IPM in de akkerbouw (aardappelen, granen, suiker- en voederbieten)

Samenvatting

Duurzaamheid is al lang een prioriteit in het Europese beleid. In 2009 werd een richtlijn (2009/128/EC) uitgevaardigd met een kader waarbinnen de EU-lidstaten acties voor duurzaam gebruik van gewasbeschermingsmiddelen moesten uitwerken. IPM is één van de actiepunten. Binnen het EU-kader worden acht basisprincipes vooropgesteld die algemeen moeten worden toegepast op alle teelten: preventie, monitoring, schadedrempels, voorkeur voor niet-chemische bestrijding, selectieve middelen, minimaal noodzakelijke dosis, antiresistentiestrategie en registratie. Ondertussen passen veel akkerbouwers deze IPM-principes toe, maar de context van gewasbescherming is de jongste tijd snel en ingrijpend veranderd. Recent werd de Europese Green Deal en de Farm-to-Fork-strategie voorgesteld die eist dat de landbouwsector minder inputs (o.a. gewasbescherming) gebruikt. Bovendien verdwijnen in sneltempo actieve stoffen, leggen afnemers bovenwettelijke eisen op (bv. lagere residuvoorwaarden dan de wettelijke norm) en maken nieuwe of bijna verdwenen gewasbelagers opmars (bv. coloradokever). Het kader waarin telers aan IPM moeten doen is dan ook grondig gewijzigd.

Om in deze uitdagende omgeving de akkerbouwers vertrouwd te houden met de basisprincipes van IPM en hen te stimuleren om ze toe te passen, zullen de projectpartners hier massaal over communiceren. De kern van het betoog van dit demonstratieproject in aardappelen, granen, suiker- en voederbieten bestaat uit ‘(her)kennen’, ‘doen’ en ‘rekenen’.

  • (Her)kennen:

    Er wordt ingezet op het goed herkennen van ziekten, plagen, onkruiden én nuttige organismen enerzijds en het kennen van de levenscyclus van schadelijke en nuttige organismen anderzijds. Met de juiste informatie kan de akkerbouwer gericht actie ondernemen.
  • Doen: 

    Goede kennis over de efficiëntie van gewasbeschermingsmiddelen en -technieken en de omstandigheden en het tijdstip van behandeling is nodig om ziekten, plagen en onkruiden doeltreffend te beheersen. Tegelijkertijd zorgt een goede kennis hiervan voor minimale schadelijke effecten op de menselijke gezondheid, de niet-doelwitorganismen en het milieu. Zeker niet alle telers zijn voldoende vertrouwd met de nieuwste generatie gewasbeschermingsmiddelen, al dan niet van biologische of natuurlijke oorsprong.
  • Rekenen:

    Voor de belangrijkste gewasbelagers per teelt zal er voorgerekend worden wat de kostprijs is van de diverse IPM-beheersingsmechanismen.

Duurtijd en uitvoerders

Dit project loopt van 1 maart 2021 tot 28 februari 2023.

De uitvoerders zijn: het Interprovinciaal Proefcentrum voor de Aardappelteelt (PCA), Inagro, de Hooibeekhoeve en het Koninklijk Belgisch Instituut tot verbetering van de Biet (KBIVB)

Meer info

Ilse.eeckhout@proefcentrum-kruishoutem.be

Delen: