Wie moet wat volgen voor het VLIF?
Al wie wenst een beroep te doen op de tussenkomsten van het Vlaams Landbouwinvesteringsfonds voor de eerste installatie op een land- of tuinbouwbedrijf moet:
- ofwel een diploma kunnen voorleggen van land- of tuinbouwgericht onderwijs van minstens het niveau hoger secundair onderwijs,
- ofwel een installatieattest kunnen voorleggen (een minimale beroepservaring van 2 jaar is eveneens vereist).
De vereisten voor het bekomen van het installatieattest zijn verschillend naargelang de genoten opleiding:
- Bijscholing gestart voor 1 juli 1996: B-cursus
Wie voor 1 juli 1996 met vrucht een B-cursus gevolgd heeft kan bij het een installatieattest aanvragen mits voorlegging van een kopie van het getuigschrift. - Bijscholing gestart na 1 juli 1996:
Voor de opleidingen gestart tussen 1 juli 1996 en 1 januari 2005 zijn een B1- en een B3-cursus gelijkwaardig met respectievelijk een starterscursus type A en een starterscursus type B.- getuigschrift of diploma van land- of tuinbouwgericht onderwijs;
- lager secundair onderwijs
- 2de graad secundair onderwijs
Starterscursus type A + B + installatieproef - getuigschrift of diploma van land- of tuinbouwgericht onderwijs;
- 5 jaar secundair onderwijs:
Starterscursus type A + installatieproef (enkel schriftelijk gedeelte) - getuigschrift of diploma van niet-land- of tuinbouwgericht onderwijs of geen getuigschrift of diploma:
Starterscursus type A + B + stage + installatieproef
- Minstens twee jaar werkzaam op een landbouwbedrijf onder het statuut van meewerkende echtgenoot, zelfstandige bedrijfsleider, zaakvoerder of zelfstandige helper:
Starterscursus type A + B + installatieproef
Het statuut van meewerkende echtgenoot/echtgenote, zelfstandige bedrijfsleider, zaakvoerder of zelfstandige helper wordt aangetoond met een verklaring van de sociale kas waarbij hij/zij is aangesloten.
- getuigschrift of diploma van land- of tuinbouwgericht onderwijs;
Els Lapage
Koning Albert II-laan 15, bus 360
1210 Brussel
Belgiƫ