Zuinig omspringen met water en besparen

Op deze pagina:

Waar kan ik water besparen op mijn bedrijf?

Waterbesparing is bij elke manier van watergebruik op het bedrijf mogelijk. Omdat irrigatie het grootste deel van het waterverbruik uitmaakt, zijn op dat vlak de grootste besparingen mogelijk.

Een gedeelte van het irrigatiewater in een substraatteelt wordt niet onmiddellijk opgenomen door de plant en komt vrij onder de vorm van drainwater. Het hergebruik van drainwater heeft duidelijk het grootste waterbesparend effect in de hele bedrijfsvoering. Ontsmetting van drainwater voor recirculatie is aangeraden.

Voor de terugspoeling van de filter wordt ook relatief veel water verbruikt. Na bezinking van de teruggespoelde (organische) deeltjes en na ontsmetting kan ook dat water hergebruikt worden waardoor veel water wordt bespaard.

Wat zijn de belangrijkste irrigatiesystemen?

Druppelaars

Begieten met druppelaars gebeurt in de vruchtgroenteteelt, in de snijbloementeelt en bij de potplanten (uitsluitend bij hangpotten of potten op goten). Met druppelaars krijgt de plant een specifieke hoeveelheid water per pot. De hoeveelheid drainwater per plant is zeer klein in vergelijking met bijvoorbeeld bovenberegening. Er kan dan ook gemakkelijk ontsmet worden.

Bovenberegening

Beregening boven de planten gebeurt met vaste regenleidingen met op geregelde afstanden sproeidoppen of door een voortbewegende watergeefrobot met sproeidoppen. Nadeel van een bovengrondse begieting is dat het gewas gedurende een tijd nat staat, waardoor de plant meer vatbaar is voor schimmels als Botrytis. Daarnaast kunnen schimmelsporen (bijvoorbeeld oömyceten als Pythium, Phytophthora spp.) of bacterieziekten (bijvoorbeeld Erwinia, Pseudomonas, Xanthomonas spp.) zich via opspattende druppels verder verspreiden. Afhankelijk van de ondergrond kan het water opgevangen en ontsmet worden.

Eb- en vloedsysteem

De tafels of betonvloeren worden gedurende 5 tot 15 minuten voorzien van een 2 à 5 cm hoge laag voedingsoplossing. Na de vloedbeurt stroomt het overtollige water terug naar een opvangbak. Bij dergelijke systemen kan de hoeveelheid drainwater oplopen tot 50 à 90% van de watergift. Het is bijgevolg belangrijk dat het ontsmettingssysteem een hoge capaciteit heeft. Als er aangetaste planten zijn is het risico van verspreiding van ziekten vrij groot omdat na de vloedbeurt water uit de potten terugstroomt. De kans is groot dat schimmelsporen in het systeem terechtkomen en meegevoerd worden naar de opvangbak.

Onderbevloeiing

Bij een watergift door onderbevloeiing stroomt het water tegen een lage snelheid langs de potten. De potgrond krijgt de tijd om via een capillaire werking water op te nemen. Bij een voldoende lage bevloeiingssnelheid stroomt er bijna geen water uit de potgrond naar het systeem en is er 0 à 30% drainwater. De zeer beperkte hoeveelheid drainwater kan ook gemakkelijker ontsmet worden. Het risico van verspreiding van ziektekiemen is veeleer lokaal.

Delen: