Subsidie Financiering kerntaken Bioforum Vlaanderen 2016-2017
De hieronder beschreven maatregelen vallen onder art. 21 en 24 van de vrijstellingsverordening (EU) nr. 702/2014 en worden zoals voorgeschreven in artikel 9 aan de Europese Commissie ter kennis gegeven. De steunmaatregelen voldoen aan alle in hoofdstuk I van de verordening (EU) nr. 702/2014 vastgestelde voorwaarden. Enkel kleine, middelgrote en micro-ondernemingen (KMO’s) die actief zijn in de landbouwsector komen in aanmerking voor de steun (artikel 1, lid 1, verordening (EU) nr. 702/2014). Bedrijven in moeilijkheden worden uitgesloten voor de steun. (artikel 1, lid 6, verordening (EU) nr. 702/2014) Bedrijven waartegen een bevel tot terugvordering uitstaat ingevolge een eerder besluit van de Commissie waarin steun onrechtmatig en onverenigbaar met de interne markt is verklaard, worden uitgesloten voor de steun. (artikel 1, lid 5, verordening (EU) nr. 702/2014) De steun is transparant overeenkomstig artikel 5, lid 2, a), verordening (EU) 702/2014.
Begunstigde in 2016-2017
Een subsidie van maximaal 1.300.000 EUR wordt toegekend aan Bioforum Vlaanderen vzw, Quellinstraat 42, 2018 Antwerpen voor de werking “Financiering kerntaken Bioforum Vlaanderen, werkjaar 2016-2017”.
Doelstellingen en verwachte realisaties in 2016 -2017
M.b.v. deze subsidie worden volgende kerntaken van Bioforum Vlaanderen gesubsidieerd en uitgevoerd:
De steun wordt gegeven aan Bioforum voor de financiering van hun kerntaken (werking):
- inhoudelijke en gecoördineerde sectorinbreng naar de wetgeving bio (Vlaams en Europees) en naar het beleid bio (vooral Vlaams), inclusief vertegenwoordigingen;
- inhoudelijke en gecoördineerde sectorinbreng naar wetgeving en beleid extern aan bio, maar met impact op biosector, inclusief vertegenwoordigingen.
- inhoudelijke versterking van de biologische sector: innovatie, bio als voorbeeld voor verduurzaming.
- informatie naar biologische marktspelers (vb. nieuwsbrieven,Bio Actief, www.bioforum.be)
- ondersteuning van de marktspelers (producenten, verwerkers, verkooppunten,foodservices1), voor zaken die betrekking hebben op biologische wetgeving en beleid. In uitzonderlijke gevallen ook voor beleid en wetgeving die niet gerelateerd zijn aan bio, maar wel een grote impact hebben op de biologische bedrijfsvoering.
- individuele ondersteuning (vb. beantwoorden van individuele vragen, leveranciers zoeken voor specifieke ingrediënten,…)
- ondersteuning van groepen van ondernemers (vb. onderhouden van online databanken, bijeenbrengen van ondernemers voor onderlinge uitwisseling en samenwerking,
- ontheffing mogelijk maken bij uitzonderlijke situaties,
- organiseren van studiedagen
- coördineren van biobedrijfsnetwerken
- stimuleren van onderzoekers, via onze rol in CCBT, NOBL, BBN, platform landbouwonderzoek en strategische adviesraad ILVO tot vraag gestuurd
- onderzoek en ondersteunen van initiatieven met betrekking tot de uitbouw van een kennisnetwerk zowel voor producenten als verwerkers
- informeren over en eventueel coördineren van beursstanden
- informatie naar het grote publiek via website, nieuwsbrieven, facebook en een campagne; informatie naar een geselecteerd publiek via communicatiemateriaal in de biowinkel
- participatie aan het maatschappelijk debat vanuit het kader van agro-ecologie & algemene perswerking voor biosector
Subsidie Coördinatiecentrum praktijkgericht onderzoek en voorlichting biologische teelt (CCBT vzw) 2016-2017
De hieronder beschreven maatregelen vallen onder art. 21 en 31 van de vrijstellingsverordening (EU) nr. 702/2014 en worden zoals voorgeschreven in artikel 9 aan de Europese Commissie ter kennis gegeven. De steunmaatregelen voldoen aan alle in hoofdstuk I van de verordening (EU) nr. 702/2014 vastgestelde voorwaarden. Enkel kleine, middelgrote en micro-ondernemingen (KMO’s) die actief zijn in de landbouwsector komen in aanmerking voor de steun (artikel 1, lid 1, verordening (EU) nr. 702/2014). Bedrijven in moeilijkheden worden uitgesloten voor de steun. (artikel 1, lid 6, verordening (EU) nr. 702/2014) Bedrijven waartegen een bevel tot terugvordering uitstaat ingevolge een eerder besluit van de Commissie waarin steun onrechtmatig en onverenigbaar met de interne markt is verklaard, worden uitgesloten voor de steun. (artikel 1, lid 5, verordening (EU) nr. 702/2014) De steun is transparant overeenkomstig artikel 5, lid 2, a), verordening (EU) 702/2014.
Begunstigde in 2016
Een subsidie van maximaal 182.500 euro wordt toegekend aan CCBT vzw, Karreweg 6, 9770 Kruishoutem voor de periode vanaf 1 januari 2016 tot en met 31 december 2017.
De subsidie is verdeeld over:
- Een werkingssubsidie van 72.100 euro voor de dagelijkse werking van CCBT voor de periode vanaf 1 januari 2016 t.e.m. 31 december 2016;
- Een projectsubsidie van 110.400 euro voor de uitvoering van onderzoeksprojecten voor de periode vanaf 1 april 2016 t.e.m. 31 december 2017.
Doelstellingen van de subsidie
Het doel van het CCBT vzw is het praktijkgericht onderzoek en voorlichting ten behoeve van de biologische teelt te coördineren en te stimuleren in Vlaanderen. Het is de bedoeling om onder meer hiermee de dynamiek van de biologische teelt - binnen het kader van relevante Europese wetgeving - te bevorderen. Het CCBT heeft ook als taak om kwaliteitsbewaking te doen van het onderzoek en de voorlichting biologische teelt, uitgevoerd door de proefcentra.
Het CCBT neemt onder meer volgende taken op zich (niet-limitatief):
- inventariseren en opvolgen van de noden inzake praktijkgericht onderzoek en voorlichting biologische teelt;
- coördineren van het praktijkgericht onderzoek biologische landbouw tussen de deelsectoren enerzijds en de partners anderzijds:
- coördineren en stimuleren van de voorlichting;
- afstemming met andere actoren en netwerken binnen de biologische sector;
- afstemming met actoren en netwerken binnen de biologische sector;
- ondersteuning bieden aan de proefcentra in de werking van de technische comités (biologische teelt);
- aantrekken van extra financiering;
- afspraken maken over de verdeling van de extra Vlaamse werkingsmiddelen;
- advisering inzake de inzet van Vlaamse investeringsmiddelen in het praktijkgericht onderzoek biologische teelt;
- netwerking met de gangbare landbouw en het landbouwonderzoek in het algemeen;
- algemene vertegenwoordiging;
- algemene communicatie: CCBT-nieuwsbrief BIOpraktijk, website www.ccbt.be en uniforme verslaggeving over de projecten;
- samenwerking met Nederland rond bundelen en verspreiden van onderzoeksresultaten voor de biologische landbouw;
- internationale contacten.
Onderzoeksprojecten 2016-2017:
De bekend making van de onderzoeksprojecten zal plaatsvinden in maart 2016 eens de Raad van Bestuur beslist heeft welke projecten gesubsidieerd worden.
Projectsubsidie voor Coördinatiecentrum praktijkgericht onderzoek en voorlichting biologische teelt (CCBT vzw) voor de projecten: ‘Graasgraan’ in de teeltrotatie op de huiskavel van biologische (melk)veebedrijven; Vergelijking van verschillende types van bemesting in een biologische fruitaanplanting van Conference; Netwerkdag biologische tuinbouw.
De hieronder beschreven maatregelen vallen onder art. 21 en 31 van de vrijstellingsverordening (EU) nr. 702/2014 en worden zoals voorgeschreven in artikel 9 aan de Europese Commissie ter kennis gegeven. De steunmaatregelen voldoen aan alle in hoofdstuk I van de verordening (EU) nr. 702/2014 vastgestelde voorwaarden. Enkel kleine, middelgrote en micro-ondernemingen (KMO’s) die actief zijn in de landbouwsector komen in aanmerking voor de steun (artikel 1, lid 1, verordening (EU) nr. 702/2014). Bedrijven in moeilijkheden worden uitgesloten voor de steun. (artikel 1, lid 6, verordening (EU) nr. 702/2014) Bedrijven waartegen een bevel tot terugvordering uitstaat ingevolge een eerder besluit van de Commissie waarin steun onrechtmatig en onverenigbaar met de interne markt is verklaard, worden uitgesloten voor de steun. (artikel 1, lid 5, verordening (EU) nr. 702/2014) De steun is transparant overeenkomstig artikel 5, lid 2, a), verordening (EU) 702/2014.
Begunstigde in 2016-2017
Een subsidie van maximaal 57.455 euro wordt toegekend aan CCBT vzw, Karreweg 6, 9770 Kruishoutem voor de periode vanaf 1 januari 2016 tot en met 31 december 2017.
De subsidie is verdeel over:
- ‘Netwerkdag biologische tuinbouw (Inagro, PCG en Proefcentrum Pamel):
- 20.000 euro
- ‘Graasgraan’ in de teeltrotatie op de huiskavel van biologische (melk)veebedrijven (Inagro):
- 27.005 euro
- Vergelijking van verschillende types bemesting in een biologische fruitaanplanting van Conference (Pcfruit Proeftuin pit- en steenfruit):
- 10.450 euro
Doelstellingen van de subsidie
- Netwerkdag biologische tuinbouw
Na het succes van de biologische netwerkdag in 2014 voor de groenten, kwam de vraag vanuit de sector om dergelijk initiatief ter herhalen en deze keer ook de zachtfruitsector te betrekken.
De Vlaamse biolandbouw bevat een groot aandeel ‘kleine’ tuinbouwbedrijven en CSA-bedrijven. Het gediversifieerde teeltplan vraagt om een specifieke bedrijfsvoering en accommodatie die steeds minder vindbaar is in de ‘gangbare’ tuinbouwwereld. Via deze themadagen wordt praktijkkennis gedeeld en krijgt de biosector de kans om ervaringen uit te wisselen. Een aantal technische fiches zorgen ervoor dat de informatie van deze themadag ook nadien beschikbaar blijft.
- ‘Graasgraan’ in de teeltrotatie op de huiskavel van biologische (melk)veebedrijven
In dit project worden de teeltmogelijkheden en voederwaarde van granen zoals rogge en Japanse haver onder graasomstandigheden onderzocht met het doel ze te kunnen toepassen bij Vlaamse biologische melkveebedrijven.
De voordelen van de introductie van graasgranen zijn veelzijdig. In Vlaanderen en onze buurlanden wordt klavermoeheid vastgesteld. Graasgranen kunnen diversiteit brengen in de gewassen op de graaspercelen die momenteel voornamelijk uit graasklaver bestaan. Anderzijds bieden deze graasgranen de mogelijkheid voor biologische (melk)veebedrijven die uitbreiden om de huiskavel maximaal beschikbaar te houden voor begrazing.
- Vergelijking van verschillende types bemesting in een biologische fruitaanplanting van Conference
Dit project is het vervolgproject van “Optimalisatie van de N-bemesting in biologische fruitaanplanting van Conference: Combinaties van organische bemesting met alternatieve biologische stikstofmeststoffen”, toegekend bij het hogervermeld ministerieel besluit van 23 juli 2015.
Bij Conferenceperen zijn N en K de belangrijkste voedingselementen. Daarom wil men onderzoeken of biologische digestaat, welke veel N en K bevatten, geschikt is voor de perenteelt. Vooral de beschikbaarheid van N tijdens de bloei is cruciaal voor een goede oogst en wil men in detail onderzoeken. Anderzijds zal men ook bekijken of het succes van N-stofbemesting met sojaschroot in de biologische groententeelt getransfereerd kan worden naar de teelt van Conference.
Projectsubsidie Bio zoekt Boer/Bio zoekt Keten
De hieronder beschreven maatregelen vallen onder art. 21 en 24 van de vrijstellingsverordening (EU) nr. 702/2014 en worden zoals voorgeschreven in artikel 9 aan de Europese Commissie ter kennis gegeven. De steunmaatregelen voldoen aan alle in hoofdstuk I van de verordening (EU) nr. 702/2014 vastgestelde voorwaarden. Enkel kleine, middelgrote en micro-ondernemingen (KMO’s) die actief zijn in de landbouwsector komen in aanmerking voor de steun (artikel 1, lid 1, verordening (EU) nr. 702/2014). Bedrijven in moeilijkheden worden uitgesloten voor de steun. (artikel 1, lid 6, verordening (EU) nr. 702/2014) Bedrijven waartegen een bevel tot terugvordering uitstaat ingevolge een eerder besluit van de Commissie waarin steun onrechtmatig en onverenigbaar met de interne markt is verklaard, worden uitgesloten voor de steun. (artikel 1, lid 5, verordening (EU) nr. 702/2014) De steun is transparant overeenkomstig artikel 5, lid 2, a), verordening (EU) 702/2014.
Een subsidie van maximaal 245.498,25 euro wordt toegekend voor de uitvoering van het project Bio zoekt Boer en Bio zoekt Keten 2016 voor de periode 1 april 2016 tot en met 31 maart 2017.
De subsidie wordt als volgt verdeeld:
- Een bedrag van 106.120 euro voor Bio zoekt Keten
- Een bedrag van 110.898,25 euro voor Bio zoekt Boer
- Een expertenbudget van 28.480 euro
De activiteiten worden deels uitgevoerd door BioForum Vlaanderen vzw en deels door Boerenbondvereniging voor Projecten/Innovatiesteunpunt voor Land- en Tuinbouw
Doelstellingen van de subsidie
Het doel van het project "Bio zoekt Boer en Bio zoekt Keten 2016" beoogt groei in de biologische productie en het optimaliseren van de ketenwerking.
Binnen het project Bio zoekt Boer en Bio zoekt keten zijn volgende acties voorzien:
1° een brede basiswerking:
- samenwerking tussen Bio zoekt Boer en Bio zoekt Keten met het oog op afstemming tussen vraag en aanbod van biologische producten;
- informeren en sensibiliseren over het project;
- advisering, proactieve begeleiding en coaching van gangbare boeren en marktdeelnemers;
- marktgericht werken;
- detecteren van de marktvraag;
- basiswerking Bio zoekt Boer door middel van teambenadering van consulenten omschakeling:
- advisering en begeleiding van gangbare boeren die interesse tonen om de stap naar bio te zetten met hun bedrijf;
- vormingsactiviteiten naar gangbare land- en tuinbouwers, erfbetreders en jongeren in een opleiding omtrent land- en tuinbouw;
- directe en wervende communicatie over het project en activiteiten aan de hand van kwalitatieve artikels met voldoende nieuwswaarde en focus, bedrijfsportretten, actualisering van de website en facebookpagina;
- doorverwijzen van de land- en tuinbouwers die geïnteresseerd zijn in omschakelen naar de bio-bedrijfsbegeleiders;
- basiswerking Bio zoekt Keten door middel van een ketenmanager:
- advisering van marktdeelnemers uit de hele keten (producenten, verwerkers, handelaars) die vragen hebben rond afzet, prijzen;
- waar mogelijk ontbrekende informatie aanvullen, knelpunten in kaart brengen, verzamelen, verwerken en publiek maken van beschikbaar cijfermateriaal, er zal een marktstudie uitgevoerd worden over sierteelt en de marktstudie over eieren zal geactualiseerd worden;
- zoeken, aanreiken en evalueren van duurzame oplossingen aan de ketenactoren;
- organiseren van overlegmomenten en bedrijfsbezoeken doorheen de keten;
- communicatie in de vakpers gericht naar landbouw en voedingssector;
- opvolging van acties die in de voorbije jaren werden uitgevoerd;sectoroverleg voor minstens 3 van de volgende sectoren: melkveehouderij, fruit en akkerbouw/groenten)
2° focus op een specifieke (deel)sector die wordt vertaald in het actieplan van die gekozen sector voor Bio zoekt Keten:
- melkveehoudering;
- fruit;
- groenten/akkerbouw;
3° acties die flexibel inspelen op marktopportuniteiten of het oplossen van acute knelpunten.
Projectsubsidie projectsubsidie aan Universiteit Gent voor het project “Knopkruid brongericht aanpakken op biologische groentenbedrijven” in het kader van de Vlaamse oproep 2016 onderzoeksprojecten biologische landbouw
De hieronder beschreven maatregelen vallen onder art. 21 en 31 van de vrijstellingsverordening (EU) nr. 702/2014 en worden zoals voorgeschreven in artikel 9 aan de Europese Commissie ter kennis gegeven. De steunmaatregelen voldoen aan alle in hoofdstuk I van de verordening (EU) nr. 702/2014 vastgestelde voorwaarden. Enkel kleine, middelgrote en micro-ondernemingen (KMO’s) die actief zijn in de landbouwsector komen in aanmerking voor de steun (artikel 1, lid 1, verordening (EU) nr. 702/2014). Bedrijven in moeilijkheden worden uitgesloten voor de steun. (artikel 1, lid 6, verordening (EU) nr. 702/2014) Bedrijven waartegen een bevel tot terugvordering uitstaat ingevolge een eerder besluit van de Commissie waarin steun onrechtmatig en onverenigbaar met de interne markt is verklaard, worden uitgesloten voor de steun. (artikel 1, lid 5, verordening (EU) nr. 702/2014) De steun is transparant overeenkomstig artikel 5, lid 2, a), verordening (EU) 702/2014.
De steun heeft een stimulerend effect in overeenstemming met artikel 6, verordening (EU) nr. 702/2014.
De steun dient voor de financiering van acties op het gebied van beroepsopleiding en de verwerving van vaardigheden, waaronder opleidingscursussen, workshops en coaching, demonstratieactiviteiten en voorlichtingsacties (artikel 21, lid 2, verordening (EU) nr. 702/2014).
De steun dekt de in aanmerking komende kosten zoals vermeld in artikel 21, lid 3 en 4 van verordening (EU) nr. 702/2014.
De steun mag niet de vorm aannemen van rechtstreekse geldelijke betalingen aan de begunstigden (artikel 21, lid 5, verordening (EU) nr. 702/2014).
De organisaties die acties inzake kennisoverdracht en voorlichting aanbieden, beschikken over hiertoe gekwalificeerd en geregeld opgeleid personeel (artikel 21, lid 6, verordening (EU) nr. 702/2014).
De steun moet beschikbaar zijn voor al degenen die in het betrokken gebied op grond van objectief bepaalde voorwaarden daardoor in aanmerking komen (artikel 21, lid 7, verordening (EU) nr. 702/2014).
De subsidiabele activiteit zijn acties inzake kennisoverdracht en voorlichting en de steunintensiteit bedraagt ten hoogste 100 % van de in aanmerking komende kosten (artikel 21, lid 8, verordening (EU) nr. 702/2014).
Het gesteunde project moet van belang zijn voor alle ondernemingen die in de betrokken specifieke landbouwsector actief zijn (artikel 31, lid 2, verordening (EU) nr. 702/2014). Voor de begindatum van het project moet de informatie, vermeld in artikel 31, lid 3, van verordening (EU) nr. 702/2014 worden bekend gemaakt. De resultaten van het gesteunde project moeten worden beschikbaar gesteld op het internet overeenkomstig artikel 31, lid 4, van verordening (EU) nr. 702/2014. De steun wordt rechtstreeks toegekend aan de organisatie voor onderzoek en kennisverspreiding en de steun wordt niet toegekend in de vorm van op prijs van de landbouwproducten gebaseerde betalingen aan ondernemingen die actief zijn in de landbouwsector (artikel 31, lid 5, verordening (EU) nr. 702/2014). Enkel de kosten vermeld in artikel 31, lid 6, van verordening (EU) nr. 702/2014 komen in aanmerking. De steunintensiteit bedraagt ten hoogste 100% van de in aanmerking komende kosten (artikel 31, lid 7, verordening (EU) nr. 702/2014)
Begunstigde in 2016
Een subsidie van maximaal 95.000 euro wordt toegekend aan Universiteit Gent (Prof. De Cauwer – Vakgroep gewasbescherming - Herbologie) Universiteit Gent, Sint-Pietersnieuwstraat 25 te 9000 Gent voor de periode vanaf 1 januari 2017 tot en met 31 december 2017.
De promoter Universiteit Gent (Prof. De Cauwer – Vakgroep gewasbescherming - Herbologie) zal samenwerken met volgende partners: Inagro vzw en het Instituut voor Landbouw- en Visserijonderzoek, Daarnaast is er overleg met de sectororganisaties uit biologische sector.
Doelstellingen van de subsidie
Knopkruid is een vervelend onkruid voor de biologische landbouw, men mag geen synthetische herbiciden gebruiken, het is een lastig mechanisch te bestrijden onkruid dat moeilijk ontwortelt en de afgesneden plantendelen kunnen makkelijk herinwortelen.
In het kader van het CCBT-project ‘Knopkruid doorzien en beheersen’ bundelde Inagro in 2010 de beschikbare kennis en ervaring in de brochure ‘Knopkruid doorzien en beheersen’. Hierbij werd vastgesteld dat maar weinig praktijkrelevant wetenschappelijk onderzoek beschikbaar is en dat beschikbare referenties elkaar tegenspreken. Dit project speelt in op deze nood.
Het project focust op drie doelstellingen:
- het in kaart brengen van de aanwezige zaadbankgrootte op een selectie biologische groentenpercelen en het koppelen van deze data aan vaste bodemkenmerken de hydrologie, de textuur en de profielontwikkeling , chemische en biologische en cultuurtechnische historiek van de bemonsterde percelen;
- het uitklaren of er een relatie is tussen de kiemingsbiologie van knopkruidpopulaties en het gevoerde perceelsbeheer;
- het optimaliseren van bekende curatieve ingrepen (branden en schoffelen op vals zaaibed en/of in het gewas) voor de bestrijding van knopkruid. Hierbij aansluitend stelt zich de vraag of minimale variaties in schoffeldiepte van bekende schoffeltechnieken een invloed hebben op de intensiteit waarmee knopkruid kiemt na de schoffelbeurt.
Projectsubsidie voor het project “Meerwaarde creëren in de biologische landbouw door duurzame combinaties van plantaardige teelten met uitloop voor pluimvee” in het kader van de Vlaamse oproep 2016 onderzoeksprojecten biologische landbouw
De hieronder beschreven maatregelen vallen onder art. 21 en 31 van de vrijstellingsverordening (EU) nr. 702/2014 en worden zoals voorgeschreven in artikel 9 aan de Europese Commissie ter kennis gegeven. De steunmaatregelen voldoen aan alle in hoofdstuk I van de verordening (EU) nr. 702/2014 vastgestelde voorwaarden. Enkel kleine, middelgrote en micro-ondernemingen (KMO’s) die actief zijn in de landbouwsector komen in aanmerking voor de steun (artikel 1, lid 1, verordening (EU) nr. 702/2014). Bedrijven in moeilijkheden worden uitgesloten voor de steun. (artikel 1, lid 6, verordening (EU) nr. 702/2014) Bedrijven waartegen een bevel tot terugvordering uitstaat ingevolge een eerder besluit van de Commissie waarin steun onrechtmatig en onverenigbaar met de interne markt is verklaard, worden uitgesloten voor de steun. (artikel 1, lid 5, verordening (EU) nr. 702/2014) De steun is transparant overeenkomstig artikel 5, lid 2, a), verordening (EU) 702/2014.
De steun heeft een stimulerend effect in overeenstemming met artikel 6, verordening (EU) nr. 702/2014.
De steun dient voor de financiering van acties op het gebied van beroepsopleiding en de verwerving van vaardigheden, waaronder opleidingscursussen, workshops en coaching, demonstratieactiviteiten en voorlichtingsacties (artikel 21, lid 2, verordening (EU) nr. 702/2014).
De steun dekt de in aanmerking komende kosten zoals vermeld in artikel 21, lid 3 en 4 van verordening (EU) nr. 702/2014.
De steun mag niet de vorm aannemen van rechtstreekse geldelijke betalingen aan de begunstigden (artikel 21, lid 5, verordening (EU) nr. 702/2014).
De organisaties die acties inzake kennisoverdracht en voorlichting aanbieden, beschikken over hiertoe gekwalificeerd en geregeld opgeleid personeel (artikel 21, lid 6, verordening (EU) nr. 702/2014).
De steun moet beschikbaar zijn voor al degenen die in het betrokken gebied op grond van objectief bepaalde voorwaarden daardoor in aanmerking komen (artikel 21, lid 7, verordening (EU) nr. 702/2014).
De subsidiabele activiteit zijn acties inzake kennisoverdracht en voorlichting en de steunintensiteit bedraagt ten hoogste 100 % van de in aanmerking komende kosten (artikel 21, lid 8, verordening (EU) nr. 702/2014).
Het gesteunde project moet van belang zijn voor alle ondernemingen die in de betrokken specifieke landbouwsector actief zijn (artikel 31, lid 2, verordening (EU) nr. 702/2014). Voor de begindatum van het project moet de informatie, vermeld in artikel 31, lid 3, van verordening (EU) nr. 702/2014 worden bekend gemaakt. De resultaten van het gesteunde project moeten worden beschikbaar gesteld op het internet overeenkomstig artikel 31, lid 4 van verordening (EU) nr. 702/2014. De steun wordt rechtstreeks toegekend aan de organisatie voor onderzoek en kennisverspreiding en de steun wordt niet toegekend in de vorm van op prijs van de landbouwproducten gebaseerde betalingen aan ondernemingen die actief zijn in de landbouwsector (artikel 31, lid 5, verordening (EU) nr. 702/2014). Enkel de kosten vermeld in artikel 31, lid 6, van verordening (EU) nr. 702/2014 komen in aanmerking. De steunintensiteit bedraagt ten hoogste 100% van de in aanmerking komende kosten (artikel 31, lid 7, verordening (EU) nr. 702/2014)
Begunstigde in 2016
Een subsidie van maximaal 85.000 euro wordt toegekend aan Eigen vermogen van het Instituut voor Landbouw- en Visserijonderzoek (EV ILVO) voor het project “Meerwaarde creëren in de biologische landbouw door duurzame combinaties van plantaardige teelten met uitloop voor pluimvee” voor de periode vanaf 1 januari 2017 tot en met 31 maart 2020.
De promoter het Eigen Vermogen van het Instituut voor Landbouw- en Visserijonderzoek zal samenwerken met de partner Proefcentrum Pamel, Daarnaast zullen zij 3 biologische landbouwbedrijven actief betrekken in het project en is er overleg met de sectororganisaties uit biologische sector
Doelstellingen van de subsidie
Totale (verlaagde) projectkost & gevraagde subsidie: 85.000,00 euro
De doelstelling van dit project is onderzoeken hoe eenzelfde perceel landbouwgrond efficiënter en duurzamer benut kan worden door het doordacht combineren van plantaardige teelten met uitloop voor pluimvee. De dubbele en symbiotische benutting van grond is immers een veelbelovende strategie om de productiviteit per oppervlakte land te verhogen en de ecologische voetafdruk te verlagen. Dit project beoogt tegemoet te komen aan de voornaamste onderzoeksvragen omtrent het geslaagd combineren van plantaardige teelten met de uitloop van kippen. Het bestaat uit twee complementaire delen:
- een experimentele studie naar het bevorderen van het uitloopgebruik door leghennen in het Instituut voor Landbouw- en Visserijonderzoek. Deze studie zal het gebruik van een uitloop enerzijds met korte-omloophout en anderzijds een uitloop met een ander veelbelovend gewas vergelijken. Daarnaast word de invloed van een ‘dark brooder’ (dat het broeden door de kloek simuleert) onderzocht. Dit zal gebeuren op basis van een automatisch positiebepalingssysteem dat toelaat om het uitloopgebruik van individuele hennen gedetailleerd, automatisch en accuraat in kaart te brengen.
Dit laat toe te testen wat de relaties zijn tussen de weersomstandigheden, de leeftijd van de hennen, de opfokbehandeling, indicatoren van dierenwelzijn, de productiekengetallen, het type aanplant in de uitloop en het uitloopgebruik.
Het effect van de aanwezigheid van de kippen op bodemkwaliteit, de onkruiddruk en de groei en kwaliteit van de plantaardige teelten zal getest worden door metingen en staalnames op verschillende plaatsen; - een gemengd plant/pluimvee systeem wordt in situ geëvalueerd. De focus ligt daarbij op een gevalsstudie bij een Vlaams praktijkbedrijf gespecialiseerd in kleinfruitproductie waar kippen als extra dimensie worden ingebracht. De economische meerwaarde, regelgeving, logistiek, benutting van de uitloop door de kippen zullen gescreend worden. Ook het effect van de kippen op onkruidonderdrukking, bodemkwaliteit, de groei en kwaliteit van het gewas worden onder de loep genomen. De praktijkervaringen en metingen worden a.d.h.v. een deskstudie aangevuld en vergeleken met relevante ervaringen in binnen- en vooral buitenland. Ze worden eveens getoest met de bevinden van twee andere Vlaamse bedrijven met een gemengde plant/pluimvee systeem, die tijdens het project nauw betrokken zullen worden.