Bijkomende voorwaarde rond rustpensioen binnen definitie ‘actieve landbouwer’: hou rekening met de impact op andere regelgeving
Sinds 2023 is een nieuwe definitie van ‘actieve landbouwer’ binnen het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) van toepassing. Landbouwers moeten aan die definitie beantwoorden om steun te kunnen krijgen voor de meeste maatregelen binnen het GLB. Als u aanpassingen doet aan de structuur van uw landbouwbedrijf om aan deze definitie te blijven voldoen, is het belangrijk dat deze ook een weerspiegeling zijn van de realiteit op het landbouwbedrijf. Ga ook zeker na welke de impact is van zulke aanpassingen op andere regelgeving.
Sinds 2023 is een nieuwe definitie van GLB-actieve landbouwer van toepassing. Landbouwers moeten daaraan voldoen om steun te kunnen krijgen voor maatregelen binnen het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) en voor de subsidie voor zorgboerderijen. Vanaf 2025 wordt, zoals eerder gecommuniceerd, een bijkomende voorwaarde toegevoegd aan deze definitie.
Om te voldoen aan de extra voorwaarde, moet er binnen het landbouwbedrijf minstens één zaakvoerder, bedrijfshoofd, lid, vennoot of bestuurder zijn die geen rustpensioen ontvangt. Stille vennoten worden niet in rekening gebracht. Een landbouwbedrijf waarbij alle voorgenoemden een rustpensioen ontvangen, komt dan ook niet meer in aanmerking voor steun.
Bij wijzigingen aan de structuur van het landbouwbedrijf om alsnog te voldoen aan bovenvermelde voorwaarde, is het belangrijk dat deze ook een weerspiegeling zijn van de realiteit op het landbouwbedrijf. Daarnaast is het ook belangrijk om de impact (op korte en op lange termijn) op regelgeving van andere administraties van deze wijzigingen goed in te schatten. Denk maar aan de impact op fiscaliteit, pachtwet, sociale zekerheid en dergelijke,… Om deze facetten goed te kunnen beoordelen, kan u ook een expert ter zake contacteren.
Voor de areaal- en diergebonden maatregelen wordt rekening gehouden met de situatie op 31 mei, zijnde de uiterste wijzigingsdatum van de verzamelaanvraag. De bedrijfshoofden, zaakvoerders, leden, vennoten of bestuurders op 31 mei 2025 worden in rekening gebracht. Het is het maandbedrag voor het rustpensioen vanaf mei 2025 welk meetelt (ongeacht de betalingsdatum hiervan).
Voor de overige maatregelen (zoals VLIF, kennisportefeuille, ...) is het belangrijk dat u zowel op het moment van de steunaanvraag als, in voorkomend geval, van de betalingsaanvraag voldoet aan deze nieuwe voorwaarde. Ook voor de subsidie voor zorgboerderijen is deze bijkomende voorwaarde van toepassing vanaf 1 januari 2025. Voor beheerovereenkomsten en de agromilieuklimaatmaatregel voor het behoud van lokale veerassen is het voldoen aan de definitie van actieve landbouwer binnen het GLB geen subsidievoorwaarde.
Meer informatie vind u in de infofiche actieve landbouwer.