Slechte weersomstandigheden doen de veldwerkzaamheden vertragen, wat nu met mijn verzamelaanvraag?
Door de slechte weersomstandigheden lopen veldwerkzaamheden in sommige regio’s grote vertragingen op waardoor er nog niet kon gezaaid, geplant of gepoot worden. ‘Wat nu met mijn verzamelaanvraag?’ horen we de landbouwers denken.
Dat de hoofdteelt te velde nog niet gezaaid, geplant of gepoot kon worden voor eind mei, is voor de aangifte in de verzamelaanvraag geen probleem. Op administratief vlak moet u wel correct registreren welke teelt er zal komen. Mocht de effectieve hoofdteelt van een perceel alsnog wijzigen, dan kan dit tot 30 juni aangepast worden in de verzamelaanvraag.
31 mei is op administratief vlak wel een strikte datum voor ondermeer:
-
de aanvraag van subsidies voor ecoregelingen en agromilieuklimaatmaatregelen (uitzondering: de ecoregeling ‘voorjaarsbraak met late inzaai mais’ moet uiterlijk op 30 april aangevraagd zijn);
- de aangifte van percelen die in gebruik zijn dit jaar en waarop betalingsrechten geactiveerd worden;
- het indienen van de overdracht van betalingsrechten;
- de teeltmelding van hennep.
Wanneer u wenst deel te nemen aan de ecoregeling ‘bufferstroken’ (met inzaai voor 1 mei), wordt wel verwacht dat de bufferstrook zodra het kan aangelegd wordt en uiterlijk op 31 mei 2024. De grasbufferstrook in het kader van erosiebestrijding moest al voor de start van 2024 aanwezig zijn.
Indien u na 31 mei alsnog een andere hoofdteelt inzaait dan aangegeven in de verzamelaanvraag, maar die niet combineerbaar is met de aangevraagde ecoregeling of agromilieuklimaatmaatregel dan moet u na 31 mei tegelijkertijd met de wijziging van de teelt ook de ecoregeling of agromilieuklimaatmaatregel intrekken.
Als u na de uiterste wijzigingsdatum van 31 mei een perceel met premieaanvraag via het e-loket splitst, maak dan zeker gebruik van de splitstool. Zo blijven de aangevraagde maatregelen ook op de gesplitste percelen behouden. Als uw perceel niet meer voldoet aan de voorwaarden van de maatregel, moet u wel de bijkomende bestemming verwijderen.
Ook voor de beheerovereenkomsten zal er rekening mee gehouden worden dat de aanhoudende natte weersomstandigheden een tijdige inzaai bemoeilijken. Wel wordt verwacht dat de teelt ingezaaid wordt van zodra dit mogelijk is (en uiterlijk op 31 juli 2024). Landbouwers met beheerovereenkomsten ontvangen bovendien maatregelspecifieke informatie waarin verduidelijkt wordt welke acties mogelijk zijn rekening houdend met de aanhoudende natte weersomstandigheden.
Indien u groenbedekkers of vanggewassen, ingezaaid in 2023 om te voldoen aan de verplichting van de GLMC-norm voor niet productief areaal, wenst aan te houden als hoofdteelt in 2024, dan kan dat. Het niet mogen aanhouden van de groenbedekker of het vanggewas als hoofdteelt in de volgende campagne, was een regel in het kader van ecologisch aandachtsgebied uit het vorige GLB maar is sinds 2023 dus niet meer van kracht.
Twee zaken zijn belangrijk: de verzamelaanvraag kan nog aangepast worden tot 30 juni en de hoofdteelt moet er niet op 31 mei staan. De hoofdteelt is degene die er overwegend staat in de periode 15 mei tot 15 augustus. Dus dat is geen enkel probleem om daar nog in aan te passen.
Tenslotte houdt het Agentschap Landbouw en Zeevisserij ermee rekening dat de verplichte toegang tot de weide vanaf 15 mei in het kader van de subsidie duurzame zoogkoeienhouderij door de natte weersomstandigheden niet steeds mogelijk zal zijn.