KOE: Klimaatvriendelijke Ommekeer met Eigen voer

Korte samenvatting

Doordachte teeltkeuze en vruchtwisseling op een melkveebedrijf is de basis om tot maximale CO2 opslag in de bodem te komen en input door kunstmest te beperken. Dit staat in contrast met de huidige gangbare teeltplannen en rantsoenen op de melkveebedrijven waar enkel gras en maïs wordt geteeld en vervoederd.

Het project ‘KOE’ wil drempels wegwerken door teelttechnische aspecten van grasklaver, voederbieten, rietzwenkgras en veldbonen te demonstreren. Ook inpassing van deze gewassen in de rantsoenen komt aan bod.  De bevindingen worden verspreid via teelttips en teeltfiches, proefveldbezoeken en workshops voor en met landbouwers.

Gedetailleerde samenvatting

Doordachte teeltkeuze en vruchtwisseling op een melkveebedrijf is de basis om tot maximale CO2 opslag in de bodem te komen.  Inpassing van vlinderbloemigen (gras-klaver,  veldbonen) of meer droogteresistente (rietzwenkgras) of opbrengstzekere (voederbieten) gewassen in de teeltrotatie bieden ook grote voordelen naar het beperken van de kunstmestinput (en dus ook veel minder indirecte CO2-productie).

Dit staat in contrast met de huidige gangbare teeltplannen en rantsoenen op de melkveebedrijven waar enkel gras en maïs wordt geteeld en vervoederd, meestal in combinatie met aangekochte bijproducten en krachtvoeders.  Ondanks GLB, agromilieumaatregelen, .. blijven landbouwers vasthangen aan dit vaste stramien.  Landbouwers hebben schrik voor de veranderingen, deels op het teeltniveau : zijn deze teelten wel opbrengstzeker?, zijn zij vlot inpasbaar in het teeltplan, wat met de mestafzet?,.... Maar ook op het niveau van het vervoederen zit men met vragen : brengt dit niet te veel werk met zich mee?, passen granen of voederbieten wel in het rantsoen van mijn hoogproductieve koeien?, moet ik niet meer of ander/duurder krachtvoer gaan aankopen?, gaat de ruwvoeropname van mijn koeien niet achteruit?…

Binnen het LCV en bij de partners ervan liepen en lopen heel wat onderzoeks- en demonstratieprojecten die zowel rond het teelttechnische aspect , de bewaring en vervoedering als rond het inpassen in het melkveerantsoen voor kennisopbouw zorg(d)en. Toch vinden de technieken moeilijk doorgang naar de praktijkbedrijven. 

Dit project zal teelttechnische aspecten van klimaatvriendelijke teelten onder de loop nemen.  Bij grasklaver wordt op praktijkpercelen een gangbare bemesting vergeleken met een door LCV geadviseerde bemesting.  Voor voederbieten zal een rassendemo worden aangelegd en wordt inkuilen van gesneden voederbieten in een mengkuil gedemonstreerd.  De voederwaarde van rietzwenkgras wordt vergeleken met deze van Engels raaigras na inkuilen van gras verzameld op praktijkpercelen in micro-kuilen.   Voor triticale-veldbonen gaat men op zoek naar de beste combinaties en rassen in de praktijk op 2 proefvelden in Bottelare en Koksijde.  Ook het inkuilen ervan als deegrijp graan wordt getest.

Daarnaast zal op de Hooibeekhoeve een demonstratieve voederproef worden uitgevoerd waar praktijkwaardige rantsoenen met inpassing van granen, voederbieten of grasklaver worden vergeleken met de ‘gangbare’ gras/maïsrantsoenen.   

Al de bevindingen en resultaten worden naar rundveebedrijven verspreid via teelttips (nieuwsflash LCV) , proefveldbezoeken en workshops.  Deze informatie zal worden gebundeld in een digitale brochure bij het einde van de projectperiode begin 2019.

Duurtijd en partners

Dit project loop van 01/03/2017 tot 28/02/2019 en wordt uitgevoerd door volgende projectpartners: Landbouwcentrum voor Voedergewassen, ILVO Plant en Dier, Proefhoeve Bottelare, Hooibeekhoeve, Inagro

Meer info?

Landbouwcentrum voor Voedergewassen

Ilse Van den Broeck

Tel. 014 85 27 07 - ilse.vandenbroeck@provincieantwerpen.be

An Schellekens

Tel. 0495 203 455 - an.schellekens@provincieantwerpen.be

www.provincieantwerpen.be   

Delen: