Bioveiligheidsmaatregelen op landbouwbedrijven

Generieke richtlijnen rond bioveiligheidsmaatregelen bij bedrijfsbezoeken op bedrijven met dieren die altijd moeten worden gevolgd

Voor uw vertrek

  • Ga na of er geen bijkomende beperkingen gelden n.a.v. een recente uitbraak van een specifieke dierziekte. Als dit het geval is krijgen deze altijd voorrang. Als er bv. risicozones (in buiten- of binnenland) zijn afgebakend m.b.t. bepaalde dierziekten waarin u of uw wagen zich recent hebben bevonden, ga dan na of er geen periode is vastgesteld waarop u bepaalde bedrijven niet mag bezoeken.
  • Vraag u steeds af of uw aanwezigheid op het bedrijf noodzakelijk is. Vraag u expliciet af of u uw aanwezigheid kan beperken tot woning en/of bureau.
  • Maak indien de aard van het bezoek dit toelaat een afspraak zodat de veehouder bij voorbaat zijn eigen bioveiligheidsregels kan meedelen (bv. een ‘diervrije periode’ waarin u geen contact mag gehad hebben met bepaalde diersoorten). Vraag zeker ook of het bedrijf over een bijzondere status beschikt (bv. SPF-bedrijf (specific pathogen free) of bedrijven met hoge gezondheidsstatus). Is dit het geval, vraag naar de consequenties en hou daar rekening mee.
  • Als contact met de dieren of uw aanwezigheid in de stallen onvermijdelijk is, is het aangewezen om het aantal bezoeken zoveel mogelijk te beperken tot 1 per dag. Gaat dit om efficiëntieredenen niet, wees dan uiterst zorgvuldig met betrekking tot handen- en voetenhygiëne en gebruik van bedrijfseigen kledij. Meld ook altijd aan de veehouder dat u al op een ander bedrijf bent geweest en vraag of dit niet in strijd is met het op het bedrijf geldende bioveiligheidsprotocol.
  • Vermijd, zeker kort voor uw bezoek, zoveel mogelijk (intensief) contact met (ook hobbymatig gehouden) vee (bv. kippen) van dezelfde diersoort, ook in uw thuissituatie.
  • Sommige varkenshouders vragen als extra voorzorgsmaatregel dat u een tijdspanne van 48u respecteert tussen het bezoek aan twee varkensbedrijven. Indien de varkenshouder dit vraagt, respecteer deze regel.
  • Zorg dat u over het gsm-nummer van de bedrijfsleider(s) beschikt voor u op bedrijfsbezoek gaat. Zo kan u de landbouwer ter plaatse contacteren en kan u onnodig betreden van bedrijfsgebouwen vermijden.
  • Zorg ervoor dat u voor elk bedrijfsbezoek over een wegwerpoverall (nog verpakt) en wegwerpoverschoenen beschikt.
  • Zorg dat u over een ontsmettingsmiddel voor handhygiëne beschikt.
  • Draag propere kledij en schoenen.
  • Draag liefst geen kledij die de indruk geeft bedrijfskledij te zijn die mogelijk bij een ander bedrijf hoort (laarzen, veiligheidsschoenen, …).
  • Verplaats u met een propere wagen, zeker vrij van zichtbaar vuil zoals modder, mest en/of ander organisch materiaal. Let er ook op dat de beenruimte van uw wagen aanvaardbaar proper is.

Bij aankomst

  • Is uw aanwezigheid op een landbouwbedrijf waar dieren aanwezig zijn noodzakelijk, maar uw aanwezigheid in de stallen en/of contact met de dieren is niet vereist, blijf dan ook altijd buiten de stallen (dierverblijven) die samen de zogenaamde 'propere zone' vormen. Dit is de zone waaruit men eventuele kiemen wil houden.
    • Blijf in de zone met vrije toegang, dit omvat bv. de eventuele parking, de woning en eventueel het bureau. Op sommige bedrijven is deze zone zeer duidelijk te herkennen aan de hand van afgesloten poorten en deuren die de grens aangeven tussen de zone met vrije toegang (niet-propere zone) en de propere zone. Respecteer verbodstekens of kettingen en volg eventuele pijlen. Beschouw een poort die toevallig openstaat niet als een uitnodiging om door te rijden (tenzij dit de enige toegang is naar de woning). Op veel bedrijven is de scheiding echter veel minder duidelijk. Rij nooit het erf volledig op tot bij de stallen of staldeuren. Als er geen duidelijke bezoekersparking is, parkeert u zo dicht mogelijk bij de woning. Laat bij twijfel uw voertuig achter op de openbare weg.
    • Ga in geen geval op zoek naar de veehouder in de stallen. Ga rechtstreeks naar de woning of het bureau. Zorg dat u het gsm-nummer bij de hand hebt om de veehouder eventueel te kunnen bellen. Draag geen kledij die als bedrijfskledij zou kunnen beschouwd worden (bv. laarzen, veiligheidsschoenen).
    • Op bedrijven waar er geen duidelijke scheiding is tussen de propere zone en de zone met vrije toegang en u de kans loopt ongewild de propere zone te betreden, is het aangewezen om overschoenen aan te trekken. Trek deze aan voor u uit uw wagen stapt en hou ze aan tot u weer in uw wagen stapt (of tot aan de woning, gebruik dan een nieuw paar bij het vertrek). Raak de onder- en buitenkant niet aan en geef ze daar aan de veehouder of stop ze in een proper zakje om later weg te gooien.

Bij het betreden van de propere zone

  • Vraag u nog eens af of uw aanwezigheid in de stallen strikt noodzakelijk is, moet u wel degelijk in de propere zone komen? Sommige stallen zijn voorzien van een zichtgang, als uw aanwezigheid daar volstaat om uw opdracht uit te voeren, beperk u dan daartoe.
  • Betreed nooit de propere zone zonder begeleiding, tenzij er duidelijke instructies uithangen/gegeven zijn dat dit toegelaten is (bv. via een hygiënesluis), volg in dat geval de voorschriften zeer consequent op.
  • Neem nooit voedsel (zeker geen vlees), drank of rookgerief mee in de propere ruimte. Eet, drink of rook dus ook niet in de propere ruimte, niet het minst voor uw eigen veiligheid (om besmetting met zoönosen te voorkomen).
  • Neem geen overbodige spullen mee. Vraag m.b.t. de spullen die u wel nodig hebt aan de veehouder of hij het nodig vindt om bedrijfseigen materiaal ter beschikking te stellen (bv. balpen, klembord, afgeprint formulier, …).
  • Vul het bezoekersregister correct in (inclusief handtekening) als dat aanwezig is. Als dat niet aanwezig is, zorg er dan voor dat de veehouder later (en indien nodig) op basis van andere documenten (bv. controle verslagen of visitekaartjes) uw coördinaten kan terugvinden.
  • Op veel (maar niet alle) bedrijven is een hygiënesluis aanwezig, dit is de ruimte die de mogelijkheid geeft om eigen (boven)kleding/schoeisel te wisselen voor bedrijfsspecifieke kleding/schoeisel en om de handen te wassen. In de hygiënesluis bevindt zich normaalgezien de scheiding niet-proper/proper door middel van bv. een lijn op de vloer (of de muur), een lint/touw of ketting, een bankje of een doorloopdouche.
  • Als er in de hygiënesluis een duidelijk protocol uithangt of aanwezig is, volg dit dan nauwgezet.
  • Is er geen protocol beschikbaar of is dit niet duidelijk, zoek dan eerst de scheidingslijn en kijk waar het stromend water zich bevindt t.o.v. deze scheiding. Laat uw eigen schoenen, jas en alle materiaal dat u niet persé nodig hebt aan de niet-propere kant achter.
  • Als de wasbak zich vóór de scheiding bevindt, was en ontsmet dan uw handen na het uitrekken van uw eigen kledij en schoenen en vóór u over de scheiding stapt, stap over de lijn, het touw of het bankje (indien dit mogelijk is bij voorkeur zonder uw kousen aan de niet-propere kant op de grond te plaatsen). Trek dan de bedrijfskledij en –schoeisel aan.
  • Is het bv. omwille van huidirritaties niet aangewezen uw handen te ontsmetten, trek dan na het wassen nieuwe wegwerphandschoenen aan als alternatief.
  • Bevindt de wasbak zich ná de scheiding, was en ontsmet dan eerst uw handen voor uw de bedrijfskledij en schoeisel aantrekt.
  • Als er een laarzenreiniger en/of een (propere) ontsmettingsbak aanwezig is, reinig dan de bedrijfslaarzen vóór u de hygiënesluis verlaat.
  • Is er geen stromend water aanwezig, ontsmet dan uw handen met het meegebrachte ontsmettingsmiddel ná het uitrekken van uw eigen kledij en schoeisel en vóór het aantrekken van de bedrijfskledij en –schoeisel.
  • Is er wel een soort omkleedlokaal met stromend water en bedrijfskledij maar geen duidelijke scheiding tussen niet-proper en proper, leg dan uw eigen schoeisel en kledij aan de andere kant van de wasbak ten opzichte van de plaats waar de bedrijfskledij hangt of ligt, was en ontsmet uw handen en trek de bedrijfskledij en -schoeisel aan.
  • Is er alleen een lokaal met bedrijfskledij, zonder stromend water en zonder duidelijke scheiding tussen niet-proper en proper, leg dan uw eigen schoeisel en kledij op een andere plaats dan de bedrijfskledij, ontsmet uw handen en trek bedrijfskledij en -schoeisel aan.
  • Is er geen passende bedrijfskledij of stromend water aanwezig, ontsmet dan uw handen en trek de meegenomen nieuwe wegwerpoveral en overschoenen aan voor u de stal betreedt.
    • Ontsmetten heeft overigens weinig zin als uw handen visueel zeer onzuiver zijn, vraag in dat geval eerst om reinigingsdoekjes, of om water uit de woning te halen of om uw handen in de woning te mogen wassen.
  • Is er een doorloopdouche die als scheiding dienst doet (een douchesluis die de enige toegang tot de stallen vormt), laat dan al uw eigen kleren achter in het eerste compartiment, douche minstens vier minuten in het middelste compartiment (was ook uw haar), en trek in het derde compartiment de bedrijfskledij aan, inclusief het beschikbare ondergoed/kousen van het bedrijf.
    • Dergelijke voorziening hoort thuis op een bedrijf met het hoogste niveau van aandacht voor bioveiligheid. U mag dan ook verwachten dat doucheruimte en bedrijfskledij in hygiënische staat worden gehouden en dat het water op de geschikte temperatuur is. Is dat niet het geval, dan kan men niet van u verwachten dat de infrastructuur correct gebruikt wordt.
  • Is er een douche aanwezig die niet als sluis/doorloopdouche dient, maar de veehouder staat er op dat er gedoucht wordt en de hygiëne/watervoorziening is voldoende, laat dan uw bovenkledij en schoenen achter voor u in de douche stapt, neem een douche, ontsmet uw handen en trek dan de bedrijfskledij aan.
  • Laat ALLE overbodige spullen achter in het niet-proper gedeelte van de hygiënesluis (tassen, horloges, GSM, juwelen, …) of laat ze in uw wagen of thuis achter.
  • Als er een UV-ontsmettingskast aanwezig is, laat dan bv. brillen, tablet en andere noodzakelijke spullen in de UV-kast plaatsen als de veehouder daar op staat. Als er geen UV-kast is, laat noodzakelijke spullen die zonder gevaar op schade nat ontsmet kunnen worden (bv. met ontsmettingsdoekjes of een spray) ook ontsmetten als de veehouder daar op staat.

In de propere zone

  • Raak zo weinig mogelijk dieren, diervoeder en dierlijke producten aan.
  • Drink, eet en rook niet.
  • Denk ook na over uw eigen veiligheid/gezondheid. Heeft u bv. gevoelige luchtwegen, draag een aangepast stofmasker (hetzij wegwerp hetzij ontsmet tussen bedrijven).
  • Volg de instructies van de veehouder als u meerdere stallen of afdelingen moet betreden. Dit betreft bv. de volgorde waarin stallen/afdelingen worden bezocht (normaalgezien van jong naar oud, van gezond naar ziek, van ziektevrij naar niet ziektevrij, …), het wisselen van bedrijfskledij en –schoeisel, het tussendoor reinigen en ontsmetten van laarzen, het tussendoor wassen en ontsmetten van uw handen, … Uiteraard geldt dit alleen als de veehouder zich daar zelf ook strikt aan houdt.
  • Vermijd zoveel mogelijk het betreden van stallen waar zieke dieren of dieren in quarantaine worden gehouden en hou zeker voldoende afstand tot deze dieren.

Bij vertrek uit de propere zone

  • Als u terugkomt in de hygiënesluis, dus aan de propere kant van de scheidingslijn, wast en ontsmet u indien mogelijk de gebruikte laarzen en plaatst u ze in het laarzenrek indien aanwezig. Laat de bedrijfskledij achter (wasmand of kapstok). Ook wegwerpmateriaal laat u aan deze kant van de scheiding achter (vuilbak). Was en ontsmet uw handen als de wasbak zich aan deze kant bevindt.
  • Stap over de lijn/het touw/het bankje …
  • Was en ontsmet uw handen als u dat nog niet eerder deed en de wasbak zich aan deze kant bevindt en trek dan pas uw schoenen en jas terug aan.
  • Douchen is bij vertrek altijd optioneel.

Bijkomende richtlijnen voor weidepercelen/uitloop

Bioveiligheid is ook van belang als u weidepercelen of een uitloop moet betreden.

  • Ga altijd vooraf bij de veehouder na of het wel degelijk om het juiste perceel gaat en of er geen gevaarlijke dieren (bv. stieren, koeien, zeugen, …) aanwezig zijn.
  • Ga niet van de ene naar de andere weide of uitloop met hetzelfde schoeisel, ook niet als ze door dezelfde landbouwer worden uitgebaat. Wissel tussendoor van laarzen of van overschoenen.
  • Als u poorten of hekkens hebt geopend, sluit ze zorgvuldig zodra u er door bent.

Bijkomende richtlijnen voor eierverzamelruimtes

  • Beschouw de eierverzamelruimte als een aparte afdeling waarvoor afdelingsspecifieke kledij en schoeisel wordt gebruikt.
  • Vermijd het aanraken van dierlijke producten met de blote hand. Vraag aan de bedrijfsverantwoordelijke om bv. een schuif met eieren te tonen of draag handschoenen.
Delen: