Toelichting over de juridische en de fiscale aspecten van een generatiewissel bij land- en tuinbouwondernemingen, met praktische tips en voorbeelden.
Pieter Souffriau, advocaat bij advocatenkantoor Tiberghien, gaf in 2019 uitleg hierover. “Wat indien u niets regelt?”. Het is niet altijd even evident om binnen het gezin of de familie een eventuele generatiewissel te bespreken. Een goed en gestructureerd plan van aanpak is evenwel noodzakelijk om de aandachtspunten aan het licht te brengen.
Er zijn verschillende mogelijkheden om dit aan te pakken. Niet de beste methode, maar één die toch nog regelmatig voorkomt, is “Niets op voorhand regelen”.
Regeling bij overlijden
Bij een overlijden waarbij geen planning werd opgemaakt, zal de langstlevende echtgeno(o)t(e) in principe het vruchtgebruik en de kinderen de blote eigendom van de volledige nalatenschap verkrijgen. Deze regeling geldt ongeacht het huwelijksstelsel waaronder de echtgenoten gehuwd waren.
De nalatenschap bestaat uit een reserve en een beschikbaar deel. De reserve is het deel dat verplicht aan de reservataire erfgenamen moet toekomen. Zo moeten de kinderen samen minstens de helft van de nalatenschap in blote eigendom verkrijgen. De reserve van de langstlevende echtgeno(o)t(e) bedraagt de helft van nalatenschap in vruchtgebruik, waarbij hij/zij steeds het vruchtgebruik op de gezinswoning en de daarin aanwezige huisraad moet krijgen. Het beschikbaar deel is het deel waarover de erflater vrij kan beschikken. Het beschikbaar deel bedraagt de overige helft van de nalatenschap. De erflater kan over dit deel van zijn nalatenschap beschikken door middel van schenkingen bij leven of bij legaten in een testament.
Vlaamse erfbelasting
De tarieven voor een verkrijging in rechte lijn en tussen partners variëren in schijven. Vanaf € 0,01 tot en met € 50 000,00 bedraagt de erfbelasting 3 %, vanaf € 50 000,01 tot en met € 250 000,00 9 % en alles wat meer is dan € 250 000,00 wordt aan 27 % belast. Dit geldt per erfgenaam en in de opdeling van roerende en onroerende goederen.
Er zijn een aantal vrijstellingen mogelijk. Zo is er tussen de echtgenoten een vrijstelling voor de vererving van de gezinswoning en voor de eerste € 50 000,00 aan roerende goederen. Voor familiale bedrijven (onderscheid ondernemingen/vennootschappen), bosgronden en VEN-gronden is er ook een vrijstelling. De vrijstelling voor VEN-gronden is evenwel aflopend.
Broer, zus en verwanten
De tarieven en schijven bij erfbelasting zijn verschillend bij vererving naar broers en zussen t.o.v. vererving in rechte lijn en tussen partners. Er wordt aan 25 % belast op de eerste schijf tot en met € 35 000,00. De tweede schijf gaande tot en met € 75 000,00 wordt aan 30 % belast en alles wat meer dan € 75 000,00 bedraagt, wordt aan 55 % belast.
Generatiewissel bij landbouwbedrijven
Voor het proces van generatiewissel gestart kan worden, moet er rekening gehouden worden met een aantal belangrijke vragen: ‘Wie en hoe wil ik het bedrijf verderzetten? Is het juridisch mogelijk om het bedrijf aan de ‘opvolger’ over te dragen? Wanneer wordt er overgedragen, tijdens het leven of bij overlijden? Hoe wordt het passieve kind gecompenseerd? Indien overdracht bij leven, wens ik controle te behouden?’ Alles begint echter met een goed gesprek waarbij alle betrokkenen samen aan tafel zitten.
Alvorens een plan van aanpak kan worden opgesteld, is het belangrijk dat iedereen akkoord is over wie het bedrijf zal verderzetten. Dit vermijdt discussie op het ogenblik van de effectieve overdracht of erger. Een vraag die in dit kader ook gesteld moet worden, is onder welke vorm het bedrijf wordt verdergezet? Men kan er bijvoorbeeld voor opteren om in het kader van de overdracht ook verder te professionaliseren via een vennootschap. Dit heeft een aantal voordelen zoals transparantie, betere bescherming tegen schuldeisers, eenvoudige overdracht van aandelen, optimalisatie van het gunstregime ... De juridische opvolger van de gekende landbouwvennootschap (LV) heeft geen nadelige gevolgen voor een pachtovereenkomst.
Wat is juridisch mogelijk?
Bij een schenking/legaat van het bedrijf vormt de ‘reserve’ steeds een belangrijk aandachtspunt. Ieder kind moet minimaal zijn reservatair deel bekomen.
Passieve kind compenseren
Als één van de kinderen het bedrijf verderzet, is de vraag natuurlijk wat de andere kinderen krijgen. Er kan voor gekozen worden om het bedrijf integraal aan één van de kinderen te schenken, dan wel in onverdeelde eigendom. De keuze is onder meer afhankelijk van de waarde van het bedrijf. De praktijk leert dat de overdracht van landbouwgronden specifieke aandacht verdient. Als één van de kinderen de gronden in onverdeeldheid krijgt, dan krijgt deze een zeer beperkte pachtvergoeding en t.o.v. de overnemer is een verkoop van de gronden niet wenselijk. Een oplossing zou kunnen zijn om een deel van de gronden te verkopen aan de overnemer om het passieve kind te compenseren. Maar in dit geval is er nood aan bijkomende middelen.
Overdracht bij overlijden
Er bestaat een preferentieel regime voor de overdracht van landbouwbedrijven. Dit heeft tot doel de continuïteit van het landbouwbedrijf te verzekeren. Er bestaat dus de mogelijkheid om het landbouwbedrijf toe te kennen aan de erfgenamen in rechte neerdalende lijn, zijnde de kinderen en kleinkinderen. In de wet is de definitie van een landbouwbedrijf als volgt omschreven: het geheel van roerende en onroerende goederen bestemd voor iedere activiteit, grondgebonden of niet, die betrekking heeft op de akkerbouw, de veeteelt, de pluimveeteelt, de groenteteelt, de fruitteelt, de viskwekerij, de bijenkweek, de druiventeelt, de bloementeelt, de sierplantenteelt, de teelt van zaad- en pootgoed, de boomkwekerijen evenals de productie van kerstbomen.
Het preferentieel regime is ook van toepassing op onroerende goederen die vroeger behoorden tot het landbouwbedrijf van de erflater, maar die nu reeds worden geëxploiteerd door erfgenaam in rechte neerdalende lijn.
De regels betreffende het erfrecht van de langstlevende echtgeno(o)t(e) hebben wel voorrang op het preferentieel regime.
Wanneer beroep gedaan wordt op het regime, zal het landbouwbedrijf bij voorrang worden toegewezen aan:
- de persoon of personen die door de erflater in het testament is/zijn aangeduid en op het ogenblik van het overlijden van de erflater instaan voor de persoonlijke exploitatie;
- de persoon of personen die op het ogenblik van het overlijden van de erflater instaan voor de persoonlijke exploitatie;
- de persoon of personen die door de erflater is/zijn aangeduid;
- de persoon die de onroerende goederen exploiteert in het kader van zijn eigen landbouwbedrijf.
Indien meerdere verschillende erfgenamen in dezelfde categorie opkomen, kunnen zij de overname samen verrichten. Deze personen zullen de overige erfgenamen moeten vergoeden ten belope van hun reserve.
Er moet natuurlijk nog een procedure gevolgd worden voor de overdracht bij overlijden:
- het landbouwbedrijf vererft;
- zijn er schenkingen gebeurd in het verleden? Is er een testament?;
- vereffening/verdeling voor de notaris;
- recht van overname kan worden uitgeoefend;
- schatting van het landbouwbedrijf en financiële tegemoetkoming voor de andere erfgenamen.
Tenslotte is de overnemer verplicht het bedrijf verder te zetten binnen de 6 maanden en dit gedurende minimaal 10 jaar. Indien de voorwaarden niet worden vervuld, zijn sancties van toepassing.
Sinds 1 september 2018 kan ook een erfovereenkomst met de erfgenamen worden opgemaakt. Dit gebeurt bij leven. De overeenkomst omvat een deel of de volledige nalatenschap. In de overeenkomst worden onevenwichten gecorrigeerd, waardes vastgeklikt, … Dit is een vrij zware procedure, waarbij de tussenkomst van de notaris vereist is. Bovendien is er instemming van alle kinderen nodig en is de overeenkomst bindend. Maar met een erfovereenkomst kunnen heel wat (sluimerende) discussies opgelost worden.
Overdracht bij leven
Een overdracht bij leven is steeds mogelijk. De waardering van de geschonken goederen verdient de nodige aandacht. Op het ogenblik van overlijden vindt er immers een wedersamenstelling van het vermogen plaats. Een belangrijk aandachtspunt hierbij betreft de waardering van de geschonken goederen. Doordat de waarde van de geschonken goederen kan evolueren – zowel positief als negatief – is het mogelijk dat op het ogenblik van het overlijden wordt vastgesteld dat de reserves zijn aangetast. Dit heeft tot gevolg dat de voorziene regeling onzeker wordt.
Indien er geopteerd zou worden om te schenken zonder dat het Vlaams gunstregime van toepassing is, zijn er een aantal tarieven van toepassing op de geregistreerde schenking van roerende goederen. Voor roerende goederen bedraagt dit 3 % in rechte lijn en tussen partners en 7 % voor anderen. De schenking is in principe steeds onherroepelijk. Een uitzondering bestaat voor schenkingen tussen echtgenoten die niet via het huwelijkscontract gebeurden. Deze schenkingen kunnen steeds worden herroepen. Indien een schenking niet wordt geregistreerd, is er een risico op erfbelasting bij overlijden van de schenker binnen de drie jaar na de schenking.
Er zijn verschillende tarieven van schenkbelasting voor onroerende goederen. De tarieven bij een verkrijging in rechte lijn en tussen partners bedraagt 3 % tot en met € 150 000,00, 9% tot en met € 250 000,00, 18 % tot en met € 450 000,00 en 27 % boven de € 450 000,00. Dit percentage wordt telkens in schijven toegepast. Bij schenking tussen alle andere personen worden dezelfde schijven gebruikt met een belasting van respectievelijk 10, 20, 30 en 40 %.
Vlaams gunstregime overdracht familiale bedrijven
Er bestaat een gunstregime voor overdracht van familiale bedrijven (vennootschappen en ondernemingen) in het Vlaamse gewest. Bij het Vlaamse gunstregime met toepassing van verlaagde erf- en schenkbelasting kan er geschonken worden aan 0 % en vererfd worden aan 3 %. Een landbouwbedrijf valt ook onder de definitie van familiale onderneming. Dit bedrijf moet door de schenker of zijn partner, al dan niet samen met anderen, persoonlijk worden geëxploiteerd en uitgeoefend. Een familiale vennootschap is een vennootschap die o.a. een landbouwactiviteit uitoefent. De schenker moet samen met zijn familie eigenaar zijn van deze vennootschap.
Er zijn natuurlijk een aantal voorwaarden gekoppeld aan het gunstregime voor familiale ondernemingen en familiale vennootschappen.
Voor familiale ondernemingen:
- Persoonlijke exploitatie
- Al dan niet samen met de partner (gehuwden of wettelijk samenwonenden of samenwonenden die minstens 3 jaar ononderbroken een gemeenschappelijke huishouding voerden)
- Controle a.d.h.v. de laatste aangifte of aanslagbiljet (winsten/baten)
- Activa moeten beroepsmatig geïnvesteerd zijn
- Geen gunstregime voor goederen die privaat worden aangehouden en ter beschikking gesteld/verhuurd/verpacht worden aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon
- Controle a.d.h.v. de laatste aangifte of het laatste aanslagbiljet in de personenbelasting
- Geen onroerende goederen die hoofdzakelijk voor bewoning aangewend of bestemd zijn
- Indien onroerende goederen gedeeltelijk voor bewoning gebruikt/bestemd worden, moet dit duidelijk in de akte vermeld worden. Een landbouwhoeve zal vrijgesteld kunnen worden/kunnen genieten van het verminderd tarief voor het gedeelte dat beroepsmatig gebruikt wordt. Bij het mee overdragen van het woongedeelte zullen hierop schenkingsrechten/erfbelasting voor onroerende goederen verschuldigd zijn, idem voor bouwgronden.
Voor familiale vennootschappen:
- Participatievoorwaarde (erflater/schenker moet samen met zijn familie)
- Minstens 50 % van de aandelen in volle eigendom bezitten
- Minstens 30 % van de aandelen in volle eigendom hebben op voorwaarde dat hij
- Samen met één andere aandeelhouder-NP en zijn/haar familie 70 % van de aandelen van de vennootschap in volle eigendom heeft
- Samen met twee andere aandeelhouders-NP en zijn/haar familie 90 % van de aandelen van de vennootschap in volle eigendom heeft
- Onder familie wordt verstaan:
- De partner;
- De verwanten in rechte lijn en hun partner;
- De zijverwanten tot en met de tweede graad en hun partner;
- De kinderen van broers en zussen.
- Handelsactiviteitvoorwaarde
- De vennootschap dient een nijverheids-, handels-, ambachts- of landbouwactiviteit te hebben of een vrij beroep uit te oefenen.
- Vennootschappen – reële economische activiteit
- Indien de vennootschap geen reële economische activiteit heeft, hoewel aan de handelsactiviteitvoorwaarde voldaan is, zal zij niet kunnen genieten van het gunstregime.
Er zijn ook voorwaarden die vervuld moeten blijven tot 3 jaar na de overdracht. Om de vrijstelling of het verminderd tarief te kunnen behouden, moeten volgende voorwaarden vervuld blijven gedurende 3 jaar na de schenking of na het overlijden.
Voor familiale ondernemingen:
- Behoud van een nijverheids-, handels-, ambachts- of landbouwactiviteit of een vrij beroep.
- Moet niet om dezelfde activiteit gaan
- Wel moet de activiteit ononderbroken worden uitgeoefend
- De onderneming mag uitgebaat worden door personeel of derden, maar moet wel op naam van de schenker(s), begiftigde(n) of erfgena(a)m(en) blijven staan
- De onroerende goederen worden niet hoofdzakelijk tot bewoning aangewend of bestemd
Voor familiale vennootschappen:
- Behoud van het familiaal karakter
- Behoud van een reële economische activiteit
- Behoud van een nijverheids-, handels-, ambachts- of landbouwactiviteit of vrij beroep
- Neerleggen van jaarrekeningen
- Behoud van kapitaal
- Behoud van zetel van werkelijke leiding binnen de EER (Europese Economische Ruimte)
Conclusie
Een generatiewissel van een familiebedrijf is altijd een ingrijpend gebeuren. Er komen heel wat juridische, financiële en fiscale aspecten bij kijken. Daarom is een goede voorbereiding essentieel en deskundig advies onontbeerlijk.
Auteurs: A. Colman, I. Ryckaert, L. Hubrecht (Agentschap Landbouw en Zeevisserij) naar lezing van P. Souffriau (Tiberghien Advocaten)