Voor de bedrijven met openluchtgroenten schommelt het financieel inkomen in de periode 2012-2021 tussen de 39.300 euro en 133.800 euro per bedrijf en 22.400 euro en 79.300 euro per familiale arbeidskracht.
Voor de fruitteeltbedrijven schommelt het financieel inkomen in de periode 2012-2021 tussen de 21.200 euro en 188.600 euro per bedrijf en 12.800 euro en 107.900 euro per familiale arbeidskracht.
Voor de bedrijven gespecialiseerd in sierteelt onder glas schommelt het financieel inkomen in de periode 2012-2021 tussen de 73.500 euro en 291.700 euro per bedrijf en 32.000 euro en 167.300 euro per familiale arbeidskracht.
Binnen de akkerbouw nemen in 2021 de nonfactorkosten met ruim 92.000 euro het grootste deel van de totale kosten in. De factorkosten liggen met ruim 64.300 euro een stuk lager.
Binnen de melkveehouderij nemen in 2021 de nonfactorkosten met bijna 273.700 euro het grootste deel van de totale kosten in. De factorkosten liggen met 127.800 euro een stuk lager.
Binnen de vleesveehouderij nemen in 2021 de nonfactorkosten met bijna 135.200 euro het grootste deel van de totale kosten in. De factorkosten liggen met 78.900 euro een stuk lager.
Binnen de varkenshouderij nemen in 2021 de nonfactorkosten met ruim 519.700 euro het grootste deel van de totale kosten in. De factorkosten liggen met bijna 93.800 euro een stuk lager.
Binnen de legpluimveehouderij nemen in 2021 de nonfactorkosten met ruim 973.000 euro het grootste deel van de totale kosten in. De factorkosten liggen met 155.300 euro een stuk lager.
Binnen de slachtpluimveehouderij nemen in 2021 de nonfactorkosten met ruim 1.494.700 euro het grootste deel van de totale kosten in. De factorkosten liggen met ruim 96.100 euro een stuk lager.
Binnen de glastuinbouw nemen in 2021 de nonfactorkosten met bijna 827.400 euro het grootste deel van de totale kosten in. De factorkosten liggen met bijna 363.500 euro een stuk lager.