Het toasten van veldbonen

Tijdens de Veetournee studiedag op 7 juli 2022 op de Vives Campus te Kortrijk ging Nick Rutten (Hooibeekhoeve) in op de vraag of veldbonen soja kunnen vervangen als eiwitbron in melkveerantsoenen. Deze resultaten kaderen in het  demonstratieproject ‘Potentieel voor eiwittransitie met veldbonen van lokale teelt’, met steun van de Vlaamse overheid en het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling.

Toasten, waarom?

De import van eiwitrijke voedermiddelen, zoals soja, is belangrijk voor veevoeder en maakt een groot deel uit van de totale voederkost. Toch staat de overzeese import van soja reeds lange tijd ter discussie in de maatschappij. Met de Vlaamse eiwitstrategie willen de Vlaamse overheid en partners inzetten op het verminderen van sojagebruik in de dierlijke productie en het stimuleren van de teelt van eiwitrijke diervoeders, zoals veldbonen.

De hoogwaardigheid van het eiwit, de voederwaarde en het gemakkelijk gebruiken van soja zorgen ervoor dat veehouders vasthouden aan deze eiwitbron. Maar de voederwaarde van veldbonen, met veel zetmeel en eiwit, sluit ook goed aan bij de specifieke rantsoenvereisten voor melkvee. Echter zijn rauwe veldbonen tamelijk onbestendig, dit betekent dat ze voornamelijk in de pens worden verteerd. Het DVE-gehalte van rauwe veldbonen is dan ook een stuk lager dan bij sojaschroot en aangezien er ook ongeveer 40% zetmeel in veldbonen zit, is het moeilijker om ze in te zetten als eiwitcorrector. Zonder de veldbonen te toasten, kan je ze eerder inzetten als evenwichtig krachtvoer.

Toasten kan een oplossing bieden om de veldbonen geschikter te maken als eiwitbron voor melkvee. Door te toasten stijgt namelijk de bestendigheid van zowel het eiwit als het zetmeel. In de proef waarbij onderzoekers het DVE- en zetmeelgehalte hebben gemeten voor en na het toasten, zagen ze een toename van 119 g/kg DS naar 156 g/kg DS voor DVE en van 118 g/kg DS naar 149 g/kg DS voor bestendig zetmeel. Door het toasten neemt de eiwitkwaliteit dus toe en wordt het makkelijker om ze in te zetten als eiwitcorrector ter vervanging van sojaschroot. Daarnaast worden de aanwezige ANF’s (anti-nutritionele factoren) geneutraliseerd, neemt het vochtgehalte af waardoor de bonen 1 tot 2 jaar bewaard kunnen worden en worden mogelijke aanwezige insecten en larven vernietigd.

Tabel 1 Voederwaarde van veldbonen voor en na het toasten (g/kg DS)
- DS VEM DVE OEB RE %BRE BRE ZET %BZET BZET FOS
voor toasten 890 1116 119 109 278 24.7 69 364 32.6 118 618
na toasten 903 1116 156 86 289 37.8 109 376 39.6 149 547

Voor deze voederproef werden de veldbonen getoast met een mobiele toastinstallatie. Om goede resultaten te behalen, is juist toasten belangrijk. Bij dit proces worden de veldbonen verhit met hete lucht van 280°C tot de kern van de veldbonen een temperatuur van 115°C bereikt. Het verhitten met zo’n hoge temperaturen brengt een zekere kost met zich mee, daarenboven is het nog niet mogelijk om beroep te doen op een mobiele toaster in Vlaanderen. Daarom werd een mobiele toaster uit Frankrijk gebruikt tijdens het demonstratieproject. Algemeen moet je rekenen op een verplaatsingskost naar Vlaanderen van €2.000, die eventueel kan gedeeld worden door verschillende stopplaatsen. Het toasten zelf kost €350 per uur, aan 5 à 6 ton per uur komt dat op ongeveer €64 per ton. Het voordeel van deze mobiele toaster is dat je je eigen product ter plaatse kan laten toasten. Maar het hoge energieverbruik (25l stookolie per ton) maakt deze techniek ecologisch minder interessant. Er bestaan ook industriële toastinstallaties in België die energie-efficiënter zijn. Deze installaties verwerken grotere hoeveelheden en worden interessant indien het lokale areaal aan veldbonen in de toekomst stijgt.

Getoaste veldbonen in melkveerantsoen

Via een voederproef met melkvee werd het effect op de productieresultaten en het voersaldo bepaald, na het gedeeltelijk vervangen van soja in het rantsoen door getoaste veldbonen. Aangezien veldbonen ook veel zetmeel bevatten, werd de soja aangevuld met maismeel. Zo werd 1 kg sojaschroot + 1 kg maismeel vervangen door 2 kg getoaste veldbonen. Er werden dus twee rantsoenen met elkaar vergeleken: een controlerantsoen (met soja/maïsmeel) en een proefrantsoen (met getoaste veldbonen). In onderstaande tabel (links) zie je dat naast het vervangen van soja/maismeel door getoaste veldbonen, al de andere voedermiddelen gelijk werden gehouden. In de rechtse tabel kan je zien dat de verschillende rantsoenkenmerken nagenoeg gelijk waren voor beide rantsoenen.

Tabel 2:  samenstelling en kenmerken van controle- en proefrantsoen (VDK = voordroogkuil, PP=perspulp, VB=voederbiet)

Rantsoenkenmerken 

Basisrantsoen (incl. EK, excl. KV)

controlerantsoen proefrantsoen
kg melk VEM 34.9  34.9
kg melk DVE 34.9 34.9
DS (%) 41 41
VEM (/kg DS) 993 995
DVE (g/kg DS) 103 103
OEB (g) 297 329
ZET (g/kg DS) 166 170
BZET (g/kg/DS) 41 45
FOS (g/kg DS) 544 557

Voor het effect van getoaste veldbonen in het rantsoen na te gaan, werd gebruik gemaakt van een cross-over proefopzet. Deze proefopzet wordt verduidelijkt in tabel 3.

Tabel 3: proefopzet
- week 0 week 1 week 2 week 3  week 4 cross-over week 5  week 6 week 7 week 8
VMS 1 controlerantsoen proefrantsoen proefrantsoen proefrantsoen proefrantsoen cross-over controlerantsoen controlerantsoen controlerantsoen controlerantsoen
VMS 2 controlerantsoen controlerantsoen controlerantsoen controlerantsoen controlerantsoen cross-over proefrantsoen proefrantsoen proefrantsoen proefrantsoen
soort periode aanpassing ruwvoeders en bijproducten aanpassingsperiode aanpassingsperiode proefperiode proefperiode cross-over aanpassingsperiode aanpassingsperiode proefperiode proefperiode

Uit de resultaten van de voederproef bleek dat er geen verschil was in voeropname, onafhankelijk of getoaste veldbonen aanwezig waren in het rantsoen. Bij hoog productief melkvee moet je rekening houden met drie essentiële aminozuren, lysine, histidine en methionine. Ze moeten via de voeding opgenomen worden, want ze kunnen niet door het lichaam aangemaakt worden. Uit labotesten bij de soja/maïsmeel mengeling en de getoaste veldbonen, bleek er geen verschil te zijn in de gehaltes aan lysine en histidine tussen beide voeders. Methionine kon in geen van beide gedetecteerd worden.

Ook bij het vergelijken van de melkproductie, het eiwit- en vetgehalte waren er geen statistische verschillen aanwezig. De koeien presteerden dus even goed bij beide rantsoenen. Gezien het hoge aandeel zetmeel in veldbonen is het wel aangewezen om op te letten bij koeien verder in lactatie, omdat vervetting dan een risico kan zijn. Tot slot werd ook het voersaldo vergeleken, dit is verschil tussen de melkopbrengst en de voerkost. Voor de periode maart 2022 zagen onderzoekers een klein verschil in kostprijs tussen getoaste veldbonen en een mengsel van soja en maismeel, respectievelijk €0,4955/ kg DS en €0,4829/ kg DS. Het bepalen van het voersaldo is uiteraard een momentopname en gerekend met de prijzen van de periode tijdens de proef, was er geen significant verschil in voersaldo.

Tabel 4: verschillen tussen controle- en proefrantsoen voor alle koeien (vaarzen en multipare)
-

Controle-

rantsoen

Proef-

rantsoen

statistiek

P-waarde

Melkproductie (kg)

33,67

33,96

0,87

Vetgehalte (%)

4,23

4,27

0,48

Eiwitgehalte (%)

3,52

3,49

0,61

Voersaldo (/dag/koe)

9,45

9,56

0,8

 

Toosten op toasten?

Men kan dus concluderen dat soja (gedeeltelijk) in het rantsoen vervangen kan worden door getoaste veldbonen, zonder effect op de productieresultaten. Het is dus mogelijk om de ecologische voordelen van veldbonen te benutten, zonder te moeten inboeten op melkproductie en voersaldo.

Elke Vrancken en Laurence Hubrecht

Delen: