Projecten realisatie eiwitstrategie

Op deze pagina vindt u de samenvatting en de resultaten van de 19 eiwitprojecten van de projectoproep ‘realisatie eiwitstrategie’ met relancemiddelen uit 2021. Deze projecten liepen ten laatste in 2025 af en hadden een duurtijd van maximum 2 jaar.

Een globale samenvatting en meer gedetailleerde resultaten van deze 19 projecten vindt u in Resultaten relanceprojecten realisatie eiwitstrategie. Valorisatierapport eiwitprojecten | Vlaanderen.be

Ga naar het grafisch interactief overzicht van de eiwitprojecten via het tabblad 'Relanceprojecten realisatie eiwitstrategie'

Eiwitstrategie - acties

Percentage eiwitprojecten volgens eiwitbron

Eiwitprojecten

Agrarische Insecten Cluster (AIC)

Samenvatting

Dit project had als doel een verticale, duurzame ketensamenwerking te creëren voor de productie en verwerking van de larven van de zwarte soldatenvlieg (BSF) en meelworm op landbouwschaal. De beoogde toepassing: hoogwaardige eiwitrijke grondstoffen voor diervoeders en humane voeding. 

Data en bevindingen rond voeder, productie, reproductie en verwerking werden verzameld en gedeeld in de vorm van protocols voor productie en verwerking van meelworm en zwarte soldatenvlieg. Voor de meelworm was dat binnen het boerderijmodel. Voor de zwarte soldatenvlieg was dat op theoretisch niveau, omdat er geen bedrijf opgestart kon worden. Daarnaast werden concrete knelpunten en aanbevelingen op vlak van beleid (voornamelijk vergunningen), automatisering, afzet en prijs geformuleerd.

Dit project bouwt voort op het project Introsect, en de hierin ontwikkelde kweekhandleidingen en online haalbaarheidstools voor meelworm en BSF. De online haalbaarheidstool (BSF) werd aangepast na de inzichten vanuit dit AIC-project. Met deze haalbaarheidstool (excelbestand) kan de theoretische rendabiliteit voor het kweken van zwarte soldatenvlieg berekend worden.

Partners

  • 5 landbouwbedrijven: Mertens-hal lv, Tim Mertens, Wouter Mertens, Romberama bvba en Robbe & Peter Vermeiren
  • Thomas More Kempen vzw
  • Global Link Projects bv
  • Agropolis Service nv
  • PVL vzw
  • ForFarmers Belgium bv

Meer informatie

BactoStar

Samenvatting

Dit project zette in op de omzetting van nevenstromen uit de aardappelindustrie (stoomschillen en grijszetmeel) naar een hoogwaardige eiwitrijke biomassa (Single Cell Protein), met behulp van bacteriën. Hiermee kan vismeel en soja in veevoer worden vervangen, en hiermee ook de druk op milieu en klimaat worden verlaagd.

In de aardappelindustrie zijn verschillende laagwaardige stromen die gebruikt worden in de brijvoer- of vergistingsindustrie. Het is echter mogelijk om deze stromen te gaan gebruiken als grondstof voor een fermentatieproces op basis van bacteriën. Door toevoeging van de grondstof en nutriënten kunnen deze stromen omgezet worden naar hoogwaardige goed verteerbare eiwitten, ter vervanging van vismeel en soja in veevoeder (aquacultuur en petfoodindustrie).

In dit onderzoek werd aangetoond dat de groei van aerobe bacteriën mogelijk is, zonder toevoegingen, aan de hand van de nevenstromen uit de aardappelindustrie. De succesvolle groei van drie bacteriën, met als medium stoomschillen, werd bevestigd aan de hand van de droge stof, eind-pH-waarden en eiwitgehaltes. Naast bacteriën, kunnen ook schimmels en gisten gebruikt worden voor de valorisatie van de aardappelnevenstromen.

Partners

  • Agristo nv
  • Impetus bv
  • Biolynx (Krechnologies bv)
  • Veos nv

Meer informatie

Projects | biolynx

CEMPA

Samenvatting

Het project CEMPA staat voor ‘Omzetten van C naar Ethanol en upgraden naar Microbiële Proteïnen voor Aquacultuur’. De doelstellingen van dit project waren enerzijds de productie van biomassa rijk aan proteïne (meer dan 50%) op basis van ethanol vanuit Steelanol op kilogram schaal, en anderzijds het testen van deze microbiële biomassa als vervanger van vismeel via voedertesten in de aquacultuur. Na de productie en analyse van Steelanol ethanol, geproduceerd door Arcelor Mittal, werd deze omgezet in een eiwitbron via microbiële fermentatie. De productie hiervan werd vervolgens opgeschaald tot 150 liter en 1500 liter. Het CEMPA-eiwit heeft een hoog eiwitgehalte van 69,3%, en meer essentiële aminozuren dan vismeel. Visvoertesten op garnaal en zalm toonden aan dat CEMPA-eiwit beter in staat is om vismeel te vervangen dan plantaardig eiwit. Het CEMPA-eiwit kan momenteel al geproduceerd worden voor 2000 euro per ton. Deze prijs kan verder teruggebracht worden tot 1100 euro per ton, mits optimalisatie van energieverbruik, procescondities en het herwinnen van hulpbronnen. Dit maakt het product competitief met gangbare hoogwaardige eiwitbronnen zoals vismeel, wat de commerciële haalbaarheid versterkt. Bovendien levert een nieuw gebruik van ethanol alternatieve verdienmodellen en duurzaamheidswinsten op voor ethanolproducenten die nu haast volledig op brandstoffen gefocust zijn. 

Partners

  • UGent - CMET
  • Kemin Europa nv
  • ArcelorMittal nv
  • Bio Base Europe Pilot Plant vzw
  • Doelstellingen Vlaamse eiwitstrategie

Meer informatie

Een boon voor Leuven

Samenvatting

Dit project maakt gebruik van de dynamiek bij Leuvense ondernemers (van boer tot bord) en organisaties om een regionale waardeketen op te zetten rond plantaardige eiwitten, ten voordele van landbouwers, verwerkers en consumenten. In dit samenwerkingsverband worden lokale partners verenigd zoals Kortom Leuven (een coöperatie met 15 landbouwers), chefs, retailers, ondernemers en ook organisaties met expertise in duurzame voeding. Daarenboven is dit project complementair aan andere duurzaamheidsinitiatieven, zoals de Leuvense Roadmap, Voedsel Verbindt en Generation Food. 

De samenwerking concentreerde zich rond droog geoogste lupine, gele erwt en veldboon, waarbij telkens de mogelijkheden van de zomervariëteiten van deze peulvruchten bekeken werd voor klassieke reinteelt en in mengteelt met haver. Gele erwten blijken het meeste marktpotentieel te hebben in de regio Leuven. Het is een haalbare teelt en een nutritioneel waardevol product. Daarnaast is het eenvoudig te verwerken in voedingsmiddelen en er is duidelijk interesse van verwerkers en chefs. Het is ook een herkenbaar product dat de interesse van consumenten wekt. 

Partners

  • Boerenbond vzw
  • Innovatiesteunpunt vzw
  • Kortom Leuven cv
  • ILVO – eenheid plant en food pilot
  • COOP content cv

Meer informatie

Een boon voor A

Samenvatting

Een Boon voor A zorgde voor meer plantaardige en innovatieve gerechten op het menu in de Antwerpse horeca. Op de menukaarten van 13 deelnemende restaurants werd minimaal één vis- of vleesgerecht veranderd in een plantaardig gerecht, terwijl 6 restaurants hun volledige menukaart onder de loep namen en duurzamer maakten (minder en duurzamer vlees, meer plantaardig).

De lokale spelers in de eiwitketen werden samengebracht op de eerste editie van het Eiwitfestival. Hier werden 20 rondetafelgesprekken gevoerd rond 10 actuele thema’s. De resultaten van deze rondetafelgesprekken werden gebundeld in een Eiwit Tafelblad.

Na afloop van dit project werd van het Eiwitfestival een gevestigde waarde gemaakt, en veranderde de Boon voor A in een Boon voor U: Niet allen de chefs van Antwerpse horeca, maar ook de chefs van de Gentse horeca en de Vlaamse grootkeukens & catering doen ondertussen mee aan de Boon voor U-award. Hierbij worden horecaservices uitgedaagd om nieuwe, lekkere plantaardige gerechten op de kaart te zetten en mee te dingen naar één van de vijf prijzen van publiek en/of jury.

Partners

  • Mosquito in the Room
  • Metsense
  • Biopolder
  • Rurant vzw
  • Let Us

Meer informatie

Een oesterzwamburger vol eiwitten

Samenvatting

Het project 'Een oesterzwamburger vol eiwitten' was gericht op het ontwikkelen van een eiwitrijke, plantaardige burger op basis van oesterzwammen en Belgische rode bonen. Door de (resten van de) steeltjes van oesterzwammen te combineren met gebroken rode bonen ontstaat een innovatieve burger die tussen de 20% en 25% eiwitten bevat. Het fermentatieproces via mycelia, de schimmeldraden van de oesterzwam, zorgt ervoor dat er op een natuurlijke manier binding ontstaat tussen beide ingrediënten. 

Gestart met het idee om een burger te maken, merkten de partners gaandeweg dat het product ook perfect als halffabricaat kan dienen. Het innovatieve halffabricaat, genaamd Seichou (afgeleid van het Japanse woord voor 'groei'), is een eiwit- en vezelrijke basis voor verschillende gerechten. Ondertussen is het productieproces gestandaardiseerd, en de verhouding oesterzwam en peulvrucht geoptimaliseerd.

Een belangrijk aspect van het project was het betrekken van consumenten bij de productontwikkeling. Meer dan 250 leerlingen uit Brugse scholen proefden en beoordeelden de burger op smaak, structuur en acceptatie. Uit de feedback bleek onder andere dat de smaak van de rode bonen herkenbaar was en door sommigen als verrassend werd ervaren en dat de burger qua textuur en sappigheid als positief werd beoordeeld.

Kopje Zwam verdeelt Seichou, samen met andere producten, bij 19 afnemers via de website van Kopje Zwam. Tegen 2030 ontwikkelen ze dit product verder, en mikken ze op meer afzetmogelijkheden richting grootkeukens, groothandel en retail.

Partners

  • Brugs Food Lab vzw
  • Kopje Zwam cvba
  • Casibeans bv
  • Katholieke Hogeschool Vives
  • Inagro vzw

Meer informatie

Em’Liquid

In dit project werd onderzocht hoe nevenstromen van dierlijke producten, zoals pluimen, kippenlooppoten, bonecake en visafval, maximaal benut konden worden als eiwitrijk product in verschillende toepassingen. Door middel van enzymatische hydrolyse werden vloeibare eiwitrijke bijproducten bekomen, die op hun beurt als hoogwaardige proteïnen en vetten gebruikt kunnen worden in garnalenvoeder. Daarnaast werden ook toepassingen onderzocht in katten- en hondenbrokken, vleesbereidingen, cosmetica, farma-industrie, enz. 

Crevetec stelde een nieuw voeder samen op basis van kippenpoten dat 2% van het vismeel kon vervangen en het immuunsysteem van jonge larven stimuleert. 

Ook op vlak van petfood waren de resultaten veelbelovend: De vloeibare en enzymatisch behandelde eiwitten zorgen voor een verhoogde verteerbaarheid en smakelijkheid van hondenbrokken. Bovendien triggeren de opgeloste eiwithydrolysaten geen allergische respons, waardoor deze brokken een oplossing zijn voor huisdieren met een allergie of intolerantie. 

Na dit project wordt het gebruik van vloeibare hoogwaardige eiwitrijke bijproducten verder uitgerold, door in gesprek te gaan met verschillende relevante producenten. Door de hoge economische meerwaarde kan de realisatie verder zonder ondersteuning worden uitgerold.

Partners

  • Kipco Damaco (verwerking vleesproducten)
  • AQUA4C (aquacultuur)
  • Empro Europe
  • Stam Agro
  • ILVO
  • Crevetec
  • DEGOMEAT

Meer informatie

Gras@vies

Samenvatting

Het einddoel van dit project was het verhogen/verbeteren van het gebruik van eiwit van het eigen land, en dit door optimalisatie van de grasklaverproductie en -kwaliteit. De Vlaamse melkveehouderij beschikt met grasklaver immers over een zeer efficiënt eiwitgewas dat voor een vermindering van het sojagebruik kan zorgen. Rantsoenen met grasklaver (met voldoende hoog klaveraandeel (streefdoel 40%) vertonen een hogere drogestofopname bij een vergelijkbaar (of soms iets hoger) eiwitgehalte, wat maakt dat er bespaard kan worden op eiwitrijk krachtvoer. Volgens berekeningen met de KLIMREK-tool zou de klimaatimpact van de voederaankoop zo met 2 tot 6% kunnen dalen door een lager aandeel soja in het rantsoen met grasklaver.

Grasklaver heeft daarnaast niet enkel een hoge eiwitopbrengst per hectare, maar heeft ook nog eens een zeer hoge stikstofefficiëntie, vanwege zijn potentie om aan stikstoffixatie te doen. Dat maakt grasklaver tot een relatief laag behoevende teelt qua stikstofkunstmest en uiterst zelfvoorzienend. Voordeel: 1 ton droge stof rode klaver haalt 40 kg stikstof uit de lucht en 1 ton droge stof witte klaver haalt 50 kg stikstof uit de lucht.

De jongste jaren lijkt grasklaver wel meer en meer ingeburgerd te zijn, al is er teelttechnisch nog veel te winnen. Grasklaver is dan ook een moeilijkere teelt om in de vingers te krijgen dan het standaard grasland zonder vlinderbloemigen. Om de productiviteit van grasklaver en dus de totale eiwitproductie verder te verhogen, gaf een team van adviseurs en experten gericht advies binnen een gratis adviesdienst, en verschenen er informatieve teelfiches en relevante artikels in de vakpers.

Partners

  • 3 landbouwbedrijven: Marc Mijnendonckx, Koen Op ’t Roodt en Hans Peeters
  • PVL vzw
  • ILVO
  • Inagro
  • Hooibeekhoeve
  • PIBO – Campus vzw
  • Boerenbond vzw
  • MilkBE

Meer informatie

KIKET

Het project KIKET bouwde voort op de kennis van het KIK-Love-project omtrent het optimaliseren van de Vlaamse kikkererwtteelt. Via KIK-Love gingen 17 telers samen met Inagro en ILVO aan de slag met de lokale teelt van kikkererwten. Deze teelt heeft heel wat voordelen: ze blijkt geen stikstofbemesting nodig te hebben, en weinig tot geen gewasbeschermingsmiddelen in vergelijking met aardappel en tarwe. Bovendien resulteert de opname van kikkererwten in het teeltplan in een ruimere teeltrotatie. Kikkererwten laten een goede bodemstructuur na en zorgen voor stikstofnalevering voor het volggewas.

In Vlaanderen alleen al wordt er anno 2021 ongeveer 9000 ton kikkererwten verwerkt, afkomstig uit import, voornamelijk uit Frankrijk (heruitvoer), Canada, Turkije en Spanje. De kostprijs van de lokaal geteelde kikkererwt is beduidend hoger dan de huidige wereldmarktprijs. Dat is deels te verklaren doordat de lokale kikkererwt momenteel maar op een erg kleine schaal geteeld wordt. De lokale teelt van kikkererwten is pas financieel haalbaar op een voldoende grote schaal. Daarnaast is het opbrengstpotentieel van Belgische kikkererwten met 2,3 ton/ha hoger dan verschillende landen waaruit momenteel geïmporteerd wordt, maar de opbrengst varieert sterk op basis van verschillende factoren. We denken hierbij onder meer aan beschikbaarheid van (zaaizaden van) rassen, gewasbeschermingsmiddelen en loonwerkers; zaaidatum; klimatologische omstandigheden en wildschade.

KIKET verkende de ideale schaalgrootte en de toepassingsmogelijkheden om de productie en verwerking van lokaal geteelde kikkererwten economisch haalbaar te maken voor de hele keten en zo de afzetzekerheid te garanderen. Via KIKET werd succesvol een lokale kikkererwtketen ontwikkeld, zowel voor biologische als gangbare kikkererwten. De biologische kikkererwten van PHAE werden door Abinda verwerkt tot bio-falafelnuggets en de gangbare kikkererwten van Peas and Beans werden via Greenyard door Deldiche verwerkt tot hummus. Beide producten werden vervolgens (succesvol) verkocht door Delhaize.

Partners

  • 3 landbouwbedrijven: Peas & beans, Phae en Ekoto
  • Abinda bv
  • Greenyard nv
  • Deldiche
  • Delhaize De Leeuw
  • ILVO
  • Inagro
  • Arteveldehogeschool
  • Rikolto

Meer informatie

LoCoSoy

Samenvatting

In dit project werden 3 verschillende sojavariëteiten succesvol geteeld en geoogst. Om ook de verwerking tot een halffabricaat of een commercieel interessant eindproduct op een rendabele manier te kunnen uitvoeren, werden heel wat pistes onderzocht, met de ontwikkeling en smaaktesten van sojabrood en sojapasta. Er is potentieel om in te zetten op deze lokale sojaketen, zeker met behulp van fair price criteria, maar er zijn nog enkele uitdagingen aan verbonden, zoals de op kleine schaal hoge kostprijs van verwerking na oogst. 

Partners

  • 4 landbouwbedrijven: Ivan Pollet, Karel Dewaele, Simon Colembi en Thierry Beaucarne
  • La Vie Est Belle
  • Inagro
  • ILVO
  • Biograno
  • Flanders’ FOOD
  • UCLouvain
  • Colruyt Group

Meer informatie

LUZEX

Samenvatting

Het LUZEX-project richtte zich op de extractie van eiwitten uit luzerne en rode klaver om te gebruiken in de voeding van (biologische) varkens en pluimvee. Hoewel herkauwers zoals koeien deze eiwitrijke gewassen zelf kunnen verteren, geldt dat niet voor eenmagige dieren zoals varkens en kippen. Daarom onderzocht LUZEX methoden om eiwitten uit luzerne en klaver te extraheren, zodat ze geschikt zijn voor deze dieren. Het project ontwikkelde en optimaliseerde extractieprotocollen op zowel laboratorium- als pilotschaal, en evalueerde de voederwaarde van het verkregen eiwit. Daarnaast werd gekeken naar de haalbaarheid van een industriële opschaling en de mogelijke ontwikkeling van een regionale eiwitketen voor deze lokale eiwitbronnen.

De zaai van een luzernegewas bleek niet eenvoudig. De vestiging was erg langzaam met een hoge onkruiddruk als gevolg. De vestiging nam een heel groeiseizoen in beslag. Eenmaal gevestigd, bevestigden luzerne en grasklaver hun hoge opbrengstpotentieel onder Vlaamse omstandigheden. Een ruw-eiwitopbrengst van 3000 kg RE/ha lijkt in de praktijk haalbaar. Met de huidige techniek betekent dat een opbrengst van 600 à 1800 kg geëxtraheerd eiwit per hectare. Luzerne was in deze proef productiever dan grasklaver, maar was in sommige sneden minder goed verteerbaar dan gras, wat de extractie van het eiwit kan bemoeilijken.

De extractie-efficiëntie bekomen op labo schaal met het geoptimaliseerde protocol lag tussen de 10% en de 30% voor luzerne en steeg tot 40% voor jonge rode klaver. Op pilootschaal haalde het project een extractie-efficiëntie van 20% voor verse (bloeiende, stengelige) luzerne. Luzerne drogen om de oogst en de extractie te scheiden in de tijd, resulteerde in een erg lage efficiëntie en lijkt derhalve geen haalbare optie. Het eiwitgehalte in de bekomen extracten schommelde tussen de 40 en 80% op laboschaal en tussen de 40 en de 50% op pilootschaal.

Partners

  • 5 (biologische) landbouwbedrijven: Bert Dhaene, José Metsu, Tom Van Hoey, Lisabeth NV en Biovar.be
  • ILVO (Plant, Dier en Technologie & Voeding Food Pilot)
  • Colruyt Group
  • Inagro
  • Trotec

Meer informatie

Extractie van eiwit uit luzerne en klaver ten behoeve van kippen en varkens - ILVO

MAESTRO

Samenvatting

Dit project had als doel om een volledige keten rond microalgen uit te bouwen en de productie ervan te faciliteren. Eveneens wilden de projectpartners de schaal hiervan vergroten met behulp van al opgedane kennis uit onder meer ‘Operationele Groep Grass2Algae’. Zo kunnen gras(sap) en spoelwater van pluimveestallen gebruikt worden als medium voor de microalgen, wat maakt dat deze reststromen circulair ingezet kunnen worden. Concreet werd er binnen dit project een nieuw product (de algenburger) ontwikkeld, een algendag (in juni 2023) georganiseerd, een kweekhandleiding algen opgesteld, en een webpagina voor microalgen ontwikkeld.

Partners

  • 3 telers: Anko Projects vof/AgrAqua, Heirbaut aLgriculture cv en rijtak bv
  • Proefbedrijf Pluimveehouderij
  • Proviron Holding nv
  • Bodec bv
  • Bond Beter Leefmilieu
  • Thomas More Kempen vzw – onderzoeksgroep RADIUS en Thomas More Mechelen-Antwerpen – Onderzoeksgroep CIB
  • United Experts nv

Meer informatie

Website

MiProCas

Samenvatting

Het MiProCas-project had als doel de fermentatieve productie van caseïnevarianten verder te verfijnen en op te schalen met behulp van de Bio Base Europe Pilot Plant. Consumentenonderzoek toont immers aan dat de huidige plantaardige kaasproducten niet voldoen aan de verwachtingen op het gebied van smaak, textuur en mondgevoel. Het ontbreken van caseïne, verreweg het belangrijkste melkeiwit en goed voor 80% van alle eiwitten in koemelk, ligt aan de basis van dit probleem. Caseïnen geven de zo bekende kaasproducten hun unieke en onmisbare eigenschappen. Binnen het MiProCas-project werden caseïne-eiwitten met exact dezelfde functionele eigenschappen geproduceerd en opgeschaald, zonder tussenkomst van melkvee.

MiProCas richtte zich op één microbiële caseïne en de opschaling naar TRL6 en toepassing in kaasprototypes, als voorbereiding op verdere commercialisatie. Er werd meer dan 10 kg caseïne geproduceerd door fermentatie en er werden ongerijpte (type mozzarella) en gerijpte (type gouda of feta) kaasprototypes gemaakt. 

Het eiwit en het productieproces door middel van fermentatie is zeer innovatief en moet daarom wettelijk worden goedgekeurd door de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA) als Novel Food voordat het op de EU-markt kan worden gebracht. De goedkeuring is gepland voor 2028. De commercialisering is gepland voor 2029.

Partners

  • NewMilkLab
  • Bio Base Europe Pilot Plant vzw

Meer informatie

Nood aan Noot

Doel van het project

Walnoten zijn vaak afkomstig uit Amerika of Frankrijk, hazelnoten vaak uit Turkije of Italië. In het kader van de Vlaamse eiwitstrategie, waarbij men inzet op lokale en eiwitrijke voedselproductie, lijken er dus kansen om in te zetten op noten. Zowel de oppervlakte van aanplantingen op landbouwgrond als het aantal landbouwbedrijven met notenproductie zijn de voorbije 10 jaar toegenomen en dit via diverse teelttypes: hoofdteelt, boslandbouw, voedselbossen of als landschapselement. 

Dit project wilde het potentieel van de Vlaamse notenteelt en -verwerking onderzoeken en beter benutten via een marktstudie en consumptiebevraging; een monitoringssysteem voor notenbomen; een studie rond 4 verdienmodellen; de mogelijke toepassingen van walnootreststromen en de analyse van het eiwit-, vet- en vezelgehalte voor verschillende variëteiten van walnoten en hazelnoten. Zes factsheets vatten de resultaten bevattelijk samen.

Partners

  • 3 landbouwbedrijven: Hugo Vets, Johan Erregat en Louis-Marie Tennstedt
  • Praktijkpunt Landbouw Vlaams-Brabant
  • ILVO
  • Inagro vzw
  • Migino bv

Meer informatie

PeaPact

Doel van het project

In het project Peapact werd de gele erwt, een veelbelovend eiwitgewas met zowel nutritionele als technologische voordelen, tegen het licht gehouden via een consumentenonderzoek, een onderzoek naar het potentieel ervan in voedingsmiddelen en een onderzoek naar de teelt. Consumenten kunnen ook overtuigd worden om peulvruchten te nuttigen vanuit het lokale en ecologische perspectief. Het eiwit uit gele erwten kan helpen om de nutritionele waarden van traditionele producten te verbeteren als bijkomende bron van plantaardige proteïne. Het gaat dan ook om een teelt met potentieel, die bovendien allergenenvrij is. 

Partners

  • Landbouwer Karel Dewaele
  • HOGENT
  • Inagro
  • Bond Beter Leefmilieu
  • Agrosoft
  • La vie est belle
  • De Hobbit
  • Cosucra
  • Delifresh

Meer informatie

PEUL-CHAIN

Doel van het project

PEUL-CHAIN wilde de lokale teelt, verwerking en consumptie van peulvruchten in Vlaanderen stimuleren via kennisdeling en sensibilisering. Kinderdagverblijven, scholen en bedrijven kunnen een cruciale rol spelen bij de introductie van peulvruchten. Ze hebben hierbij ondersteuning nodig in de vorm van communicatiemateriaal en smakelijke recepten. Consumptie van peulvruchten wordt het best gepromoot door in te zetten op smaak, prijs en gemak. 

De betrokken telers van diverse peulvruchten (linzen, kikkererwten, soja, bruine bonen en flageolets) melden dat het verzamelen van de landbouwkundige relevante kennis en het organiseren van de afzet het meeste tijd in beslag nemen. Verwerkers en ook telers willen inzetten op rassen die voldoende opbrengen in het Belgische klimaat, wat een stabielere en goedkopere prijs moet opleveren dan ingevoerde peulvruchten. Verwerkers zijn vragende partij voor infrastructuur voor kleinere volumes aan grondstoffen om klaar te maken voor verwerking en willen inzetten op innovatie en promotie (o.a. bereidingswijzen) om consumenten peulvruchtproducten te laten gebruiken.

Gezien het belang van communicatie en promotie om gedragsverandering te bewerkstelligen wordt gevraagd ‘De week van de peulvrucht’ te herhalen, waarbij het voorstel is om de boodschap en materialen te integreren in verschillende settings. Ondertussen werden ook in februari 2024 en in februari 2025 de respectievelijk tweede en derde editie van ‘De week van de peulvrucht’ georganiseerd.

Partners

  • 2 landbouwbedrijven: Peas & beans en Humus bv
  • Vlaams Instituut Gezond Leven vzw (beheerovereenkomst Departement Zorg VBSO 2021 - 2025)
  • ILVO
  • VLAM
  • Casibeans bv
  • De paddestoel
  • Deldiche nv
  • Solucious nv
  • Agape

Meer informatie

ProFungi

Samenvatting

Dit project toonde aan dat het gedeeltelijk vervangen van vismeel in garnalenvoeder door een mycoproteïne, geproduceerd door de fermentatie van preiloof aan de hand van schimmels, mogelijk is zonder negatieve effecten op de garnaalgroei. Op deze manier kan een meerwaardige bestemming voor de nevenstromen van prei worden gecreëerd en kan het aandeel vismeel in dit garnalenvoeder dalen.

Partners

  • Biolynx
  • Releaf
  • VDS

Meer informatie

Projects | biolynx.

Proteïnen Booster

Samenvatting

Het Proteïnen Booster-project was gericht op het volgen van de circulaire aquacultuuraanpak, waarbij niet alleen duurzame diëten worden ontwikkeld met circulaire en lokale ingrediënten (insecten, microalgen, microbieel eiwit, nevenstromen), maar ook de ontwikkeling van de lokale aquacultuurproductie van forel wordt gestimuleerd. 

De resultaten laten zien dat duurzame voeders voor forel geformuleerd kunnen worden zonder afbreuk te doen aan de gezondheid van de vis en de smaak van het eindproduct. Bovendien kunnen ze concurrerend zijn op vlak van prijs. De groei van de vis komt niet in gevaar als aan de vereiste voedingsstoffen wordt voldaan, maar variatie in het voedingsprofiel tussen verschillende partijen ingrediënten kan dit beïnvloeden.

Partners

  • Inagro
  • Lambers-Seghers, divisie LSaqua
  • B-trout
  • NUSECT bvba

Meer informatie

Veldbonen, van veld tot voer

Samenvatting

Veldbonen scoren qua eiwitopbrengst per hectare zeer goed, passen goed bij het Vlaamse klimaat en hebben een flinke ontwikkeling doorgemaakt dankzij de veredeling. Ze kunnen dus een zeer goed alternatief zijn om soja (gedeeltelijk) te vervangen in het melk- of vleesveerantsoen. 

Dit project toonde aan dat getoaste veldbonen zeker deel kunnen uitmaken van het rantsoen bij vleesvee en melkvee, zonder de productieresultaten significant te beïnvloeden. Bij vleesvee kan voorlopig enkel een deel van het sojaschroot vervangen worden door getoaste veldbonen. Zeker bij de jonge dieren bleek de groei achter te blijven wanneer al het sojaschroot vervangen werd door getoaste veldbonen. 

Ongetoaste veldbonen zijn eveneens geschikt als veevoeder, maar zullen eerder ingezet worden ter vervanging van een evenwichtig krachtvoer bij runderen. Met getoaste veldbonen wordt het al wat makkelijker om een deel van de soja of eiwitkern te vervangen. Al moet er in het rantsoen rekening gehouden worden met de aanwezigheid van ongeveer 30 à 40% zetmeel in de veldbonen. Door de hogere bestendigheid geven getoaste veldbonen minder risico op pensverzuring.

Partners

  • 4 landbouwbedrijven: Luc Schouterden, Mathieu Steensels, Luc Salens en Wouter Saelens
  • PIBO – Campus vzw
  • APB Hooibeekhoeve
  • PVL vzw
  • Inagro
  • HoGent – Agrofoodnature
  • Boerenbond vzw

Meer informatie

Delen: