Landbouwadvies in de open ruimte

Opdracht en rol van het agentschap Landbouw en Zeevisserij

Het ruimtelijk en stedenbouwkundig vergunningenbeleid is gericht op het behouden en verbeteren van de ruimtelijke kwaliteit van het Vlaamse landschap. Die doelstelling vereist een goede afstemming en samenwerking tussen de verschillende bestuursniveaus. Landbouw speelt een belangrijke rol bij het invullen van de ruimtelijke kwaliteit in het openruimtegebied. Het Agentschap Landbouw en Zeevisserij kreeg als adviserende instantie bij de ruimtelijke ontwikkelingen de bevoegdheid om een expertise vanuit landbouw in te brengen bij deze processen. 

Ruimtelijke landbouwbeleid

De agrarische structuur is een planologisch begrip in het kader van de ruimtelijke ordening. Volgens het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen is de agrarische structuur “het ruimtelijk samenhangend geheel van gebieden die het duurzaam functioneren van de landbouw verzekeren”. 

De agrarische structuur speelt een belangrijke rol in het gebiedsgericht openruimtebeleid en milieubeleid. Ze is sterk verbonden met de open ruimte en de bij de open ruimte behorende milieufuncties en milieukwaliteit. De term ‘agrarische structuur’ roept misschien het beeld op van een monofunctionele agrarische ruimte, maar niets is minder waar. In de agrarische gebieden komen naast de hoofdfunctie landbouw ook andere zonevreemde functies voor. Het afbakenen van de agrarische structuur is belangrijk omdat het zorgt voor een duidelijke ruimtelijke ondersteuning van de landbouwfunctie in de structuurbepalende landbouwgebieden. Maar toch verschillen de landbouwstructuren regionaal en lokaal zeer sterk en is een ruimtelijk gedifferentieerd beleid aangewezen.

Wat is ons streefdoel?

Een duurzame landbouw impliceert in een ruimtelijke context, enerzijds landbouw waarbij de ruimtelijke landbouwkwaliteiten behouden blijven zodat de volgende generaties ook nog landbouw kunnen bedrijven, en anderzijds landbouw in evenwicht en verweving met de andere openruimtefuncties, zodat de open ruimte kwaliteitsvol en evenwichtig ingericht en beheerd blijft.

In het algemeen is de instandhouding van de landbouwfunctie binnen de gebieden van de agrarische structuur de uitgangsdoelstelling. In het openruimtebeleid spreken we pas van landbouwactiviteiten wanneer ze in een beroepsmatig kader worden uitgevoerd. Landbouw kan als economische sector maar overleven als de sector, binnen de grenzen van een duurzame landbouw, de beschikbare technologieën en hulpmiddelen kan inzetten en zijn beroepsmatige functie zo kan uitoefenen dat een normaal arbeidsinkomen verzekerd wordt. Het bewaren van de landbouwfunctie is dus gebonden aan economische randvoorwaarden. De belangrijkste krijtlijnen worden daarvoor uitgezet door het Europees landbouw- en plattelandsbeleid. Daarbij blijft grond en ruimte – zowel kwantitatief als kwalitatief - een zeer belangrijke productiefactor voor de landbouw.

Delen: