Terug naar Nieuws

Controle maatregelen 2023 in de visserij

Visserij

1. NIEUW – VERVOERSDOCUMENT

Bij aanlanding in het buitenland dient een vervoersdocument conform art. 68 van Reg. (EU) 1224/2009 de container te vergezellen. De Europese commissie hecht erg veel waarde aan het correct en tijdig inleveren van het vervoersdocument. Op dit ogenblik ontvangen wij via de veiling van veel reders reeds het vervoersdocument eens de hele keten afgerond is. Om de keten van controle te versterken dient de dienst Visserij het vervoersdocument veel vroeger in de keten en volledig ingevuld te ontvangen.

Een digitale kopie van het vervoersdocument, zoals het wordt meegegeven aan de chauffeur van de vrachtwagen waarop de nummerplaat van het transport en het correct aantal kisten is weergegeven, dient aan de autoriteiten van de kuststaat en deze van de vlaggenstaat te worden overgemaakt ten laatste 4u na het laden van het transport. Je doet dit door de volledig ingevulde digitale versie van het vervoersdocument over te maken aan info@lv.vlaanderen.be.

Het is ook mogelijk om het vervoersdocument in E-catch op te maken, als rapport van het logboek. Verschillende reders bezorgen ons reeds deze versie van het vervoersdocument. Let wel, dit document stroomt niet onmiddellijk door naar onze diensten. Je dient het vervoersdocument als PDF per mail te versturen naar info@lv.vlaanderen.be.

De dienst Visserij gaat het gesprek aan met E-catch om te kijken of dit op een zo kort mogelijke termijn automatisch kan verlopen.

Het vervoersdocument dient integraal te worden ingevuld – en dient dus zeker ook de nummerplaat van de vrachtwagen die het transport uitvoert te bevatten.

Het vervoersdocument dat de chauffeur vergezelt, dient ook nog steeds aan de dienst Visserij te worden bezorgd aan het einde van de keten om het dossier af te ronden. Dit gebeurt door de Vlaamse Visveiling.

Download hier het sjabloon vervoersdocument.

2. TRIP- ID ALS MIDDEL TRACEERBAARHEID

Door het vistripidentificatienummer (= Trip-ID) als de unieke link van vangst tot verkoop in alle bijhorende documenten te vermelden, verhogen we het niveau van de traceerbaarheid en komen we tegemoet aan de opmerkingen van de commissie aangaande dit punt. Dit vistripidentificatienummer is nu reeds aanwezig in het logboek, de aanlandingsverklaring en de verkoopnota’s. De volgende stap is dit nummer ook toe te voegen aan de reeds in Europese regelgeving opgelegde etikettering van viskisten.

Het vistripidentificatienummer is het nummer dat automatisch gegenereerd wordt bij het aanmaken van het vertrekbericht (= DEP), en dus het aanmaken van een nieuwe visreis in uw logboek. Voorbeelden zijn:

  • BEL- TRP – Z19 - 2022121301643
  • BEL- TRP – Z98- 2022120400029

In het kader van de traceerbaarheid van visserijproducten dienen alle kisten (bennen) duidelijk te worden voorzien van een de volgende identificatiegegevens (art. 58.5 van Reg (EU) 1224/2009):

  • Identificatienummer van elke partij

In gevolge een beslissing van de minister dient dit minimaal te bestaan uit het vistripidentificatienummer (Trip-ID)

  • Extern identificatienummer en de naam van het vaartuig
  • FAO-code: drielettercode van de vissoort
  • Datum van de vangsten
  • De hoeveelheden van iedere soort in kilogram nettogewicht (= productgewicht zonder het gewicht van de kist)
  • Naam en adres van de rederij

De bepalingen m.b.t. de traceerbaarheid gelden eveneens voor visserijproducten die kleiner zijn dan de toepasselijke minimuminstandhoudingsreferentiegrootte (en in aparte viskisten worden opgeslagen).

Tijdens visserijactiviteiten in Britse wateren geldt logischerwijze de Britse regelgeving. Ook hier gelden alle voorwaarden zoals voorzien tijdens visserijactiviteiten in Europese wateren, evenwel aangevuld met bijkomende informatie.

De Marine Management Organisation van het VK schrijft nl. voor dat alle viskisten moeten voorzien worden van etiketten met de volgende gegevens:

  • FAO-code vissoort
  • ID nummer van de viskist: mag zelf gekozen worden, maar wij raden aan om hier dezelfde werkwijze te handhaven als tijdens visserijactiviteiten in Europese wateren, d.w.z. gebruik te maken van het vistrip- ID, eventueel aangevuld met volgnummer (startend bij 1 en oplopend).
  • Extern Identificatienummer en naam van het vaartuig
  • Datum vangst
  • De hoeveelheden van iedere soort in kilogram nettogewicht.
  • De naam en adres van de rederij

Tot zover de gegevens zoals deze dus ook aanwezig moeten zijn voor vangsten binnen Europese wateren. Tijdens visserijactiviteiten in Britse wateren dienen hierbij we volgende gegevens aangevuld:

  • ICES-sector waar de betrokken vis werd gevangen
  • Productiemethode: bvb caught
  • Aanbiedingsvorm: Fresh/Frozen

Indien fresh: vermelden of de producten voorheen ingevroren werden of niet

  • Gebruikt vistuig: bvb TBB

Denk eraan dat dit eveneens geldt voor kisten met ondermaatse vis in het kader van de aanlandingsplicht!

Deze gegevens m.b.t. de traceerbaarheid kunnen zowel door middel van een fysiek document (label) alsook door middel van een barcode/chip op de betrokken kist worden vermeld.

Zoals bekend werd bij de Europese Commissie een project ingediend om via de middelen uit de Brexit Adjustment Reserve subsidies te kunnen bekomen voor de aanschaf van een kwaliteitsvolle weegschaal en bijhorende etiketprinter. Op dat ogenblik kan het aanmaken van deze etiketten volledig geautomatiseerd gebeuren. In afwachting daarvan kunnen rederijen die geen etiketprinter aan boord hebben, contact nemen met de Rederscentrale die de rederijen praktisch kan helpen om aan deze voorschriften te voldoen.

Deze maatregelen rond het etiketteren zijn reeds van kracht binnen Europese regelgeving. We vragen hier binnen de Belgische Visserijsector echter hernieuwde aandacht voor, en kennen hiertoe een implementatieperiode van een maand toe na ingang van de regelgeving in het kader van het vistripidentificatienummer op 1 januari 2023.

3. INVULLEN LOGBOEK

3.1 BASIS INFORMATIE

Enkel de berichten zoals overgemaakt door het elektronisch logboek gelden.

De specifieke omzendbrief rond het elektronisch logboek die u eind 2019 werd overgemaakt blijft onverminderd geldig en is raadpleegbaar via onze website: Elektronisch logboek | Landbouw en Visserij (vlaanderen.be).

Voor de soorten die onder LO vallen moet in het gedeelte dagvangsten (FAR) de maatse fractie gerapporteerd worden met de code LSC (legal size catch) en de ondermaatse fractie voor BMS (below minimum size). Details moeten in de aanlandingsverklaring weergegeven worden met de presentatievorm (gegut, heel enz.)

Ook moet de code DIS gebruikt worden voor de discards van soorten die niet onder LO vallen zodra die het equivalent van 50 kg levend gewicht bereiken. Deze code DIS moet eveneens gebruikt worden voor alle andere vormen van legale teruggooi (geschonden vis bv.). Opgelet: voor soorten die onder de LO vallen moeten alle vangsten onder legale teruggooi vallen (vb. door hoge overleving), vanaf de eerste kg, geregistreerd worden..

DIM dient gebruikt te worden voor de de-minimis die vanaf de eerste kg equivalent levend gewicht gerapporteerd moet worden.

De ervaring in de vorige jaren heeft uitgewezen dat er nog veel schippers zijn die de hoeveelheden discards/de- minimis/LSC/BMS niet of vermoedelijk onjuist wegens te gering, rapporteren. Nochtans is een correcte rapportering verplicht - bij controle op zee en aan land kunt u hierbij in de problemen komen – en draagt die bij tot een correcte wetenschappelijke assessment van de bestanden.

3.2 VEEL VOORKOMENDE PROBLEMEN

Bij invullen van de logboeken stelt de dienst Visserij vaak voorkomende fouten vast – ik wil met aandrang vragen om dit correct uit te voeren, en eventuele vergissingen of nodige rechtzettingen zelf door te voeren of als dat niet meer kan, spontaan te melden.

Gelieve op volgende zaken specifiek te letten:

  • Correct en tijdig ingeven van dagelijkse vangstopgave (FAR -bericht): ten minste eenmaal daags, maar niet later dan om 24.00 uur, ook als er geen vangsten zijn.
  • Correct benoemen van soorten. Indien u de soort bij de opgaven van uw vangsten verkeerd zou benoemen, dient u deze in uw aanlandingsverklaring wel steeds correct weer te geven.
  • Correct ingeven van vistuig en maaswijdte.
  • Aantal effectieve visuren in dagelijkse vangstopgave (FAR -bericht) correct ingeven.
  • Statistisch vak correct ingeven.

4. AANLANDINGSVERKLARING

De dienst Visserij stelt vast dat de termijn voor het indienen van de aanlandingsverklaring beter wordt gerespecteerd, waarvoor dank aan allen die hierrond een inspanning hebben geleverd. Het is cruciaal dat dit tijdig en correct blijft gebeuren, met volgende aandachtspunten:

  • Aanlandingsverklaring dient te worden ingediend 24u nadat de aanlanding werd beëindigd en dus na de eerste weging in de veiling. De eerste weging vormt het moment waarop de aanlanding wordt beëindigd.
  • In de aanlandingsverklaring dienen de resultaten van de eerste weging te zijn opgenomen.
  • In de aanlandingsverklaring dienen ook de soorten te worden opgenomen van minder dan 50kg.
  • Vissoorten dienen te worden opgenomen onder de correcte presentatievorm.

5. WEEGPLICHT IN NEDERLAND EN DENEMARKEN

Gezien resp. Nederland, resp. Denemarken en België niet over een door de Europese Commissie goedgekeurd gemeenschappelijk controleprogramma beschikken volgens art. 61 lid 2 van de controleverordening (VE 1224/2009), is het niet mogelijk om ongewogen visserijproducten te transporteren naar of vanuit Nederland of Denemarken.

Dit betekent o.a. dat alle visserijproducten die aangeland worden in Nederland en Denemarken, gewogen dienen te worden vooraleer deze getransporteerd kunnen worden naar België om hier te worden verkocht.

Voor de praktische modaliteiten aangaande de uitvoering van deze weegplicht dient u zich bij de lokale autoriteiten te informeren.

In dit kader wil ik u ook informeren dat de bestaande regelgeving aangaande de daadwerkelijke economische band zoals beschreven in het besluit van de Vlaamse Regering van 16 december 2005 onverminderd blijft gelden.

6. DIVERSE CONTROLEMAATREGELEN

In het kader van de aanname van de controleverordening zijn een aantal belangrijke bepalingen opgenomen. Deze werden reeds vroeger meegedeeld en zijn gekend. Een aantal aandachtspunten worden evenwel herhaald.

  • De ramingstolerantie is veralgemeend naar 10%;
  • Soorten onder meerjarenplannen (COD, SOL, PLE, HKE, WHG, LEZ, POK, NEP, HAD, ANF) dienen afzonderlijk gestockeerd te worden in het ruim;
  • Er dient een opslagschema van het ruim voorhanden te zijn.
  • Bij aanlanding in een haven (binnen- en buitenland) dienen de autoriteiten minstens vier uur op voorhand verwittigd te worden van intenties, met opgave van de vangst. (Dit gebeurt automatisch met het e-logboek);
  • Oostende en Zeebrugge zijn aangewezen havens in het kader van de herstel- en meerjarenplannen.
Delen: