Duurzaam watergebruik in de openluchtgroenteteelt

Op deze pagina:

Waarom focust deze praktijkgids op een duurzaam watergebruik bij de irrigatie van openluchtgroenten?

Een goede opbrengst in de openlucht groenteteelt is afhankelijk van een reeks factoren, waaronder de vochtvoorziening van het gewas. In droge periodes is irrigatie van diverse soorten groenten een noodzaak om een goede productie met een goede kwaliteit te bekomen. Daarnaast is water een kostbaar goed en moet er zuinig mee omgesprongen worden.

Een beredeneerde irrigatie laat toe dat er gestreefd wordt naar een economisch verantwoord watergebruik in functie van de productie en de kwaliteit van de groente. Hierbij willen we uit- of afspoeling van water en nutriënten vermijden. Een uniforme verdeling van het beregeningswater en de juiste instelling van de irrigatiedosis zorgen voor een efficiënte irrigatie. Het soort water dat gebruikt wordt, heeft zijn invloed op de verplichtingen en heffingen die hiermee gepaard gaan. Ook met de samenstelling en kwaliteit van het gebruikte water moet rekening gehouden worden.

Naast het watergebruik moet de energie, nodig om te beregenen, zo minimaal mogelijk gehouden worden.

Kortom, vele factoren waarmee rekening gehouden moet worden en waarop in deze praktijkgids Water een antwoord gegeven wordt.

Waarom focust deze praktijkgids op een duurzaam watergebruik bij het wassen van prei?

Voor het wassen van groenten zijn grote hoeveelheden water nodig, zo ook voor het wassen en marktklaar maken van diverse groenten zoals prei. Aangezien water een kostbaar goed is, moet er zuinig mee omgesprongen worden. Een gesloten systeem voor hergebruik van waswater is dan ook een duurzame investering. Zo een gesloten systeem voor hergebruik beperkt niet alleen zeer sterk het totale volume aan benodigd water, maar zorgt ook voor een kleinere waterfactuur. Het is dan ook een investering die vaak loont. Om een gesloten systeem voor hergebruik te realiseren is het belangrijk om rekening te houden met verschillende aspecten bij de aanleg van het systeem.

In welke teelten wordt irrigatie toegepast?

In droge periodes is irrigatie van groenten noodzakelijk voor een consistente productie van hoge kwaliteit. Irrigatie laat toe het beteelde areaal maximaal te benutten. De meerwaarde die volgt uit beregening verschilt naargelang de teelt, de bestemming van het product, het perceel en de bedrijfscultuur. Voor contractteelten zoals wortelen, schorseneren, knolselder, spinazie, erwten en bonen wordt op zanderige texturen bijna altijd beregening voorzien. In de tuinbouw is irrigatie belangrijk voor de teelt van sla, prei, courgette en bloemkool. Ook voor ui is er een rechtstreeks verband tussen de vochtvoorziening en de productie.

Wanneer is irrigatie van openluchtgroenten nodig?

De hoeveelheid water die groenten nodig hebben, is afhankelijk van de bodemwaterbalans (zie onderstaande figuur). De vochtreserve in de bodem wordt voornamelijk aangerijkt  door de neerslag. Op vochtige percelen waar de grondwatertafel dicht tegen het bodemoppervlak ligt, profiteert de plant van opstijgend vocht uit de ondergrond, de zogenaamde capillaire nalevering. De verdamping via het gewas (de transpiratie) en de verdamping via het bodemoppervlak (evaporatie) zorgen voor een uitputting van de vochtvoorraad. Als de vochtvoorraad in de bodem te sterk is uitgeput kan de plant onvoldoende water en bijhorende nutriënten opnemen. In dit geval ervaart de plant droogtestress en is beregening noodzakelijk.

Afbeelding van de bodemwaterbalans

Afbeelding van de bodemwaterbalans

Bron: Bodemkundige Dienst van België, naar ITP

Hoeveel water hebben openluchtgroenten nodig?

Het is moeilijk om exacte cijfers te plakken op de hoeveelheid water die een teelt nodig heeft. De grote variatie in profielopbouw en weersverloop zorgen voor een grote variatie in de richtcijfers.

Op droge percelen is er geen bijdrage door capillaire nalevering en moet beregend worden om het neerslagtekort weg te werken. Op natte percelen zal de benodigde hoeveelheid aan irrigatiewater lager zijn omdat de capillaire nalevering voor een aanrijking van het bodemvocht zorgt. Op natte percelen kan 100% van het tekort worden aangevuld door capillaire nalevering en is geen beregening nodig.

De cijfers in onderstaande tabel zijn gebaseerd op de studie Ruilverkaveling Molenbeersel: studie naar de mogelijkheden van irrigatie (Elsen et al. 2010a) die Bodemkundige Dienst van België vzw in samenwerking met Libost-groep uitvoerde in opdracht van VLM. In deze studie werd een uitgebreide analyse uitgevoerd naar de beregeningsbehoefte van diverse teelten in Molenbeersel, deelgemeente van Kinrooi. In de analyse werd op basis van klimaatreeksen sinds 1989 het vochtverloop op de percelen gesimuleerd. Vervolgens werd voor een gemiddeld en voor een droog jaar berekend hoeveel water noodzakelijk is voor een optimale beregening. In de berekening werd uitgegaan van droge zandbodems met een beperkte bijdrage van de capillaire nalevering. 1 mm is gelijk aan 1 l per m2 of 10 m3 per ha.

Aantal mm irrigatiewater, bruto per seizoen, dat nodig is voor een optimale beregening zoals doorgerekend voor een studiegebied in Molenbeersel, Kinrooi op basis van meteo gegevens sinds 1989 (Elsen et al. 2010a). Het studiegebied in Molenbeersel situeerde zich op veeleer droge zandbodems.

Groente

Gemiddeld Jaar

Droog jaar (80 % van de afgelopen 20 jaar was natter)

zeer droog jaar (90% van de afgelopen 20 jaar was natter)

Asperge

77

105

127

Stamslaboon

46

91

97

Combinatie erwt-boon

60

76

90

Kolen, andere dan spruitkool

91

140

153

Schorseneer

125

173

181

Voorjaarsspinazie

33

47

47

aElsen F., Janssens P., Boon W., Peeters A., Balcer D. (2010). Ruilverkaveling Molenbeersel. Studie naar de mogelijkheden van irrigatie. BDB en Libost in opdracht van VLM.

 

Voor teelten op leemgronden neemt de irrigatiehoeveelheid af met 20 tot 40 mm gezien de grotere hoeveelheid vocht bij de aanvang van het seizoen. Voor prei en wortelen die een groeiseizoen kennen met een vergelijkbare lengte als schorseneer zal de beregeningsbehoefte gelijk of iets lager zijn. Veel hangt af het tijdstip van zaaien of planten. Vroege wortelen en prei moeten minder beregend worden omdat de bodem nog vochtig is na de winter, de beregeningsbehoefte zal dan 25 tot 100 mm minder groot zijn. Voor ui wordt de beregeningsbehoefte gelijkaardig geschat als die van aardappel, die beregeningsbehoefte kan geschat worden tussen de 25 en de 250 mm, afhankelijk van het seizoen. Volgende tabel vat de irrigatiebehoefte van deze teelten samen.

Irrigatiebehoefte van enkele teelten op basis van praktijkervaring

Teelt

Irrigatiebehoefte (mm)

Prei

25-150

wortel

25-200

Ui

25-250

Bloemkool

25-100

Een rekenvoorbeeld voor de hoeveelheid irrigatiewater die nodig is voor een teeltseizoen vindt u elders in deze rubriek.

Om een meer nauwkeurig beeld te krijgen van wanneer beregening nodig is, bestaan er verschillende hulpmiddelen om de beregening te sturen en te plannen.

Meer info

Delen: