Nutritionele handvatten voor klimaatslim melken

Logo Veetournee 2019Tijdens de afgelopen edities van de Veetournee in Melle en Geel stonden er in het namiddaggedeelte verschillende infosessies gepland. De komende weken en maanden verschijnen hierover regelmatig artikels in de vakpers.

Tijdens de Veetournee 2019 stond het thema ‘Nutritionele handvatten voor klimaatslim melken’ op het programma. Dorien Van Wesemael (ILVO) lichtte in deze sessie de bevindingen van het LA-traject SMART Melken toe. Dit project, gesubsidieerd door het Vlaams agentschap voor innovatie en ondernemen (VLAIO), liep van december 2014 tot januari 2019 en onderzocht de impact van verschillende voederstrategieën op de methaanreductie en stikstofefficiëntie van Vlaamse melkveebedrijven. Of kort samengevat: hoe kan u als melkveehouder de impact van een liter melk op het milieu reduceren, zonder al te veel bijkomende kosten?

Nutritionele handvatten voor klimaatslim melken

Stal met koeien aan de voederbakDe ‘SMART’ in SMART Melken staat voor Stikstof, Methaan Aanpakken voor een Rundvee Toekomst. Binnen dit project lag de focus immers niet enkel op methaanreductie, maar eveneens op stikstofefficiëntie, de koolstofvoetafdruk of carbon footprint, de melkproductie en, last but not least, de economische impact van verschillende voederstrategieën.
De carbon footprint of koolstofvoetafdruk is een maat voor de totale broeikasgasemissie (direct en indirect) die nodig is om een product te bekomen, zoals in dit geval melk.

Aan de hand van kennisfiches per rantsoensamenstelling of additief (ILVO) en een online praktijktool (ILVO), kunt u als melkveehouder de voederstrategie kiezen die het beste past binnen uw bedrijfsvoering.

Beloftevolle resultaten

De combinatie bierdraf en koolzaadschroot kwam als meest veelbelovende voederstrategie naar boven, met een hoge reductie van de methaanuitstoot (-10% à 13%) en van de koolstofvoetafdruk (-29% à 33%), en geen impact op melkproductie of stikstofefficiëntie.

Van de geteste additieven blijkt 3-NOP, of 3-Nitrooxypropanol, het meest beloftevol met een reductie van de methaanuitstoot van 23%. Hiervoor moet elke koe dagelijks 16 gram van het additief in kleine hoeveelheden toegediend krijgen door vermenging in het ruw- of krachtvoeder. Ook op het vlak van de koolstofvoetafdruk scoort dit (synthetisch) additief relatief goed (-7 à 9%). Enige kink in de kabel: dit additief is momenteel noch beschikbaar, noch toegelaten op de Europese markt. De producent van het additief is wel al gestart met de toelatingsprocedure. Ook de kostprijs van dit additief is nog niet gekend.

Naast de voederproeven met bierdraf en koolzaadschroot enerzijds en het additief 3-NOP anderzijds, werden nog verschillende andere proeven uitgevoerd binnen het project, zoals:

  • Additief Linex van AVEVE, zowel ingemengd in een voordroogkuilrijk rantsoen, als in een maïskuilrijk rantsoen
  • Een maïskuilrijk rantsoen, in vergelijking met een voordroogkuilrijk rantsoen
  • Bierdraf + sojaschroot
  • Koolzaadschroot (ter vervanging van sojaschroot)

De resultaten van het Linex-additief in een maïskuilrijk rantsoen waren eveneens goed, zowel op vlak van methaanemissiereductie (-11%) als op vlak van de koolstofvoetafdruk (-9%). Dit additief had echter amper effect wanneer ingemengd in een voordroogkuilrijk rantsoen.

Hieronder vindt u een overzicht van de resultaten van de verschillende voederproeven, waarbij de parameters telkens uitgedrukt werden per kg meetmelk om het procentuele effect van de behandeling te bepalen:

Resultaten verschillende voederproeven
Parameters Methaanemissie Stikstofefficiëntie Koolstofvoetafdruk Economische impact
Linex (VDK) (dalend) trend - dalend stijgend
Linex (MKV) sterk dalend (-11%) - dalend (-9%) sterk stijgend (+14%)
3-NOP heel sterk dalend (-23%) - dalend (-7 à 9%) *
Maïskuilrijk - - - -
Bierdraf + KZS sterk dalend (-10 à -13 %) - enorm sterk dalend (-29 à 33%) variabel
Bierdraf + Soja - - dalend (-9%) variabel
Koolzaadschroot - dalend (-5%) heel sterk dalend (-28%) variabel

* kostprijs additief nog niet gekend

De uitdaging

Dat de uitdaging groot is, hoeft geen betoog: meer dan de helft van de geproduceerde broeikasgasemissies op het melkveebedrijf zijn te wijten aan de methaanuitstoot. Die methaanuitstoot komt voornamelijk voort uit de spijsvertering, en meer specifiek uit de pensfermentatie, van de koe. Ter herinnering: een melkkoe produceert 200 tot 650 gram methaan per dag. Niet de koe, maar de micro-organismen in de pens, vormen methaan uit CO2 en H2. Beide elementen worden gevormd tijdens de zuurstofloze of anaerobe fermentatie van het voeder. En om een hardnekkig gerucht de wereld uit te helpen: methaan wordt voornamelijk opgeboerd, slechts een héél beperkt deel komt vrij via winden.

Schematisch overzicht van de koolhydraatvertering en de methaanproductie in de koe (ILVO)

Schematisch overzicht van de koolhydraatvertering en de methaanproductie in de koe (ILVO)

Om deze methaanuitstoot te reduceren, zijn drie strategieën mogelijk: 1) genetica en selectie, 2) dier- en veestapelmanagement en 3) manipulatie van de pensfermentatie. Omdat methaan een gevolg is van de afbraak van koolhydraten zoals zetmeel, suiker en vezels door de micro-organismen, is het logisch dat voedermanagement ook een direct effect heeft op de methaanemissies die deze micro-organismen produceren. Binnen de derde strategie, namelijk manipulatie van de pensfermentatie, zijn voederstrategieën dan ook de sleutel. Om deze voederstrategieën uit te testen, voerden de ILVO-onderzoekers zowel proeven in de GUK’s of gasuitwisselingskamers uit met individuele dieren, als zoötechnische proeven met een groter aantal dieren en een GreenFeed-unit om de methaanemissies te bepalen. Dit laatste type proeven zijn immers noodzakelijk om de praktijkomstandigheden na te bootsen.

Al van het convenant enterische emissies gehoord?

Op de vraag ‘Wie heeft er al van het convenant enterische emissies gehoord?’ gingen zeer weinig vingers de lucht in. Nochtans zijn voederstrategieën bij rundvee ook in dit kader van groot belang.

Op 29 maart 2019 heeft de minister van Natuur, Omgeving en Landbouw bij het Instituut voor Landbouw-, Visserij- en Voedingsonderzoek (ILVO) het startschot gegeven voor het convenant enterische emissies rundvee. Zestien verschillende partners uit de brede rundveeketen engageren zich hiermee om de enterische methaanemissies door rundvee te verminderen met -19% t.o.v. 2005 of tot een niveau van 1,9 Mton CO2-eq.

Dit convenant draagt bij aan de doelstelling van het Vlaams Klimaatbeleidsplan 2021-2030. Dankzij de inzet van de Vlaams minister voor Omgeving, Natuur en Landbouw en de constructieve medewerking van de verschillende partijen, kon dit convenant starten nog vóór het Klimaatbeleidsplan 2021-2030 in werking treedt. Met dit convenant neemt de sector het heft in eigen handen door nieuwe en bestaande maatregelen toe te passen in de sector. Deze maatregelen worden uitgewerkt in de volgende thematische werkgroepen, gegroepeerd per reductiestrategie (zie eerder):

  • het verbeteren van veestapel- en diermanagement op bedrijfsniveau
  • voedermanagement
  • genetica en selectie

Twee aparte werkgroepen staan in voor de monitoring van de veestapel (hoe zal de veestapel in de nabije en verre toekomst evolueren en welk effect heeft dit op de emissies?) en voor de monitoring en borging van de maatregelen. Deze laatste werkgroep zorgt ervoor dat de geleverde inspanningen goed vertaald kunnen worden naar een netto reductie in de emissie-inventaris broeikasgassen. Dit is de inventaris die de Vlaamse overheid hanteert om de broeikasgasuitstoot te rapporteren.

De partners komen uit verschillende schakels van de agrovoedingsketen. Zo engageren de landbouworganisaties (Algemeen Boerensyndicaat, BioForum, Boerenbond, Groene Kring, Vlaams  Agrarisch Centrum) zich, maar ook specifieke zuivel- en vleesveesectororganisaties (Belgische confederatie  van de Zuivelindustrie (BCZ), Belbeef, Coöperatie voor Rundveeverbetering (CRV), de Federatie voor het Belgisch Vlees (FEBEV)), de mengvoederfabrikanten onder naam van de Belgian Feed Association (BFA), de federatie van toeleveranciers van machines, gebouwen en uitrustingen (Fedagrim)  en verschillende entiteiten van de Vlaamse overheid. Via deze ketenbenadering wordt gestreefd naar geïntegreerde aanpak voor het reduceren van de uitstoot van broeikasgassen.

De werkgroepen gingen in juni 2019 effectief van start. Begin 2020 worden de eerste tussentijdse resultaten bekendgemaakt.

Meer informatie

Voor meer informatie, of uw eigen idee voor een maatregel, kan u terecht bij Contact.

Laurence Hubrecht, i.s.m. Dorien Van Wesemael, ILVO

Foto: Agentschap Landbouw en Zeevisserij - Figuren: ILVO

Het VLAIO LA-traject SMART Melken werd uitgevoerd door het ILVO en het Innovatiesteunpunt Boerenbond met de steun van het Vlaams agentschap voor innovatie en ondernemen. Verschillende partners uit de sector namen deel aan de gebruikersgroep van dit project.

Delen: