse twaalfmijlszone: ongewijzigd
Diverse zaken
De vangstpercentages, voor zover die nog aangehouden worden, worden berekend als het aandeel, in levend gewicht, van de totale hoeveelheid biologische rijkdommen van de zee die na elke visreis wordt aangeland.
De verordening omvat een uitgebreide reeks aan definities. De term “gerichte visserij” werd evenwel niet nader bepaald. Het is voorzien dat dit verder met gedelegeerde handelingen voor de diverse betrokken soorten moet bepaald worden.
Een evaluatie dient tussen te komen uiterlijk 31 december 2020 en vervolgens om de drie jaar. Daartoe kan een zgn. “optimale selectiviteitslengte” (Lopt) gebruikt worden. Dit is een nieuw begrip in de visserij, bij de introductie waarvan heel wat delegaties minder gelukkig waren.