Bacterievuur – of in de volksmond perenvuur – is een bacteriële plantenziekte die zonder tijdig ingrijpen grote gevolgen kan hebben voor de fruitteelt. Een ernstige besmetting kan het rooien van hele boomgaarden tot gevolg hebben.
Omdat de ziekte kan overleven op een grote diversiteit aan “roosachtigen” zijn er waardplanten voor bacterievuur aanwezig, niet alleen in fruitboomgaarden en -kwekerijen maar ook in parken, natuurdomeinen en in particuliere tuinen. Een geïnfecteerde plant in uw tuin of in de omgeving kan een bron van infectie vormen voor een boomgaard of kwekerij in de buurt. Bacterievuur kan zich immers razendsnel verspreiden. Alerte burgers, groenarbeiders en tuinaannemers kunnen door tijdig vaststellen en verwijderen van geïnfecteerde planten voorkomen dat de boomgaarden en kwekerijen aangetast worden door bacterievuur.
Vanuit een gezamenlijke waakzaamheid en daaraan verbonden acties kunnen we deze plantenziekte onder controle houden. De fruitteelt in België ziet zijn toekomst sterk gehypothekeerd door het blijvend woekeren van deze besmettelijke ziekte. Alleen samen kunnen we er iets aan doen.
Op deze pagina vindt u toelichting hoe u bacterievuur kan herkennen, op welke planten het kan voorkomen en hoe u moet handelen bij een besmetting en wat je u doen om besmetting te voorkomen:
- Hoe herkent u bacterievuur?
- Welke plantensoorten (waardplanten) zijn gevoelig voor bacterievuur?
- Snel handelen is noodzakelijk
- Voorkomen is beter dan genezen
- Wat zegt de wet over bacterievuur?
- Nuttige contactgegevens
- Algemene info
In dit filmpje over bacterievuur krijgt u een overzicht van wat bacterievuur is en waarom het belangrijk is om hier aandacht voor te hebben.
Hoe herkent u bacterievuur?
De naam spreekt voor zich: het lijkt alsof alles door vuur verschroeid werd. Een besmetting is te herkennen aan bruinzwart verdorde en verschrompelde bloemen, bladeren en twijgen. Jonge vruchten verkleuren zwart, verschrompelen en blijven als mummievruchtjes aan de boom hangen. Zieke twijgen hangen slap aan de boom. De top van de zieke scheut krult om (herdersstaf). Ook de kleine slijmdruppeltjes op de zieke delen zijn een typisch symptoom. Snijd je de schors van zieke takken aan dan zie je een roodbruin gevlamde verkleuring van het hout.
Foto's symptomen bacterievuur:
- 1ste rij: Scheutinfectie bij peer / Bacterievuur bij meidoorn / Bloeminfectie bij meidoorn met slijmdruppels op de zieke delen
- 2de rij: Vruchtinfectie bij peer / Bacterievuur bij Cotoneaster / Zware bacterievuur infectie bij peer
Welke plantensoorten (waardplanten) zijn gevoelig voor bacterievuur?
Lang werd gedacht dat perenbomen het gevoeligst zijn voor bacterievuur (vandaar ook de naam perenvuur), maar ook appelbomen, kweepeer en mispel zijn gevoelige fruitsoorten. Verder zijn lijsterbes, krentenboompje en vooral meidoorn, vaak voorkomende planten in ons landschap, vatbaar voor bacterievuur. In het openbaar groen en particuliere tuinen vind je vaak gevoelige waardplanten zoals dwergmispel (Cotoneaster), vuurdoorn (Pyracantha), Japanse sierkwee en glansmispel.
Foto's waardplanten bacterievuur:
- 1ste rij: Meidoorn (Crataegus) / Lijsterbes (Sorbus) / Dwergmispel (Cotoneaster)
- 2de rij: Krentenboompje (Amelanchier) / Vuurdoorn (Pyracantha) / Glansmispel (Photionia)
Snel handelen is noodzakelijk
Bij een vaststelling van bacterievuur is het van belang om zo snel mogelijk in te grijpen. Besmette delen moeten afgesneden worden tot minstens 50 cm onder de overgang van ziek naar gezond weefsel. Indien nodig, snoei de planten tot tegen de grond (terugsnoeien tot onder de laatste takken). In geval van zware infecties is het soms noodzakelijk om de zieke plant te rooien. Voor bomen, houtkanten en meidoorn moet hiervoor een rooivergunning worden aangevraagd.
Grijp snel in maar doe dit niet bij regenweer want dan zijn de infecties moeilijker te spotten en is het gevaar op verdere verspreiding en infectie groter!
Vergeet na het snoeien zeker niet je snoeimateriaal te ontsmetten. Gebruik hiervoor Dettol (max 1/10 verdund) of javel (let op Corrosief!). Vul een plantenverstuiver en verstuif hiermee regelmatig op je snoeimateriaal, zeker voordat je een andere plant begint te snoeien.
Ontsmet ook regelmatig je handen.
Door wonden, ontstaan bij het snoeien van takken of doorzagen van stammen, te ontsmetten met de plantenverstuiver gevuld met Dettol, voorkom je dat bacteriën de verse wonden infecteren.
Laat geïnfecteerd snoeiafval niet liggen (infectiebron). Ter plaatse of een aantal meters van de geïnfecteerde struiken of haag verbranden is de meest effectieve methode om de bacterie te doden. Vraag na bij je lokaal bestuur of dit kan en onder welke voorwaarden of surf naar https://vmm.be voor meer info. Vergeet ook niet de lokale brandweer en/of politie op de hoogte te brengen van de verbranding!
Indien verbranden niet direct kan, dek het snoeiafval af met een zeil en ontsmet achteraf het zeil.
Indien verbranden niet mogelijk is, geef de takken dan mee met het restafval in een volledig afgesloten verpakking. Neem voor grote hoeveelheden contact op met je gemeente.
Let op! Composteren of versnipperen is uit den boze. Vermijd alle contact tussen weggesnoeid, geïnfecteerd hout en de resterende gezonde planten(delen).
In dit filmpje over bacterievuurinfecties verwijderen vindt u meer informatie over hoe u besmette plant(del)en kan verwijderen en hoe u uw snoeimateriaal hierbij moet ontsmetten.
Voorkomen is beter dan genezen
Staan één of meerdere van bovenstaande waardplanten op jouw perceel of in jouw tuin? Controleer ze dan regelmatig op infecties. De beste tijd om symptomen te controleren is van begin april tot eind augustus. Let extra op bij vochtig weer en temperaturen tussen 18 en 24°C want dan ligt bacterievuur op de loer. Warm, broeierig weer in de zomer met onweders en hagelbuien, zijn ideaal voor bacterievuuruitbraken!
Inwoners van Limburg en Vlaams-Brabant kunnen bij twijfel het Provinciaal Meldpunt bacterievuur van Limburg of Vlaams-Brabant contacteren. Zij kunnen bevestigen of het om een besmetting met bacterievuur gaat. Indien het gaat om een bevestigde haard, zorgen zij voor een professionele ingreep.
Onderhoud waardplanten door ze regelmatig te snoeien om zo de kans op infecties te verminderen. Let op: bij zomersnoei is er meer risico op verspreiding en zijn de wonden gevoelig voor besmetting. Snoei daarom bij voorkeur waardplanten tussen november en maart, als de planten in rust zijn. Het regulier onderhoud door het scheren van meidoornhagen tussen november en maart is sterk aangewezen om de bloei te reduceren en bijgevolg de kans op een bacterievuurinfectie te verminderen.
Wat zegt de wet over bacterievuur?
Tot 2019 was bacterievuur een quarantaine organisme in de EU. Vandaag heeft het niet langer deze status, maar blijft waakzaamheid voor bacterievuur en tijdig ingrijpen uitermate belangrijk om te vermijden dat deze ziekte de boomgaarden aantast.
Lokale besturen zijn gemachtigd om preventieve maatregelen te nemen tegen de verspreiding van bacterievuur en deze te handhaven (Besluit van de Vlaamse Regering over de machtiging aan de lokale overheden voor bacterievuur van 3 mei 2024).
Voor fruittelers is het inspecteren en verwijderen van aantastingen met bacterievuur een verplichting om te voldoen aan de IPM certificering. Sommige exportmarkten, zoals China, eisen dat de boomgaarden en omgeving vrij zijn van bacterievuur, om hun eigen productie te beschermen. Waakzaamheid tegen bacterievuur is dus ook van belang opdat de fruittelers de toegang tot belangrijke afzetmarkten niet zouden verliezen.
Voor producenten van teeltmateriaal van siergewassen en andere voor opplant bestemde planten voor sierdoeleinden en producenten van teeltmateriaal van fruitgewassen en fruitgewassen die voor fruitteelt worden gebruikt, is bacterievuur een RNQP (een gereguleerd niet-quarantaine organisme) volgens de plantengezondheidsverordening (EU) 2016/2031 en de bijhorende uitvoeringsverordening (EU) 2019/2072. Dit houdt in dat teeltmateriaal moet vrij zijn van bacterievuur wanneer het in de handel op de Europese markt gebracht wordt (drempelwaarde 0%). Raadpleeg een informatiefiche van Erwina amylovora als RNQP.
Er zijn nog enkele gebieden binnen de EU vrij van bacterievuur. In deze beschermde gebieden is bacterievuur een ZP-quarantaine organisme. Belgische telers die plantgoed van waardplanten naar deze gebieden willen verhandelen, mogen dit alleen wanneer ze gelegen zijn in de bufferzones die jaarlijks door het FAVV gecontroleerd worden (bijlage 1 van het KB van 23 juni 2008 betreffende de maatregelen om het binnenbrengen en het verspreiden van bacterievuur (Erwinia amylovora) te voorkomen), hun percelen aangegeven zijn en zij twee maal per jaar gecontroleerd zijn op afwezigheid van bacterievuur. Voor wat betreft de gespecialiseerde fruitboomkwekerijen en producenten van onderstammen en entmateriaal waar het Agentschap Landbouw en Zeevisserij officiële certificeringen uitvoert in het kader van de handelsrichtlijnen, is de controle door het FAVV gedelegeerd aan het Agentschap Landbouw en Zeevisserij (zie rubriek Plantengezondheid). Wanneer een besmetting in deze bufferzones vastgesteld wordt, moet dit gemeld worden aan het FAVV (https://favv-afsca.be/nl/contact/meldpunt-consument).
Nuttige contactgegevens
Provinciale Meldpunten bacterievuur:
- Limburg: Tel. 011 23 74 38 - bacterievuur@limburg.be
- Vlaams-Brabant: Tel. 016 26 72 72 - bacterievuur@vlaamsbrabant.be
Federaal Agentschap Voedselveiligheid: www.favv.be
Algemene info
- Proefcentrum Fruitteelt (pcfruit vzw)
Fruittuinweg 1, 3800 Sint-Truiden - Tel. 011 69 70 80 - pcfruit@pcfruit.be - www.pcfruit.be - Landbouw en platteland, Provincie Limburg
Universiteitslaan 1, 3500 Hasselt - Tel. 011 23 74 38 - landbouwenplatteland@limburg.be - Dienst land- en tuinbouw, Provincie Vlaams-Brabant
Provincieplein 1, 3010 Leuven - Tel. 016 26 72 72 - landbouw@vlaamsbrabant.be
Auteurs: Proefcentrum Fruitteelt vzw in opdracht van de Vlaamse overheid, Agentschap Landbouw en Zeevisserij