Hergebruik van water binnen uw eigen bedrijfsvoering

Op deze pagina:

Hoe werkt het teeltsysteem met recirculatie van voedingsoplossingen bij de teelt van witloof op hydrocultuur?

Witloof groeit op witloofwortels die op hun beurt geteeld worden op het veld. De witloofwortels beschikken over een grote voorraad energie en mineralen. Dankzij die voorraad kan het witloof zich in een donkere ruimte, zonder fotosynthese, ontwikkelen. Door de voorraad aan mineralen in de witloofwortels is er ook geen grote behoefte aan bijkomende bemesting tijdens de forceerperiode. Toch is het aangeraden om meststoffen toe te voegen aan de voedingsoplossing om de opbrengst en de kwaliteit van het witloof te optimaliseren. Voor de samenstelling van het voedingsrecept moet u steeds rekening houden met de eigenschappen van het bronwater.

Hieronder staat een algemeen schema, van toepassing bij de teelt van witloof op hydrocultuur, waarbij de voedingsoplossing gedurende 3 weken wordt gerecirculeerd. Door de voedingsoplossing te hergebruiken wordt geen water verspild.

Schema: forcerie met recirculatie van voedingsoplossing gedurende 3 weken  (295 kB, 27 september 2012)

Witloofwortels staan gemiddeld 3 weken in een forceerruimte vooraleer het witloof geoogst wordt. Tijdens die 3 weken wordt de voedingsoplossing voortdurend gerecirculeerd. Die hoeveelheid kan beperkt worden door aan het einde van de teelt de toevoer van vers water af te sluiten. Op die manier is minder vers water nodig en blijft ook minder restwater over.

Na de beëindiging van de forceerperiode, wordt het restwater dat zich nog in het circuit en in het voorraadbassin met de voedingsoplossing bevindt, opgeslagen in een verzamelput voor restwater. Dit restwater wordt ontsmet en kan nadien hergebruikt worden als voedingsoplossing. Hierdoor gaan er geen mineralen verloren. De voedingsoplossing wordt verder aangevuld met regenwater, grondwater of leidingwater. Als het restwater niet verwerkt kan worden, moet het behandeld worden als spuistroom.

Hoe ga ik om met het restwater na de beëindiging van de forceerperiode?

Het restwater dat overblijft op het einde van de forcerie (na 3 weken) mag niet geloosd worden. U kunt op verschillende manieren omgaan met dit restwater:

  • Hergebruiken voor forcerie. Het is dus aan te raden het restwater eerst te ontsmetten vooraleer het te hergebruiken.
  • Hergebruiken als waswater voor trekbakken, werkruimtes …
  • Uitvoeren op landbouwgrond. Het restwater dat niet hergebruikt wordt, noemen we spuistroom.

Spuistroom wordt gezien als meststof en moet als dusdanig behandeld worden. Tussen 15 februari en 1 september kan de spuistroom op landbouwgrond uitgevoerd worden. In de periode van 1 september tot en met 15 februari mogen landbouwgronden echter niet bemest worden, ook niet met spuistroom. Daarom moeten de telers ook in de grondloze tuinbouw voldoende opslagcapaciteit voorzien om die periode te overbruggen, net zoals dat het geval is voor dierlijke mest in de veehouderij. Voor witloof geldt een opslagcapaciteit van 36 m³ per bedrijf voor systemen zonder recirculatie (0 m³ als er wel recirculatie is). Het is ook mogelijk een attest voor een uitzondering op de uitrijverbodsperiode van mestoffen met een lage stikstofinhoud aan te vragen. Met zo’n attest mag de spuistroom in de winterperiode wel op landbouwgrond gebracht worden. Spuistroom komt in aanmerking om een uitzondering te bekomen, als de inhoud aan totale stikstof niet hoger is dan 0,60 kg N/ton. Hiervoor moet u een aanvraag indienen bij de Mestbank met het formulier 'Aanvraag van een attest voor een uitzondering op het uitrijverbod, de onderwerkingsplicht of de bemestingsnormen'. Als bijlage moet een analyse meegestuurd worden die aantoont dat de meststof voldoet aan de voorwaarden om een attest te verkrijgen. Die analyse mag hoogstens 6 maanden oud zijn. De staalname en analyse moeten door een erkend labo en volgens het compendium uitgevoerd zijn. De beslissing en de kennisgeving gebeurt binnen de 60 dagen. De verleende attesten voor spuistroom, gelden tot en met 31 juli van het derde volgende kalenderjaar. Een verlening kan aangevraagd worden via de mestbankaangifte, met als bijlage de analyseresultaten. Het nieuwe attest wordt vóór 15 juli aan de aanvrager overgemaakt en is geldig vanaf 1 augustus.

Waar moet ik op letten bij het hergebruiken van restwater voor de forcerie?

U kunt het restwater eventueel zonder ontsmetting hergebruiken. Dit is het eenvoudigste en goedkoopste, maar het houdt ook het meeste risico’s in. Via het water kunnen immers verschillende ziektes overgedragen worden naar een volgende teelt.

Het is dus aan te raden het restwater eerst te ontsmetten vooraleer het te hergebruiken. Ontsmetten kan op verschillende manieren:

  • Met een langzame zandfilter
  • Met vrije radicalen
  • Met natuurlijke zuiveringssystemen

Hoe kan een ontsmettingssysteem met een langzame zandfilter op een witloofbedrijf eruit zien?

Op een witloofbedrijf kan een ontsmettingssysteem met een langzame zandfilter er als volgt uit zien:

Het afvalwater dat wordt geproduceerd, wordt verzameld in een opslagtank waarin vnl. aarde gaat bezinken (nr. 2). Organische belasting wordt gedeeltelijk afgebroken of omgezet door het anaerobe milieu. Daarna gaat het afvalwater door een ondergedompelde beluchte filter waarin het water een aantal dagen blijft (nr. 3). Er bevinden zich micro-organismen in de beluchte filter die instaan voor de zuivering van de organische belasting. De extra zuurstof die hiervoor nodig is wordt via een beluchtingsschijf onder de vorm van lucht ingebracht. Het fijn organisch materiaal wordt door de micro-organismen afgebroken om het gevaar op het dichtslibben van de zandfilter achteraf te beperken. Daarna gaat het gezuiverde water eerst naar het nabezinkingsvat (nr. 4) en dan naar het pompvat (nr. 5). Hieruit wordt het overgepompt naar de langzame zandfilter (nr. 6) die ervoor zorgt dat het water wordt ontsmet van o.a. Pythium, Phytophthora en Fusarium.

De opstelling heeft niet tot doel resten van meststoffen uit het afvalwater weg te zuiveren. Integendeel, bij hergebruik zullen de resten aan voedingsmiddelen in mindering kunnen worden gebracht. Het gezuiverde en ontsmette water komt dan in een opvangput terecht zodat het kan worden hergebruikt in de witlooftrek.

ontsmettingssysteem met langzame zandfilter

Met :

  1. Toevoer afvalwater vanuit de verzamelput
  2. Verzamelput als pompput (20.000 liter)
  3. Ondergedompelde beluchte filter (3.000 liter)
  4. Nabezinkingsvat (1.000 liter)
  5. Pompvat (1.000 liter)
  6. Langzame zandfilter
  7. Opvangput gezuiverd water (20.000 liter)
  8. Hergebruik gezuiverd water

 

Waar moet ik op letten bij teeltwisseling?

Drie weken na de start van de forcerie is het witloof oogstklaar. Tijdens die drie weken wordt de voedingsoplossing steeds gerecirculeerd. Om te vermijden dat de wortels van de volgende forceerbeurt geïnfecteerd zouden geraken door schimmels in de voedingsoplossing, reinigt u bij afsluiting van een forceerbeurt best de leidingen en uit het voorraadbassin verwijdert u de resterende voedingsoplossing.

Enkele aandachtspunten bij die reiniging:

  • Een goede reiniging bestaat uit de verwijdering van aanslag in de leidingen en het voorraadbassin en de eliminatie van schadelijke micro-organismen.
  • De reiniging kan gebeuren met de resterende voedingsoplossing.
  • Voor een grondige reiniging moet er een reinigingsmiddel worden toegevoegd.

Meer info

Stefaan Kint

M +32 478 57 18 71

E-mail: stefaan.kint@lv.vlaanderen.be

Delen: