Het Vlaams Fonds voor Landbouw en Visserij is opgericht bij het decreet van 19 mei 2006. Het is een instrument waarbij geldmiddelen uit de landbouw- en tuinbouwsectoren verzameld worden (bijvoorbeeld door de inning van retributies voor uitgevoerde diensten) en waarmee specifieke opdrachten en projecten kunnen gefinancierd worden. In dit kader is er de Raad van het Vlaams Landbouwfonds opgericht, die advies uitbrengt over de in- en uitgaven van het Fonds. Hierin zitten vertegenwoordigers van de verschillende beroepssectoren van land- en tuinbouw naast vertegenwoordigers van de Vlaamse overheid. De meest recente samenstelling van de Raad (effectieve en plaatsvervangende leden) is te raadplegen via het ministerieel besluit (zie hieronder bij Wetgeving).
Wetgeving
- Decreet van 19 mei 2006 betreffende de oprichting en de werking van het Fonds voor Landbouw en Visserij.
- Besluit van de Vlaamse Regering van 17 november 2006 betreffende de organisatie, de samenstelling, het beheer en de werking van de Raad van het Vlaams Fonds voor Landbouw en Visserij.
- Ministerieel besluit van 19 maart 2021 tot benoeming van de leden van de Raad van het Vlaamse Fonds voor Landbouw en Visserij.
Gefinancierde opdrachten en projecten
Hieronder vindt u een beschrijving van de opdrachten (wettelijke verbintenissen) en projecten die door het Vlaams Landbouwfonds gefinancierd worden.
Uitvoering van de officiële rassenproeven (OHB en CGW)
Het Agentschap Landbouw en Zeevisserij is belast met de uitvoering van deze officiële rassenproeven die door de Europese Unie opgelegd zijn. Het gaat om een 2- of 3-jarig officieel rassenonderzoek naar onderscheidbaarheid, homogeniteit en bestendigheid (OHB). In het geval van landbouwgewassen wordt ook een cultuur- en gebruikswaardeonderzoek (CGW) uitgevoerd.
Aangezien het agentschap niet over de nodige infrastructuur en logistiek beschikt , wordt er een beroep gedaan op derden, zoals de Eenheid Plant – Onderzoeksdomein Teelt en Omgeving van het Instituut voor Landbouw-, Visserij- en Voedingsonderzoek (ILVO) en het Koninklijk Belgisch Instituut tot Verbetering van de Biet (KBIVB).
Op basis van het samenwerkingsakkoord tussen het Vlaamse Gewest, het Waalse Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest met betrekking tot de uitoefening van de geregionaliseerde bevoegdheden op het gebied van Landbouw en Visserij, is afgesproken dat ook op het grondgebied van het Waalse gewest proeven aangelegd worden voor het officiële rassenonderzoek. Een gemeenschappelijk netwerk met het Waals Gewest is immers aanzienlijk goedkoper door het gemeenschappelijk gebruik van standaardrassen, middelen en expertise.
De onderneming die een nieuw ras aanmeldt voor de officiële beproeving, betaalt hiervoor retributies die in het Vlaams Landbouwfonds terechtkomen. Daarom wordt de uitbesteding van het officieel rassenonderzoek aan de verschillende Belgische onderzoeksinstellingen ook gefinancierd vanuit ditzelfde Vlaams Landbouwfonds.
Het onderzoek omvat de organisatie en de praktische uitvoering van de noodzakelijke proeven. Daarbij wordt ook een technisch rapport opgemaakt met de resultaten waarin de proefrassen vergeleken worden met een set van vooraf vastgelegde en bekende standaardrassen.
Specifieke kosten voor kwaliteitscontrole van plantaardig teeltmateriaal
Wanneer de kwaliteit van het plantaardig teeltmateriaal gecontroleerd wordt, zijn specifieke verbruiksgoederen noodzakelijk zoals bemonsteringsmateriaal, ontsmettingsstoffen en dergelijke.
Het keurings- en certificeringsreglement van bepaald vermeerderingsmateriaal verplicht dat elke verpakking die pootgoed of zaaizaad bevat, uitwendig voorzien moet zijn van een officieel etiket afgeleverd door de verantwoordelijke bevoegde entiteit. Voor Vlaanderen is dat het Agentschap Landbouw en Zeevisserij. Het gaat om zaaizaden van groenten en van cichorei voor de industrie, van zaaizaden van oliehoudende planten en vezelgewassen, van zaaigranen, van bietenzaad, van zaaizaad van groenvoedergewassen en van pootaardappelen. De etiketten moeten uit onscheurbaar materiaal bestaan of moeten zelfklevend zijn. De kleur van het etiket is afhankelijk van de categorie en klasse van het pootgoed en het zaaizaad. De gegevens die op de etiketten moeten staan, zijn ook vastgesteld in deze reglementen. De kosten voor de aankoop van het etiketteringsmateriaal worden gedragen door het Vlaams Landbouwfonds en worden via retributies voor de certificering doorgerekend aan de operatoren.
Operationele en logistieke dienstverlening in het kader van het toezicht op de productie en de handel van plantaardig teeltmateriaal
Het Agentschap Landbouw en Zeevisserij is belast met de uitvoering van officiële maatregelen die door de Europese Unie opgelegd zijn in het kader van het toezicht op de productie en de handel van plantaardig teeltmateriaal. Aangezien we niet beschikken over de nodige infrastructuur en logistiek om alle noodzakelijke controlevelden aan te leggen, wordt een beroep gedaan op uitvoerend personeel van de Eenheid Plant – Onderzoeksdomein Teelt en Omgeving van het Instituut voor Landbouw-, Visserij- en Voedingsonderzoek (ILVO). Daarentegen worden de eigenlijke waarnemingen, vaststellingen en verspreiding van resultaten wel uitgevoerd door medewerkers van het Agentschap Landbouw en Zeevisserij zelf.
Contact
Koning Albert II-laan 15, bus 360
1210 Brussel
België