Zuinig omspringen met water en water besparen in de sierteelt

Op deze pagina:

Waar kan ik water besparen op mijn bedrijf?

U kunt zuiniger omspringen met irrigatiewater door de irrigatie te sturen en door het irrigatiesysteem zo te ontwerpen dat het optimaal werkt. Via irrigatiesturing dient u een correcte hoeveelheid water op het juiste tijdstip toe. Een goed ontwerp, onderhoud en werking van het irrigatiesysteem zorgen voor een uniforme waterverdeling, wat irrigatieverliezen sterk reduceert. Bij een vochttekort in de bodem voorziet de teler de planten van water. Met de watergift tracht hij aan de verdampingsbehoeften van de plant te voldoen. De verdamping wordt sterk beïnvloed door de zonnestraling, de temperatuur, het type plant en de groeifase van de plant. Daarnaast biedt de teler met de watergift de voedingselementen in de gewenste hoeveelheid en verhouding in het wortelmilieu aan.

Hoe kan ik bij vollegrondsteelt het juiste tijdstip bepalen om water te geven?

Irrigatie in vollegrond gebeurt op basis van de vochtbeschikbaarheid in de bodem.

De zuigspanning in de bodem, uitgedrukt in hPa of pF-waarde, is een maat voor de beschikbaarheid van het bodemvocht. Hoe groter de pF-waarde of zuigspanning, hoe groter de kracht waarmee het water gebonden is aan de bodemdeeltjes en hoe moeilijker water opneembaar is door de planten. Bij een bepaalde zuigspanning, meestal 2,6 - 2,7 pF moet de plant zulke inspanningen leveren om water op te nemen dat het ten koste gaat van de groei en opbrengst. Dat is het moment waarop u best beregent.

In vollegrond wordt de zuigspanning en dus de vochtbeschikbaarheid meestal gemeten met een tensiometer.

Een tensiometerbuis bestaat uit een holle buis met een poreuze porseleinen cup aan de onderkant. De buis is gevuld met (gedistilleerd) water. Aan de bovenkant sluit een drukmeter of een rubberen stop de buis af. Tensiometers zijn eenvoudig te installeren. Met een grondboor boort u een gat tot op de gewenste diepte. Hierin plaatst u de tensiometer met de cup onderaan. Een goed contact van de poreuze cup met de grond is noodzakelijk voor een goede meting. Er treedt een drukevenwicht op tussen het water in de tensiometer en het vocht in de bodem. Hoe droger de bodem, hoe meer water zich in de fijne bodemporiën bevindt en hoe groter de zuigkracht van de bodem op het water. Via een drukmeter, bijvoorbeeld een manometer, meet u de onderdruk in de buis. Dit is een maat voor de zuigspanning in de bodem.

Hoe kan ik bij potcultuur het juiste tijdstip bepalen om water te geven bepalen?

De irrigatie bij potculturen kan gestuurd worden op basis van objectieve meetwaarden van een vochtsensor, op basis van klimaatparameters en op basis van de behoefte van de plant.

Irrigatie op basis van een vochtsensor

Om het vochtgehalte in potculturen of in substraat te volgen, kunt u een FDR-sensor (Frequency Domain Reflectometry) gebruiken. Het rechtstreeks meten van de vochttoestand laat toe om de irrigatie te sturen op basis van objectieve meetwaarden. Bij een dergelijke irrigatiesturing voorziet u de planten gelijkmatiger van vocht.

Irrigatie op basis van klimaatparameters

Enkelvoudige klimaatparameters zoals de stralingssom en de luchttemperatuur zijn nuttig als sturende factoren voor de irrigatie. Voor plantensoorten of groepen van plantensoorten worden kritieke waarden ingesteld om de irrigatie te sturen. Op sommige sierteeltbedrijven is een klimaatcomputer aanwezig die zonnestraling, tijd en drainhoeveelheid registreert. Op basis hiervan wordt de watergift gestuurd.

Plantafhankelijke irrigatie

Nog een stap verder in irrigatiesturing is de plantafhankelijke irrigatie. Als in de programma’s van de klimaatcomputer een model voor verdamping wordt geïntegreerd dat zowel rekening houdt met klimaatparameters als met plantparameters, namelijk gewastoename en ontwikkelingsfase, kan de irrigatie nog beter gestuurd worden op basis van de behoefte van de plant.

Wat zijn de belangrijkste irrigatiesystemen in vollegronds- en containerteelt?

Voor de watervoorziening van vollegronds- of containerplanten zijn verschillende systemen in gebruik. Die systemen zijn in drie hoofdgroepen te verdelen:

  • Overheadberegening (beregening over het gewas). Staande sproeiers, regenleidingen, gietwagens en haspels en slangen zijn vormen van overheadberegening.

  • Water geven op de pot. Druppelaars en sproeipennen zijn methoden van water geven op de pot.

  • Water geven van onderaf. Eb-vloedsystemen, pot-in-pot-methode, zandbedden en bevloeiingsmatten zijn voorbeelden van water geven van onderaf. Water wordt hierbij door de potgrond opgezogen.

Elk systeem heeft zijn eigen mogelijkheden en beperkingen.

In volgende tabel worden de mogelijkheden samengevat :

De toepasbaarheid van overheadberegening met een vast systeem of een gietwagen, van watergeven op de pot en van water geven van onderaf voor irrigatie en nachtvorstberegening in de sierteelt

-

Overheadberegening met een

vast systeem

Overheadberegening met een gietwagen

Watergeven op de pot

Watergeven van onderaf

Irrigatie

ja

ja

ja

ja

Nachtvorstberegening

ja

neen

neen

neen

Overheadberegening heeft teeltkundig gezien de meeste nadelen: ongelijke waterverdeling, risico's voor ziekten, vervuiling van het gewas, onkruid- en mosgroei op potten. Regeninstallaties, met name regenleidingen, kunnen een belemmering zijn voor de mechanisatie van teelthandelingen. De methode is wel eenvoudig in gebruik en duurzaam. Behalve voor watergift kan overheadberegening vaak ook voor de bestrijding van nachtvorstschade worden ingezet, wat bij geen van de andere systemen mogelijk is.

  • Watergeven op de pot of druppelbevloeiing biedt de mogelijkheid om de planten op elk gewenst moment van water te voorzien. Een nadeel is dat er veel controle nodig is op verstopte druppelaars . De arbeidsbehoefte aan het begin en einde van de teelt is groot.

  • Watergeven van onderaf of eb-vloed bevloeiing stelt hoge eisen aan bed-ondergrond. Dit brengt hogere investeringen in de bed-ondergrond met zich mee. De maximale pothoogte is beperkt tot ongeveer drie keer de opzethoogte van het water.

Geen van de watergeefsystemen is voor álle teelten optimaal. Daarom wordt vaak gekozen voor een combinatie van systemen. Het gaat hierbij meestal om combinaties van overheadberegening met druppelbevloeiing of bevloeiing van onderaf. In dat geval betreft het meestal een overheadberegening met een lage intensiteit, die geschikt is voor de nachtvorstbestrijding. Soms wordt de installatie verwijderd als er na half mei geen kans op nachtvorst meer is. Andere redenen om te combineren met overheadberegening: de mogelijkheid om met regeninstallaties de potgrond na het oppotten goed te verzadigen en wegspoelen van de zoutspiegels op de pot bij kasteelten.

Bij een combinatie van bevloeiingsmatten met overheadberegening is het soms de bedoeling om de ongelijke waterverdeling van de overheadberegening te compenseren. Of dit lukt hangt af van de hoogteverschillen in het bed en van de capillaire werking van het materiaal. In het ergste geval kunnen potten op de hoogst gelegen plaatsen door de capillaire werking van het doek, zelfs drooggetrokken worden. Vervuiling en wegwaaien van de matten, algengroei en verzouting van de mat kunnen ook nadelig zijn.

Als er op een bedrijf meerdere watergeefsystemen aanwezig zijn bestaat de mogelijkheid om een gedeelte van de installatie voor beide systemen te gebruiken. Dit geldt met name voor de gebruikte pompen. Het betekent wel dat beide systemen niet gelijktijdig kunnen functioneren.

Meer info

Adviesdienst Water

Proefcentrum voor Sierteelt

Schaessestraat 18

9070 Destelbergen

Tel.: 09 353 94 81

Fax: 09 353 94 95

E-mail: marijke.dierickx@pcsierteelt.be

www.pcsierteelt.be

Delen: