Projectsubsidie “MiteControl – Thema Innovatie, Interreg North-West Europe”

De hieronder beschreven maatregelen vallen onder art. 21 en 31 van de vrijstellingsverordening (EU) nr. 702/2014 en worden zoals voorgeschreven in artikel 9 aan de Europese Commissie ter kennis gegeven. De steunmaatregelen voldoen aan alle in hoofdstuk I van de verordening (EU) nr. 702/2014 vastgestelde voorwaarden. Enkel kleine, middelgrote en micro-ondernemingen (KMO’s) die actief zijn in de landbouwsector komen in aanmerking voor de steun (artikel 1, lid 1, verordening (EU) nr. 702/2014). Bedrijven in moeilijkheden worden uitgesloten voor de steun. (artikel 1, lid 6, verordening (EU) nr. 702/2014) Bedrijven waartegen een bevel tot terugvordering uitstaat ingevolge een eerder besluit van de Commissie waarin steun onrechtmatig en onverenigbaar met de interne markt is verklaard, worden uitgesloten voor de steun. (artikel 1, lid 5, verordening (EU) nr. 702/2014) De steun is transparant overeenkomstig artikel 5, lid 2, a), verordening (EU) 702/2014.

De steun dient voor de financiering van acties op het gebied van beroepsopleiding en de verwerving van vaardigheden, waaronder opleidingscursussen, workshops en coaching, demonstratieactiviteiten en voorlichtingsacties (artikel 21, lid 2, verordening (EU) nr. 702/2014) alsook voor de financiering van onderzoek en ontwikkeling (art. 31 verordening (EU) nr. 702/2014).

De steun dekt de in aanmerking komende kosten zoals vermeld in artikel 21, lid 3 en 4 en artikel 31, lid 6 van verordening (EU) nr. 702/2014

De steun mag niet de vorm aannemen van rechtstreekse geldelijke betalingen aan de begunstigden (artikel 21, lid 5, verordening (EU) nr. 702/2014).

De organisaties die acties inzake kennisoverdracht en voorlichting aanbieden, beschikken over hiertoe gekwalificeerd en geregeld opgeleid personeel (artikel 21, lid 6, verordening (EU) nr. 702/2014).

De steun moet beschikbaar zijn voor al degenen die in het betrokken gebied op grond van objectief bepaalde voorwaarden daardoor in aanmerking komen (artikel 21, lid 7, verordening (EU) nr. 702/2014).

De subsidiabele activiteit zijn acties inzake kennisoverdracht en voorlichting  en de steunintensiteit bedraagt ten hoogste 100 % van de in aanmerking komende kosten (artikel 21, lid 8, verordening (EU) nr. 702/2014).

Het gesteunde project moet van belang zijn voor alle ondernemingen die in de betrokken specifieke landbouw- of bosbouwsector of -subsector actief zijn.(artikel 31, lid 2, verordening (EU) nr. 702/2014).

Vóór de begindatum van het gesteunde project wordt op het internet de volgende informatie bekendgemaakt: artikel 31, lid 3, verordening (EU) nr. 702/2014).

  1. dat het gesteunde project wordt uitgevoerd;
  2. de doelstellingen van het gesteunde project;
  3. de vermoedelijke datum van de publicatie van de resultaten die van het gesteunde project worden verwacht;
  4. de plaats waar de van het gesteunde project verwachte resultaten op het internet zullen worden bekendgemaakt;
  5. de vermelding dat de resultaten van het gesteunde project gratis beschikbaar zijn voor alle ondernemingen die in de betrokken specifieke landbouw- of bosbouwsector of -subsector actief zijn.

De resultaten van het gesteunde project worden op internet beschikbaar gesteld vanaf de einddatum van het gesteunde project of vanaf de datum waarop informatie over die resultaten wordt gegeven aan leden van specifieke organisaties, afhankelijk van wat als eerste plaatsvindt. De resultaten blijven op internet beschikbaar gedurende ten minste vijf jaar vanaf de einddatum van het gesteunde project. (artikel 31, lid 4, verordening (EU) nr. 702/2014).

De steun wordt rechtstreeks aan de organisatie voor onderzoek en kennisverspreiding toegekend. (artikel 31, lid 5, verordening (EU) nr. 702/2014).

De steun bedraagt hoogstens 100% van de in aanmerking komende kosten (artikel 31, lid 7, verordening (EU) nr. 702/2014).

Begunstigde

Een subsidie van maximaal 50.000 euro wordt toegekend aan de projectcoördinator Proefbedrijf Pluimveehouderij vzw, Poiel 77, 2328 Geel, voor de uitvoering van het project NWE756 MiteControl in het kader van de programmaprioriteit 1 ‘Innovatie’ Interreg North-West Europe, voor de periode

de periode van 25 oktober 2018 tot 24 april 2022.

Doelstellingen van de subsidie

Proefbedrijf Pluimveehouderij diende op 13 maart 2019 een aanvraag in tot cofinanciering van het  MiteControl Interregproject. Het project werd door Proefbedrijf Pluimveehouderij vzw als projectcoördinator ingediend in het kader van Interreg North-West Europe onder programmaprioriteit 1 ‘innovatie’, met als specifieke doelstelling het verzekeren van voedselveiligheid, dierengezondheid en –welzijn door de ontwikkeling van innovatieve IPM programma’s om rode vogelmijt infecties bij pluimvee te beheersen. Het project werd op het monitoringcomité Interreg North-West Europe van 25 en 26 oktober 2018 goedgekeurd.

MiteControl bouwt verder op recent onderzoek uit het COREMI-netwerk en heeft als doel het ontwikkelen en demonstreren van een innovatieve automatische monitoring die via vroege detectie pluimveehouders waarschuwt wanneer behandeling tegen RVM nodig is. Door internationale samenwerking zal MiteControl de multidisciplinaire kennis en capaciteiten samenbrengen die nodig is om innovatieve behandelingen te ontwikkelen, verbeteren en testen binnen 3 IPM protocollen die geïmplementeerd en gedemonstreerd worden op EPC en 10 pilootbedrijven in NWE. Dit zal resulteren in een reductie van productieverliezen, in een daling van de besmettingsgraad tot laag niveau en een verbetering van diergezondheid en welzijn. MiteControl zal een communicatiestrategie ontwikkelen die bewustwording zal creëren in de volledige eiproductiesector en het gedrag van pluimveehouders zal veranderen zodat bestrijding via een duurzame IPM aanpak de standaard zal worden in het tegengaan van RVM besmettingen in NWE en daarbuiten.

Volgende activiteiten worden uitgevoerd:

  1. lange termijn toepassing van de IPM strategieën en automatische monitoringtechniek (AMT)

  2. projectbeheer op strategisch en operationeel niveau;

  3. ontwikkeling, testen en valideren van een ‘rode vogelmijt (RVM)’-monitoring systeem gebaseerd op camera detectie;

  4. verbetering en onderzoek van combinaties van niet-chemische RVM-behandelingen die door landbouwers kunnen toegepast worden;

  5. aanmoediging van de toepassing van IPM programma’s aan de hand van demonstraties op pilootboerderijen om RVM op landbouwbedrijven te beheersen;

  6. communicatiestrategie om landbouwers te rekruteren als piloot boerderijen en maximale zichtbaarheid, toegankelijkheid en impact van het project te bewerkstelligen.

Projectpartners

De partners in dit project zijn: Proefbedrijf Pluimveehouderij vzw (Geel, België), Koppert BV (Berkel en Rodenrijs, Nederland), Université Paul-Valéry Montpellier 3 (Montpellier, Frankrijk), Institut Technique de l’ Aviculture (Parijs, Frankrijk), KU Leuven (Leuven, België) en RSK ADAS ltd (Helsby, UK).

Proefbedrijf Pluimveehouderij vzw treedt op als Lead Partner.

Delen: