Residu-arm aardappelen bewaren (RESABE)

Korte samenvatting

Handelaars en verwerkers worden steeds vaker geconfronteerd met de vraag naar residuloze aardappel(producten). Er is een groeiende nood aan aardappelen bewaard zonder gebruik van chloorprofam (CIPC). Momenteel zijn 1,4-dimethylnaftaleen, ethyleen en muntolie erkend voor gebruik als kiemremmer in aardappelen in België. CIPC-arme bewaarstrategieën hebben echter nog niet op brede schaal hun weg gevonden naar de praktijk. Met dit project willen het Interprovinciaal Proefcentrum voor de Aardappelteelt (PCA) en Inagro economisch haalbare bewaarmethoden aanreiken om aardappelen residuloos te bewaren zonder in te boeten aan kwaliteit.

Gedetailleerde toelichting

De Belgische aardappelindustrie en -handel is een sterk groeiende sector die zeer sterk op de export gericht is. De laatste jaren zijn de Belgische bedrijven wereldwijd de grootste exporteur van diepgevroren verwerkte aardappelen geworden. Maar de aardappeltelers worden door hun afnemers steeds vaker geconfronteerd met de vraag naar residuloze aardappel(producten). Dit is een gevolg van de toenemende druk op na-oogstbehandelingen vanuit retail en consumentenorganisaties. Er is dan ook een groeiende nood aan aardappelen die bewaard worden zonder gebruik van chloorprofam (CIPC). Onderzoek door Inagro en PCA, en onderzoek in het buitenland toonde aan dat er enkele alternatieven zijn. Momenteel zijn 1,4-dimethylnaftaleen, ethyleen en muntolie erkend voor gebruik als kiemremmer in aardappelen in België. Naast de alternatieve kiemremmers is het ook mogelijk de aardappelen kouder te bewaren. Het is echter mogelijk dat koudeverzoeting optreedt (met een afwijkende (zoete smaak), dat de frieten bruinbakken of dat tijdens het bakproces vorming van acrylamide, een kankerverwekkende stof, voordoet. Daarnaast kan het energieverbruik ook oplopen met de bijhorende kosten voor koeling.

De aardappeltelers zijn de doelgroep van dit project. Aardappelindustrie en -handel waren betrokken bij het onderzoeksproject ‘Residuarme kiemremming in aardappelen (RESKIA)’ (financiering Flanders’ Food). De projectpartners willen via dit demonstratieproject de uit RESKIA verworven kennis en inzichten rechtstreeks uitdragen naar de aardappeltelers.

De praktijkcentra Inagro en PCA zullen samen communiceren naar de telers over de mogelijke strategieën om aardappelen te bewaren zonder of met een minimum aan residu. Hierbij zal er aandacht zijn voor het kiemremmend effect en de economische haalbaarheid van strategieën (kostprijs van toepassing, effect op gewichtsverlies tijdens de bewaring, invloed op bewaartemperatuur, …). Het project zal focussen op de belangrijkste aardappelvariëteiten. Naast de effectiviteit en de economische haalbaarheid is er ook aandacht voor de technische randvoorwaarden aan toedieningsapparatuur en bewaarinfrastructuur.

Het uiteindelijke doel is om Vlaamse aardappeltelers bij te staan zodat ze met meer inzicht, kennis en kunde alternatieve kiemremming kunnen toepassen. Als de Vlaamse aardappelverwerkers, - verpakkers en -handelaars kunnen beschikken over meer residuloze aardappelen, zal dit ervoor zorgen dat de concurrentiekracht en de exportpositie van de volledige Vlaamse aardappelketen behouden blijft, en mogelijk nog versterkt wordt.

De aardappeltelers en -keten die zich richten op de versmarkt kunnen de huidige residuarme bewaartechnieken (koelere bewaring, verkenning van alternatieven) verbeteren door de mogelijk alternatieve systemen optimaal te benutten. De diepvriesindustrie zal in een eerste fase experimenteren met nieuwe bewaartechnieken in eigen beheer of bij een beperkt aantal telers. Vervolgens zullen zij de toepassing van residuloze of -arme technieken verbreden in functie van de ontwikkeling van de markt voor residuloze aardappelen in hun portfolio van aardappelproducten.

Dit zal mogelijk leiden tot innovaties en investeringen (o.a. verbeterde bewaartechnieken), en zal ook zijn impact hebben op de toeleveranciers van kiemremmers en constructeurs van loodsen en van toepassingsapparatuur.

Om de doelstelling te bereiken worden twee demobewaarproeven aangelegd en wordt een bezoek aan drie praktijkloodsen georganiseerd waar aardappelen zonder gebruik van CIPC bewaard worden. Er zullen vernevelingsdemonstraties georganiseerd worden tijdens ‘Uur in de Schuur’. Over alle acties wordt uitgebreid bericht via presentaties op jaarvergaderingen en andere evenementen en artikels in de vakpers. De ‘Praktijkgids bewaring’ van PCA zal aangepast/uitgebreid worden met de inzichten die via het project verkregen zijn. Er zullen ook instructievideo’s over CIPC-loze bewaarstrategieën aangemaakt worden.

Duurtijd en partners

Dit project loopt van 1 juli 2018 tot 30 juni 2020 en wordt uitgevoerd door volgende projectpartners: Interprovinciaal Proefcentrum voor de Aardappelteelt (PCA) en Inagro.

Meer info?

kurt.cornelissen@proefcentrum-kruishoutem.be

Website: www.pcainfo.be

Delen: