Watergeven op de pot

Bij grote en breed groeiende gewassen valt bij overheadberegening veel water naast de pot. Door gebruik te maken van druppelaars kunt u veel nauwkeuriger water geven. Bij potten met een inhoud groter dan 8 l is het verstandig om te kiezen voor een sproeipen of meerder druppelaars om een goede waterverdeling in de pot te waarborgen.

De voordelen van water geven op de pot zijn talrijk:

  • De waterbenutting is maximaal; er treedt alleen waterverlies op als meer water gegeven wordt dan de potgrond kan opnemen en als er geen recirculatie plaatsvindt.
  • De watergift is bij druppelsystemen in principe goed stuurbaar. Het is met die methode van watervoorziening mogelijk om op elk gewenst moment water te geven. U kunt dus volledig tegemoet komen aan de waterbehoefte van het gewas.
  • Door op de pot water te geven blijft het gewas droog, afgezien van de natuurlijke neerslag uiteraard. Dit betekent dat er door de watergift geen gevaar bestaat voor nadelige gevolgen voor de groei en het ontstaan van schimmelziekten. Ook het uiterlijk van het gewas wordt er niet door beïnvloed.
  • Het is goed mogelijk om de planten via het druppelsysteem te bemesten. De verdeling van de meststoffen is redelijk en er zullen minder meststoffen in het retourwater terechtkomen dan bij overheadberegening. U kunt ook efficiënt bemesten via het water want er komt geen voeding naast de pot terecht.

Er zijn ook nadelen aan watergeven op de pot:

  • Doordat elke pot een eigen druppelaar of sproeipen nodig heeft, is druppelbevloeiing bij aanvang en beëindiging van de teelt arbeidsintensief. Deze methode wordt meestal toegepast bij teelten in potten/containers van meer dan vijf liter.
  • Er bestaat ook gevaar voor verstopping. Daarom is het aangewezen om bij druppelaars een goede fijnfilter (80-130 micron) tussen de pot en de regenleiding te plaatsen. Nachtvorstbestrijding is met deze watergeefmethode niet mogelijk.
  • Er kunnen verstoppingen in de druppelaars ontstaan.
  • Onder de druppelplaats vormt zich een vochtkegel in de potgrond. Doordat de horizontale verplaatsing van water in de potgrond gering is, blijft de potgrond onder de druppelaar natter dan de omliggende potgrond. Hierdoor kan het voorkomen dat slechts een gedeelte van de pot wordt doorworteld. U kunt dit verschijnsel voorkomen door druppelaars toe te passen met een breder druppelpatroon, door meerdere druppelaars per pot te plaatsen en door de beurtgrootte en gietfrequentie aan te passen. De geringe horizontale waterverplaatsing is er ook de oorzaak van dat, hoewel op de pot wordt water gegeven, een deel van het potoppervlak toch droog blijft en kan verzouten.

Foto druppelbevloeiing

Druppelbevloeiing

Bron: PCS

Aandachtspunten

  • De waterverdeling tussen planten is bij druppelbevloeiing gelijkmatig, mits het systeem goed wordt onderhouden.

  • Om te voldoen aan de extra waterbehoefte van randplanten kunt u extra druppelaars bijplaatsen. Dit kan ook een druppelaar met een afwijkende afgifte zijn.

  • Het aanbod in druppelsystemen is groot. Het voornaamste verschil tussen druppelaars en sproeipennen is de waterafgifte per tijdseenheid. Bij druppelaars is dit 1 - 5 liter per uur, bij sproeipennen ligt de afgifte vele malen hoger (0,5 liter per minuut en meer).

  • Druppelsystemen zijn als gevolg van de aanwezigheid van fijne kanaaltjes gevoeliger voor verstoppingen dan regeninstallaties. Tijdens de teelt nemen de afgifteverschillen tussen de druppelaars door vervuiling toe. Dit kan leiden tot een ongelijke gewasontwikkeling. Verontreinigingen uit het gietwater, vuil afkomstig uit (nieuwe) leidingen, algen- en bacteriegroei in de leidingen en neerslag van meststoffen zijn oorzaken voor verstoppingen. Het voorfilteren van het gietwater met bijvoorbeeld een fijn zandfilter is raadzaam. Sproeipennen zijn minder gevoelig voor verstoppingen en zijn gemakkelijker te controleren dan druppelaars. Capillairen zijn gevoeliger voor vervuiling dan druppelaars met een labyrint. Regelmatige controle op aanwezigheid van verstopte druppelaars is noodzakelijk.

  • De druk in druppelleidingen neemt in de stroomrichting af. Bij lange druppelleidingen kunnen afgifteverschillen tussen druppelaars ontstaan. Niet druk-gecompenseerde leidingen zullen door deze drukverschillen in hun afgifte worden beïnvloed. Als de leidingen op afschot liggen, kunnen de leidingen op het laagste punt leeglopen. Het geven van meerdere kleine gietbeurten leidt in dit geval tot grotere vochtverschillen tussen planten, dan bij enkele grote gietbeurten. Druk-gecompenseerde types hebben binnen een bepaald druktraject een ongeveer gelijkblijvende afgifte en voorkomen leegloop van de leidingen.

  • De druppelleidingen en druppelaars liggen meestal bovengronds. Dit maakt het systeem kwetsbaar voor beschadigingen tijdens werkzaamheden. De meest kwetsbare onderdelen van een druppelleiding zijn de elementen die zorgen voor de drukopbouw. Systemen waarbij die op de verdeelleiding gemonteerd zijn, zijn minder kwetsbaar dan systemen waar ze gemonteerd zijn aan het einde van de druppelslangetjes.
Delen: