Hergebruik van water binnen de eigen bedrijfsvoering

Op deze pagina:

Hoe kan ik water hergebruiken op mijn bedrijf?

Bij een recirculatiesysteem wordt het drainwater hergebruikt in de teelt. Het drainwater wordt opgevangen, verzameld, gefilterd, ontsmet, vermengd met vers water en gevoed met meststoffen. Water en meststoffen worden hergebruikt en dat levert een kostenbesparing op. Zo wordt een (bijna) gesloten teeltsysteem bekomen.

Behalve de waterbesparing heeft hergebruik ook een aanzienlijke besparing van meststoffen tot gevolg, gezien drainwater nog een belangrijke hoeveelheid meststoffen bevat. De verliezen naar het milieu worden beperkt. Bij teelten met een hoge bemestingsbehoefte, zoals tomaat en paprika, is het financiële rendement gunstiger dan bij teelten met een lagere bemestingsbehoefte, zoals aardbeien.

Hoe is een recirculatiesysteem opgebouwd?

Hieronder staat een algemeen schema van een recirculatiesysteem met aanduiding van de verschillende waterstromen. De moeilijkste stappen zijn de waterontsmetting en de bemesting.

Figuur: voedingsoplossing naar planten sturen (toegelicht in tekst)

(Bron: De Rocker e.a., 2004)

 

In de tuinbouw worden, afhankelijk van de teelt en teeltwijze, verschillende types recirculatiesystemen gebruikt, gewoonlijk bestaande uit volgende onderdelen:

  • verzamelsysteem voor het drainwater, bijvoorbeeld drainslangen, hangende goten, mobiele goten, lavabedden,
  • opslagbassin voor het niet ontsmette water,
  • waterontsmetter, bijvoorbeeld uv-installatie, langzame zandfilter, verhitter,
  • opslagbassin voor het ontsmette water,
  • meng- en bemestingsunit,
  • irrigatie-/fertigatiesysteem,
  • teeltsysteem (substraatmatten, potten, containers).

 

Waarop moet ik letten bij het gebruik van een recirculatiesysteem?

Een recirculatiesysteem op het bedrijf vraagt van de teler vakkennis en een goede opvolging.

Bij hergebruik van water is een opvangmogelijkheid (watersilo of betonnen bassin) voor het niet ontsmette drainwater noodzakelijk.

Ontsmetten van het drainwater voor hergebruik is aan te raden, om verspreiding van eventueel aanwezige ziekteverwekkers te voorkomen. Mengen van het drainwater met regen- en/of grondwater gebeurt voor of na de ontsmetting. Meestal wordt gemengd na ontsmetting.

De capaciteit van de ontsmettingsinstallatie en de grootte van het opvangbassin moeten afgestemd zijn op de hoeveelheid drainwater op een piekdag. Die verschilt naargelang de teelt. Als regenwater mee ontsmet wordt, moet rekening gehouden worden met het gezamenlijke verbruik van drain- en regenwater op een piekdag.

De samenstelling van het aanmaakwater is minder constant, omdat het behalve uit regen- en/of grondwater, voor een deel uit drainwater bestaat. Een regelmatige, bijvoorbeeld veertiendaagse, analyse van het drain- of substraatwater is vereist om de bemesting optimaal af te stemmen op de samenstelling van het drainwater en op de behoefte van het gewas in een bepaald teeltstadium.

De mogelijkheden van recirculatie zijn echter niet onbeperkt. Bij recirculatie van drainwater moet ophoping van ballastzouten in het substraat (matten, potten, containers) vermeden worden. Daarom is de kwaliteit van het water dat aan het drainwater wordt toegevoegd, van zeer groot belang. Om die reden moet maximaal gebruik gemaakt worden van regenwater dat weinig of geen ballastzouten bevat. Daarnaast wordt er ook overgeïrrigeerd om te vermijden dat het zoutgehalte in het substraat zou stijgen, met een grotere hoeveelheid drainwater tot gevolg.

Bij vruchtgroenten bedraagt het drainpercentage 25 à 30%; in de sierteelt kan het variëren van 10 tot zelfs meer dan 50%. Als het zoutgehalte van het drainwater te hoog oploopt en hiermee de grenswaarden voor drainwater bereikt worden, kan het niet meer hergebruikt worden en moet het afgevoerd worden (spuistroom).

 

Wat zijn de teeltspecifieke kenmerken voor irrigatie en hergebruik van water?

De glastuinbouw kent drie belangrijke teeltgroepen: de sierteelt, de groenteteelt en de aardbeienteelt.

Delen: