Zuinig omspringen met water en waterbesparing bij irrigatie

Op deze pagina:

Waar kan ik water besparen op mijn bedrijf bij irrigatie?

Als een plant droogtestress ervaart, vermindert de aanwas van de biomassa. Dit resulteert voor de meeste gewassen in een daling van de productie. Bij een vochttekort in de bodem voorziet u de planten van water. Met de watergift probeert u aan de verdampingsbehoeften van de plant te voldoen.

Elders in deze rubriek vindt u een rekenvoorbeeld voor de hoeveelheid irrigatiewater die nodig is voor een teeltseizoen.

U kunt zuiniger met irrigatiewater omspringen door de irrigatie te plannen en te sturen en door het irrigatiesysteem zo te ontwerpen dat het optimaal werkt (zie volgende titel). Via irrigatiesturing dient u een correcte hoeveelheid water op het juiste tijdstip toe.

In bepaalde stadia van de vruchtontwikkeling zijn er mogelijkheden om water te besparen. Voor volgende teelten kunt u de mogelijkheden hiervoor raadplegen en ziet u wat de fysische meerwaarde is van een beregeningsbeurt: spinazie, bloemkool, erwt, boon, prei, ui, knolselder, wortel en schorseneer en courgette. Voor een rendabele bedrijfsvoering wordt die meerwaarde afgewogen tegen de variabele kost van een beregeningsbeurt.

Welke meet- en sturingsinstrumenten kan ik inzetten om oordeelkundig te beregenen?

Er bestaan verschillende technieken en hulpmiddelen om de beregening te plannen en aan te sturen:

  • beregening op het zicht vochtgehalte op basis van het gevoel en van de kleur van de grond inschatten. Het vergt veel ervaring, en het is zelden echt nauwkeurig. Vooral bij intensieve teelten als groenten en aardappelen zult u te vroeg of te laat beregenen als u veranderingen in de bodem op het zicht wil volgen.
  • meten van het vochtgehalte of de vochtspanning met bodemvochtsensoren
  • beregening op basis van een vochtboekhouding van de bodem
  • adviesverlening als informatiebron voor irrigatiesturing
  • remote sensing als informatiebron voor irrigatiesturing

Professionele instrumenten of hulpmiddelen moeten aan een aantal criteria voldoen:

  • Rendabiliteit: de kosten aan tijd, aandacht en investering van een instrument moeten ruim gecompenseerd worden door de meeropbrengst en de meerwaarde voor het bedrijf.
  • Praktische bruikbaarheid: het hulpmiddel moet snel de nodige informatie geven. Na 1 dag kan de situatie al veranderen. Ook de betrouwbaarheid is belangrijk: voortdurende zekerheid van de meting of van het advies is een vereiste.
  • Nauwkeurigheid: de marge van bodemvochtreserve waarbinnen beregend wordt, is niet erg groot. Een of 2 dagen afwijking van de optimale dag of periode van beregening kan het rendement al doen dalen.
  • Kalibratiegevoeligheid: de praktijk kent niet de luxe om een of meerdere seizoenen lang te experimenteren met een instrument. Het volgende seizoen staat de teelt immers op een ander perceel.
  • Planningswaarde: beslissingen om te beregenen moeten 2 tot 4 dagen vooraf genomen kunnen worden. Vaststelling van droogte betekent meestal dat de beregening te laat komt.

Kan ik winsten in beregeningsefficiëntie verwachten als ik enkel ’s nachts beregen?

Beregenen tijdens de nacht zou efficiënter zijn dan de beregening overdag omdat de verliezen door rechtstreekse verdamping lager zijn. Die bewering kan echter gemakkelijk worden ontkracht. De efficiëntie van beregening overdag is gelijk aan de efficiëntie van beregenen ’s nachts.

Onderstaande figuur toont de verdamping op een beteelde akker. De totale verdamping of ook evapotranspiratie (ET) is samengesteld uit evaporatie (E) en uit transpiratie (T). Evaporatie betekent de rechtstreekse verdamping van op het bodemoppervlak of het plantoppervlak. Het gaat om water dat niet opgenomen is door de wortels van de plant. Transpiratie betekent de hoeveelheid water dat door de plant heen gaat. Het gaat om water dat de plant opneemt doorheen de dag om te kunnen overleven.

De totale hoeveelheid evapotranspiratie of ET wordt bepaald door het weer. De zonneschijn, de windsnelheid, de luchtvochtigheid en de temperatuur bepalen hoeveel energie er beschikbaar is voor ET. Stel dat op een warme zomerdag de ET 5 mm is. Dan zal, wanneer er ’s nachts beregend wordt, en het water bijgevolg goed in de bodem kan dringen, de ET kunnen worden opgesplitst in 1 mm E of evaporatie en 4 mm T of transpiratie. Als er overdag wordt beregend verschuift deze verhouding, het water blijft op de plant en op de bodem liggen, trekt niet in de grond waardoor de rechtstreekse verdamping verhoogt. Zo kan de totale ET van 5 mm in dit geval verdeeld worden over 2 mm E of evaporatie en 3 mm T of transpiratie. Door te beregenen overdag stijgt E, maar daalt T en de totale som van ET blijft gelijk, in dit geval 5 mm. Dus of er nu ’s nachts of overdag beregend wordt , er verdwijnt in beide gevallen 5 mm water in de atmosfeer.

Verdamping door het gewas of ook de Evapotranspiratie (ET) samengesteld uit de evaporatie (E) of ook rechtstreekse verdamping, en de transpiratie (T) of ook de hoeveelheid water die het gewas vanuit de bodem de lucht in stuurt.

Verdamping door het gewas of ook de Evapotranspiratie (ET) samengesteld uit de evaporatie (E) of ook rechtstreekse verdamping, en de transpiratie (T) of ook de hoeveelheid water die het gewas vanuit de bodem de lucht in stuurt.

De enige rechtstreekse verdamping die kan plaatsvinden is als het water nog in de lucht hangt vlak nadat het uit het kanon komt. De tijd dat het water in de lucht hangt is te kort om het water voldoende op te warmen om verdamping te Krijgen.

Het enige voordeel van ’s nachts beregenen is dat het minder hard waait ’s nachts waardoor het water beter verdeeld wordt over het perceel.

Die bevindingen zijn al bevestigd door onderzoeken in Nederland en Frankrijk.

Wat zijn de belangrijkste irrigatiesystemen in de openluchtgroenteteelt en welk irrigatiesysteem is het meest geschikt voor mij?

Irrigatie van vollegrondsgroenten gebeurt in Vlaanderen bijna uitsluitend met irrigatiesystemen onder druk. Het water wordt via een pompsysteem opgepompt uit het grond- of oppervlaktewater (beken, rivieren, kanalen of open putten). Daarna wordt het onder druk binnengebracht in het irrigatiesysteem en via leidingen of buizen verdeeld over het gewas of de bodem.

Irrigatiesystemen worden ingedeeld in 2 klassen:

Een haspel met beregeningsboom zorgt voor een betere uniforme waterverdeling, leidt tot minder drainageverliezen en verliezen door afspoeling en resulteert in minder gewas- en bodembeschadiging dan een haspel met beregeningskanon. Een buizensysteem met sproeidoppen heeft een relatief hoge waterefficiëntie en uniforme waterverdeling. Bij druppelbevloeiing komt het water rechtstreeks bij de wortels waardoor minder verdampingsverliezen optreden.

Omdat elk irrigatiesysteem voor- en nadelen heeft, kiest u het irrigatiesysteem dat het beste past bij uw bedrijfsvoering.

Delen: