Vanaf 2025 enkel steun voor landbouwbedrijven met zaakvoerder zonder rustpensioen
Vanaf 2025 wordt een bijkomende voorwaarde toegevoegd aan de definitie van actieve landbouwer die gebruikt wordt binnen het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) en voor zorgboerderijen. Om te voldoen aan deze nieuwe voorwaarde, moet er binnen het landbouwbedrijf minstens één zaakvoerder zijn die geen rustpensioen ontvangt. Zo wenst Vlaanderen verder in te zetten op de generatiewissel en de verjonging binnen de sector.
Sinds 2023 is een nieuwe definitie van actieve landbouwer van toepassing op veel maatregelen binnen het GLB en bij zorgboerderijen, deze vormt een basisvoorwaarde voor het ontvangen van steun. De definitie bestaat momenteel uit vier voorwaarden die terug te vinden zijn in de infofiche actieve landbouwer. Vanaf 2025 komt er een vijfde voorwaarde bij. De bijkomende voorwaarde stelt dat er binnen het landbouwbedrijf minstens één bedrijfshoofd, zaakvoerder, lid, vennoot of bestuurder moet zijn die geen rustpensioen ontvangt. Een landbouwbedrijf waarbij alle zaakvoerders een rustpensioen ontvangen, komt dan ook niet meer in aanmerking voor steun.
Landbouwers moeten vanaf 2025 aan alle vijf voorwaarden van de definitie van actieve landbouwer voldoen. Als aan één voorwaarde niet voldaan is, wordt een landbouwer binnen het GLB beschouwd als niet-actief. Voor de areaal- en diergebonden maatregelen wordt de nieuwe voorwaarde gecheckt op de uiterste wijzigingsdatum van de verzamelaanvraag. Voor de overige maatregelen (zoals VLIF, kennisportefeuille, ...) is het belangrijk dat u zowel op het moment van de steunaanvraag als, in voorkomend geval, van de betalingsaanvraag voldoet aan de definitie van actieve landbouwer. Ook voor de subsidie voor zorgboerderijen is deze bijkomende voorwaarde van toepassing vanaf 1 januari 2025. Voor beheerovereenkomsten en de agromilieuklimaatmaatregel voor het behoud van lokale veerassen is het voldoen aan de definitie van actieve landbouwer geen subsidievoorwaarde.