Bioveiligheid: maatregelen om de insleep en versleep van ziekteverwekkers op het rundveebedrijf te vermijden (2018)

logo veetournee

Tijdens de afgelopen edities van de Veetournee in Geel en Kortrijk stonden er in het namiddaggedeelte verschillende infosessies gepland. De komende weken en maanden verschijnen hierover regelmatig artikels in de vakpers.

Eén van de sessies ging over de maatregelen die veehouders kunnen nemen om de insleep en versleep van ziekteverwekkers op het rundveebedrijf te vermijden. Dierenartsen Charlotte Brossé en Jozefien Callens, beiden werkzaam bij Dierengezondheidszorg Vlaanderen, gaven hierover uitgebreid toelichting.

Wat is bioveiligheid?

Bioveiligheid omvat de maatregelen die het risico op insleep en versleep van ziekteverwekkers op het bedrijf beperken. Insleep van ziekteverwekkers binnen het bedrijf kan gebeuren via dieren, personen, vervoersmiddelen, materieel en machines die op het bedrijf komen, maar ook via water en lucht kunnen ziektekiemen op het bedrijf binnenkomen. Van al deze potentiële risico’s vormt de aankoop van runderen het voornaamste risico op insleep van ziektekiemen. Versleep of verspreiding van ziekteverwekkers op het bedrijf zelf gebeurt via huisvesting, behandelingsmateriaal, bedrijfseigen materieel en machines, ongedierte en andere runderen en/of dieren op het bedrijf. Maatregelen om insleep te voorkomen vallen onder de noemer externe bioveiligheid. Bij maatregelen die versleep voorkomen, spreken we van interne bioveiligheid.

Mogelijke infectiebronnen van ziekteverwekkers op een rundveebedrijf
Figuur 1 Mogelijke infectiebronnen van ziekteverwekkers op het rundveebedrijf (Bron: DGZ)

Bioveiligheid heeft als doel het bedrijf te beschermen tegen ziektekiemen. Dit biedt een aantal voordelen. Zo is bij varkens aangetoond dat enerzijds de technische resultaten en de dierengezondheid verbeteren naarmate de bioveiligheid toeneemt. Anderzijds daalt het antibioticagebruik . Gelijkaardige resultaten zijn te verwachten bij rundvee en andere diersoorten.

Hoe begin ik aan een goede bioveiligheid?

Om de bioveiligheid op uw bedrijf te verbeteren kunt u best volgende stappen doorlopen:

  1. Ga na wat de bioveiligheidstatus van uw bedrijf is. Dit doet u door aandachtig rond te kijken op het bedrijf en na te gaan wat al goed loopt, welke risico’s er zijn en waar verbetering mogelijk is. Binnenkort kan de biocheck UGent u hierbij helpen. Deze online vragenlijst, opgemaakt door de Faculteit Diergeneeskunde UGent, is reeds beschikbaar voor varkens en pluimvee, maar nog in ontwikkeling voor rundvee. Hiermee is het mogelijk om de kwaliteit van de bioveiligheid op uw bedrijf op een wetenschappelijke en onafhankelijke manier te evalueren.
  2. Breng de grootste risico’s voor insleep en versleep van ziektekiemen op uw bedrijf in kaart. Dit is niet eenvoudig en voor elk bedrijf verschillend. Contact met levende dieren van een ander bedrijf, zoals wanneer u dieren aankoopt, vormt één van de grootste bedreigingen. Dit zou dan ook één van uw eerste werkpunten moeten zijn. Maar vergeet ook de kleine risico’s niet. Een klein risico dat frequent voorkomt, vormt immers ook een groot risico!
  3. Ga over tot actie. Bepaal welke maatregelen u effectief zult nemen op basis van de risico’s die u wilt aanpakken. Bekijk hierbij wat voor uw bedrijf en voor uzelf haalbaar is. Belangrijk is dat u de maatregelen consequent toepast zodat het uiteindelijk ‘uw manier van werken’ wordt.
  4. Controleer en evalueer. Zodra u de nieuwe maatregelen hebt ingevoerd en deze ‘uw manier van werken’ zijn geworden, komt het erop aan om regelmatig de bioveiligheidstatus op uw bedrijf te evalueren. Stel uzelf hierbij de volgende vragen: Worden alle genomen maatregelen consequent toegepast? Zijn er risico’s die vroeger niet prioritair waren, maar die u nu wilt aanpakken? Zijn er risico’s bijgekomen? Enkel op deze manier kan uw bedrijf blijven groeien op het gebied van bioveiligheid.

Bioveiligheid Award

In 2017 heeft Dierengezondheidszorg Vlaanderen voor het eerst de wedstrijd ‘Bioveiligheid Award’ georganiseerd. Het doel hiervan was tweeledig:

  • de rundveehouderij vertrouwd maken met de term en de principes van bioveiligheid;
  • bedrijven die reeds inspanningen leveren op het vlak van bioveiligheid in beeld brengen en belonen zodat zij als voorbeeld kunnen dienen.

Maar liefst 93 rundveebedrijven hebben zich ingeschreven voor de wedstrijd. Op basis van de ingevulde inschrijvingsformulieren volgde een eerste selectie van 16 bedrijven die door een 7-koppige jury werden bezocht. De jury nomineerde 9 bedrijven: 3 melkveehouders, 3 vleesveehouders en 3 kalverhouders. Daarvan werden 3 bedrijven (1 per categorie) door bijna 8000 publiekstemmen tot winnaar verkozen. Ook de bedrijfsdierenartsen werden nauw betrokken bij de wedstrijd, zij zijn immers een belangrijke schakel voor een succesvol bioveiligheidsbeleid. Ook werden de rundveehouders in de loop van de wedstrijd via de DGZ-nieuwsbrief en andere communicatiekanalen getrakteerd met tips en tricks om de bioveiligheid op het bedrijf naar een hoger niveau te tillen. Deze nuttige informatie vindt u nog steeds op de website www.mijnmaniervanwerken.be . Hierna volgen enkele voorbeelden van voorzorgsmaatregelen om de insleep en versleep van dierziekten te voorkomen.

  • Beperk het risico als u dieren aankoopt
    Idealiter koopt u geen dieren aan. Aangekochte dieren kunnen infecties op het bedrijf binnenbrengen, ook al zijn ze niet zichtbaar ziek. Natuurlijk is aankoop van dieren niet altijd uit te sluiten. In dat geval houdt u best rekening met volgende aanbevelingen:
    • bereid de aankoop goed voor;
    • beperk het aantal bedrijven waarvan u runderen aankoopt best tot één bedrijf of het minimum en koop zo weinig mogelijk dieren aan;
    • ga de gezondheidsstatus na van het bedrijf waar u dieren aankoopt en ga enkel over tot de aankoop als de status minstens even hoog is als op uw eigen bedrijf;
    • controleer de gezondheidsstatus van de dieren die u wilt aankopen (testen vóór aankoop, zonder klinische symptomen, niet drachtig);
    • verifieer de gezondheidstoestand van het bedrijf en de dieren door een bezoek te brengen aan het bedrijf. Respecteer hierbij de aanbevolen bioveiligheidsmaatregelen;
    • beperk de kans op besmetting tijdens het transport: gebruik gereinigde en ontsmette voertuigen, mix geen dieren van verschillende herkomst, maak geen tussenstops op andere bedrijven, markten of andere verzamelplaatsen van dieren;
    • houd aangekochte dieren voldoende lang in quarantaine en laat ze opnieuw testen.
  • Houd kalveren gezond door goed om te gaan met biest
    Maak de uier schoon vóór de biest wordt uitgemolken, test de kwaliteit van de biest met een biestmeter, verstrek ongeveer 2 liter biest van goede kwaliteit binnen de twee uur na de geboorte en nog eens 2 liter binnen de 12 uur erna. Als de kwaliteit van de biest van de eigen moeder niet voldoet, geef dan diepvriesbiest of biest van de biestbank. Teveel aan biest vries je beter in, noteer hierbij op elk zakje de datum, het nummer van de koe en het resultaat van de biestmeting (Foto 1 en 2). Ga hygiënisch om wanneer u biest verzamelt en behandelt. Reinig en ontsmet na elk gebruik het materiaal waar de biest mee in aanraking komt: emmers, flessen, spenen, sondes, …. Ga geregeld na of de kalveren werkelijk voldoende biest hebben opgenomen door bloedstalen van enkele kalveren te onderzoeken op de hoeveelheid aanwezige antistoffen.

    Foto  1 Goede etikettering in biestbank in diepvries Foto 2 Etikettering biestbank in diepvries
    Foto 1 en 2 Zorg voor hygiëne en een goede etikettering bij het aanleggen van een biestbank in de diepvries (bron: DGZ)
  • Geef kalveren drinken uit propere, eigen emmers
    Reinigen en ontsmetten van het materiaal waarmee u de kalveren drinken geeft is een onmisbaar onderdeel van een goed kalvermanagement. Melkresten die achterblijven op het materiaal worden een broeihaard van bacteriën en insecten en trekken ongedierte aan. Zo kunnen drinkemmers of spenen ervoor zorgen dat infecties tussen zieke en gezonde kalveren worden overgedragen, of van oude naar jongere kalveren overgaan. Beperk de blootstelling aan infecties en vermijd spreiding door voor elk kalf eigen materiaal te gebruiken tijdens de hele individuele opfokperiode. Reinig en ontsmet emmers en spenen na elk gebruik. Laat het goed opdrogen en bewaar het op een droge, propere plaats voor als u het een volgende keer gebruikt

     Foto 4 gereinigde drinkemmers Foto 3 Gereinigde drinkemmers
    Foto 3 en 4 Reinig drinkemmers dagelijks en hou ze proper tot het volgend gebruik (bron: DGZ)
  • Plaats pasgeboren kalveren in een individuele box of iglo
    Pasgeboren kalveren hebben nog geen weerstand opgebouwd en plaatst u best apart gedurende enkele weken (maximaal 8 weken). Om de infectiedruk laag te houden, wordt best voldaan aan enkele stelregels inzake het gebruik van iglo’s of eenlingboxen. Zorg dat regenwater, urine en mest niet in de hutjes blijven staan door de hutjes op een lichte hellend vlak te plaatsen. Leg voldoende stro in de hut voor een droge bedding. Zorg eveneens voor een goed klimaat: iglo’s plaats je best met de opening naar het zuidoosten en bij voorkeur in de schaduw om te hoge temperaturen te vermijden. Bij eenlingboxen moet er onder andere voldoende daglicht zijn en een temperatuur tussen 5 en 15°C. Daarnaast is het belangrijk om de hokjes te reinigen en te ontsmetten na elk gebruik; zorg er dus voor dat alles makkelijk te reinigen is (Foto 5 en 6). Eenlingboxen op wielen zijn gemakkelijk verplaatsbaar om ze te reinigen en om de kalfjes die verkocht zijn apart te zetten voor de veehandelaar. Het is sterk aan te raden de boxen gedurende een periode leeg te laten staan nadat u ze hebt gebruikt om een kalfje in te plaatsen.
    Foto 5 Verplaatsbare kalverhutten Foto 6 verplaatsbare groene kalverhutten
    Foto 5 en 6 Gemakkelijk verplaatsbare hutten maken buiten reinigen mogelijk, voorzie een aparte emmer per kalf (bron: DGZ)
  • Gebruik een vaste laadplaats vooraan op het erf 
    Voor het ophalen van levende dieren geniet een apart hok vooraan op het erf de voorkeur. Zo vermijdt u dat de vervoerder de stallen betreedt of in contact komt met de kalfjes of overige dieren die op het bedrijf aanwezig blijven. Niet alleen heeft dit voordelen op het gebied van bioveiligheid, het is ook praktischer voor de vervoerder én voor u als veehouder. De vervoerder bespaart tijd en u hoeft niet noodzakelijk aanwezig te zijn om te helpen bij het laden. Is een vaste laadplaats vooraan het erf niet mogelijk, vermijd dan dat de vervoerder tussen de dieren loopt en voorzie in bedrijfskledij. Probeer ook voldoende afstand te laten tussen de box waar het dier moet worden opgeladen en de overige dieren in de stal. Voor gestorven dieren is een vaste kadaverophaalplaats aan de buitenkant van het bedrijf aan te raden. Breng gestorven dieren zo snel mogelijk naar de kadaverophaalplaats en gebruik hierbij handschoenen. Was en ontsmet vervolgens de handen, laarzen en kledij, net als al het materiaal en de kadaverophaalplaats dat in contact gekomen is met het kadaver. Hou ongedierte en huisdieren weg van kadavers en nageboorten.
  • Maak duidelijke afspraken met erfbetreders
    Op een rundveebedrijf komen heel wat bezoekers zoals de dierenarts, de voederleverancier, adviseurs, diverse handelaars, … Vraag hen om hun bezoek op voorhand aan te kondigen. Als dit niet mogelijk is, kan het nuttig zijn om uw gsm-nummer duidelijk zichtbaar te plaatsen bij het betreden van het erf. Zo kunnen ze u contacteren zodra ze het erf oprijden en moeten ze u niet in de stallen komen zoeken. Voorzie in bedrijfseigen laarzen of wegwerpoverschoenen voor bezoekers (Foto 7,8,9 en 10). Indien de erfbetreders bovendien in de nabijheid van de dieren komen, is een bedrijfseigen stofjas of overall aan te bevelen. Zorg ervoor dat de laarzen en het bedrijfskledij bij elk bezoek proper zijn door de laarzen na elk bezoek te reinigen en de bedrijfskledij geregeld te wassen.

    Foto 7 bedrijfskleding verplicht Foto 8 bedrijfskleding in een doorschijnende box
    Foto 9 Sproeimechanisme om schoeisel te ontsmetten Foto 10 Bedrijfseigen laarzen en kledij voor bezoekers 
    Foto 7,8,9 en 10 Voorzie in bedrijfseigen laarzen en kledij of wegwerpschoenen en maak duidelijke afspraken met bezoekers (bron: DGZ)
  • Houd runderen van verschillende leeftijden gescheiden
    Verschillende leeftijdsgroepen hebben vaak een verschillende immuniteits- en infectiestatus. Oudere dieren kunnen in contact gekomen zijn met bepaalde aanwezige ziektekiemen en er drager van zijn, terwijl jongere dieren er gevoelig voor zijn. Als de leeftijdsgroepen met elkaar in contact komen, kunnen ziektekiemen aanwezig bij oudere dieren overgedragen worden naar de jongere, gevoelige dieren en hen ziek maken. Daarom is het aan te bevelen runderen van verschillende leeftijden apart te huisvesten. Is dit niet mogelijk, zorg er dan voor dat er geen rechtstreeks contact tussen de verschillende leeftijdsgroepen mogelijk is. Naast goed gescheiden huisvesting kunt u ook in apart materiaal per leeftijdsgroep voorzien en van laarzen en kledij wisselen als u van de ene groep naar de andere gaat (Foto 11,12 en 13). Ook het respecteren van de looplijnen van jong naar oud en van gezond naar ziek is van zeer groot belang om de risico’s op verspreiding van ziektekiemen te beperken.

    Foto 11 Ontsmettingsbak Foto 12 Wisseling kledij en schoeisel Foto 13 gereedschap
    Foto 11, 12 en 13 Voorzie voor elke stal in laarzen, gereedschap en een ontsmettingsbak (bron: DGZ)

    Veel van deze maatregelen kunnen eenvoudig op het bedrijf ingevoerd worden. Gedurende de bedrijfsbezoeken viel het de juryleden op dat er heel wat creativiteit is bij de rundveehouders en dat er vaak inspiratie werd gehaald uit andere sectoren zoals varkens-, pluimvee- en zelfs de tuinbouwsector. Noch de leeftijd van de veehouder, noch de ouderdom van de infrastructuur spelen een rol als u bioveiligheidsmaatregelen wilt invoeren.

Conclusie

Bioveiligheid is het beperken van risico’s op de insleep en versleep van ziektekiemen op het bedrijf. Wenst u de bioveiligheid op uw bedrijf te verbeteren, breng dan eerst de bioveiligheidstatus van uw bedrijf in kaart, bepaal daarna de grootste risico’s, neem gepaste maatregelen en herevalueer. Werk hiervoor samen met uw bedrijfsdierenarts. Hij kent uw bedrijf en is de aangewezen persoon om u te adviseren en te begeleiden op het vlak van bioveiligheid. Wees creatief, ook op bestaande bedrijven is vaak heel wat mogelijk! Tips: www.mijnmaniervanwerken.be

Delen: