Bioveiligheidsmaatregelen op tuinbouwbedrijven

Generieke richtlijnen rond bioveiligheidsmaatregelen voor bedrijven met plantaardige teelten

Vooral onder beschutting, zijnde teelten in serres, champignonteelt, maar ook voor sommige openlucht (sier)teelten.

Voor uw vertrek

  • Ga na of er specifieke maatregelen gelden n.a.v. een recente uitbraak van een specifieke plantenziekte. Als dit het geval is, krijgen deze altijd voorrang.
  • Vraag u steeds af of uw aanwezigheid op het tuinbouwbedrijf noodzakelijk is. Vraag u expliciet af of uw aanwezigheid kan beperkt worden tot woning en/of bureau.
  • Maak indien de aard van het bezoek dit toelaat een afspraak zodat de tuinbouwer bij voorbaat zijn/haar  eigen bioveiligheidsregels kan meedelen.
  • raak zo weinig mogelijk planten aan. Lukt dat niet, is het aangewezen om het aantal bezoeken zoveel mogelijk te beperken tot 1 per dag. Gaat dit om efficiëntieredenen niet, wees dan uiterst zorgvuldig met betrekking tot handen- en voetenhygiëne en gebruik van bedrijfseigen kledij. Meld ook altijd aan de tuinbouwer dat u al op een ander bedrijf bent geweest en vraag of dit niet in strijd is met het op het bedrijf geldende bioveiligheidsprotocol.
  • Let ook op wat u eet voor het bezoek. Eet je bvb een tomaat besmet met ToBRFV (zie teelten in serres) en u bezoekt erna een tomatenbedrijf, dan is er risico op overdracht van deze plantenziekte (niet gevaarlijk voor mens). Vermijd dus zo’n situatie! Strikte handhygiëne is ook in dit kader cruciaal.
  • Zorg dat u over het gsm-nummer van de bedrijfsleiders beschikt voor u op bedrijfsbezoek gaat. Zo kan u hem altijd contacteren en vermijdt u onnodig betreden van bedrijfsruimtes.
  • Zorg ervoor dat u voor elk bedrijfsbezoek over een wegwerpoverall (nog verpakt) en overschoenen/-laarzen beschikt.
  • Zorg dat u over een ontsmettingsmiddel voor handhygiëne beschikt.
  • Draag propere kledij en schoenen.
  • Draag geen kledij die als bedrijfskledij zou kunnen beschouwd worden
  • Verplaats u met een propere wagen, zeker vrij van zichtbaar vuil zoals modder, mest en/of ander organisch materiaal. Let er ook op dat de beenruimte van uw wagen aanvaardbaar proper is.

Bij aankomst

  • Is er een aanduiding waar bezoekers parkeren, parkeer daar.
  • Blijf altijd in de zone met vrije toegang, dit omvat bv. de (bezoekers)parking, de woning en het bureau. Ga rechtstreeks naar de woning of het bureau en ga zeker NIET op zoek naar de bedrijfsleider in de serres of bedrijfsgebouwen. Bij afwezigheid, contacteer de bedrijfsleider dan via zijn/haar gsm.
  • Op sommige bedrijven is de propere zone duidelijk te herkennen aan de hand van poorten en deuren. Deze grens overschrijdt u niet zonder de maatregelen die daar gelden (zie volgende titel toe te passen). Op bedrijven waar er geen duidelijke scheiding is tussen de propere zone en de zone met vrije toegang is het aangewezen om overschoenen aan te trekken. Trek deze aan voor u uit uw wagen stapt en houd ze aan tot u weer in uw wagen stapt (of tot aan de woning, gebruik dan een nieuw paar bij het vertrek).

Bij betreden van de propere zone

  • Vraag u nog eens af: is uw aanwezigheid daar strikt noodzakelijk? Dat wil zeggen, moet u in de propere zone, komen  bv. serres?
  • Neem nooit voedsel, drank of rookgerief mee in de propere ruimte. Eet, drink of rook dus ook niet in de propere ruimte.
  • Betreed nooit een propere zone zonder begeleiding.
  • Is er een bezoekersregister, vul dit dan correct in. Als dat niet aanwezig is, zorg er dan voor dat de tuinbouwer later (en indien nodig) op basis van andere documenten (bv. controle verslagen of visitekaartjes) uw coördinaten kan terugvinden.
  • Trek steeds bedrijfskledij aan, indien geen bedrijfskledij aanwezig is, gebruik dan nieuwe wegwerpkledij (overall, overschoenen, handschoenen).
  • Hou u aan de hieronder beschreven sector specifieke maatregelen.
  • Hou u bijkomend ook aan alle bioveiligheidsmaatregelen die van toepassing zijn op het bedrijf.
  • Vermijd het aanraken van planten en het door de planten lopen

Bij vertrek uit de propere zone

  • Trek de bedrijfs- of wegwerpkledij uit en deponeer ze in was mand of vuilbak

Teelten in serres

Ook planten kunnen ziek worden of besmet worden door virussen of andere schadelijke organismen die mensen kunnen overbrengen. Het Tomato brown rugose fruit virus (ToBRFV) is het meest actuele. Het is een virus dat kan voorkomen op tomaat, paprika en Spaanse peper. Het virus is niet gevaarlijk voor mensen of dieren, maar tast de teelt wel aan. Het virus is gemakkelijk via contact overdraagbaar via handen, handschoenen, gebruikte gereedschappen of zelfs mobiele telefoons. Maar het virus kan ook via zaad worden overgedragen op jonge planten.

Bij komkommer heb je het komkommerbontvirus, dat zeer gelijkaardig aan ToBRFV kan overgedragen worden. In kropsla is er een bodemgebonden schimmel Fusarium die u via gronddeeltjes aan uw schoenen kunt overbrengen. Dit zijn momenteel de meest bekende voorbeelden, maar dat neemt niet weg dat u best altijd voorzorgen neemt. Er kan altijd een nieuwe plantenziekte opduiken. Daarom checkt u best voor uw vertrek nog eens of er nieuwe omstandigheden zijn (zie begin van dit document)

Welke hygiënemaatregelen nemen?

  • Bij teelten met groot risico (zoals genoemde): overweeg voor u de serre betreedt of u er echt binnen moet gaan
  • Denk na: heb ik alle generieke maatregelen genomen om het risico te minimaliseren.
  • Vraag aan de bedrijfsleider welke hygiënemaatregelen van kracht zijn voor de betrokken teelt. En pas deze toe minstens met de hierboven beschreven algemene maatregelen, aangevuld met de volgende voorzorgen:
    • Voor u ‘propere zone’ betreedt, haal alle materiaal uit de zakken en laat dat liggen (GSM, pen, notitieblok, …)
    • Handen ontsmetten
    • Beschermkledij aantrekken: eenmalige wegwerpkledij (overalls, overlaarzen, handschoenen en haarkapjes, uit nog gesloten verpakking) óf draag kledij die door het bedrijf beschikbaar gesteld is
    • Met de beschermkledij door hygiënesluis (producten die het virus afdoden of javel gebruiken) of wat er op het bedrijf ter beschikking is, met aandacht voor goede ontsmetting voeten (overlaarzen) en handen (handschoenen)
  • Voor plantenvirussen: Persoonlijke middelen (ook gsm!) blijven in de kleedkamer/buiten de serre. Bij bodemgebonden schimmels zoals Fusarium is dit niet van toepassing. Daar vermijd je vooral dat je gronddeeltjes van de ene serre naar de andere verspreidt.
  • Nadat u de serre hebt betreden: beschermkledij uittrekken en (voor wegwerpkledij) in de daartoe bestemde afvalbak achterlaten.

Sierteelt

In de sierteeltsector zijn er redelijk wat jonggoedbedrijven die een grote verscheidenheid van sierteeltplanten vermeerderen. Maar ook bij ‘gewone’ productiebedrijven is voorzichtigheid geboden. Bij praktisch iedere soort sierplant kan één of meerdere ziekte en/of plaag opgesomd worden, die ernstige (economische) schade veroorzaakt zodra ze op een bedrijf geïntroduceerd worden. Enkele voorbeelden:

  • bacterievuurgevoelige gewassen (vb meidoorn, vuurdoorn, rosa-soorten …)
  • Japanse roest bij chrysanten
  • Xanthomonas bij knolbegonia
  • Pseudomonas bij prunussoorten
  • weekhuidmijten bij kamerazalea’s
  • Phytophthora ramorum bij rhododendron, viburnum, eik, beuk en andere loofboomsoorten.

Uitgangspunt is telkens: naast de generieke maatregelen ook niet door het gewas lopen om beschadiging en overdracht van besmetting te vermijden!

Paddenstoelenteelt

Ook voor paddenstoelenteelt (champignons, oesterzwammen, …) zijn deze generieke veiligheidsmaatregelen van belang. Daar is het risico het binnenbrengen van parasitaire schimmels die de champignon (ook een schimmel) kunnen misvormen. Ze kunnen via kledij, schoenen, … binnengebracht worden. Of bijvoorbeeld vliegjes of muggen die dan weer ziektes voor de champignon verder overdragen.

Vraag daarom dus ook steeds op het bedrijf naar de specifieke maatregelen.

Delen: