Op deze pagina:
- Hoe wordt de heffing op de winning van grondwater berekend?
- Wie moet een heffing op waterverontreiniging betalen?
- Hoe wordt de heffing op waterverontreiniging berekend?
Via de heffingen op grondwaterwinning moedigt de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM) u aan om spaarzaam om te gaan met grondwater en meer hemelwater te gebruiken.
Op de VMM-website vindt u alle praktische en inhoudelijke informatie over de heffing op winning van grondwater en de heffing op waterverontreiniging. De Vlaamse Milieumaatschappij berekent en int beide heffingen.
U vindt er onder meer:
- alle formulieren;
- informatie over de jaarlijkse aangifte;
- uitleg over de berekening van de heffingen (met actuele voorbeelden);
- een overzicht van de verschillende vrijstellingen.
Hoe wordt de heffing op de winning van grondwater berekend?
Grondwaterverbruik tot en met 499 m³ is vrijgesteld van de heffing op de winning van grondwater.
Bij de berekeningsmethode van een grondwatergebruik vanaf 500 m³ per jaar wordt een onderscheid gemaakt tussen:
- grondwater opgepompt uit een freatisch watervoerende laag tot en met 30.000 m³ per jaar
- grondwater opgepompt uit een afgesloten watervoerende laag of een totaal watergebruik groter dan 30.000 m³ per jaar
De berekeningsformules voor de heffing op de winning van grondwater kunt u raadplegen op de website van de Vlaamse Milieumaatschappij.
Voor de berekening van de heffing wordt rekening gehouden met specifieke laag- en gebiedsfactoren. Dit om overmatig geëxploiteerde grondwaterlagen extra te beschermen.
De gebiedsfactoren in de grondwaterheffing worden vanaf heffingsjaar 2010 tot en met heffingsjaar 2017 stelselmatig verhoogd. De verhogingen zijn zodanig bepaald dat in 2017 de gebiedsfactor voor de meest bedreigde lagen 5 bedraagt, waardoor de prijs van grondwater ongeveer dezelfde wordt als de prijs die momenteel betaald wordt voor opgewaardeerd oppervlaktewater, opgewaardeerd hemelwater of opgewaardeerd afvalwater, ook grijswater genoemd. De stapsgewijze verhoging laat de bedrijven toe om op een rechtszekere manier actie te ondernemen, hetzij om het gebruik van diep grondwater te verminderen door waterbesparende maatregelen of om de overstap te kunnen maken naar het gebruik van alternatieven voor grondwater.
In deze tabel wordt de evolutie van de gebiedsfactoren geschetst.
Gebiedsfactor heffingsjaar 2009 |
Jaarlijkse toename |
Gebiedsfactor heffingsjaar 2017 |
---|---|---|
1 | 0,03125 | 1,25 |
1,25 | 0,0625 | 1,75 |
1,5 | 0,125 | 2,5 |
1,75 | 0,21875 | 3,5 |
2 | 0,375 | 5 |
Wie moet, naast de heffing op de winning van grondwater, een heffing op waterverontreiniging betalen?
Watergebruikers die minder dan 500 m³ leidingwater per jaar gebruiken en/of die beschikken over een waterwinning met een capaciteit van minder dan 5 m³ per uur, behoren tot de kleinverbruikers. Deze groep bestaat voornamelijk uit gezinnen, maar ook sommige landbouwers behoren hierbij.
Grootverbruikers verbruiken minstens 500 m³ leidingwater per jaar en/of beschikken over een eigen waterwinning met een pompcapaciteit van minstens 5 m³ per uur. Landbouwers zijn doorgaans grootgebruikers.
Hoe wordt de heffing op waterverontreiniging berekend?
De berekeningswijze van de heffing op waterverontreining voor land- en tuinbouwers, zowel voor kleinverbruikers als voor grootverbruikers, kunt u raadplegen op de website van de Vlaamse Milieumaatschappij.