Subsidiëring van de praktijkcentra

De hieronder beschreven maatregelen vallen onder artikel 21 en 31 van de vrijstellingsverordening (EU) nr. 702/2014 van de Commissie van 25 juni 2014 waarbij bepaalde categorieën steun in de landbouw- en de bosbouwsector en in plattelandsgebieden op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie met de interne markt verenigbaar worden verklaard (publicatieblad L193/1 van 1 juli 2014) en worden zoals voorgeschreven in artikel 9 aan de Europese Commissie ter kennis gegeven.

De steunmaatregelen voldoen aan alle in hoofdstuk I van de verordening (EU) nr. 702/2014 vastgestelde voorwaarden. Enkel kleine, middelgrote en micro-ondernemingen (KMO’s) die actief zijn in de landbouwsector komen in aanmerking voor de steun (artikel 1, lid 1, verordening (EU) nr. 702/2014). Bedrijven in moeilijkheden worden uitgesloten voor de steun. (artikel 1, lid 6, verordening (EU) nr. 702/2014) Bedrijven waartegen een bevel tot terugvordering uitstaat ingevolge een eerder besluit van de Commissie waarin steun onrechtmatig en onverenigbaar met de interne markt is verklaard, worden uitgesloten voor de steun. (artikel 1, lid 5, verordening (EU) nr. 702/2014) De steun is transparant overeenkomstig artikel 5, lid 2, a), verordening (EU) 702/2014.

De steun dient voor de financiering van acties op het gebied van beroepsopleiding en de verwerving van vaardigheden, waaronder opleidingscursussen, workshops en coaching, demonstratieactiviteiten en voorlichtingsacties (artikel 21, lid 2).

De steun dekt de in aanmerking komende kosten zoals vermeld in artikel 21, lid 3 en 4.

De steun mag niet de vorm aannemen van rechtstreekse geldelijke betalingen aan de begunstigden (artikel 21, lid 5).

De organisaties die acties inzake kennisoverdracht en voorlichting aanbieden, beschikken over hiertoe gekwalificeerd en geregeld opgeleid personeel (artikel 21, lid 6).

De steun moet beschikbaar zijn voor al degenen die in het betrokken gebied op grond van objectief bepaalde voorwaarden daardoor in aanmerking komen (artikel 21, lid 7).

De subsidiabele activiteit zijn acties inzake kennisoverdracht en voorlichting en de steunintensiteit bedraagt ten hoogste 100 % van de in aanmerking komende kosten (artikel 21, lid 8).

Het gesteunde project moet van belang zijn voor alle ondernemingen die in de betrokken specifieke landbouwsector actief zijn (artikel 31, lid 2, verordening (EU) nr. 702/2014).

Voor de begindatum van het project moet de informatie, vermeld in artikel 31, lid 3, van verordening (EU) nr. 702/2014 worden bekend gemaakt.

De resultaten van het gesteunde project moeten worden beschikbaar gesteld op het internet overeenkomstig artikel 31, lid 4, van verordening (EU) nr. 702/2014.

De steun wordt rechtstreeks toegekend aan de organisatie voor onderzoek en kennisverspreiding en de steun wordt niet toegekend in de vorm van op prijs van de landbouwproducten gebaseerde betalingen aan ondernemingen die actief zijn in de landbouwsector (artikel 31, lid 5, verordening (EU) nr. 702/2014).

Enkel de kosten vermeld in artikel 31, lid 6, van verordening (EU) nr. 702/2014 komen in aanmerking. 

De steunintensiteit bedraagt ten hoogste 100% van de in aanmerking komende kosten (artikel 31, lid 7, verordening (EU) nr. 702/2014).

Het onderstaande overzicht geeft de onderzoeksthema’s en de doelstellingen van de praktijkcentra weer.

Doelstellingen

De missie beschreven in het BVR met betrekking tot de Praktijkcentra wordt vertaald naar volgende opdrachten op basis waarvan subsidies gegeven worden:

  • Uittesten van de resultaten van het (toegepaste) landbouwkundig onderzoek onder praktijkomstandigheden
  • Nagaan van de toepassingsmogelijkheden van nieuwe technieken, en teeltmethodes evenals de verbetering van bestaande technieken en teeltmethodes onder praktijkomstandigheden
  • Bevorderen van nieuwe en bestaande teelten met het oog op een duurzame productie
  • Verbeteren van de kwaliteit van de producten
  • Bijdragen tot de verbetering van het economisch rendement van de bedrijven
  • Bijdragen tot de reconversie- of diversificatiemogelijkheden van bepaalde bedrijfstypen
  • Verspreiding van de resultaten van het toegepast onderzoek en van de ontwikkeling van toepassingen
  • Geven van voorlichting m.b.t. teelttechnische en economische aspecten van de productiesector
  • Bijdragen in de verdere ontwikkeling van groeisectoren zoals biologische landbouw
  • Verlenen van adviezen en diensten aan het collectief van land- en tuinbouwers
  • Openbaar maken van al de, door dit besluit, gesubsidieerde onderzoeksresultaten aan de ganse land- en tuinbouwsector
  • Participeren aan sensibiliseringsacties, zoals bedoeld in het Besluit van de Vlaamse regering betreffende het subsidiëren van sensibiliseringsacties ter bevordering van een duurzame landbouw
  • Uitwerken en uitvoeren van een voorlichtingsstrategie en dit, waar relevant, in samenspraak met de nadere centra, behorend tot hetzelfde coördinatiecomité, zoals bedoeld in artikel 8 van het Besluit van de Vlaamse Regering
  • Deze opdrachten worden autonoom of, waar mogelijk, samen met andere Praktijkcentra uitgevoerd. Kennisverwervend inzichtonderzoek komt niet in aanmerking voor subsidiëring

Interprovinciaal Proefcentrum voor de Aardappelteelt

  • Onderzoek naar verdere optimalisatie van de bemesting, als een van de belangrijkste factoren naar opbrengst en kwaliteit van de aardappelen;
  • Opvolging van de kwaliteit tijdens de bewaring in praktijkloodsen gedurende het bewaarseizoen (oktober – juni);
  • Verfijnen van de teelttechniek om tot een rendabelere teelt te komen en/of betere kwaliteit te behalen (zowel gangbaar als biologisch);
  • Precisielandbouw (ontwikkeling van concrete toepassingen, demonstratie van mogelijkheden, gebruik GPS);
  • Projecten rond bodemmoeheid;
  • Onderzoek naar de mogelijkheden van nieuwe rassen onder de lokale groeiomstandigheden;
  • Onderzoek naar duurzame gewasbescherming;
  • Sensibilisering in verband met toepassing bufferzonereglementering;
  • Preventie van nieuwe ziekten en plagen;
  • Uitvoeren en coördineren van voorlichting
    • Opvolging van de opbrengst en kwaliteit tijdens de groeiperiode
    • Bedrijfsanalyse en – voering
    • Waarschuwingen
    • Opvolging van de bladluisdruk in pootgoedpercelen
    • Onderzoek naar pootgoedgerelateerde problemen.

Landbouwcentrum voor Granen, Eiwitrijke Gewassen, Oliehoudende Zaden en Kleine Industriegewassen vzw

  • Rassenonderzoek: wintergerst, wintertarwe, triticale, biogranen, zomergranen, spelt,…;
  • Gewasbescherming: onderzoek naar de deugdelijkheid gewasbeschermingsmiddelen, toepassingstechnieken, IPM, bufferzones, …;
  • bodem en bemesting: MAP5, gebruik van drijfmest, eventuele nieuwe evoluties op het vlak van meststoffen opvolgen, erosie, …;
  • precisielandbouw in de akkerbouw;
  • Onderzoek naar de rassen- en gewasbeschermingsproblematiek voor vlas en hop;
  • Onderzoek naar de mogelijkheden van eiwitrijke en oliehoudende zaden;
  • Integratie van de bedrijfseconomische rendabiliteit en de voedselveiligheid en kwaliteit bij het praktijkonderzoek;
  • Waarschuwingen en waarnemingen in de graan- en hopteelt.

Landbouwcentrum voor Voedergewassen vzw

  • De economische efficiëntie, kwaliteit en/of de duurzaamheid verbeteren via praktijkonderzoeks- en voorlichtingsprojecten rond aspecten van de teelt, het vervoederen en het valoriseren van maïs, gras en voedergewassen met beperkt areaal (incl. andere doeleinden);
  • Op gestructureerde manier jaarlijks een programma samenstellen waarbij onderzoeks- en voorlichtingsprojecten aan bod komen op basis van het belang voor de sector, met voldoende aandacht voor regio en seizoen en inspraak van de partners/onderzoeksinstellingen uit gans Vlaanderen;
  • Het uitvoeren van voorlichtingsprojecten met betrekking tot de teelt van voedergewassen
  • Voorlichting via waarnemingen en waarschuwingssytemen, rendabiliteit van de productie van voedergewassen;
  • Sensibiliseringsacties in het kader van duurzame landbouw.

Proefcentrum Hoogstraten vzw

  • Nieuwe variëteiten bekomen door contacten met allerlei veredelingsprogramma’s beoordelen (zoeken naar een goede vruchtkwaliteit, goede gewasgroei, weinig ziektegevoeligheid,…);
  • Onderzoek naar verschillende aspecten van bemesting (plantbehoefte, gerichte timing van meststoffen, verminderen van uitspoeling en opnameverbetering van meststoffen);
  • ‘Integrated Pest Management’ (IPM): met behulp van waarnemingen, waarschuwingen en monitoringssystemen informatie verschaffen aan telers;
  • Onderzoek naar het optimaal gebruik van energiezuinige systemen en teelttechnieken;
  • Om productie en kwaliteit te optimaliseren worden proeven aangelegd waarbij gewasverzorgingstechnieken, klimaatsturing, planttypes, teeltbakken,… worden vergeleken;
  • Specifieke vruchtrotproeven om een efficiënte en duurzame vruchtrotbestrijding na te streven en een goede houdbaarheid te behalen;
  • Reductie, recirculatie en ontsmetting van water;
  • Mogelijkheden voor diversificatie kunnen onderzocht worden (bijvoorbeeld het invullen en/of creëren van nichemarkten);
  • Innovatieve systemen en technieken worden uitgetest in het kader van nieuwe technologieën, nieuwe toepassingen van bestaande systemen, nieuwe ontwikkelingen,…;
  • Afvalbeheer door duurzame materialen en compostering;
  • Ziektegevoeligheid van nieuwe rassen en mogelijke tolerantie, vooral in het kader van biologische landbouw;
  • Studie van de gevolgen in kosten en rendement bij mechanisering.

Proefstation voor de Groenteteelt vzw

  • Rassenproeven waarbij o.a. de gewaskenmerken, productie, kwaliteit, doorkleuring, smaak, bewaring, ketengedrag en resistenties/toleranties tegen ziekten en plagen geëvalueerd worden;
  • Rassenonderzoek voor alternatieve (winter)teelten (diversificatie);
  • Nieuwe bemestingstechnieken en meststoffen uittesten;
  • Onderzoek naar N-uitspoeling in grondgebonden glastuinbouw met het gebruik van verdampingsmodel en aangepaste meststofschema’s;
  • Teelttechnieken van nieuwe teelten optimaliseren;
  • Meehelpen aan de beschrijving en identificatie van nieuwe plagen of ziekten en controlestrategieën voor deze belagers uitwerken (bijvoorbeeld nieuwe biologische bestrijders). Het uitwerken, actualiseren en vulgariseren van geïntegreerde bestrijdingsprogramma's voor groenten onder glas;
  • Geconditioneerd telen verder onderzoeken en naar de praktijk brengen;
  • Bepaling van het effect van teelttechniek, teeltsystemen, etc. op de kwaliteit;
  • Het waterverbruik minimaliseren door een optimaal watermanagement (evaluatie van druppelirrigatie, fertigatie, mulching, modelmatige en sensormatige sturing);
  • De bruikbaarheid van biodegradeerbare en/of composteerbare materialen onderzoeken;
  • Residuen van gewasbeschermingsmiddelen en contaminanten in groenten minimaliseren.

Provinciaal Proefcentrum voor de Groenteteelt Oost-Vlaanderen vzw

  • Jaarlijks of meer-jaarlijkse rassenproeven afhankelijk van evolutie in rassen waarbij ziekte- en/of plaaggevoeligheid heel belangrijk zijn;
  • Onderzoek naar de integrale aanpak van bemesting;
  • Onderzoek naar efficiënt hulpbronnengebruik en minimale milieu impact;
  • Gewasbescherming: ziekten en plagen, onkruiden via integrale aanpak (op bedrijfs- of perceelsniveau) en eerstelijnsdiagnostiek (ook aaltjes en bewaarziekten);
  • Onderzoek naar de kwaliteit en bewaring: houdbaarheid, smaak, opgeloste stofgehalte, hardheid (Belang kwaliteitsvolle en gezonde voeding);
  • Biologische teelt: onder bescherming, meer koepels, koud glas, bio op substraat;
  • Mechanisatie [ook belangrijk voor bio (veel teelten en kleine oppervlakte)].

Nationale proeftuin voor witloof vzw

  • Verbetering van bestaande technieken en teeltmethodes onder praktijkomstandigheden door heel doelgericht proeven op voor de telers. De samenwerking met de toeleveringssector draagt bij tot een concrete verbetering, nieuwe technologie of duurzame innovatie voor de sector;
  • Diversificatie door een werking voor druiventelers op te starten;
  • Effect van de wortelteelt op kwaliteit van de wortels en het witloof, effect van de wortelbewaring en de forcerie op de kwaliteit van het witloof, effect van de naoogstbehandelingen op de kwaliteit in de keten;
  • Verbetering van het economisch rendement van de bedrijven als deel van de andere onderzoeksthema’s;
  • Diversificatiemogelijkheden zoals de combinatie van witloofproductie en –verwerking.

Proefcentrum voor Sierteelt vzw

  • Toepasbaarheid van de IPM-principes en onderzoek nieuwe gewasbeschermingsoplossingen;
  • Nieuwe monitoringtechnieken voor schimmel- en insectendetectie of –determinatie;
  • Onderzoek en voorlichting gewasbeschermingsmiddelen: effectiviteit, integratie in IPM, gewasveiligheid, neveneffecten op nuttigen;
  • Biopesticiden en biologische bestrijders voor kleine teelten: integratie in IPM;
  • Onderzoek naar energierationele teelt en belichting;
  • Innovatieve serretechnieken met o.a. positieve impact op CO2-uitstoot;
  • Onderzoek en voorlichting impact teelt- en bedrijfskeuzes op rentabiliteit;
  • Adviesverlening voor energie en klimaatsturing (o.a. ook groepsaankopen);
  • Watergift: plantafhankelijke sturing en nieuwe irrigatiesystemen;
  • Hergebruik: nieuwe ontsmettingssystemen onderzoeken en bestaande opvolgen;
  • Adviesverlening water en samenwerking met Waterportaal;
  • Bepalen van de plantbehoefte aan de hand van analyse (groeimodellen), N- & P-opname;
  • Bodemvruchtbaarheid, organische stof management (EOS) en erosiebestrijding;
  • Mogelijkheden voor toepassing van bladbemesting in de sierteelt;
  • Nieuwe teeltvormen: teelttechnische oplossingen, meerlagenteelt, nieuwe teeltsystemen (gootsystemen,…) en aanplantsystemen (verticaal groen, daktuinen);
  • Groei- en bloeiregulatie, efficiënte benutting van teeltoppervlakte, nieuwe substraten, materialen, grondstoffen, hulpstoffen.

Proefcentrum Fruitteelt vzw

  • Rassenonderzoek: uitgebreide teelttechnische proeven met rassen met waardevolle eigenschappen (o.a. kwaliteitseisen, productie, maat, kleur, ziektegevoeligheid, bewaring, …);
  • Onderzoek naar gewasbescherming: de aspecten ‘duurzaamheid’ en ‘vermindering van residu’ zijn meer en meer van belang bij de keuze van een nieuw ras;
  • Onderzoek naar teelttechnische problemen, welke onderverdeeld kunnen worden in 5 thema’s, nl. opkweek en snoei, bemesting, oogstzekerheid (vruchtzetting en/of -dunning), kwaliteit en ziektegevoeligheid;
  • Onderzoek naar nieuwe onderstammen;
  • Opzetten van proeven waarbij de opname van de meststoffen en de invloed op de productie, groeikracht, de vruchtkwaliteit als de invloed op de bodem wordt opgevolgd;
  • Zoeken naar alternatieve oplossingen voor bodemmoeheid/herinplant;
  • Biologische fruitteelt;
  • Demonstratie van nieuwe types hagelnetten.

Vlaams Centrum voor Bewaring van Tuinbouwproducten vzw

  • Jaarlijkse bepaling van pluktijdstippen van hardfruit (wering onrijp fruit, perceelsspecifieke plukdatum met NIR,… );
  • Onderzoek naar bewaartechnologie (optimale bewaarcondities, duurzame koeling, Innovatieve koeltechnieken en naoogstbehandelingen);
  • Monitoring van kwaliteit (versheid, textuur, aroma en smaak);
  • Opportuniteiten bestuderen van een segmentatiesysteem (mogelijkheid om producten met specifieke eigenschappen te commercialiseren in aparte segmenten);
  • Rassenproeven (tomaat en andere groenten);
  • Onderzoek naar supply chain management (nieuwe ontwikkelingen opvolgen in het kader van transport, verpakking, ontsmettings-en quarantainebehandelingen, traceerbaarheid en ketenopvolging, …);
  • Ontwikkeling en beheer van databanken en beheerwerktuigen.

Koninklijk Belgisch Instituut tot Verbetering van de Biet vzw

  • Onderzoek naar teelttechnieken (vergelijking zaaimachines, erosiebestrijding, groenbedekkers);
  • Onderzoek naar de zaadkwaliteit;
  • Rassenonderzoek;
  • Optimalisatie van P/K bemesting aangaande nieuwe adviezen;
  • Onkruidbestrijding (bestrijding grassen en aardappelopslag) en het creëren van duurzame onkruidbestrijding strategieën in het kader van IPM;
  • Plagenbestrijding in het kader van de nematodenpopulaties en het zoeken naar alternatieve bestrijdingsstrategieën voor bodeminsecten en bovengrondse plagen
  • Ziektebestrijding: ontwikkeling van alternatieve bestrijdingssystemen en de ziektegevoeligheid nagaan van nieuwe rassen
  • Mechanisatie met nadruk op ontblader- en ontkoppingstechnieken
  • Het optimaliseren van de bewaring (raseffect, effect type dekzeil, …)
  • Voorlichtingsactiviteiten

Inagro vzw

  • Rassenproeven: plant- en gewaskenmerken, de oogst en opbrengstgegevens en de kwaliteitskenmerken;
  • Afstemming van de bemesting op de gewasbehoefte: onderzoek naar de invloed van de voorraad voedingselementen en de toediening van voedingselementen op de gewasontwikkeling en de uiteindelijke opbrengst en kwaliteit;
  • De invloed van planten die kunnen dienen als N-vangplant (groenbemesters) zullen verder worden gedemonstreerd;
  • Onderzoek naar de mogelijkheden van beredeneerd ploegloos telen, na inzaai van diverse bodembedekkers,. Nieuwe accenten zijn de mogelijkheden van inzaai van fijnzadige teelten onderzoeken;
  • Gewasbescherming: zoeken naar alternatieve en duurzame bestrijdingsmethoden;
  • Rationalisatie van energie-efficiëntie n (bij de teelt en vooral het marktklaar maken van bepaalde vollegrondsgroenten is energie een duidelijke kostenpost);
  • Onderzoek naar waterbeheer;
  • IPM: waarnemingen en waarschuwingen (via een netwerk van waarnemingsposten zal wanneer een bepaalde drempel wordt overschreden, een advies gegeven worden ter bestrijding van ziekten en/of belagers);
  • Reductie van de productie van afval, een goed beheer van het geproduceerde afval alsook het bekomen van nieuwe bestemmingen van reststromen.

Datum en plaats bekendmaking resultaten

De resultaten zullen bekend gemaakt worden in een open kennissysteem via allerhande kanalen in tijdens het jaar en in het jaar na voltooiing van de studies: publicaties, persberichten, proefveldbezoeken en rondleidingen, studievergaderingen, infobladen, organisatie van volwaardige demonstratieplatforms en studiedagen, websites van de verschillende praktijkcentra, nieuwsbrieven, voordrachten op symposia, nieuwe communicatievormen….

Delen: