Er zijn verschillende factoren die meespelen of er wel of geen schade zal optreden door nachtvorst. De voorbije jaren is er vastgesteld dat hierin geen rechte lijn kan getrokken worden. Bloembotkwaliteit, bemesting, windsnelheid, relatieve luchtvochtigheid, verdamping, de dagtemperatuur vóór de lentenachtvorst, de fysiologische toestand van de plant … Het zijn allemaal factoren die een invloed hebben. Een gesloten, vochtige en zuivere zwartstrook beperkt ook al de schade.
De thermometer moet op de grens van de gras- en zwartstrook hangen. Het is belangrijk om te werken met een geijkte thermometer. De ijking gebeurt in smeltend ijs waarvan de temperatuur gelijk is aan 0°C. Hou met de eventuele afwijking rekening bij het aflezen van de temperatuur.
| Stadium | Peer (USA) Tkrit |
Peer (USA) 10% |
Peer (USA) 90% |
Appel (USA) Tkrit |
Appel (USA) 10% |
Appel (USA) 90% |
Boskoop (NL) Tkrit |
Natte thermometer (beregening) |
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Schuivende bot | -7°C | -9,4°C | -17,6°C | -7°C | -9,4°C | 16,7°C | - | - |
| Zwellende bot | - | - | - | -4°C | -7,7°C | -12,2°C | -4°C | -4°C |
| Openbrekende bot | -6°C | -6,7°C | -14,4°C | -4°C | -5°C | -9,4°C | -3,2°C | -4°C |
| Muizenoor | -4,5°C | -4,4°C | -9,4°C | -3,5°C | -2,8°C | -6,1°C | -2,7°C | -2°C |
| Begin roze knop | -2,8°C | -3,3°C | -5,6°C | -2,2°C | -2,2°C | -4,4°C | -1,8°C | -2°C |
| Begin bloei | -2°C | -2,8°C | -5°C | -2°C | -2,2°C | -3,9°C | -1°C | -0,5°C |
| Volle bloei | -1,6°C | -2,2°C | -4,4°C | -1,8°C | -2,2°C | -3,9°C | -0,5°C | 0°C |
| Na de bloei | -1,5°C | -2,2°C | -4,4°C | -1,6°C | -2,2°C | -3,9°C | -0,5°C | 0°C |
Bron: pcfruit vzw
In de 1e kolom (Tkrit) staan Franse drempelwaarden vanaf wanneer schade kan optreden. De 2e en 3e kolom geven de drempelwaarde vanaf wanneer er 10% en 90%-schade kan optreden onder USA klimaatomstandigheden (in een droger klimaat). In de tabel vindt u ook de kritische temperaturen voor de appelvariëteit Boskoop afkomstig uit de Nederlandse literatuur. Voor de natte bolthermometer zijn de drempelwaarden gebaseerd op gegevens van Zuid-Tirol.
Tussen de variëteiten zijn er ook verschillen wat betreft nachtvorstgevoeligheid. Vruchtschilafwijkingen (stropdas, bavet, neuzen) kunnen al bij minder diepe temperaturen ontstaan.
De temperaturen gelden bij windstil weer. Zodra er wind is, is het koude-effect veel sterker, zodat er dan vroeger gestart moet worden met de nachtvorstwering. Gebruik hiervoor de natte bolthermometer.
Bij een heldere hemel en droge lucht is de afkoeling van de plantendelen sterker dan weergegeven door een thermometer. Door gebruik te maken van een natte bolthermometer kan dit gemeten worden.
Bij minder lage temperaturen kan ook schade ontstaan, denk aan de vorstringen en de vorststrepen van de voorbije vorstjaren. Bij te felle wind moet u ook opletten voor een slechte waterverdeling. Bij lage relatieve vochtigheid, wind, open hemel en diepe temperaturen moet de waterhoeveelheid aangepast worden, dit komt neer op een verhoging.
Meer informatie
pcfruit vzw, Proefcentrum Fruitteelt vzw
Fruittuinweg 1
3800 Sint-Truiden (Kerkom)
Tel.: 011 69 70 80
E-mail: info@pcfruit.be
Website: www.pcfruit.be