Noden gelinkt aan ecoregelingen en agromilieuklimaatmaatregelen

In het nieuw Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) 2023-2027 zetten we in op de huidige en toekomstige noden van onze land- en tuinbouwers. Deze worden gekoppeld aan de ecoregelingen en agromilieuklimaatmaatregelen waar u als actieve landbouwer aan kan deelnemen.   

Overzicht maatregelen

In het nieuw GLB zijn de vergroeningsmaatregelen weggevallen en komen er in de plaats nieuwe maatregelen (bestaande uit agromilieuklimaatmaatregelen en ecoregelingen). Om al een beeld te schetsen wat het nieuw GLB voor u in petto heeft, vindt u hierbij een korte omschrijving per maatregel.  

Wat houden deze noden in?

Innovatie (inclusief digitalisering) 

Innovatie (inclusief digitalisering

De landbouwsector is voortdurend in beweging. Innovaties (inclusief systeeminnovaties), nieuwe technieken en praktijken moeten ontwikkeld worden als antwoord op nieuwe verwachtingen van maatschappij en keten. Pioniers moeten de ruimte krijgen om nieuwe ideeën uit te werken en uit te testen. Technieken en praktijken met bewezen doeltreffendheid moeten breder ingang vinden in de landbouw. Daarnaast moeten ook de vele data die verzameld worden dankzij moderne technologieën op de bedrijven nog beter gebruikt worden voor optimalisatie van de bedrijfsvoering en kennisdeling.

Koolstofopbouw en vermindering broeikasgassen 

Koolstofopbouw en vermindering broeikasgassen

Gezien de grote uitdagingen op gebied van klimaat, moet de landbouw gestimuleerd worden om de uitstoot van broeikasgassen en het energieverbruik te verminderen en om bij te dragen aan de koolstofopslag en de productie van energie. Er moet aandacht zijn voor het optimaliseren van de gewasrotatie, koolstofopbouw in de bodem en het realiseren van boslandbouwsystemen. Stimuleren van investeringen gericht op klimaat en energie moeten een prioriteit zijn voor beleid.

Afhankelijkheid van externe eiwitbronnen verminderen

Afhankelijkheid van externe hulpbronnen verminderen

Landbouw is sterk afhankelijk van hulpbronnen, voornamelijk op vlak van energie, eiwithoudende grondstoffen en water,… Er moet nog meer ingezet worden om deze afhankelijkheid te minderen. Zo moeten we meer inzetten op de productie van hernieuwbare energie, bijvoorbeeld door de valorisatie van nevenstromen uit landbouwproductie. Het gebruiken van alternatieve eiwitbronnen voor (meng)voeders moet gestimuleerd worden om de afhankelijkheid van import van eiwitten van buiten Europa te verminderen. Ook de beschikbaarheid en recuperatie van water is een belangrijk aandachtspunt.

Adaptatie aan klimaatverandering

Adaptatie aan klimaatverandering

De klimaatverandering zorgt voor grotere weersextremen, wat niet alleen de landbouwproductie onder druk zet, maar ook impact heeft op de omgeving door onder meer verhoogde erosie en afspoeling. Ook veroorzaakt de klimaatverandering andere bedreigingen zoals introductie van invasieve exoten, ziekten en plagen. De landbouw moet zich aanpassen aan deze bedreigingen. De beleidsuitdaging is het anticiperen op deze verandering en niet wachten tot de effecten effectief voelbaar zijn. Via verschillende beleidsmaatregelen (vb. investeringssteun, areaalsteun…) kunnen adaptatiemaatregelen en nieuwe vormen van landbouw ondersteund worden.

Zorg voor water

Zorg voor water

Door toenemende verharding is er steeds minder plaats voor water, dit vermindert infiltratie en vergroot het risico op wateroverlast. Dit leidt op termijn tot een verminderde beschikbaarheid van water. Het belang hiervan neemt nog toe omwille van de klimaatverandering. De waterkwaliteit in verschillende regio’s lijdt onder de uit- en afspoeling van nutriënten naar het grond- en oppervlaktewater. Ook gewasbeschermingsmiddelen zorgen voor een belasting van het oppervlaktewater.

Zorg voor bodem

Zorg voor bodem

Een gezonde bodem is het productiekapitaal voor een vruchtbare voedselproductie en is ook essentieel voor een groot aantal ecosysteemdiensten. Er is daarom nood aan duurzame beheerpraktijken. Er moet ingezet worden op het voorkomen van bodemdegradatie, -verdichting, -erosie, het verlies van bodemkoolstof en bodemverontreiniging.

Zorg voor natuur/ biodiversiteit

Zorg voor natuur - biodiversiteit

Landbouw en biodiversiteit zijn nauw met elkaar verbonden: veel biodiversiteit is afhankelijk van landbouwlandschappen en biodiversiteit levert de landbouwer heel wat voordelen op. Er moet ingezet worden op maatregelen die de instandhouding van deze biodiversiteit ten goede komen. Ook genetische diversiteit binnen soorten is belangrijk voor o.a. de veerkracht en aanpassingsmogelijkheden van teelten en rassen. Daarnaast hebben de genetische hulpbronnen ook een maatschappelijke relevantie. Het is belangrijk om in te zetten op het beschermen van deze genetische variëteit.

Zorg voor landschap

Zorg voor landschap

Landbouwers spelen een grote rol in het behouden en creëren van het landschap op het platteland. De multifunctionaliteit van landbouw biedt kansen voor landschapsbeheer. Uiteraard hangt dit ook samen met bescherming van biodiversiteit. Er is nood aan een betere ondersteuning van de bescherming, het herstel en het onderhoud van culturele en biologisch diverse landschappen. Hiertoe moeten ecologische maatregelen geïntegreerd worden in het verdienmodel.

Verbeteren imago van de landbouw (in lijn met maatschappelijke / consumentenverwachtingen)

Verbeteren imago van de landbouw (in lijn met maatschappelijke-consumentenverwachtingen)

Door onvoldoende kennis over het complexe Vlaamse landbouwsysteem en zijn ruimtelijke context heeft de burger steeds minder affiniteit met de land- en tuinbouwsector. Door de betrokkenheid van de consument bij landbouw en voeding te vergroten, vergroot ook het wederzijdse begrip en het imago van de landbouw en kan de consument inzicht verschaffen in de prijsopbouw.

Verhogen dierenwelzijn in de landbouw

Verhogen dierenwelzijn in de de landbouw

Met betrekking tot dierenwelzijn is er druk vanuit de maatschappij, de consument en de distributie. Er zijn verschillen tussen het economisch optimum en een optimaal niveau van dierenwelzijn. Daarom moet er ondersteuning gegeven worden aan bovenwettelijke initiatieven en samenwerkingen in de keten die het dierenwelzijn ten goede komen. Ook onderzoek naar kosten-efficiënte systemen moet gestimuleerd worden, zodat die op termijn onderdeel uitmaken van het ondernemerschap.

Delen: