Regeling tot vergoeding van schade veroorzaakt door de droogte tussen 2 juni 2018 en 6 augustus 2018

Erkenning van de droogte tussen 2 juni 2018 en 6 augustus 2018 als landbouwramp en de afbakening van de geografische uitgestrektheid en de getroffen teelten van die ramp

De hieronder beschreven regeling valt onder art. 25 van de vrijstellingsverordening (EU) nr. 702/2014 en wordt zoals voorgeschreven in artikel 9 aan de Europese Commissie ter kennis gegeven. De steunmaatregelen voldoen aan alle in hoofdstuk I van de verordening (EU) nr. 702/2014 vastgestelde voorwaarden. Enkel kleine, middelgrote en micro-ondernemingen (KMO’s) die actief zijn in de landbouwsector komen in aanmerking voor de steun (artikel 1, lid 1, verordening (EU) nr. 702/2014). Bedrijven waartegen een bevel tot terugvordering uitstaat ingevolge een eerder besluit van de Commissie waarin steun onrechtmatig en onverenigbaar met de interne markt is verklaard, worden uitgesloten voor de steun. (artikel 1, lid 5, verordening (EU) nr. 702/2014) De steun is transparant overeenkomstig artikel 5, lid 2, a), van verordening (EU) 702/2014.

Er zal steun worden verleend om kmo’s die actief zijn in de primaire landbouwproductie te vergoeden voor schade die werd veroorzaakt door de droogte tussen 2 juni 2018 en 6 augustus 2018.

Deze periode van droogte werd erkend als een landbouwramp bij het besluit van de Vlaamse Regering van 26 oktober 2018 houdende erkenning van de droogte tussen 2 juni 2018 en 6 augustus 2018 als landbouwramp en de afbakening van de geografische uitgestrektheid en de getroffen teelten van die ramp.

Overeenkomstig artikel 2, (16) van verordening (EU) nr.  702/2014  geldt de erkenning enkel voor verliezen van meer dan 30% van de gemiddelde productie berekend op basis van de productie in de voorafgaande drie jaren, of de gemiddelde productie van drie van de voorafgaande vijf jaren, de hoogste en de laagste productie niet meegerekend.

Om steun te kunnen krijgen in het kader van deze regeling moet er een rechtstreeks oorzakelijk verband zijn tussen de ongunstige weersomstandigheden die met een natuurramp kunnen worden gelijkgesteld en de schade die de onderneming heeft geleden. (artikel 25, lid 2, b) verordening (EU) nr. 702/2014)

De steun wordt rechtstreeks betaald aan de betrokken onderneming of aan een producentengroepering of – organisatie waarvan de onderneming lid is. Wanneer de steun aan een producentengroepering of -organisatie wordt betaald, mag het steunbedrag niet hoger zijn dan het steunbedrag waarvoor die onderneming in aanmerking komt. (artikel 25, lid 3, verordening (EU) nr. 702/2014)

De steunregelingen worden ingesteld binnen drie jaar na de datum waarop de ongunstige weersomstandigheden die met een natuurramp kunnen worden gelijkgesteld, zich hebben voorgedaan. De steun wordt binnen vier jaar na die datum betaald.(artikel 25, lid 4, verordening (EU) nr. 702/2014)

In aanmerking komen de kosten van de schade die het rechtstreeks gevolg is van de ongunstige weersomstandigheden die met een natuurramp kunnen worden gelijkgesteld, zoals getaxeerd door een openbare autoriteit, een door de steunverlenende autoriteit erkende onafhankelijke deskundige of een verzekeringsonderneming. (artikel 25, lid 5, verordening (EU) nr. 702/2014)

De schade omvat:

  1. het in artikel 25,lid 6, van verordening (EU) nr. 702/2014 bedoelde inkomensverlies als gevolg van de volledige of gedeeltelijke vernietiging van de landbouwproductie en de productiemiddelen;
  2. de in artikel 25, lid 7, van verordening (EU) nr. 702/2014 bedoelde materiële schade.

Het inkomensverlies wordt berekend overeenkomstig artikel 25, lid 6, van verordening (EU) nr. 702/2014.

De schade als gevolg van ongunstige weersomstandigheden die met een natuurramp kunnen worden gelijkgesteld, wordt berekend op het niveau van de individuele begunstigde. (artikel 25, lid 8 verordening (EU) nr. 702/2014.

Steun die op grond van artikel 25 wordt toegekend, wordt met 50 % verminderd, tenzij hij wordt toegekend aan begunstigden die een verzekering hebben afgesloten voor ten minste 50 % van hun gemiddelde jaarlijkse productie of van hun gemiddelde jaarlijkse productiegerelateerde inkomen en voor de klimaatrisico's die statistisch het vaakst voorkomen in de betrokken lidstaat of regio waarvoor een verzekering is afgesloten. (artikel 25, lid 10, verordening (EU) nr. 702/2014)

De steun en de eventuele andere ontvangen betalingen ter compensatie van de verliezen, waaronder betalingen op grond van andere nationale of uniale maatregelen of in het kader van een verzekeringspolis voor de schade waarvoor de steun wordt verleend, bedragen niet meer dan 80 % van de in aanmerking komende kosten.

In gebieden met natuurlijke beperkingen kan de steunintensiteit worden verhoogd tot 90 %. (artikel 25, lid 10, verordening (EU) nr. 702/2014).

Delen: