Waterbehandelingsmethoden vóór gebruik

Op deze pagina:

Waarom is het nuttig een wateranalyse te nemen van een waterbron die ik wil inzetten op mijn bedrijf?

Voor de ingebruikname van een waterbron, van diverse aard, is het belangrijk om een staal te nemen. Zo kunt u afwegen of u de waterbron rechtstreeks kan inzetten binnen uw bedrijf of dat een aangepaste behandeling, zoals een filteringsysteem, nodig is om latere problemen te voorkomen. Welk filtersysteem u nodig heeft is afhankelijk van de oorsprong van het water en van kwaliteitsparameters zoals de aanwezigheid van organisch materiaal of hoge concentraties aan bepaalde mineralen zoals ijzer.

Wat moet ik doen als er teveel organisch materiaal in het water voorkomt?

Bij water uit waterlopen of opgevangen hemelwater kan er veel organisch materiaal aanwezig zijn, zoals bladeren, stukjes hout …

Hier is het aangewezen om een mechanisch filtersysteem te gebruiken bij de opvang en het aanzuigen van het water.

Indien het water veel organisch materiaal bevat kan een zandfilter gebruikt worden. Deze zandfilter zal bovendien ook efficiënt zijn tegen schimmels en bacteriën. Deze filter wordt in de glastuinbouw frequent gebruikt voor het ontsmetten van drainwater.

Wat moet ik doen als er teveel ijzer in het water voorkomt?

Vooral bij putboringen uit een ondiepe grondwaterwinning heeft het water een hoog ijzergehalte. Dit water geeft problemen als het niet ontijzerd wordt:

  • een te hoog ijzergehalte kan beschadiging geven aan de plant vanaf een concentratie van 5 mg/l;
  • bij beregening leidt ijzer tot bruine neerslag op de vruchten en de bomen met verruwing tot gevolg;
  • verstopping van de leidingen en de druppelaars;
  • reacties met de meststoffen bij fertigatie.

Via ontijzering is het mogelijk om het ijzergehalte van 50 tot 60 µmol (ongeveer 3 mg/l) te reduceren tot 2 tot 3 µmol/l. Wanneer de concentratie hoger is dan 150 µmol/l is het gehalte nog moeilijk binnen de streefwaarde terug te brengen.

In het bronwater komt ijzer voor als Fe2+. Door het water in contact te laten komen met de lucht gaat dit oxideren en ontstaat er Fe3+. Vervolgens ontstaat er ijzerhydroxide die kan neerslaan. Om snel te laten uitvlokken is een hoge pH nodig. Kalksteen kan gebruikt worden als filtermedium. Als de pH voldoende hoog is kunt u ook gewoon met grind filteren. Het ontijzeren kan via een "open" beluchting met nafilter of via een "gesloten" systeem al of niet met toevoeging van chemicaliën.

Een goede beluchting is de basis voor een goede ontijzering. Naarmate het zuurstofgehalte in het water hoger is, verloopt de reactie beter.

“Open” beluchting

Een ontijzeringsinstallatie met "open" beluchting wordt in de praktijk het meest gebruikt.

Het water wordt opgepompt en wordt via een Dresdener-sproeier, die zich 1 m boven de filter bevindt, op het filtermedium aangebracht. Het water komt als een dunne laag op de filter terecht en komt zo in contact met zuurstof waardoor het ijzer gaat uitvlokken. De filter is opgebouwd uit verschillende lagen grind en kalksteen van verschillende dikte. Onderin bevindt zich een drainagesysteem voor de opvang van het gezuiverde water.

“Gesloten” ontijzering

Het principe van "gesloten" ontijzering is vergelijkbaar met een open systeem. Bij een "gesloten" systeem wordt het water intensief belucht met een compressor. De lucht wordt naar een mengtank gestuurd en gemengd met het water. De mengtank is voorzien van ringen zodat het water en de lucht voldoende gemengd worden.

Chemische ontijzering

De nodige zuurstof voor de ontijzering kan ook bekomen worden door het toevoegen van kaliumpermanganaat.

Een andere methode voor chemische ontijzering is het gebruik van waterglas. Waterglas of natriumsilicaat is een stroperige vloeistof die ijzer bindt in een silicaatcomplex waardoor de oplossing niet uitvlokt. Het waterglas mag niet langs de pompen of de meststofbakken gestuurd worden want kan ernstige schade toebrengen aan de installatie. Het waterglas moet via een persleiding geïnjecteerd worden.

Om neerslag van ijzeroxide in leidingen te voorkomen of neerslag in leidingen van durppelaars op te lossen kan ook worden aangezuurd.  Dit aanzuren kan door, in het geval van fertigatie samen met de messtoffen, salpeterzuur toe te voegen. Belangrijk hierbij is dat de pH van het water niet onder een pH van 6,5 gaat. Vanaf 6,5 kan de pH snel dalen wat zeer schadelijk is voor de bomen. De hoeveelheid zuur die mag worden toegevoegd is afhankelijk van het bicarbonaatgetal (HCO3-) van het water. De bicarbonaat-ionen bufferen voor het toegevoegde zuur. Om het bicarbonaatgetal te kennen is een chemische waterontleding noodzakelijk. Per mmol HCO3- mag op een bak van 1000 l aanmaakwater 17 kg HNO3- worden toegevoegd. Tijdens het toevoegen wordt de pH van het aanmaakwater best gevolgd met een pH meter. Er dient op toegezien te worden dat er in het aanmaakwater nog 0,5 mmol HCO3- aanwezig blijft. Voor water met een concentratie van 2,5 mmol/liter mag dus maximaal 34 kg HNO3- worden toegediend per aanmaakbak van 1000 l.

Meer informatie

  • pcfruit vzw, Proefcentrum Fruitteelt vzw

    Fruittuinweg 1

    3800 Sint-Truiden (Kerkom)

    Tel.: 011 69 70 80

    Fax: 011 69 71 10

    E-mail: info@pcfruit.be

    Website: www.pcfruit.be

  • BDB, Bodemkundige dienst van België vzw

    Willem de Croylaan 48

    3001 Leuven-Heverlee

    Tel.: 016 31 09 22

    Fax: 016 22 42 06

    E-mail: info@bdb.be

    Website: www.bdb.be

Delen: