Watergeven van onderaf

Bij water geven van onderaf wordt het benodigde water door de potgrond van onderaf opgezogen. Dit legt geen beperkingen op aan de tijdstippen waarop water gegeven kan worden.

Er zijn grofweg twee systemen te onderscheiden: eb-vloedsystemen en opzuigsystemen.

Bij eb-vloedsystemen staan de potten enige tijd in laag water, waardoor de potgrond vocht kan opnemen. Na het wegvloeien van het water staan de potten op een droge ondergrond. Behalve eb-vloedsystemen waarbij de volledige oppervlakte van een vak onder water wordt gezet, bestaan ook pot-in-pot systemen en gootsystemen, waarbij een veel kleinere oppervlakte onder water komt te staan.

Opzuigsystemen berusten op de capillaire werking van grond. Vanuit een voortdurend vochtige ondergrond wordt het water de pot ingezogen. Die ondergrond kan een zandbed zijn, maar ook een bevloeiingsmat of ander waterhoudend materiaal. Nachtvorstbestrijding is met dit watergeefsysteem niet mogelijk.

De voordelen van dit systeem:

  • Bij water geven van onderaf kunnen planten naar behoefte water opzuigen. Dit komt ten goede aan een gelijkmatige gewasontwikkeling. Speciale voorzieningen voor randplanten zijn overbodig.
  • Bij die manier van watergeven blijft het gewas droog. Er is minder risico voor schimmelziekten en groeivermindering dan bij overhead beregening.
  • Er treedt bij onderbevloeiing geen vervuiling op van het bovengrondse gewas. Doordat de bovenlaag van de potgrond bij water geven van onderaf over het algemeen droger is dan bij overheadberegening is er weinig mos- en onkruidgroei op de potten.
  • Water geven van onderaf biedt de mogelijkheid om plantdichtheid en potgrootte van op elkaar volgende teelten te variĆ«ren zonder dat er een aanpassing van het watergeefsysteem nodig is. Het watergeefsysteem belemmert verdere mechanisering niet.

De nadelen van dit systeem:

  • Er bestaat meer gevaar voor de verspreiding van bodemziekten via de ondergrond en het gietwater.
  • Bij die manier van watergeven is een goede stabiele potgrond vereist. Het is bovendien belangrijk om een potgrond te kiezen met geode capillaire eigenschappen.
  • Er bestaat meer kans op verzouting van de bovenste laag potgrond: het water verdampt en de zouten blijven achter. Bij buitenteelten die zouten door natuurlijke neerslag, weer weggespoeld worden. Verzouting van de bovenzijde zal van weinig belang zijn.
  • De drogere bovenlaag kan ertoe leiden dat de potgrond niet volledig doorworteld wordt. De pothoogte mag daarom niet te hoog zijn. Lage brede potten hebben de voorkeur boven smalle hoge potten. Brede potten hebben als extra voordeel dat ze minder snel omwaaien.
  • Bij water geven van onderaf duurt het na het oppotten van de planten lang voordat de potgrond helemaal verzadigd is. Het duurt ook langer voor er een goede aansluiting ontstaat tussen de potgrond en de wortels. Het wordt in het algemeen als noodzakelijk ervaren om na het oppotten de potgrond van bovenaf te verzadigen. Dit kan worden ondervangen door meteen na het oppotten de potgrond nat te maken, bijvoorbeeld door een sproeier te monteren achter de oppotlijn.
Delen: