Speenchecklist
In een eerder project samen met DGZ werden de riscofactoren en -handelingen voor, rond en na het spenen opgelijst in een “checklist optimaal spenen | Inagro. De (bijna 50) gepresenteerde stellingen doen de varkenshouder op een zeer laagdrempelige manier nadenken over de op het eigen bedrijf toegepaste handelingen en mogelijke verbeterpunten.
Problematiek
In het project werd gefocust op drie relevante ziekten rond spenen: speendiarree, streptokokkeninfecties en slingerziekte. Problemen bij de biggen wegen ook door op de algemene gezondheidsstatus van je bedrijf, ook bij zeugen en vleesvarkens, en geven aanleiding tot mindere prestaties, uitval en sterfte. Verdere gevolgen zijn economische verliezen, een verminderd dierenwelzijn en een verhoogd antibioticagebruik. Redenen genoeg dus om alert te zijn. Dat wil zeggen de alarmsignalen herkennen, snel vaststellen en effectief ingrijpen. Dit vergt twee controles per dag (dus arbeid), maar levert ook baten op zoals een lagere kans op verspreiding door snelle isolatie, snellere genezing en extra mogelijkheden voor gerichte (individuele) behandelingen.
Probleem |
Tijdstip |
Symptomen |
---|---|---|
Speendiarree |
Vaak 3-5 dagen na spenen |
Lusteloosheid Platte mest, waterige diarree Lagere voederopname Biggen liggen vuil, nat Langer haar, doffe huid, magere biggen Gekromde rug |
Slingerziekte |
1-2 weken na spenen |
Slingerende gang, zwalpen Oedeem op neusrug, oogleden Mooie, goed gevulde biggen Moeilijk of niet recht kunnen Plotse sterfte |
Streptokokken |
3-12 weken leeftijd |
Gewrichtsontsteking Koorts, sufheid, evenwichtsstoornissen Zijligging, fietsbewegingen, nekkramp Plotse sterfte |
PDCA: Plan-do-check-act (en herhaal)
Via dit project werd het PDCA-principe naar voor geschoven als instrument voor een verbetertraject. Eén PDCA-cyclus bestaat uit vier fasen (Figuur 1).
1. Plan
In de eerste fase worden de problemen geïdentificeerd. Wat houdt het probleem in (wie, wat, waar, wanneer, waarom, hoe)? In een plan worden de doelstellingen en maatregelen opgelijst. Wat wil men wanneer bereiken?
Bv: men wil het productiegetal verhogen door het sterftepercentage te verminderen. Momenteel is het productiegetal 29,53 en het sterftepercentage 21,80%. Een van de mogelijke oorzaken zou te wijten kunnen zijn aan te magere zeugen, waardoor ook het geboortegewicht van de biggen te laag is. Om die reden zal het bedrijf de conditie van de zeugen beter proberen opvolgen via systematische spekdiktemeting. Doel is het sterftepercentage terug te brengen naar 14% of lager.
2. Do
Nadat de doelstellingen zijn bepaald moeten de acties uitgevoerd worden.
Bv. Op het bedrijf wordt tijd vrijgemaakt voor systematische spekdiktemetingen voor het werpen en bij het spenen. Optimale spekdiktes worden besproken met de fokkerijorganisatie die de jonge zeugen levert. In functie van de resultaten worden de voeder- en speenstrategie heroverwogen.
3. Check
Wat is er effectief gerealiseerd?
Bv. Op het bedrijf blijkt dat de zeugen te schraal in de kraamafdeling toekomen. De voederstrategie tijdens de dracht wordt aangepast. Dit zou moeten resulteren in een betere conditie en een lager sterftepercentage.
4. Act
Maatregelen en plannen worden bijgestuurd in functie van de resultaten.
Bv. Ondanks een betere conditie daalt het sterftepercentage niet noemenswaardig. Wellicht zijn er andere oorzaken. Het bedrijf past standaard partusinductie toe op dag 114, dit zou aanleiding kunnen geven tot zwakke biggen. Het bedrijf zal eerst de natuurlijke drachtduur van de zeugenstapel nagaan en in functie daarvan beslissen om al dan niet te induceren.
Dit principe werd door de projectpartners in een visueel aantrekkelijke infographic 'Verbeter je speenmanagement met behulp van het PDCA type' gegoten.
Adviezen kraamstal
Een aantal bedrijven werden in het kader van dit project begeleid. Telkens werden na data-analyse bedrijfsspecifieke adviezen geformuleerd, zowel voor de kraamstal als voor de biggenafdeling. De belangrijkste adviezen voor de kraamstal zijn de volgende bij de start van de kraamperiode:
- Streef naar gezonde zeugen in goede conditie (o.a. door aandacht voor de voederstrategie en het vaccinatiebeleid)
- Zorg voor een optimaal stalklimaat, zowel voor zeugen als biggen (microklimaat)
- Bewaak de biestopname bij de eigen moeder (bv. door alternerende biestopname)
Tijdens de zoogperiode moet zoveel mogelijk worden voorbereid op het spenen door o.a.:
- Een goed verlegbeleid
- De voederopname van de biggen te stimuleren door bij te voederen
Ook hiervoor werd een infographic ''Spenen van gezonde biggen start in de kraamstal' ontwikkeld.
Adviezen biggenafdeling
In de biggenafdeling worden volgende succesfactoren naar voor geschoven:
- Stalomgeving: stressvrije verplaatsing naar een afdeling met lage infectiedruk en optimaal stalklimaat
- Kwalitatief voeder en water
- Preventieve gezondheidszorg: bioveiligheid, vaccinatiebeleid en toepassing van goede praktijken
Zie de bijhorende infographic 'Biggen gezond houden in de biggenafdeling'
Conclusie
Biggen gezond spenen vergt optimalisatie op verschillende vlakken. Pak verbetering systematisch aan door specifieke doelstellingen te formuleren die bij jouw bedrijf en jouw wensen passen. De infographics en de stellingen uit de checklist optimaal spenen, vormen een leidraad om mogelijke concrete acties voorop te stellen. Voer de aanpassingen uit en ga na of ze je dichter bij je doel brengen. Herhaal dit proces.
Veetournee is een initiatief van het Agentschap Landbouw en Zeevisserij. Het is een terugkerend event dat de Vlaamse veehouders (en andere ketenpartners) informeert, sensibiliseert en activeert met betrekking tot actuele landbouwthema’s.
Suzy Van Gansbeke - Agentschap Landbouw en Zeevisserij