Zelf ggo telen

Op deze pagina:

Wat moet ik doen als ik een ggo wil telen?

Vervul alle administratieve voorwaarden

Deze administratieve voorwaarden moeten in grote mate vervuld worden vooraleer de zaai of het planten van het gg-gewas plaatsvindt. De voorwaarden hebben vooral tot doel om de ggo-teler maximaal te informeren (opleiding) en om de geplande ggo-teelt te melden aan ons (bevoegde overheid) en aan de personen die mogelijks gevolgen kunnen hebben van deze ggo-teelt (buurproducenten, eigenaar perceel, landbouwers waarmee machines gedeeld worden, enz.). Buurproducenten hebben bovendien het recht om een bezwaar (formulier) in te dienen tegen de ggo-teelt als ze hiervoor een geldig economisch belang kunnen aantonen en als ze een perceel verbouwen dat binnen de isolatieafstand ligt van het voorziene ggo-perceel.

Als er geen economische bezwaren zijn en u voldoet aan de voorwaarden, bezorgen wij u een teelttoestemming, waarna u de teelt mag uitzaaien.

Wij raden u steeds aan om, naast de wettelijke verplichtingen, tijdig in overleg te treden met uw buurproducenten met het oog op het zoeken naar oplossingen waarmee alle betrokkenen zich kunnen verzoenen. Om dit overleg tussen landbouwers te stimuleren, werd de mogelijkheid voorzien om de administratieve voorwaarden wat te vereenvoudigen door gebruik te maken van de zogenaamde opkoopregeling. Als u met alle betrokken landbouwers binnen de meldingsafstand van uw ggo-perceel een overeenkomst tot opkopen kunt sluiten bij de economische schade die zij mogelijks zullen oplopen door vermenging met deze ggo, mag u de intentieverklaring, samen met de schriftelijke verbintenis van alle betrokken buurproducenten, op een latere datum bij ons (bevoegde overheid) indienen. Bovendien is in dit geval geen bijdrage aan het fonds verschuldigd.

Respecteer de teelttechnische voorwaarden

Om de vermenging van de geteelde ggo met de oogst van conventionele of biologische gewassen te vermijden, moeten tijdens en na de teelt een aantal extra praktische maatregelen getroffen worden. Voor elk individueel gewas werden die maatregelen op een zo wetenschappelijk verantwoord mogelijk manier opgesteld. Vandaag werden in de Vlaamse regelgeving al maatregelen opgelegd voor de teelt van genetisch gemodificeerde maïs, aardappel en suikerbiet.

Er zijn naast de verplichte (wettelijk te respecteren) regels ook steeds bijkomende aanbevolen maatregelen om in de mate van het mogelijke en wenselijke toe te passen.

Administratieve voorwaarden

Voor een gedetailleerde beschrijving van de nodige stappen in de procedure verwijzen we graag naar het vademecum. Hieronder vindt u een kort overzicht van die stappen.

Volg een opleiding over ggo’s en co-existentie in een erkend vormingscentrum

Als u beslist in de (nabije) toekomst een (in de EU voor de teelt toegelaten) ggo te telen in Vlaanderen, bent u verplicht vooraf een opleiding (van minimaal 6 lesuren) te volgen waarin u o.a. in detail de wetgeving, de praktische vereisten (zowel administratief als teelttechnisch) en de mogelijke consequenties van uw teelt voor u en/of uw buurproducenten toegelicht zullen worden. Die opleiding wordt door een aantal landbouwvormingscentra aangeboden. U moet ervoor zorgen dat dit vormingscentrum voor die opleiding erkend werd. Het attest van opleiding dat u ontvangt, moet aan ons voorgelegd kunnen worden bij aanmelding van de intentie tot ggo-teelt.

Loonwerkers die van plan zijn om activiteiten uit te voeren bij de teelt van een ggo, moeten eenzelfde opleiding volgen en moeten het attest kunnen voorleggen wanneer ggo-telers hen inzetten. Werknemers die dit werk voor de loonwerker effectief op het veld uitvoeren, vallen onder de verantwoordelijkheid van de loonwerker.

Erkende vormingscentra

De overheid erkende in het kader van de subsidiëring van de naschoolse (landbouw-)vorming een aantal vormingscentra. Een aantal van die vormingscentra hebben/zullen de verplichte opleiding inzake co-existentie en ggo’s in hun vormingsaanbod opnemen. U moet als geïnteresseerde landbouwer met die vormingscentra contact opnemen voor verdere informatie.

Overzicht van de andere administratieve vereisten

In de Vlaamse regelgeving werden voor enkele gewassen uiterste indieningsdata wettelijk vastgelegd die gerespecteerd moeten worden (aangegeven in blauw als Dag 0, Dag 20 en Dag 110 in onderstaande figuur):

Uiterste indieningsdata
Gewas  Bij overheid Bij buurlandbouwers

Opkoopregeling

Maïs  10 december  30 december  25 maart
Aardappel  10 november  30 november

 25 februari

Suikerbiet  10 november  30 november

 25 februari

1. Meld ons uw intentie tot ggo-teelt

Meld uw teeltintentie van ggo-teelt tijdig (op 'dag 0') en schriftelijk aan het Agentschap voor Landbouw en Visserij, voorzien van de gevraagde informatie (bv. locatie perceel) en noodzakelijke bewijsstukken. Dag 0 uit bovenstaand schema is afhankelijk van het gewas en werd wettelijk vastgelegd (zie tabel hierboven). U gebruikt best het hiervoor voorziene formulier.

2. Lijst omliggende landbouwers

Wij bezorgen u als overheid binnen de 10 werkdagen een lijst van de door ons gekende landbouwers binnen de meldingsafstand rond het aangegeven perceel voor ggo-teelt, voor zover zij akkoord gaan met het gebruik van hun persoonlijke gegevens (privacywetgeving). U blijft zelf verantwoordelijk voor het aanspreken van ook die landbouwers die niet gekend zijn of niet bereid waren hun gegevens ter beschikking te stellen.

3. Meld uw intentie tot ggo-teelt bij uw buurproducenten en landbouwer met cultuurcontract

Alle landbouwers met percelen (deels) binnen de meldingsafstand, vastgelegd in de wetgeving per gewas (voor maïs is dit 100 meter), moeten tijdig (zie tabel hierboven) op de hoogte gebracht worden via een intentieverklaring (formulier).

4. Bezwarenprocedure

Uw buurproducenten die zich binnen de isolatieafstand van het betreffende gg-gewas bevinden (voor maïs is dit 50 meter), hebben het recht om een bezwaarschrift in te dienen wanneer ze een eigen economisch belang kunnen aantonen. Ze hebben hiervoor maximaal 30 kalenderdagen.

5. Uitspraak commissie

De commissie ‘co-existentie’ (bestaande uit experts uit de overheid en de landbouwsector) heeft vervolgens maximaal 45 kalenderdagen de tijd om eventuele ingediende bezwaren te beoordelen en ze al dan niet gegrond te verklaren. De commissie deelt daarna schriftelijk mee of de ggo-teelt kan doorgaan.

6. Betaal een bijdrage aan het fonds

Om eventuele latere schade ten gevolge van vermenging van partijen van conventionele of biologische gewassen bij buurproducenten te compenseren, is een fonds opgericht dat onder bepaalde voorwaarden schadevergoedingen uitbetaalt. Dit fonds wordt gespijsd door solidariteitsbijdragen van ggo-telers en eventuele administratieve boetes geïnd bij niet-naleving van de co-existentieregelgeving.

De bijdrage bedraagt 15 euro per hectare en wordt pro rato van het perceel bepaald. U zal van ons na aanmelding van de intentie tot ggo-teelt en na de uitvoering van de andere voorziene administratieve voorwaarden, een vraag (betalingsformulier) krijgen tot betaling van die bijdrage.

7. Opkoopregeling

Als u als ggo-teler een eigen regeling wil treffen met uw buurproducenten (alle producenten met velden geheel of gedeeltelijk binnen de meldingsafstand) kan dat via dit formulier. De uiterste indieningsdata zijn afhankelijk van het gewas (zie tabel hierboven). Die verbintenis tot opkoopregeling bij mogelijke ggo-vermenging sluit uit dat schade vergoed zal worden door het fonds.

8. Inschrijving in teeltregister

Als aan alle wettelijke voorwaarden voldaan werd, schrijven we de betreffende ggo-teelt in in het teeltregister en kan u de zaai of het planten aanvatten. Het teeltregister is slechts deels publiek toegankelijk. Persoonlijke gegevens van ggo-telers worden niet vrijgegeven.

9. Bevestig effectieve zaai- of plantdatum

Als er geen economische bezwaren zijn en u voldoet aan de voorwaarden, bezorgt de overheid u een teelttoestemming, waarna u de teelt mag uitzaaien/aanplanten. Binnen de 15 kalenderdagen na de effectieve zaai of plantdatum wordt die datum en het gebruikte gg-ras bevestigd aan de bevoegde instantie via een aangetekend schrijven of via het e-loket.

10. Eigenaar van het perceel

Als u zelf niet de eigenaar bent van het perceel dat bestemd is voor de ggo-teelt, moet u binnen de 15 dagen na de zaai of aanplanting, de eigenaar ook (schriftelijk of elektronisch) op de hoogte brengen van het geteelde gewas, gg-ras en de identificatie van het betreffende perceel. De eigenaar van een ggo-perceel wordt verplicht om de ggo-historiek ervan over te dragen naar toekomstige bewerkers of eigenaars van dit veld.

11. Loonwerkers en landbouwers waarmee machines gedeeld worden

Voorafgaand aan het inzetten van de loonwerker of van gemeenschappelijke machines, wordt de betrokkene door u schriftelijk of elektronisch op de hoogte gebracht dat het om een ggo-teelt gaat. De loonwerker die u inzet, moet ook een attest van opleiding kunnen voorleggen.

Teelttechnische voorwaarden

Hoe vermijd ik vermenging met ggo’s tijdens en na de teelt?

Vermenging van conventionele en biologische (niet-gg-)gewassen met ggo’s kan op verschillende manieren optreden:

  • Gebruik van onzuiver zaad;
  • Door bestuiving met pollen van een ggo (bijvoorbeeld via wind of insecten);
  • Door menselijke handelingen tijdens de teelt of nadien (zaai, oogst, transport, opslag, verwerking);
  • Door schieters/opslagplanten (achtergebleven gg-zaad of -knollen die in een latere teelt schieten en beginnen groeien).

Omdat elk gewas een eigen aangepaste teelttechniek heeft, zijn de teelttechnische maatregelen logischerwijze ook sterk gewasafhankelijk. Niet elke maatregel is bij elk gewas even relevant of effectief om vermenging met ggo’s te voorkomen. Hieronder staat een overzicht per gewas. Voor meer details verwijzen we graag naar het vademecum.

Genetisch gewijzigde maïs

Voor de maïsteelt zijn windbestuiving en teelthandelingen de grootste potentiële bronnen van vermenging. Volgende verplichte co-existentiemaatregelen werden opgelegd:

  • Isolatieafstand tussen gg- en niet-gg-veld 50 meter bij maïs;
  • Reiniging van machines die na een teelt van ggo’s ingezet worden bij de teelt van een niet-ggo (zaai, oogst);
  • Bestrijding of verwijdering van mogelijke opslagplanten in het volgende teeltseizoen voor ze tot bloei komen;
  • Gescheiden opslag van zaaigoed;
  • Verbod op doorverkoop of weggift van overgebleven zaaigoed aan niet-professionele gebruikers;
  • Fysieke scheiding van de oogst bij transport en opslag.

Bovendien kan u de volgende aanbevolen maatregelen overwegen om de risico’s op vermenging nog verder te beperken:

  • Werken met een bufferzone: aantal rijen van niet-gg-ras (zelfde gewas, met preferentieel zelfde grootte en bloeitijdstip) rond gg-veld;
  • Aangepaste teeltplanning: overleg met buurproducenten is zeer belangrijk;
  • Clustering van gg- en niet-gg-velden;
  • Juiste raskeuze: grote verschillen in bloeitijdstip tussen gg- en niet-gg-gewas;
  • Juiste zaaidatum, zodat bloei niet gelijktijdig plaatsvindt.

Genetisch gewijzigde aardappel en suikerbiet

In de EU is er op dit moment slechts één genetisch gewijzigde aardappel die voor de commerciële teelt goedgekeurd werd. Het is een aardappel voor industriële toepassingen (zetmeelproductie) waarvoor Vlaanderen geen quotum bezit. Bijgevolg wordt de aardappel hier niet geteeld. Voor suikerbiet is er nog helemaal geen genetisch gemodificeerd ras op de markt toegelaten. Voor beide gewassen (e.a.) zijn echter wel nog aanvragen lopende voor een toelating. De Vlaamse regelgeving die voor gg-aardappelen en gg-suikerbieten ontwikkeld werd, is dus eerder te zien als een proactieve voorbereiding op mogelijke toekomstige ggo’s die in de EU toegelaten zullen worden. Meer details over deze regelgeving vindt u in het vademecum of in de wetteksten zelf.

De veldproef met gg-aardappelen, resistent tegen de aardappelziekte, die het ILVO samen met de partners UGent, HOGent en VIB heeft opgezet in 2011/2012 in Wetteren, heeft in principe niets te maken met de co-existentie van ggo’s, omdat het hier om een ggo gaat die nog in proeffase zit en nog verdere ontwikkeling nodig heeft vooraleer ze door Europa voor de teelt op commerciële schaal toegelaten zal worden. Voor meer informatie, zie www.ilvo.vlaanderen.be.

Teelt van ggo’s in de buurt van gewestgrenzen

De Vlaamse co-existentieregelgeving geldt in principe op alle Vlaamse velden, ook deze die zich in de buurt van gewest- of landgrenzen liggen. Dit laat echter niet weg dat je als teler van een genetisch gemodificeerd gewas in de buurt van een grens mogelijks economische schade kan berokkenen aan landbouwers vlak aan de andere kant van deze grens.

Aangezien de regels voor de co-existentie van ggo’s en de eventuele compensatie van schade in Wallonië, het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, Nederland en Frankrijk overal verschillend zijn, is het risico op mogelijke juridische geschillen groter. De verschillende betrokken gewestelijke overheden (binnen België) werken op dit moment aan een overeenkomst om mogelijke toekomstige grensproblemen in dit kader te identificeren en op te lossen. Tot het moment dat deze grensakkoorden er zullen zijn, is in de grensstreken extra waakzaamheid geboden bij de teelt van ggo’s.

Erkenning van diensten voor staalname en laboratoria voor ggo-analyses 

U laat best van uw oogst van een niet-genetisch gewijzigd gewas een representatief staal nemen als:

  • er schade of een vermoeden van schade is, m.a.w. als er twijfel is over de mogelijke toevallige aanwezigheid (vermenging) van een ggo in de oogst van een conventioneel of biologisch gewas;
  • u vanwege contractuele verbintenissen moet kunnen aantonen dat er geen ggo-vermenging aanwezig is;
  • u zichzelf wil indekken voor eventuele latere schadeclaims door een bewijsstaal te laten bewaren.

U laat indien nodig die stalen ook analyseren op de toevallige aanwezigheid van een ggo in uw oogst. U laat de staalnames en analyses uitvoeren door een erkende dienst of laboratorium, om de resultaten desgevallend te gebruiken bij een aanvraag tot schadevergoeding bij het fonds.

De minister van Landbouw erkent de diensten voor staalname en laboratoria voor ggo-analyses zoals wettelijk vastgelegd:

Diensten die voor staalname in het kader van de co-existentieregelgeving erkend willen worden, dienen hiervoor een aanvraag in bij de bevoegde instantie en tonen uitgebreid aan (gestaafd met bewijzen) dat ze beschikken over:

  • voldoende nuttige ervaring met betrekking tot het nemen van stalen in landbouwgewassen en -grondstoffen, onder andere overeenkomstig ISO 2859 en ISO 542;
  • passende en toereikende uitrusting voor staalnames;
  • een accreditatie volgens het systeem BELAC voor het nakomen van de ISO 17025 normen.

Laboratoria die voor ggo-analyses in het kader van de co-existentieregelgeving erkend willen worden, dienen hiervoor een aanvraag in bij de bevoegde instantie en tonen uitgebreid aan (gestaafd met bewijzen) dat ze beschikken over:

  • voldoende nuttige ervaring met betrekking tot analyses voor het opsporen van genetisch gemodificeerde gewassen;
  • passende en toereikende installaties en uitrusting voor alle nodige analyses;
  • een accreditatie voor kwalitatieve en kwantitatieve ggo-analyses volgens het systeem BELAC voor het nakomen van de ISO 17025 normen.

Een erkenning is vijf jaar geldig. De erkenning kan ingetrokken worden als niet langer voldaan wordt aan de voorwaarden voor erkenning.

Erkende diensten voor staalname

Naam Dienst Adres Contactpersoon

(incl. email & tel)
Vervaldag erkenning
 -  -  -

 

Erkende laboratoria voor ggo-analyses

Naam Laboratorium Contactpersoon Adres  Vervaldag erkenning
Laboratorium voor microbiologische en GGO-analyses, Eenheid Technologie en Voeding, Instituut voor Landbouw-, Visserij- & Voedingsonderzoek (ILVO) Lieve Herman

lieve.herman@ilvo.vlaanderen.be

Tel. 09 272 30 10
Burgemeester Van Gansberghelaan 115, 9820 Merelbeke 7/10/2017
Tijdslijn aanvraag (toelichting in tekst hierna)
Delen: