Subsidiëring biologische landbouw 2019

Op deze pagina:

Subsidie Coördinatiecentrum praktijkgericht onderzoek en voorlichting biologische teelt (CCBT vzw) 2019-2020

De hieronder beschreven maatregelen vallen onder art. 21 en 31 van de vrijstellingsverordening (EU) nr. 702/2014 en worden zoals voorgeschreven in artikel 9 aan de Europese Commissie ter kennis gegeven. De steunmaatregelen voldoen aan alle in hoofdstuk I van de verordening (EU) nr. 702/2014 vastgestelde voorwaarden. Enkel kleine, middelgrote en micro-ondernemingen (KMO’s) die actief zijn in de landbouwsector komen in aanmerking voor de steun (artikel 1, lid 1, verordening (EU) nr. 702/2014). Bedrijven in moeilijkheden worden uitgesloten voor de steun. (artikel 1, lid 6, verordening (EU) nr. 702/2014) Bedrijven waartegen een bevel tot terugvordering uitstaat ingevolge een eerder besluit van de Commissie waarin steun onrechtmatig en onverenigbaar met de interne markt is verklaard, worden uitgesloten voor de steun. (artikel 1, lid 5, verordening (EU) nr. 702/2014) De steun is transparant overeenkomstig artikel 5, lid 2, a), verordening (EU) 702/2014.

De steun dient voor de financiering van acties op het gebied van beroepsopleiding en de verwerving van vaardigheden, waaronder opleidingscursussen, workshops en coaching, demonstratieactiviteiten en voorlichtingsacties (artikel 21, lid 2, verordening (EU) nr. 702/2014).

De steun dekt de in aanmerking komende kosten zoals vermeld in artikel 21, lid 3 en 4 van verordening (EU) nr. 702/2014.

De steun mag niet de vorm aannemen van rechtstreekse geldelijke betalingen aan de begunstigden (artikel 21, lid 5, verordening (EU) nr. 702/2014).

De organisaties die acties inzake kennisoverdracht en voorlichting aanbieden, beschikken over hiertoe gekwalificeerd en geregeld opgeleid personeel (artikel 21, lid 6, verordening (EU) nr. 702/2014).

De steun moet beschikbaar zijn voor al degenen die in het betrokken gebied op grond van objectief bepaalde voorwaarden daardoor in aanmerking komen (artikel 21, lid 7, verordening (EU) nr. 702/2014).

De subsidiabele activiteit zijn acties inzake kennisoverdracht en voorlichting  en de steunintensiteit bedraagt ten hoogste 100 % van de in aanmerking komende kosten (artikel 21, lid 8, verordening (EU) nr. 702/2014).

Het gesteunde project moet van belang zijn voor alle ondernemingen die in de betrokken specifieke landbouwsector actief zijn (artikel 31, lid 2, verordening (EU) nr. 702/2014). Voor de begindatum van het project moet de informatie, vermeld in artikel 31, lid 3, van verordening (EU) nr. 702/2014 worden bekend gemaakt. De resultaten van het gesteunde project moeten worden beschikbaar gesteld op het internet overeenkomstig artikel 31, lid 4, van verordening (EU) nr. 702/2014 en zijn te verwachten tegen juli 2020/juli 2020 op de website van CCBT (www.ccbt.be). De steun wordt rechtstreeks toegekend aan de organisatie voor onderzoek en kennisverspreiding en de steun wordt niet toegekend in de vorm van op prijs van de landbouwproducten gebaseerde betalingen aan ondernemingen die actief zijn in de landbouwsector (artikel 31, lid 5, verordening (EU) nr. 702/2014). Enkel de kosten vermeld in artikel 31, lid 6, van verordening (EU) nr. 702/2014 komen in aanmerking.  De steunintensiteit bedraagt ten hoogste 100% van de in aanmerking komende kosten (artikel 31, lid 7, verordening (EU) nr. 702/2014).

Begunstigde in 2019

Een subsidie van maximaal 335.000 euro wordt toegekend aan CCBT vzw, Karreweg 6, 9770 Kruishoutem voor de periode vanaf 1 januari 2019 tot en met 31 december 2020.

De subsidie is verdeeld over:

  • Een werkingssubsidie van 81.725 euro voor de dagelijkse werking van CCBT voor de periode vanaf 1 januari 2019 t.e.m. 31 december 2019;
  • Een projectsubsidie van 253.275 euro voor de uitvoering van onderzoeksprojecten voor de periode vanaf 15 februari 2019 t.e.m. 31 december 2020.

Doelstellingen van de werkingssubsidie

Het doel van het CCBT vzw is het praktijkgericht onderzoek en voorlichting ten behoeve van de biologische teelt te coördineren en te stimuleren in Vlaanderen. Het is de bedoeling om onder meer hiermee de dynamiek van de biologische teelt - binnen het kader van relevante Europese wetgeving - te bevorderen. Het CCBT heeft ook als taak om kwaliteitsbewaking te doen van het onderzoek en de voorlichting biologische teelt, uitgevoerd door de proefcentra.

  • Het CCBT neemt in 2019 onder meer volgende taken op zich (niet-limitatief):
  • Inventariseren en opvolgen van de noden inzake praktijkgericht onderzoek en voorlichting biologische teelt
  • Coördineren van het praktijkgericht onderzoek biologische landbouw tussen de deelsectoren enerzijds en de partners anderzijds
  • Coördineren en stimuleren van de voorlichting
  • Afstemming met andere actoren in het onderzoek biologische teelt (zoals NOBL en Biobedrijfsnetwerken)
  • Afstemming met actoren en netwerken binnen de biologische sector
  • Ondersteuning bieden aan de proefcentra in de werking van de technische comités (biologische teelt)
  • Netwerking met de gangbare landbouw en het landbouwonderzoek in het algemeen
  • Algemene communicatie: CCBT-nieuwsbrief BIOpraktijk, website www.ccbt.be (of www.biopraktijk.be) en uniforme verslaggeving over de projecten
  • Samenwerking met Nederland rond bundelen en verspreiden van onderzoeksresultaten voor de biologische landbouw

Doelstellingen van de projectsubsidie voor onderzoeksprojecten 2019-2020:

Zorgen minitunnels voor maxirendement?

Aanvrager: Provinciaal Proefcentrum voor de Groenteteelt Oost-Vlaanderen vzw (PCG)

Samenvatting:

Dankzij dit project willen we nagaan of kleine koepeltjes potentieel bieden voor biologische tuinbouwers om hun seizoen te verlengen. Aan de hand van een profopzet in het voorjaar én in het najaar zal na het project blijken welk type minitunnels het meest geschikt is en voor welk type bedrijf. Uit de resultaten van het onderzoek zal tevens blijken voor welke teelten dergelijke infrastructuur kan ingezet worden. Bijkomend zullen we een zicht krijgen op de grootte van investering en de totale extra arbeid bij het gebruiken van minikoepels.

Doelgroep: biologische tuinders die nog niet beschikken over beschutte oppervlakte of die slechts een beperkte oppervlakte beschut hebben en toch hun seizoen willen verlengen met meerdere teelten.

Budget: € 27.956,00

Invloed van een beredeneerde irrigatie op de kwaliteit en houdbaarheid van biobloemen

Aanvrager: Proefcentrum Sierteelt vzw

Samenvatting:

Uit contacten met biobloementelers bleek dat er heel wat vragen zijn rond invloed van watergift op kwaliteit en houdbaarheid van biobloemen. De extreem droge, warme zomer van 2018 zorgde daarnaast op veel bedrijven voor te korte stengels en bloemen kwamen vaak te vroeg en gelijktijdig in bloei. Tijdens het recentste BBN werd dan ook unaniem beslist om een project aan te vragen rond het effect van irrigatie op bloemkwaliteit en invloed op vaasleven. Naast een literatuurstudie waarin het effect van teeltomstandigheden op kwaliteit en houdbaarheid van bloemen wordt onderzocht, zal een praktijkproef worden

aangelegd op 2 courant geteelde zomerbloemen waarbij een niet geïrrigeerde teelt zal worden vergeleken met 2 geïrrigeerde percelen. Effecten hiervan op kwaliteit en vaasleven zullen worden nagegaan. Tot slot zal ook de kostprijs van de irrigatie worden berekend.

Doelgroep: biologische bloemtelers

Budget: € 19.260,96

Zoeken naar successtrategieën voor de inzet van biologische controleorganismen in openluchtgroenten

Aanvrager: Inagro

Samenvatting:

Met dit project beogen we successtrategieën te ontwikkelen voor een alternatieve, biologische gewasbescherming in de openlucht groenteteelt met de focus op het uitzetten van biologische controleorganismen (BCO’s). Hiermee willen we enerzijds de trend van toenemende inzet van biopesticiden counteren en anderzijds toch een antwoord bieden aan de toenemende plaagdruk onder invloed van de extremere weersomstandigheden van de laatste jaren. Als focusplagen kiezen we voor trips (Thrips tabaci) dat een toenemend probleem vormt in prei, uien en sluitkool en koolvlieg (Delia radicum) bij diverse koolgewassen. Verschillende producenten van BCO’s kijken op heden naar de openluchtteelt als nieuwe beloftevolle markt, dus dit is het ideale tijdstip om van dat momentum gebruik te maken.

Doelgroep: biologische groentetelers

Budget: € 37.833,00

Toasten van veldbonen en erwten voor een betere voederwaarde

Aanvrager: Inagro         

Samenvatting:

De doelstelling van dit project is:

  • Nagaan wat de impact is van het toasten van veldbonen en erwten is op de voederwaarde.
  • Nagaan wat de impact op de dierlijke prestaties is bij de gedeeltelijke vervanging van sojaschilfers door getoaste vlinderbloemigen.
  • Nagaan wat de bedrijfseconomische impact is van het gebruik van getoaste vlinderbloemigen
  • Knelpunten wegwerken bij de organisatie van het gebruik van een mobiele toaster

Doelgroep: biologische herkauwerbedrijven en bedrijven die biologische voeders produceren

Budget: € 18.525,00

Droogteresistente maaimengels

Aanvrager: Inagro en Hooibeekhoeve

Samenvatting:

De doelstelling van dit project is:

Alternatieve maaimengsels gericht op droogteresistentie vergelijken met Engels raaigras/rode klaver qua opbrengst en voederwaarde.

  • Diversificatie van het ruwvoederaanbod op biologische veebedrijven om de veerkracht van de bedrijfssystemen te verbeteren in het kader van de droogteproblematiek.
  • Identificeren van het ideale partnergras in een mengsel met luzerne

Doelgroep: biologische herkauwerbedrijven en producenten van biologisch ruwvoeder

Budget: € 31.350,00

Hoe biologische langcanes frambozen opkweken?

Aanvrager: Proefcentrum Pamel vzw

Samenvatting:

Dit project heeft als doel om biologische longcanes op te kweken die zonder aanvraag van ontheffing in biologische teeltsystemen mogen gebruikt worden en die een betere opbrengst hebben dan de gangbare naakte wortel longcanes. Tijdens dit project zullen de parameters bepaald worden die noodzakelijk zijn voor het opkweken van biologische longcanes en hun potentieel in een biologische teelt. Het finale doel is om op het einde van het project aan de bestaande vermeerderaars de nodige zekerheden en informatie te bieden zodat ze zelf aan de slag kunnen. Deze informatie zal vrij beschikbaar gesteld worden via een draaiboek zodat ook nieuwe initiatieven kunnen ontstaan.

Doelgroep: biologische kleinfruit teler

Budget: € 21.839,30

Herevaluatie van fruitmot stammen resistentie als basis voor een verbeterde biologische bestrijding (REFUSE RESIST)

Aanvrager: Proefcentrum Fruit vzw

Samenvatting:

Dit project heeft tot doel een bijdrage te leveren aan de teelt- en de bedrijfszekerheid van biologische pitfruitbedrijven. De

concrete doelstellingen die we met dit project nastreven zijn:

  • Een antwoord geven op de vraag:
    • of er mogelijk ‘resistentie’ of minder gevoeligheid voor de verwarringstechniek is bij fruitmotpopulaties die voorkomen in biologisch beheerde boomgaarden
    • of er mogelijk ‘resistentie’ of minder gevoeligheid voor granulose viruspreparaten is bij fruitmotpopulaties die voorkomen in biologisch beheerde boomgaarden
  • (Alternatieve) biologische bestrijdingsmiddelen testen in (veld)proeven, en op basis hiervan een verbeterde bestrijdingsstrategie voor fruitmot in de biopitfruitteelt opstellen

Doelgroep: biologische pitfruittelers



Budget: € 31.740,00

Gebruikswijzer voor afdekmaterialen in de groenteteelt

Aanvrager: Inagro en Proefstation voor de Groenteteelt vzw

Samenvatting:

Met dit project willen we telers een leidraad bieden om de juiste keuze te maken in het aanbod van afdekmaterialen overeenkomstig hun gebruiksdoeleinden en teeltplan (areaal, teeltperioden, teeltmethoden, afzet…). Om hieraan tegemoet te komen, richten we de projectactiviteiten op drie aspecten:

  • Het aanbod van afdekmaterialen karakteriseren overeenkomstig de technische eigenschappen d.m.v. onafhankelijke testen;
  • De impact van deze technische eigenschappen op een aantal gewassen bepalen d.m.v. groeikamer- en veldproeven;
  • Het effect op enkele belangrijke plaaginsecten verder specifiëren (minimale maaswijdten) d.m.v. groeikamer-proeven;

Als doelgroep beogen we in de eerste plaats biologische groentetelers maar ook gangbare telers van ‘kleine teelten’. Dit project kan bijdragen aan een betere oogstzekerheid en kan op die manier enerzijds het aanbod verbeteren en anderzijds ook omschakeling van gangbare telers gespecialiseerd in kleine teelten stimuleren.

Budget: € 30.000

Subsidie Financiering kerntaken Bioforum Vlaanderen 2019

De hieronder beschreven maatregelen vallen onder art. 21 van de vrijstellingsverordening (EU) nr. 702/2014 en worden zoals voorgeschreven in artikel 9 aan de Europese Commissie ter kennis gegeven. De steunmaatregelen voldoen aan alle in hoofdstuk I van de verordening (EU) nr. 702/2014 vastgestelde voorwaarden. Enkel kleine, middelgrote en micro-ondernemingen (KMO’s) die actief zijn in de landbouwsector komen in aanmerking voor de steun (artikel 1, lid 1, verordening (EU) nr. 702/2014). Bedrijven in moeilijkheden worden uitgesloten voor de steun. (artikel 1, lid 6, verordening (EU) nr. 702/2014) Bedrijven waartegen een bevel tot terugvordering uitstaat ingevolge een eerder besluit van de Commissie waarin steun onrechtmatig en onverenigbaar met de interne markt is verklaard, worden uitgesloten voor de steun. (artikel 1, lid 5, verordening (EU) nr. 702/2014) De steun is transparant overeenkomstig artikel 5, lid 2, a), verordening (EU) 702/2014.

De steun dient voor de financiering van acties op het gebied van beroepsopleiding en de verwerving van vaardigheden, waaronder opleidingscursussen, workshops en coaching, demonstratieactiviteiten en voorlichtingsacties (artikel 21, lid 2, verordening (EU) nr. 702/2014).

De steun dekt de in aanmerking komende kosten zoals vermeld in artikel 21, lid 3 en 4 van verordening (EU) nr. 702/2014.

De steun mag niet de vorm aannemen van rechtstreekse geldelijke betalingen aan de begunstigden (artikel 21, lid 5, verordening (EU) nr. 702/2014).

De organisaties die acties inzake kennisoverdracht en voorlichting aanbieden, beschikken over hiertoe gekwalificeerd en geregeld opgeleid personeel (artikel 21, lid 6, verordening (EU) nr. 702/2014).

De steun moet beschikbaar zijn voor al degenen die in het betrokken gebied op grond van objectief bepaalde voorwaarden daardoor in aanmerking komen (artikel 21, lid 7, verordening (EU) nr. 702/2014).

De subsidiabele activiteit zijn acties inzake kennisoverdracht en voorlichting  en de steunintensiteit bedraagt ten hoogste 100 % van de in aanmerking komende kosten (artikel 21, lid 8, verordening (EU) nr. 702/2014).

Begunstigde in 2019

Een subsidie van maximaal 360.000  EUR wordt toegekend aan Bioforum Vlaanderen vzw, Regine Beerplein 1 bus E305, 2018 Antwerpen voor de werking “Financiering kerntaken Bioforum Vlaanderen, werkjaar 2019”.

Doelstellingen en verwachte realisaties in 2019

M.b.v. deze subsidie worden volgende kerntaken van Bioforum Vlaanderen gesubsidieerd en uitgevoerd:

De steun wordt gegeven aan Bioforum voor de financiering van hun kerntaken (werking):

  • inhoudelijke en gecoördineerde sectorinbreng naar de wetgeving bio (Vlaams en Europees) en naar het beleid bio (vooral Vlaams), inclusief vertegenwoordigingen;
  • inhoudelijke en gecoördineerde sectorinbreng naar wetgeving en beleid extern aan bio, maar met impact op biosector, inclusief vertegenwoordigingen.
  • inhoudelijke versterking van de biologische sector: innovatie, bio als voorbeeld voor verduurzaming.
  • informatie naar biologische marktspelers (vb. nieuwsbrieven, Bio Actief, www.bioforum.be)
  • ondersteuning van de marktspelers (producenten, verwerkers, verkooppunten, foodservices1), voor zaken die betrekking hebben op biologische wetgeving en beleid. In uitzonderlijke gevallen ook voor beleid en wetgeving die niet gerelateerd zijn aan bio, maar wel een grote impact hebben op de biologische bedrijfsvoering.
    • individuele ondersteuning (vb. beantwoorden van individuele vragen, leveranciers zoeken voor specifieke ingrediënten,…)
    • ondersteuning van groepen van ondernemers (vb. onderhouden van online databanken, bijeenbrengen van ondernemers voor onderlinge uitwisseling en samenwerking),
    • ontheffing mogelijk maken bij uitzonderlijke situaties,
    • organiseren van studiedagen
    • coördineren van biobedrijfsnetwerken
    • stimuleren van onderzoekers, via onze rol in CCBT, NOBL, BBN, platform landbouwonderzoek en strategische adviesraad ILVO tot vraag gestuurd
    • onderzoek en ondersteunen van initiatieven met betrekking tot de uitbouw van een kennisnetwerk zowel voor producenten als verwerkers
    • informeren over en eventueel coördineren van beursstanden

Projectsubsidie Bio zoekt Boer/Bio zoekt Keten 2019-2020

De hieronder beschreven maatregelen vallen onder art. 21  en 31 van de vrijstellingsverordening (EU) nr. 702/2014 en worden zoals voorgeschreven in artikel 9 aan de Europese Commissie ter kennis gegeven. De steunmaatregelen voldoen aan alle in hoofdstuk I en II van de verordening (EU) nr. 702/2014 vastgestelde voorwaarden. Enkel kleine, middelgrote en micro-ondernemingen (KMO’s) die actief zijn in de landbouwsector komen in aanmerking voor de steun (artikel 1, lid 1, verordening (EU) nr. 702/2014). Bedrijven in moeilijkheden worden uitgesloten voor de steun. (artikel 1, lid 6, verordening (EU) nr. 702/2014) Bedrijven waartegen een bevel tot terugvordering uitstaat ingevolge een eerder besluit van de Commissie waarin steun onrechtmatig en onverenigbaar met de interne markt is verklaard, worden uitgesloten voor de steun. (artikel 1, lid 5, verordening (EU) nr. 702/2014) De steun is transparant overeenkomstig artikel 5, lid 2, a), verordening (EU) 702/2014.

De steun dient voor de financiering van acties op het gebied van beroepsopleiding en de verwerving van vaardigheden, waaronder opleidingscursussen, workshops en coaching, demonstratieactiviteiten en voorlichtingsacties (artikel 21, lid 2, verordening (EU) nr. 702/2014).

De steun dekt de in aanmerking komende kosten zoals vermeld in artikel 21, lid 3 en 4 van verordening (EU) nr. 702/2014.

De steun mag niet de vorm aannemen van rechtstreekse geldelijke betalingen aan de begunstigden (artikel 21, lid 5, verordening (EU) nr. 702/2014).

De organisaties die acties inzake kennisoverdracht en voorlichting aanbieden, beschikken over hiertoe gekwalificeerd en geregeld opgeleid personeel (artikel 21, lid 6, verordening (EU) nr. 702/2014).

De steun moet beschikbaar zijn voor al degenen die in het betrokken gebied op grond van objectief bepaalde voorwaarden daardoor in aanmerking komen (artikel 21, lid 7, verordening (EU) nr. 702/2014).

De subsidiabele activiteit zijn acties inzake kennisoverdracht en voorlichting  en de steunintensiteit bedraagt ten hoogste 100 % van de in aanmerking komende kosten (artikel 21, lid 8, verordening (EU) nr. 702/2014).

Het gesteunde project moet van belang zijn voor alle ondernemingen die in de betrokken specifieke landbouwsector actief zijn (artikel 31, lid 2, verordening (EU) nr. 702/2014). Voor de begindatum van het project moet de informatie, vermeld in artikel 31, lid 3, van verordening (EU) nr. 702/2014 worden bekend gemaakt. De resultaten van het gesteunde project moeten worden beschikbaar gesteld op het internet overeenkomstig artikel 31, lid 4, van verordening (EU) nr. 702/2014 en zijn te verwachten tegen het najaar van 2020.. De steun wordt rechtstreeks toegekend aan de organisatie voor onderzoek en kennisverspreiding en de steun wordt niet toegekend in de vorm van op prijs van de landbouwproducten gebaseerde betalingen aan ondernemingen die actief zijn in de landbouwsector (artikel 31, lid 5, verordening (EU) nr. 702/2014). ,Enkel de kosten vermeld in artikel 31, lid 6, van verordening (EU) nr. 702/2014 komen in aanmerking.  De steunintensiteit bedraagt ten hoogste 100% van de in aanmerking komende kosten (artikel 31, lid 7, verordening (EU) nr. 702/2014).

Begunstigde in 2019

Een subsidie van maximaal 233.275,25 euro wordt toegekend voor de uitvoering van het project Bio zoekt Boer en Bio zoekt Keten 2019-2020 voor de periode 1 april 2019 tot en met 31 maart 2020.

De subsidie wordt als volgt verdeeld:

  • Een bedrag van 118.567 euro voor Bio zoekt Keten uitgevoerd door BioForum Vlaanderen vzw (Regine Beerplein 1 bus E305 te 2018 Antwerpen)
  • Een bedrag van 114.708,25 euro voor Bio zoekt Boer door Boerenbondvereniging voor Projecten/Innovatiesteunpunt voor Land- en Tuinbouw (Diestsevest 40 te 3000 Leuven)

Doelstellingen van de subsidie

Een brede gezamenlijke basiswerking:

  • samenwerking tussen Bio zoekt Boer en Bio zoekt Keten met het oog op afstemming tussen vraag en aanbod van biologische producten;
  • informeren en sensibiliseren over het project;
  • advisering en proactieve begeleiding van gangbare boeren en marktdeelnemers;
  • marktinformatie en vragen doorgeven aan boeren en marktdeelnemers;
  • vorming door het organiseren van bio-bedrijfsbezoeken;

Specifiek Bio zoekt Boer:

  • informeren, adviseren en kennis overdragen naar gangbare boeren over (omschakelen naar) de biologische productiemethode;
  • Groepslessen organiseren en doceren over de biologische productie;
  • Informatie verstrekken via artikels en publicaties;

Specifiek Bio zoekt Keten:

  • marktstudies;
  • vraag en aanbod op elkaar afstemmen door: faciliteren van deelname aan buitenlandse beurzen, onderzoeken en oplossen van knelpunten in de keten, informeren over grondstoffen en afzet, samenwerking binnen de keten stimuleren;
  • bedrijven in de keten stimuleren om een biologisch aanbod uit te werken.

Ministerieel besluit tot toekenning van een projectsubsidie ‘Maakt intercropping van kleinfruit ziekten en plagen beheersbaar?” aan de KU Leuven Research & Development

De hieronder beschreven maatregelen vallen onder art. 21 en 31 van de vrijstellingsverordening (EU) nr. 702/2014 en worden zoals voorgeschreven in artikel 9 aan de Europese Commissie ter kennis gegeven.  De steunmaatregelen voldoen aan alle in hoofdstuk I en II van de verordening (EU) nr. 702/2014 vastgestelde voorwaarden. Enkel kleine, middelgrote en micro-ondernemingen (KMO’s) die actief zijn in de landbouwsector komen in aanmerking voor de steun (artikel 1, lid 1, verordening (EU) nr. 702/2014). Bedrijven in moeilijkheden worden uitgesloten voor de steun. (artikel 1, lid 6, verordening (EU) nr. 702/2014) Bedrijven waartegen een bevel tot terugvordering uitstaat ingevolge een eerder besluit van de Commissie waarin steun onrechtmatig en onverenigbaar met de interne markt is verklaard, worden uitgesloten voor de steun. (artikel 1, lid 5, verordening (EU) nr. 702/2014) De steun is transparant overeenkomstig artikel 5, lid 2, a), verordening (EU) 702/2014.

De steun dient voor de financiering van acties op het gebied van beroepsopleiding en de verwerving van vaardigheden, waaronder opleidingscursussen, workshops en coaching, demonstratieactiviteiten en voorlichtingsacties (artikel 21, lid 2, verordening (EU) nr. 702/2014).

De steun dekt de in aanmerking komende kosten zoals vermeld in artikel 21, lid 3 en 4 van verordening (EU) nr. 702/2014.

De steun mag niet de vorm aannemen van rechtstreekse geldelijke betalingen aan de begunstigden (artikel 21, lid 5, verordening (EU) nr. 702/2014).

De organisaties die acties inzake kennisoverdracht en voorlichting aanbieden, beschikken over hiertoe gekwalificeerd en geregeld opgeleid personeel (artikel 21, lid 6, verordening (EU) nr. 702/2014).

De steun moet beschikbaar zijn voor al degenen die in het betrokken gebied op grond van objectief bepaalde voorwaarden daardoor in aanmerking komen (artikel 21, lid 7, verordening (EU) nr. 702/2014).

De subsidiabele activiteit zijn acties inzake kennisoverdracht en voorlichting  en de steunintensiteit bedraagt ten hoogste 100 % van de in aanmerking komende kosten (artikel 21, lid 8, verordening (EU) nr. 702/2014).

Het gesteunde project moet van belang zijn voor alle ondernemingen die in de betrokken specifieke landbouwsector actief zijn (artikel 31, lid 2, verordening (EU) nr. 702/2014). Voor de begindatum van het project moet de informatie, vermeld in artikel 31, lid 3, van verordening (EU) nr. 702/2014 worden bekend gemaakt. De resultaten van het gesteunde project moeten worden beschikbaar gesteld op het internet overeenkomstig artikel 31, lid 4, van verordening (EU) nr. 702/2014 . De steun wordt rechtstreeks toegekend aan de organisatie voor onderzoek en kennisverspreiding en de steun wordt niet toegekend in de vorm van op prijs van de landbouwproducten gebaseerde betalingen aan ondernemingen die actief zijn in de landbouwsector (artikel 31, lid 5, verordening (EU) nr. 702/2014). Enkel de kosten vermeld in artikel 31, lid 6, van verordening (EU) nr. 702/2014 komen in aanmerking.  De steunintensiteit bedraagt ten hoogste 100% van de in aanmerking komende kosten (artikel 31, lid 7, verordening (EU) nr. 702/2014).

Begunstigde in 2019

Een projectsubsidie van maximaal 150.000 euro (honderdvijftigduizend euro) wordt toegekend aan de KU Leuven, Research & Development, Waaistraat 6 bus 5105 te 3000 Leuven, rekeningnummer BE86 4320 0165 9150, voor de uitvoering van het project “ Maakt intercropping van kleinfruit ziekten en plagen meer beheersbaar?” kaderend binnen de oproep onderzoeksprojecten biologische landbouw 2018.

De doelstelling van de projectsubsidie zijn:

  1. Inschatten of intercropping een remmende werking heeft op de verspreiding, de infectiegraad of de populatieontwikkeling van T. urticae, D. suzukii en B. cinerea, die alle framboos en braam aantasten. Terzelfdertijd wordt het effect op bladluizen, die ofwel framboos ofwel braam aantasten gemonitored. Voor T. urticae en B. cinerea wordt dit onderzoek gedaan voor stammen die afkomstig zijn van een monocultuur van frambozen of een intercropping frambozen-braam.

  2. Het via laboproeven bepalen van de door intercropping meest geïmpacteerde parameters (fecunditeit, generatieduur, snelheid van sporulatie, …) die de onwikkeling van deze ziekten en plagen remmen.

  3. Het nemen van een jaarlijkse genetisch fingerprint om eventuele adaptaties in het genoom van T. urticae en B. cinerea aan te tonen en te linken aan de biologische wijzigingen die zich bij deze stammen hebben voorgedaan.  Dit wordt gedaan op volgende subpopulaties: -     Homogene aanplant framboos tunnel

    • Intercropping framboos – afgewisseld per rij

    • Intercropping rode braam – afgewisseld per rij

    • Intercropping framboos – afgewisseld per plant

    • Intercropping braam – afgewisseld per plant

  4. Het vergelijken van deze verschillen in de genetische fingerprints met de verschillen die voorkomen in 2 biologische kleinfruitbedrijven. Het eerste is een zelfpluktuin met een regelmatige (om de 3 rijen) afwisseling van de kleinfruitsoort, het andere is een bedrijf met grote oppervlakten van dezelfde kleinfruitsoort, waardoor de vergelijking erg relevant zou kunnen zijn.

  5. Nagaan of de genetische verschillen die voorkomen in de praktijkbedrijven kunnen gelinkt worden aan geobserveerde parameters die leiden tot een verminderde fitness van ziekten en plagen bij intercropping.

  6. Meten van de gevolgen van intercropping voor het plukrendement (kg/u) en de opbrengst (kg/plant) in vergelijking met een monocultuur.

  7. Concluderen of 2 planten Prunus padus in een tunnel van 25 m een bijdrage leveren aan de controle van Drosophila suzukii door te fungeren als dead end trap plant.

  8. Concluderen van de mogelijkheden van intercropping voor de reductie van de effecten van ziekten en plagen in de teelt van kleinfruit, waarschijnlijk extrapoleerbaar naar andere teelten.

  9. Inschatten van de mogelijke impact van intercropping op het resultaat van het inzetten van biologische of fysische gewasbeschermingsmiddelen.

Ministerieel besluit tot toekenning van een projectsubsidie ‘Optimale bemesting in de biologische groenteteelt door een correctere inschatting van de N-werking van de basisbemesting en de N-vrijstelling uit bodem organische stof” aan het Eigen Vermogen van het Instituut voor Landbouw- en Visserijonderzoek (EV ILVO)

De hieronder beschreven maatregelen vallen onder art. 21 en 31 van de vrijstellingsverordening (EU) nr. 702/2014 en worden zoals voorgeschreven in artikel 9 aan de Europese Commissie ter kennis gegeven. De steunmaatregelen voldoen aan alle in hoofdstuk I en II van de verordening (EU) nr. 702/2014 vastgestelde voorwaarden. Enkel kleine, middelgrote en micro-ondernemingen (KMO’s) die actief zijn in de landbouwsector komen in aanmerking voor de steun (artikel 1, lid 1, verordening (EU) nr. 702/2014). Bedrijven in moeilijkheden worden uitgesloten voor de steun. (artikel 1, lid 6, verordening (EU) nr. 702/2014) Bedrijven waartegen een bevel tot terugvordering uitstaat ingevolge een eerder besluit van de Commissie waarin steun onrechtmatig en onverenigbaar met de interne markt is verklaard, worden uitgesloten voor de steun. (artikel 1, lid 5, verordening (EU) nr. 702/2014) De steun is transparant overeenkomstig artikel 5, lid 2, a), verordening (EU) 702/2014.

De steun dient voor de financiering van acties op het gebied van beroepsopleiding en de verwerving van vaardigheden, waaronder opleidingscursussen, workshops en coaching, demonstratieactiviteiten en voorlichtingsacties (artikel 21, lid 2, verordening (EU) nr. 702/2014).

De steun dekt de in aanmerking komende kosten zoals vermeld in artikel 21, lid 3 en 4 van verordening (EU) nr. 702/2014.

De steun mag niet de vorm aannemen van rechtstreekse geldelijke betalingen aan de begunstigden (artikel 21, lid 5, verordening (EU) nr. 702/2014).

De organisaties die acties inzake kennisoverdracht en voorlichting aanbieden, beschikken over hiertoe gekwalificeerd en geregeld opgeleid personeel (artikel 21, lid 6, verordening (EU) nr. 702/2014).

De steun moet beschikbaar zijn voor al degenen die in het betrokken gebied op grond van objectief bepaalde voorwaarden daardoor in aanmerking komen (artikel 21, lid 7, verordening (EU) nr. 702/2014).

De subsidiabele activiteit zijn acties inzake kennisoverdracht en voorlichting  en de steunintensiteit bedraagt ten hoogste 100 % van de in aanmerking komende kosten (artikel 21, lid 8, verordening (EU) nr. 702/2014).

Het gesteunde project moet van belang zijn voor alle ondernemingen die in de betrokken specifieke landbouwsector actief zijn (artikel 31, lid 2, verordening (EU) nr. 702/2014). Voor de begindatum van het project moet de informatie, vermeld in artikel 31, lid 3, van verordening (EU) nr. 702/2014 worden bekend gemaakt. De resultaten van het gesteunde project moeten worden beschikbaar gesteld op het internet overeenkomstig artikel 31, lid 4, van verordening (EU) nr. 702/2014 . De steun wordt rechtstreeks toegekend aan de organisatie voor onderzoek en kennisverspreiding en de steun wordt niet toegekend in de vorm van op prijs van de landbouwproducten gebaseerde betalingen aan ondernemingen die actief zijn in de landbouwsector (artikel 31, lid 5, verordening (EU) nr. 702/2014). Enkel de kosten vermeld in artikel 31, lid 6, van verordening (EU) nr. 702/2014 komen in aanmerking.  De steunintensiteit bedraagt ten hoogste 100% van de in aanmerking komende kosten (artikel 31, lid 7, verordening (EU) nr. 702/2014).

Begunstigde in 2019

Een projectsubsidie van maximaal 150.000 euro (honderdvijftigduizend euro) wordt toegekend aan het Eigen Vermogen van het ILVO, Burgemeester Van Gansberghelaan 92 te 9820 Merelbeke, rekeningnummer BE34 3751 1174 5190, voor de uitvoering van het project “Optimale bemesting in de biologische groenteteelt door een correctere inschatting van de N-werking van de basisbemesting en de N-vrijstelling uit bodem organische stof” kaderend binnen de oproep onderzoeksprojecten biologische landbouw 2018.

Doelstellingen van subsidie

De doelstelling van de projectsubsidie zijn:

Dit onderzoeksproject behandelt volgende twee hypotheses (H):

  • De N-werking van de basisbemesting is afhankelijk van de bodemconditie
  • Het verloop van de N-vrijstelling uit BOS is gerelateerd aan de bodemconditie

Daarnaast wordt een antwoord gezocht op volgende onderzoeksvragen (O):

  • Is het testen van de (potentiële) microbiële activiteit bruikbaar voor de inschatting van de te verwachten beschikbaarheid, en daarmee van het opbrengstpotentieel?
  • Wat is de verhouding tussen de N-vrijstelling uit BOS en de N-werking van de basisbemesting?
  • Wat is de relatie tussen het bodembeheer en de bodemconditie?

Projectsubsidie aan het Coördinatiecentrum praktijkgericht onderzoek en voorlichting biologische teelt (CCBT vzw) voor de uitvoering van het project “OPTISPEEN – Optimale voedselstrategie van zeugen en biggen in de kraamstal met als doel vlot biggen spenen zonder speendip”

De hieronder beschreven maatregelen vallen onder art. 21 en 31 van de vrijstellingsverordening (EU) nr. 702/2014 en worden zoals voorgeschreven in artikel 9 aan de Europese Commissie ter kennis gegeven. De steunmaatregelen voldoen aan alle in hoofdstuk I van de verordening (EU) nr. 702/2014 vastgestelde voorwaarden. Enkel kleine, middelgrote en micro-ondernemingen (KMO’s) die actief zijn in de landbouwsector komen in aanmerking voor de steun (artikel 1, lid 1, verordening (EU) nr. 702/2014). Bedrijven in moeilijkheden worden uitgesloten voor de steun. (artikel 1, lid 6, verordening (EU) nr. 702/2014) Bedrijven waartegen een bevel tot terugvordering uitstaat ingevolge een eerder besluit van de Commissie waarin steun onrechtmatig en onverenigbaar met de interne markt is verklaard, worden uitgesloten voor de steun. (artikel 1, lid 5, verordening (EU) nr. 702/2014) De steun is transparant overeenkomstig artikel 5, lid 2, a), verordening (EU) 702/2014.

De steun dient voor de financiering van acties op het gebied van beroepsopleiding en de verwerving van vaardigheden, waaronder opleidingscursussen, workshops en coaching, demonstratieactiviteiten en voorlichtingsacties (artikel 21, lid 2, verordening (EU) nr. 702/2014).

De steun dekt de in aanmerking komende kosten zoals vermeld in artikel 21, lid 3 en 4 van verordening (EU) nr. 702/2014.

De steun mag niet de vorm aannemen van rechtstreekse geldelijke betalingen aan de begunstigden (artikel 21, lid 5, verordening (EU) nr. 702/2014).

De organisaties die acties inzake kennisoverdracht en voorlichting aanbieden, beschikken over hiertoe gekwalificeerd en geregeld opgeleid personeel (artikel 21, lid 6, verordening (EU) nr. 702/2014).

De steun moet beschikbaar zijn voor al degenen die in het betrokken gebied op grond van objectief bepaalde voorwaarden daardoor in aanmerking komen (artikel 21, lid 7, verordening (EU) nr. 702/2014).

De subsidiabele activiteit zijn acties inzake kennisoverdracht en voorlichting en de steunintensiteit bedraagt ten hoogste 100 % van de in aanmerking komende kosten (artikel 21, lid 8, verordening (EU) nr. 702/2014).

Het gesteunde project moet van belang zijn voor alle ondernemingen die in de betrokken specifieke landbouwsector actief zijn (artikel 31, lid 2, verordening (EU) nr. 702/2014). Voor de begindatum van het project moet de informatie, vermeld in artikel 31, lid 3, van verordening (EU) nr. 702/2014 worden bekend gemaakt. De resultaten van het gesteunde project moeten worden beschikbaar gesteld op het internet overeenkomstig artikel 31, lid 4, van verordening (EU) nr. 702/2014 en zijn te verwachten tegen juli 2020/juli 2020 op de website van CCBT (www.ccbt.be). De steun wordt rechtstreeks toegekend aan de organisatie voor onderzoek en kennisverspreiding en de steun wordt niet toegekend in de vorm van op prijs van de landbouwproducten gebaseerde betalingen aan ondernemingen die actief zijn in de landbouwsector (artikel 31, lid 5, verordening (EU) nr. 702/2014). Enkel de kosten vermeld in artikel 31, lid 6, van verordening (EU) nr. 702/2014 komen in aanmerking. De steunintensiteit bedraagt ten hoogste 100% van de in aanmerking komende kosten (artikel 31, lid 7, verordening (EU) nr. 702/2014).

Begunstigde 2020-2021

Een projectsubsidie van 34.770,74 euro wordt toegekend aan het Coördinatiecentrum praktijkgericht onderzoek en voorlichting biologische teelt vzw (CCBT vzw), Karreweg 6 te 9770 Kruishoutem, voor de uitvoering van het project “OPTISPEEN – Optimale voedselstrategie van zeugen en biggen in de kraamstal met als doel vlot biggen spenen zonder speendip”.

Doelstellingen van de subsidie

Optimaliseren van de algemene voederstrategie in de kraamstal van zeugen en biggen in de biologische varkenshouderij met als doel vlot biggen te spenen zonder speendip:

  • Verbeteren van de voederopname van de zeugen tijdens de lactatie om ervoor te zorgen dat de melkproductie voldoende hoog is voor het aantal levend geboren biggen.
  • Verbeteren van de voederstrategie van de biggen voor en na spenen met als doel de darmontwikkeling reeds te stimuleren voor spenen en na spenen een vlotte voederopname te realiseren.
  • Introduceren van smakelijke ruwvoeders tijdens de lactatie bij zowel zeugen als biggen met als doel biggen voor spenen al vertrouwd te maken met de opname van vast voeder.

Projectsubsidie aan BioForum Vlaanderen vzw en Boerenbondvereniging voor Projecten vzw/Innovatiesteunpunt voor Land- en Tuinbouw voor de uitvoering van het project “Bioclusters 2020-2021”

De hieronder beschreven maatregelen vallen onder art. 21  en 31 van de vrijstellingsverordening (EU) nr. 702/2014 en worden zoals voorgeschreven in artikel 9 aan de Europese Commissie ter kennis gegeven. De steunmaatregelen voldoen aan alle in hoofdstuk I van de verordening (EU) nr. 702/2014 vastgestelde voorwaarden. Enkel kleine, middelgrote en micro-ondernemingen (KMO’s) die actief zijn in de landbouwsector komen in aanmerking voor de steun (artikel 1, lid 1, verordening (EU) nr. 702/2014). Bedrijven in moeilijkheden worden uitgesloten voor de steun. (artikel 1, lid 6, verordening (EU) nr. 702/2014) Bedrijven waartegen een bevel tot terugvordering uitstaat ingevolge een eerder besluit van de Commissie waarin steun onrechtmatig en onverenigbaar met de interne markt is verklaard, worden uitgesloten voor de steun. (artikel 1, lid 5, verordening (EU) nr. 702/2014) De steun is transparant overeenkomstig artikel 5, lid 2, a), verordening (EU) 702/2014.

De steun dient voor de financiering van acties op het gebied van beroepsopleiding en de verwerving van vaardigheden, waaronder opleidingscursussen, workshops en coaching, demonstratieactiviteiten en voorlichtingsacties (artikel 21, lid 2, verordening (EU) nr. 702/2014).

De steun dekt de in aanmerking komende kosten zoals vermeld in artikel 21, lid 3 en 4 van verordening (EU) nr. 702/2014.

De steun mag niet de vorm aannemen van rechtstreekse geldelijke betalingen aan de begunstigden (artikel 21, lid 5, verordening (EU) nr. 702/2014).

De organisaties die acties inzake kennisoverdracht en voorlichting aanbieden, beschikken over hiertoe gekwalificeerd en geregeld opgeleid personeel (artikel 21, lid 6, verordening (EU) nr. 702/2014).

De steun moet beschikbaar zijn voor al degenen die in het betrokken gebied op grond van objectief bepaalde voorwaarden daardoor in aanmerking komen (artikel 21, lid 7, verordening (EU) nr. 702/2014).

De subsidiabele activiteit zijn acties inzake kennisoverdracht en voorlichting  en de steunintensiteit bedraagt ten hoogste 100 % van de in aanmerking komende kosten (artikel 21, lid 8, verordening (EU) nr. 702/2014).

Het gesteunde project moet van belang zijn voor alle ondernemingen die in de betrokken specifieke landbouwsector actief zijn (artikel 31, lid 2, verordening (EU) nr. 702/2014). Voor de begindatum van het project moet de informatie, vermeld in artikel 31, lid 3, van verordening (EU) nr. 702/2014 worden bekend gemaakt. De resultaten van het gesteunde project moeten worden beschikbaar gesteld op het internet overeenkomstig artikel 31, lid 4, van verordening (EU) nr. 702/2014. De steun wordt rechtstreeks toegekend aan de organisatie voor onderzoek en kennisverspreiding en de steun wordt niet toegekend in de vorm van op prijs van de landbouwproducten gebaseerde betalingen aan ondernemingen die actief zijn in de landbouwsector (artikel 31, lid 5, verordening (EU) nr. 702/2014). Enkel de kosten vermeld in artikel 31, lid 6, van verordening (EU) nr. 702/2014 komen in aanmerking. De steunintensiteit bedraagt ten hoogste 100% van de in aanmerking komende kosten (artikel 31, lid 7, verordening (EU) nr. 702/2014).

Begunstigde

Een projectsubsidie van 104.991,63 euro wordt toegekend aan BioForum Vlaanderen vzw en Boerenbondvereniging voor Projecten vzw, Innovatiesteunpunt voor Land- en Tuinbouw

BioForum Vlaanderen vzw en BB Projecten vzw werken samen aan de uitvoering van het project “Bioclusters 2020-2021”.

Doelstellingen van de subsidie

  • drempelverlaging voor gangbare land- en tuinbouwers uit de clusterregio om over te schakelen op biologische productie door informeren en sensibiliseren
  • nauwgezette begeleiding en informeren van de gangbare land- en tuinbouwers uit de clusterregio bij de stappen tot omschakeling
  • toename van aantal bioboeren en biologisch areaal en/of aantal biologische dieren in de clusterregio.
  • Tot stand komen van kennisdeling, netwerking en samenwerking tussen biologische producenten onderling en met gangbare producenten met interesse in bio
Delen: