Subsidiëring biologische landbouw 2022

Op deze pagina

Projectsubsidie: "Bio zoekt Boer – Bioclusters’ 2022-2023"

De hieronder beschreven maatregelen vallen onder art. 21 van de vrijstellingsverordening (EU) nr. 702/2014 en worden zoals voorgeschreven in artikel 9 aan de Europese Commissie ter kennis gegeven. De steunmaatregelen voldoen aan alle in hoofdstuk I van de verordening (EU) nr. 702/2014 vastgestelde voorwaarden. Enkel kleine, middelgrote en micro-ondernemingen (KMO’s) die actief zijn in de landbouwsector komen in aanmerking voor de steun (artikel 1, lid 1, verordening (EU) nr. 702/2014). Bedrijven in moeilijkheden worden uitgesloten voor de steun. (artikel 1, lid 6, verordening (EU) nr. 702/2014) Bedrijven waartegen een bevel tot terugvordering uitstaat ingevolge een eerder besluit van de Commissie waarin steun onrechtmatig en onverenigbaar met de interne markt is verklaard, worden uitgesloten voor de steun. (artikel 1, lid 5, verordening (EU) nr. 702/2014) De steun is transparant overeenkomstig artikel 5, lid 2, a), verordening (EU) 702/2014.

De steun dient voor de financiering van acties op het gebied van beroepsopleiding en de verwerving van vaardigheden, waaronder opleidingscursussen, workshops en coaching, demonstratieactiviteiten en voorlichtingsacties (artikel 21, lid 2, verordening (EU) nr. 702/2014). De steun dekt de in aanmerking komende kosten zoals vermeld in artikel 21, lid 3 en 4 van verordening (EU) nr. 702/2014. De steun mag niet de vorm aannemen van rechtstreekse geldelijke betalingen aan de begunstigden (artikel 21, lid 5, verordening (EU) nr. 702/2014). De organisaties die acties inzake kennisoverdracht en voorlichting aanbieden, beschikken over hiertoe gekwalificeerd en geregeld opgeleid personeel (artikel 21, lid 6, verordening (EU) nr. 702/2014). De steun moet beschikbaar zijn voor al degenen die in het betrokken gebied op grond van objectief bepaalde voorwaarden daardoor in aanmerking komen (artikel 21, lid 7, verordening (EU) nr. 702/2014). De subsidiabele activiteit zijn acties inzake kennisoverdracht en voorlichting en de steunintensiteit bedraagt ten hoogste 100 % van de in aanmerking komende kosten (artikel 21, lid 8, verordening (EU) nr. 702/2014).

Begunstigde in 2022

Een subsidie van maximaal 191 519,19 euro wordt toegekend aan Innovatiesteunpunt voor landbouw en platteland vzw, afgekort ISP vzw, Diestsevest 40 te 3000 Leuven, voor de uitvoering van het project “‘Bio zoekt Boer – Bioclusters’ voor de periode 1 maart 2022 tot en met 31 maart 2023.

Doelstellingen van de subsidie

De concrete doelstellingen van het project zijn:

  • 1° Bio zoekt Boer
    • a. advisering en begeleiding
    • b. organisatie van vorming, netwerking en draagvlakcreatie
    • c. gastdocent zijn op starterscursussen in de land- en tuinbouw
    • d. communicatie en informatieverspreiding via brochures, artikels in tijdschriften en op de website

       
  • 2° Bioclusters
    • a. ondersteunen van de algemene clusterwerking van landbouwers over te schakelen op biologische productie door informeren en sensibiliseren
    • b. organiseren van kennisdeling, studiedagen en bedrijfsbezoeken
    • c. verderzetting van de clusteractiviteiten in de reeds afgebakende clusterregio’s: Pajottenland, Voeren-Haspengouw, Meetjesland-Leiestreek en Hagelan

Subsidie Financiering kerntaken BioForum 2022

De hieronder beschreven maatregelen vallen onder art. 21 en 24 van de vrijstellingsverordening (EU) nr. 702/2014 en worden zoals voorgeschreven in artikel 9 aan de Europese Commissie ter kennis gegeven. De steunmaatregelen voldoen aan alle in hoofdstuk I van de verordening (EU) nr. 702/2014 vastgestelde voorwaarden. Enkel kleine, middelgrote en micro-ondernemingen (KMO’s) die actief zijn in de landbouwsector komen in aanmerking voor de steun (artikel 1, lid 1, verordening (EU) nr. 702/2014). Bedrijven in moeilijkheden worden uitgesloten voor de steun. (artikel 1, lid 6, verordening (EU) nr. 702/2014) Bedrijven waartegen een bevel tot terugvordering uitstaat ingevolge een eerder besluit van de Commissie waarin steun onrechtmatig en onverenigbaar met de interne markt is verklaard, worden uitgesloten voor de steun. (artikel 1, lid 5, verordening (EU) nr. 702/2014) De steun is transparant overeenkomstig artikel 5, lid 2, a), verordening (EU) 702/2014.

De steun dient voor de financiering van acties op het gebied van beroepsopleiding en de verwerving van vaardigheden, waaronder opleidingscursussen, workshops en coaching, demonstratieactiviteiten en voorlichtingsacties (artikel 21, lid 2, verordening (EU) nr. 702/2014).

De steun dekt de in aanmerking komende kosten zoals vermeld in artikel 21, lid 3 en 4 van verordening (EU) nr. 702/2014.

De steun mag niet de vorm aannemen van rechtstreekse geldelijke betalingen aan de begunstigden (artikel 21, lid 5, verordening (EU) nr. 702/2014).

De organisaties die acties inzake kennisoverdracht en voorlichting aanbieden, beschikken over hiertoe gekwalificeerd en geregeld opgeleid personeel (artikel 21, lid 6, verordening (EU) nr. 702/2014).

De steun moet beschikbaar zijn voor al degenen die in het betrokken gebied op grond van objectief bepaalde voorwaarden daardoor in aanmerking komen (artikel 21, lid 7, verordening (EU) nr. 702/2014).

De subsidiabele activiteit zijn acties inzake kennisoverdracht en voorlichting  en de steunintensiteit bedraagt ten hoogste 100 % van de in aanmerking komende kosten (artikel 21, lid 8, verordening (EU) nr. 702/2014).

De hieronder beschreven maatregelen vallen onder art. 24 van de vrijstellingsverordening (EU) nr. 702/2014 en worden zoals voorgeschreven in artikel 9 aan de Europese Commissie ter kennis gegeven. De steunmaatregelen voldoen aan alle in hoofdstuk I van de verordening (EU) nr. 702/2014 vastgestelde voorwaarden. De steun dient voor de financiering van de kosten van publicaties om landbouwproducten beter bekend te maken bij het brede publiek. In deze publicaties mag geen specifieke onderneming, merknaam of oorsprong worden vermeld. De steun dekt de in aanmerking komende kosten, vermeld in artikel 24, lid 5, van verordening (EU) nr. 702/2014. De steun bedraagt hoogstens 100% van de in aanmerking komende kosten (artikel 24, lid 8, verordening (EU) nr. 702/2014).

Begunstigde in 2022

Een subsidie van maximaal 338.000 EUR wordt toegekend aan BioForum vzw, Regine Beerplein 1 bus E305, 2018 Antwerpen voor de werking “Financiering kerntaken BioForum, werkjaar 2022”.

Doelstellingen en verwachte realisaties in 2022

M.b.v. deze subsidie worden volgende kerntaken van BioForum gesubsidieerd en uitgevoerd:

De steun wordt gegeven aan BioForum voor de financiering van hun kerntaken (werking):

  • het bewerkstelligen van een groei van de markt door bio bekend te maken bij een grotere groep stakeholders uit de bioketen via informering, opleiding, advisering over contractcatering en overheidsaankopen
  • via kennisoverdracht, voorlichting, netwerkmomenten en bedrijfsbezoeken stimuleren van innovatie en kwaliteit van bio. De prioritaire acties zijn op gebied van omstreden inputs en dierenwelzijn in de biosector, het sluiten van kringlopen, samenwerking tussen plantaardige en dierlijke sector, dierenwelzijn
  • de organisatie van de biobedrijfsnetwerken, opvolging en advisering over landbouwonderzoek en opvolging acties landbouwonderwijs;
  • het verzorgen van de communicatie en informatie naar biologische marktspelers via de tweewekelijkse digitale nieuwsbrief, het trimestrieel vakblad BioActief, de verschillende websites (BioForum, Biobedrijvengids), folders, brochures
  • het ondersteunen van de marktspelers, bijvoorbeeld via studiedagen, databanken, beantwoorden van vragen en vakbeurzen
  • input geven voor het nieuw strategisch plan biologisch landbouw

Subsidie Coördinatiecentrum praktijkgericht onderzoek en voorlichting biologische teelt (CCBT vzw) 2022-2023

De hieronder beschreven maatregelen vallen onder art. 21 en 31 van de vrijstellingsverordening (EU) nr. 702/2014 en worden zoals voorgeschreven in artikel 9 aan de Europese Commissie ter kennis gegeven. De steunmaatregelen voldoen aan alle in hoofdstuk I van de verordening (EU) nr. 702/2014 vastgestelde voorwaarden. Enkel kleine, middelgrote en micro-ondernemingen (KMO’s) die actief zijn in de landbouwsector komen in aanmerking voor de steun (artikel 1, lid 1, verordening (EU) nr. 702/2014). Bedrijven in moeilijkheden worden uitgesloten voor de steun. (artikel 1, lid 6, verordening (EU) nr. 702/2014) Bedrijven waartegen een bevel tot terugvordering uitstaat ingevolge een eerder besluit van de Commissie waarin steun onrechtmatig en onverenigbaar met de interne markt is verklaard, worden uitgesloten voor de steun. (artikel 1, lid 5, verordening (EU) nr. 702/2014) De steun is transparant overeenkomstig artikel 5, lid 2, a), verordening (EU) 702/2014.

De steun dient voor de financiering van acties op het gebied van beroepsopleiding en de verwerving van vaardigheden, waaronder opleidingscursussen, workshops en coaching, demonstratieactiviteiten en voorlichtingsacties (artikel 21, lid 2, verordening (EU) nr. 702/2014).

De steun dekt de in aanmerking komende kosten zoals vermeld in artikel 21, lid 3 en 4 van verordening (EU) nr. 702/2014.

De steun mag niet de vorm aannemen van rechtstreekse geldelijke betalingen aan de begunstigden (artikel 21, lid 5, verordening (EU) nr. 702/2014). De organisaties die acties inzake kennisoverdracht en voorlichting aanbieden, beschikken over hiertoe gekwalificeerd en geregeld opgeleid personeel (artikel 21, lid 6, verordening (EU) nr. 702/2014).

De steun moet beschikbaar zijn voor al degenen die in het betrokken gebied op grond van objectief bepaalde voorwaarden daardoor in aanmerking komen (artikel 21, lid 7, verordening (EU) nr. 702/2014).

De subsidiabele activiteit zijn acties inzake kennisoverdracht en voorlichting  en de steunintensiteit bedraagt ten hoogste 100 % van de in aanmerking komende kosten (artikel 21, lid 8, verordening (EU) nr. 702/2014).

Het gesteunde project moet van belang zijn voor alle ondernemingen die in de betrokken specifieke landbouwsector actief zijn (artikel 31, lid 2, verordening (EU) nr. 702/2014). Voor de begindatum van het project moet de informatie, vermeld in artikel 31, lid 3, van verordening (EU) nr. 702/2014 worden bekend gemaakt. De resultaten van het gesteunde project moeten worden beschikbaar gesteld op het internet overeenkomstig artikel 31, lid 4, van verordening (EU) nr. 702/2014 en zijn te verwachten tegen juli 2022/juli 2022 op de website van CCBT (www.ccbt.be). De steun wordt rechtstreeks toegekend aan de organisatie voor onderzoek en kennisverspreiding en de steun wordt niet toegekend in de vorm van op prijs van de landbouwproducten gebaseerde betalingen aan ondernemingen die actief zijn in de landbouwsector (artikel 31, lid 5, verordening (EU) nr. 702/2014). Enkel de kosten vermeld in artikel 31, lid 6, van verordening (EU) nr. 702/2014 komen in aanmerking. De steunintensiteit bedraagt ten hoogste 100% van de in aanmerking komende kosten (artikel 31, lid 7, verordening (EU) nr. 702/2014).

Begunstigde in 2022

Een projectsubsidie van maximaal 249.665,63 EUR wordt toegekend aan CCBT vzw, Karreweg 6, 9770 Kruishoutem voor de uitvoering van onderzoeksprojecten in de periode vanaf 15 februari 2022 tot en met 31 december 2023.

Doelstellingen van de projectsubsidie voor onderzoeksprojecten 2021-2022

Future proof frambozen telen in België: klaar voor de toekomst?

Aanvrager: Proefcentrum Fruit

Samenvatting: Afgelopen jaren zien we in ons klimaat alsmaar meer klimaatsveranderingen. De huidige rassen worden met extreme weersomstandigheden geconfronteerd. In het Proefcentrum Fruit is er de mogelijkheid om deze verschillende klimaatparameters toe te passen in de klimaatserres. We gaan op zoek naar 2 rassen zomerframboos in de koudere streken en 2 rassen zomerframboos in de warmere regio’s. Deze zullen opgekweekt worden in biologisch substraat in 2022, naast 2 referentierassen in België: Tulameen en Glen Ample. In 2023 zullen we deze frambozen verschillende stresstypen geven waaronder koude in het voorjaar; alsook hitte in de zomer. Hierna kunnen we de groei en reactie van de planten beoordelen. Daarnaast zal ook de smaak en productie beoordeeld worden. Dit project heeft tot doel een bijdrage te leveren aan de teelt- en de bedrijfszekerheid van biologische kleinfruitbedrijven. 

Doelgroep: alle biologische kleinfruittelers

Budget: 24.444 euro

Ijzerzout van Pelargonzuur: nieuwe opportuniteit voor de beheersing van schurft bij peer?

Aanvrager: Proefcentrum Fruit

Samenvatting: Het gebruik van koper in de landbouw en de fruitteelt is de laatste jaren aan banden gelegd (max. 28kg actieve stof koper/7 jaar). Koper is in de fruitteelt echter een van de belangrijkste middelen in de beheersingsstrategie naar schurft en de laatste jaren nemen de problemen van schurft, ook bij de economisch belangrijke perenvariëteit Conference, meer en meer toe. De algemene doelstelling van dit project is nagaan of ijzerzout van pelargonzuur (NEU 1143 F) geschikt is als gewasbeschermingsmiddel voor de beheersing van schurft bij peer. De concrete doelstellingen zijn de volgende: - Inzicht in werking van NEU 1143 F naar schurft bij peer en in de correcte positionering van dit product in beheersingsschema naar schurft bij peer - Kennis omtrent compatibiliteit van NEU 1143 F met andere producten toegepast voor de beheersing van ziekten in de biologische teelt - Kennis omtrent gewasveiligheid van NEU 1143 F bij 9 verschillende perenvariëteiten

Doelgroep: biologische fruittelers in België en dit project zal ook in samenwerking met hen worden uitgevoerd

Budget: 35.532 euro

Opmaak database teeltkalender biobloemen

Aanvrager: Proefcentrum voor Sierteelt (PCS)

Samenvatting: Waar we in 2018 van start gingen met 14 gecertificeerde biobloementelers, tellen we vandaag al meer dan 50 biotelers met een aanbod bloemen. Vooral vanuit de snelgroeiende groep met ‘startende bedrijven’ blijkt op vandaag een duidelijke vraag naar een hulpmiddel bij het opmaken van een teeltplan. Met een uitgebreide teeltkalender, naar analogie zoals deze werd opgebouwd voor de groentesector, willen we biobloementelers handvaten aanbieden bij de teeltplanning. Met behulp van deze kalender moet het opmaken van een teeltplan worden vereenvoudigd, kan men bewust bepaalde teeltkeuzes maken en kunnen telers zich verzekeren van een continue bloemenproductie over het volledige seizoen. 

Doelgroep: de primaire doelgroep van dit project zijn de biobloementelers, zij worden van bij de start ook mee betrokken bij de opmaak van de kalender, maar ook gangbare buitenbloementelers zullen in de toekomst van deze tool gebruik kunnen maken

Budget: 14.552 euro

W&W biogroenten

Aanvrager: Inagro

Samenvatting

  1. De huidige W&W-werking voor biotelers versterken door meer waarnemingspercelen structureel op te volgen in twee regio’s en de waarnemingen uit te breiden naar meer teelten en meer plagen waarbij er ook aandacht is voor belangrijke polyfage plagen zoals bonenvlieg, emelten, gamma-uil, … Daarnaast ook meer aandacht besteden aan waarnemingen en meldingen van nuttigen. 
  2. Versterken van de kennis over nuttigen en over nieuwe monitoringsystemen voor plagen door extra waarnemingen van nuttigen en het valideren van de meest beloftevolle vallen met camerasystemen op enkele waarnemingspercelen. 
  3. Telers beter ondersteunen en aansporen om zelf waarnemingen op hun percelen uit te voeren door het opstarten van een sociaal netwerk platform voor W&W, het aanbieden van herkenningsfiches voor plagen en ziekte- en plaagkalenders per teelt en het organiseren van een workshop. 

Doelgroep: biologische groentetelers met focus op openlucht groenten

Budget: 45.000 euro

Grasklavermanagement in akkerbouwperspectief

Aanvrager: Inagro

Samenvatting: Verschillende biologische akkerbouw- en groentebedrijven kiezen voor grasklaver in hun teeltplan. Het gaat hierbij zowel om grote als om kleine bedrijven. Deze bedrijven zijn meteen de doelgroep van het project. De drijfveren zijn vaak verschillend, maar de meerwaarde van grasklaver voor de volgteelt staat niet ter discussie. Wel zien we een uiteenlopende aanpak omtrent het beheer (wel of niet bemesten) en de valorisatie (klepelen versus afvoer) van deze grasklaver. Deze verschillende visies kunnen zowel ingegeven zijn vanuit praktische aard (kleine arealen, geen veehouder in de buurt,…) als vanuit een persoonlijke visie op ‘systeembenadering’ (afvoer nutriënten, opbouw organische stof, kostprijs, financiële opbrengst grasklaver, kringloop met veehouder,…). Met voorliggend project willen we de doelgroep handvaten geven voor een meer beredeneerd beheer van de grasklaver op hun bedrijf om tot een optimaal rendement te komen (bodemvruchtbaarheid en financiële balans). Deze vraag kwam naar voor tijdens het Biobedrijfsnetwerk akkerbouw-groenten en op de technische adviesraad bio van Inagro.

Doelgroep: biologische akkerbouw- en groentebedrijven

Budget: 11.420,79 euro

Groenbemesters in verwarmde serres: verkenning van de mogelijkheden

Aanvrager: Proefcentrum voor de Groenteteelt (PCG)

Samenvatting: In de nieuwe EU bio-verordening wordt de nadruk gelegd op het handhaven en vergroten van de biologische activiteit in de bodem. Specifiek voor serres wordt het gebruik van groenbemesters (voor een korte periode) en een hogere plantendiversiteit opgelegd. Momenteel is over het gebruik van groenbemesters in biologische verwarmde serres echter nog heel weinig geweten. Er zijn ook nog heel wat vragen over de praktische mogelijkheid van het opnemen van groenbemesters in een rotatie met vruchtgroenten. Verkenning van soorten die als groenbemester gebruikt kunnen worden, op welk moment ze best ingezaaid worden en welke impact op de hoofdteelt verwacht kan worden, is dus aan de orde. Het doel van dit project is om telers inzicht te geven in de mogelijkheden en knelpunten van groenbemesters in serres zodat ze voorbereid zijn om de maatregel binnen de nieuwe EU bio-verordening op hun bedrijf te kunnen implementeren. 

Doelgroep: biolandbouwers, potentiële omschakelaars en andere geïnteresseerde landbouwers

Budget: 23.990 euro

Mengteelten als eiwitbron, welke variabelen bepalen het aandeel vlinderbloemigen?

Aanvrager: Inagro

Samenvatting: De doelstellingen van dit project: 

  • Verhogen van het aandeel bedrijfseigen eiwit in het voeder van biologische herkauwers en éénmagigen in het kader van het verhogen van de regionale eiwitvoorziening en de voederautonomie van de veebedrijven. 
  • Verzekeren van het aandeel vlinderbloemigen in een mengteelt met graan. Het belang van erwten en veldbonen in een mengteelt met graan neemt immers sterk toe in de voorziening van bedrijfseigen eiwit. 
  • Achterhalen van de oorzaken van een wisselend aandeel vlinderbloemigen in een mengteelt zodat veehouders en akkerbouwers hiermee rekening kunnen houden in hun uitbating Om te weten te komen welke factoren of welke combinatie van factoren de belangrijkste rol spelen bij het aandeel vlinderbloemigen (erwt of veldboon) bij de oogst wordt een groot aantal gegevens verzameld op 40 percelen en statistisch verwerkt.

Doelgroep: biologische akkerbouw- en herkauwerbedrijven

Budget: 35.049,92 euro

Natuurlijk melkpoeder in de biologische geitenhouderij

Aanvrager: Coördinatiecentrum praktijkgericht onderzoek en voorlichting Biologische Teelt (CCBT)

Samenvatting: De regelgeving rond biologische kunstmelk verstrengt. Er is geen mogelijkheid meer om plantaardige vetten en synthetische vitamines of mineralen in de kunstmelkpoeder toe te voegen. Gezien de relatief hoge aanwezigheid van vooral CAE en paraTBC op biologische geitenbedrijven, is er nood aan moederloze opfok. Hiervoor werd tot nu toe bijna uitsluitend commercieel beschikbare biokunstmelk gebruikt. In de toekomst wordt het gebruik van kunstmelk moeilijk, omwille van de verstrengde wetgeving. Dit project wil nagaan of het verpoederen van bio geitenmelk en/of bio koemelk een haalbaar alternatief is, in de eerste plaats wat het vermijden van pathogenen betreft. 

Doelgroep: Vlaamse biologische geitenhouders, verenigd in het BBN melkgeiten

Budget: 29.841,77 euro

Insectenmeel en melkweipoeder: nieuwe potentiële eiwitbronnen voor 100% biologisch leghennenvoer

Aanvrager: Proefbedrijf Pluimveehouderij

Samenvatting: De biosector wordt geconfronteerd met strengere voernormen, ingaand vanaf 1 januari 2022. Zo zullen 30% van de grondstoffen van regionale herkomst moeten zijn en wordt vanaf 2026 afgestapt van de uitzondering voor het gebruik van maximaal 5% gangbaar eiwitrijk voeder in het rantsoen van jong pluimvee. De uitdaging voor de sector ligt hier in het creëren van een optimaal voeder waarbij vooral aandacht gaat naar methionine en vitamine B2. Veevoederfabrikanten en biologische leghennenhouders zijn op zoek naar potentiële grondstoffen om aan deze eis te voldoen. Twee potentiële eiwitbronnen worden momenteel onvoldoende benut in de biologische pluimveesector: insectenmeel en melkweipoeder. Enerzijds omwille van praktische redenen, anderzijds omwille van Europese wetgeving die pas recent gewijzigd is. Wat deze bronnen interessant maakt, naast een hoge nutritionele waarde, is dat ze ook passen binnen het concept van circulaire economie. Beide bronnen kunnen lokaal geproduceerd worden en een alternatief vormen voor soja. De doelstelling van dit project is het evalueren van het potentieel van twee alternatieve eiwitbronnen in de biologische leghennenhouderij: insectenmeel en melkweipoeder.

Budget: 29.833,15 euro

Delen: