Wijzigingen Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB): vragen en antwoorden webinar 10/09/24

Op deze pagina

  • Algemeen
  • Conditionaliteit
    • Minimale bodembedekking (GLMC 6)
    • Gewasrotatie (GLMC 7)
    • Biodiversiteit op landbouwbedrijven: Niet-productieve elementen en arealen (GLMC 8)
    • Landbouwers met niet meer dan 10 ha landbouwareaal
    • Bescherming van ecologisch kwetsbaar blijvend grasland (GLMC 9)

Algemeen

Vraag Antwoord

Wat is de impact op het subsidiebedrag van de ecoregeling faunamengsel nu er meer aanvragen zijn dan voorzien? 

 

In geval van meer aanvragen dan voorzien, kan het zijn dat er gekort wordt op het eenheidsbedrag. Er zijn wel eerst allerlei mechanismen voorzien om dit te vermijden die eerst worden ingezet zoals verschuiving budget tussen ecoregelingen (van minder succesvolle naar meer succesvolle maatregelen) of verschuiving budget vanuit de basisinkomenssteun. Als er dan nog geld tekort is, kan er gekort worden. We trachten in alle gevallen zoveel mogelijk de geplande eenheidsbedragen van de ecoregelingen uit te betalen.

Momenteel kunnen we nog geen uitspraken doen over het feit of dit al dan niet het geval zal zijn. De aanvraagperiode is dan wel afgesloten maar ervaring leert dat controles ook wel een significante impact hebben op het uiteindelijke budget.

Conclusie, er zijn mechanismen om te vermijden dat er gekort moet worden op de geplande eenheidsbedragen gezien er met budgetten kan geschoven worden maar finaal bestaat er wel altijd een kans. Op dit moment hierover uitspraken doen in welke zin dan ook is sowieso voorbarig.

Worden percelen ingezaaid met een faunamengsel (ecoregeling nu) mee opgenomen in de berekening van de Standaardverdiencapaciteit en met welk bedrag? De premies van de ecoregelingen en de verdiencapaciteit van faunamengsel worden mee opgenomen in de berekening van de standaardverdiencapaciteit. M.a.w. als u in 2024 gekozen hebt voor de ecoregeling faunamengsel, dan zal dit in 2026 meegenomen worden in de berekening van de standaardverdiencapaciteit gezien we de berekening doen op het jaar n-2.

Zal Vegaplan ook afgestemd worden op de wijzigingen binnen de conditionaliteit, zoals de regels met betrekking tot gewasrotatie en de vrijstelling voor controles en sancties voor landbouwers met <10 ha landbouwareaal?

Hoe zal omgegaan worden met gewasrotatie binnen IPM in 2025?

De vegaplan standaard omvat verschillende regelgevingen, waaronder de vereisten rond IPM. Het agentschap Landbouw en Zeevisserij is alleen voor dit luik binnen de vegaplan standaard bevoegd.

Wat gewasrotatie betreft zal de IPM-richtlijnen checklist 2025 rekening houden met de gewijzigde norm van gewasrotatie. Het voorstel aan de IPM werkgroep is om punten 1.3.13 a (gewasrotatie op bedrijfsniveau) en 1.3.13b (gewasrotatie op perceelsniveau) te verwijderen uit de IPM checklist. Voor de verschillende teelten vallen we daarmee terug op de bepalingen die nu reeds in de IPM checklist staan. Voor de teelt van maïs zou dat betekenen dat we terugvallen op punt 1.3.1 Vruchtafwisseling geldt voor vollegrondsteelten in open lucht met minimum van 1/2 teelten of jaren, dit is een niveau 2 verplichting voor de sector akkerbouw. Daarom werd voor de teelt van maïs een nieuw punt rond gewasrotatie voorgesteld aan de IPM werkgroep nl. Maïs: korrelmaïs en kuilmaïs maximum 3 teelten op 4, dit zou als niveau 2 verplichting opgenomen worden voor de sector akkerbouw. De beslissing is echter nog niet gefinaliseerd en de finalisatie van de IPM checklist 2025 zal pas eind december plaats vinden.  

De vrijstelling voor controles en sancties voor landbouwers met niet meer dan 10 ha landbouwareaal geldt enkel voor wat de conditionaliteit betreft. Met andere woorden, het niet-naleven van voorschriften die voortvloeien uit bestaande regelgeving zal niet leiden tot administratieve sancties waarbij een deel van de rechtstreekse betalingen of sommige areaalbetalingen uit het plattelandsontwikkelingsbeleid wordt ingehouden, maar dat staat los van mogelijke sancties in het kader van de handhaving van de naleving van deze verplichtingen volgens de federale of Vlaamse wetgeving.

Wat houdt de nieuwe voorwaarde met betrekking tot actieve landbouwer en rustpensioen in? Sinds 2023 is een nieuwe definitie van actieve landbouwer van toepassing op veel maatregelen binnen het GLB en bij zorgboerderijen, deze vormt een basisvoorwaarde voor het ontvangen van steun. De definitie bestaat momenteel uit vier voorwaarden die terug te vinden zijn in de infofiche actieve landbouwer. Vanaf 2025 komt er een vijfde voorwaarde bij. De bijkomende voorwaarde stelt dat er binnen het landbouwbedrijf minstens één bedrijfshoofd, zaakvoerder, lid, vennoot of bestuurder moet zijn die geen rustpensioen ontvangt. Een landbouwbedrijf waarbij alle zaakvoerders een rustpensioen ontvangen, komt dan ook niet meer in aanmerking voor steun.
Worden de premies die landbouwers met een rustpensioen kwijtspelen verdeeld onder de overgebleven landbouwers? Het beschikbare totaalbudget blijft hetzelfde. Opgelet: De betalingsrechten die niet geactiveerd (‘gebruikt’) worden komen na 2 opeenvolgende jaren te vervallen. 
Kan een landbouwer met een rustpensioen met minder dan 10 ha landbouwareaal nog meedoen aan de GLB-premies, omdat hij vrijgesteld is van de conditionaliteit?

Een landbouwer die niet voldoet aan de definitie van actieve landbouwer (bv omdat alle zaakvoerders een rustpensioen ontvangen) komt niet in aanmerking voor de areaal- en diergebonden GLB maatregelen (maatregelen aan te vragen via de verzamelaanvraag), ongeacht het aantal hectaren dat wordt aangegeven. Voor de beheerovereenkomsten en de agromilieuklimaatmaatregel voor het behoud van lokale veerassen is het voldoen aan de definitie van actieve landbouwer geen subsidievoorwaarde. 

Ook voor VLIF-steun en de kennisportefeuille is het belangrijk dat u voldoet aan de definitie van actieve landbouwer net zoals voor de subsidie voor zorgboerderijen en de subsidie voor de bredeweersverzekering.

Kan een landbouwer met een rustpensioen nog deelnemen aan ecoregelingen? Indien alle zaakvoerders van het landbouwbedrijf een rustpensioen ontvangen, kan dit landbouwbedrijf niet meer deelnemen aan ecoregelingen of andere steunmaatregelen (met uitzondering van beheerovereenkomsten en agromilieuklimaatmaatregel voor behoud van lokale veerassen).
Wat gebeurt er met de samengestelde landbouwer? Het Agentschap Landbouw en Zeevisserij heeft al de samengestelde landbouwers aangeschreven met de vraag om zelf stappen te ondernemen om hun identificatie aan te passen zodat deze afgestemd is op authentieke gegevensbronnen zoals de KBO of het Rijksregister. Dit gebeurt bij voorkeur zo snel mogelijk en uiterlijk op 31 december 2025. Heeft de samengestelde landbouwer tot dan geen actie ondernomen, dan zullen na deze datum geen betalingen of voordelen op basis van de sectorale landbouwwetgeving van de Europese Unie meer kunnen worden toegekend omdat niet voldaan is aan de verplichtingen met betrekking tot identificatie en registratie.
Ik teel voornamelijk wintergranen maar heb het stro niet nodig en zou kunnen inzetten op andere teelten. Zijn ecoteelten hier een mogelijkheid?  Ecoteelten zijn zeker een mogelijkheid om opgenomen te worden in het teeltplan. Meer informatie over de mogelijke ecoteelten is terug te vinden op de website van het agentschap: Ecoregeling: Inzaai van éénjarige milieu-, biodiversiteitsvriendelijke of klimaatbestendige teelten | Landbouw en Zeevisserij (vlaanderen.be) 
Hoeveel bedraagt de afwijking ten opzichte van de referentieratio dit jaar. Hoever staat het met instandhouding BG op welk % zit dit? De ratiodaling ten opzichte van de referentieratio bedraagt in 2024 minder dan 3% zodat er geen herinzaaiverplichting noch een omzettingsverbod hoeft opgelegd te worden.

Conditionaliteit

Vraag Antwoord

GLMC 6 – Minimale bodembedekking

-
Welke plantenresten worden aanvaard? Worden oogstresten van aardappelen of bieten aanvaard? Het is van belang dat in de periode van december en januari er duidelijk visueel nog een bedekking van de bodem kan vast gesteld worden. Wanneer te verwachten is dat in die periode de oogstresten al verteerd zullen zijn, dan is de inzaai van een groenbedekker of een nateelt (of wintergewas) aangewezen om voor een voldoende bodembedekking te zorgen. 
Wanneer aardappelen of een ander gewas geoogst worden in augustus, moet er dan een bodembedekker ingezaaid worden om aan de verplichtingen van ‘GLMC 6 – minimale bodembedekking’ te voldoen? Wanneer na de oogst in augustus onvoldoende oogstresten achterblijven om nog te zorgen voor een bedekking van de bodem in de periode van 1 december tot 31 januari, dan is de inzaai van een groenbedekker of een nateelt de enige mogelijkheid om aan de verplichtingen van GLMC 6 te voldoen. Tot aan de start van de veldwerkzaamheden voor de inzaai van de groenbedekker of de nateelt moet u de stoppels en de opslag behouden of de plantenresten aan de oppervlakte laten liggen om voor een bedekking van de bodem te zorgen.
Mag je de stoppel van maïs klepelen na het oogsten als je dit perceel wil laten meetellen om aan de verplichtingen van ‘GLMC 6 – minimale bodembedekking’ te voldoen? Als er na het klepelen voldoende plantenresten op het perceel blijven liggen om voor een bedekking van de bodem te zorgen in de periode van 1 december tot 31 januari, volstaat dat om te voldoen aan de verplichtingen van GLMC 6.
Waarom kan er geen afstemming zijn voor vanggewas? Waarom kan er niet meer afgestemd worden op de vanggewassenregeling? De vanggewassenregeling uit de mestwetgeving is afhankelijk van het gebiedstype waarin een perceel gelegen is. Wanneer op een perceel een vanggewas wordt ingezaaid, telt het perceel wel mee om de 80% voorwaarde te berekenen.
Klopt het dat je op een perceel met korrelmais dat gedorst wordt in oktober geen kerende bodembewerking (ploegen) mag uitvoeren vóór 31 januari N+1 als je dit perceel wil laten meetellen om aan de verplichtingen van ‘GLMC 6 – mimimale bodembedekking’ te voldoen? Dat klopt inderdaad aangezien door de kerende bodembewerking het strooisel van de korrelmais wordt ondergewerkt en niet langer voor een bedekking van de bodem kan zorgen in de periode van 1 december tot 31 januari. Een kerende bodembewerking kan wel wanneer er nog tijdig een groenbedekker of nateelt (wintergewas) kan ingezaaid worden die dan voor bodembedekking kan zorgen in de periode van 1 december tot 31 januari.

Gewasrotatie (GLMC 7)

-
Indien gekozen wordt voor gewasrotatie op perceelsniveau in 2024, moet er dan op elk perceel aan de regel voldaan zijn?

In 2024 volstaat om op bedrijfsniveau gewasrotatie toe te passen op één derde van het bouwlandareaal. (In 2024 is er enkel een voorwaarde op bedrijfsniveau met betrekking tot gewasrotatie).

Vanaf 2025 moet gewasrotatie toegepast worden op alle bouwlandpercelen, waarbij ofwel een andere hoofdteelt wordt aangehouden dan het voorgaande jaar, ofwel een nateelt wordt ingezaaid tussen twee gelijke hoofdteelten waarbij deze nateelt gedurende minstens 12 weken op het perceel behouden blijft. Uiteraard hoeven percelen met teelten die vrijgesteld zijn van rotatie, niet te roteren.

Hoe wordt gewasrotatie geïnterpreteerd bij een hoofdteelt waarbij verschillende gewassen op een perceel staan zoals bv bij pluktuinen (bv. teeltcodes 951 – andere groenten vers of 899 - Rotatieteelt van groentengewassen)? Percelen aangegeven met de teeltcode 899  - Rotatieteelt van groentengewassen worden beschouwd als voldaan aan de gewasrotatieverplichting aangezien de verschillende teelten op een dergelijk perceel wel ruimtelijk roteren binnen het perceel.
Dit jaar heb je als hoofdteelt mais gevolgd door een vanggewas dat 12 weken staat. Klopt het dat je dan volgend jaar weer mais kan zetten op dat perceel? Kan je dit elk jaar?

Dat kan inderdaad, door een nateelt of vanggewas in te zaaien na de mais in de vorige campagne waarbij deze nateelt gedurende minstens 12 weken op het perceel behouden blijft, kan opnieuw mais ingezaaid worden op het perceel. De voorwaarde waarbij maximaal drie jaar na elkaar dezelfde hoofdteelt toegelaten was, komt te vervallen.

Opgelet: zie ook vraag IPM (cf. supra)

Als ik overal een groenbedekker inzaai voor minimum 12 weken,   voldoe ik dan aan gewasrotatie en moet ik geen gewasdiversificatie doen? Inderdaad, u hoeft niet aan beide voorwaarden te voldoen, ofwel voldoet u aan de voorwaarden van gewasrotatie, ofwel voldoet u aan de voorwaarden voor gewasdiversificatie.
Wat is de sanctie als je niet voldoet aan de verplichte rotatie voor aardappelen? De sanctie is afhankelijk van het areaal dat niet voldoet aan de verplichte rotatie voor aardappelen en varieert tussen 1% en 5 % korting op alle uitbetaalde steun. Zie de fiche “informatie over de sanctieregeling” onder de titel Algemeen op onze webpagina over conditionaliteit Conditionaliteit 2023-2027 | Landbouw en Zeevisserij
Wordt er in 2025 gekeken naar de hoofdteelten van het jaar zelf en de voorbije 3 jaar voor gewasrotatie?   Vanaf 2025 zal geen drie jaar teruggekeken worden, enkel met de teelt in het voorgaande jaar wordt rekening gehouden om te kijken of u voldoet aan gewasrotatie. Wel zult u gewasrotatie moeten toepassen op alle bouwlandpercelen, met uitzondering van de percelen met teelten die vrijgesteld zijn van gewasrotatie. 
Als ik kies voor gewasrotatie in 2025, moet ik dan dit najaar (2024) al een andere tussenteelt zetten als ik zowel in 2024 als 2025 maïs wil telen? Inderdaad, wanneer u dit jaar mais op een perceel heeft staan en u wil volgend jaar opnieuw mais op dat perceel telen, dan moet u na de oogst van de mais dit jaar een nateelt inzaaien die u gedurende minstens 12 weken aanhoudt.

Biodiversiteit op landbouwbedrijven: Niet-productieve elementen en arealen (GLMC 8)

-
Welk percentage NPE van het bouwareaal moet ik aanhouden in 2024? Mag het ook een vanggewas zijn? In 2024 kunt u aan de verplichting voor het aanhouden van NPE’s voldoen door op minstens 4% van uw bouwlandareaal een vanggewas in te zaaien.
Zijn er nog verplichtingen rond akkerdistelbestrijding in het kader van het GLB? In het kader van de conditionaliteit is er geen verplichting meer om akkerdistels te bestrijden.
Om verstoring van broedende vogels te vermijden is het tijdens het broedseizoen verboden om heggen en bomen te snoeien. Van wanneer tot wanneer is het broedseizoen? De aanvang en duur van het broedseizoen is afhankelijk van de klimatologische omstandigheden in het voorjaar. Doorgaans is dat van 15 maart tot 15 juni.

Landbouwers met niet meer dan 10 ha landbouwareaal

-
Wordt de ‘niet meer dan 10 ha landbouwareaal’ berekend op Vlaams of op nationaal niveau?  Dit wordt op nationaal niveau bekeken.
Is de vrijstelling van controle voor landbouwers met niet meer dan 10 ha landbouwareaal ook geldig voor VLM (bv MAP wetgeving)? Word je niet meer gecontroleerd en gesanctioneerd als je geen 80% vanggewas inzaait? De vrijstelling heeft enkel betrekking op de naleving van de conditionaliteit en de mogelijke sancties bij niet-naleving van de normen en beheerseisen die in de conditionaliteit zijn opgenomen. Heel wat verplichtingen binnen de conditionaliteit zijn ook vervat in andere Vlaamse en federale regelgeving. Hiervoor geldt er dus geen vrijstelling. De bevoegde instanties blijven wel controleren op de naleving van deze verplichtingen en sancties in het kader van de handhaving ervan, blijven mogelijk. 
Vrijstelling voor bedrijven t.e.m. 10 ha:  Wordt hiermee bedoeld < 11 ha of maximum 10,00 ha? De vrijstelling geldt voor bedrijven met maximaal 10 ha landbouwareaal. Wanneer het landbouwareaal groter is dan 10 ha is de vrijstelling niet langer van toepassing.
Waarom moeten landbouwers met niet meer dan 10 ha landbouwareaal bevoordeeld worden? Hoe komt dit? Dit lijkt ook geen vraag te zijn geweest tijdens de boerenbetoging. Deze Europese beslissing is vastgelegd in de regelgeving, waardoor alle lidstaten verplicht zijn deze vrijstelling met betrekking tot de conditionaliteit te gebruiken. Deze Europese beslissing is genomen omdat deze landbouwers met niet meer dan 10 ha landbouwareaal een beperkt steunbedrag ontvangen waardoor een eventuele opgelegde administratieve sanctie niet in verhouding staat tot de ingezette middelen voor controle en opvolging. Hoewel deze bedrijven niet onder controles en sancties van de conditionaliteit vallen, moeten ze wel de verplichtingen naleven die voortkomen uit federale of Vlaamse wetgeving. De bevoegde instanties blijven controleren op de naleving van deze verplichtingen en sancties in het kader van de handhaving ervan, blijven mogelijk.  

Bescherming van ecologisch kwetsbaar blijvend grasland (GLMC 9)

-
Mag EKBG  geploegd worden na schade door overstroming? Neen, ploegen is enkel toegelaten om schade die werd aangebracht door wilde dieren of invasieve soorten te herstellen.
Indien grasland hersteld wordt conform de wijziging inzake EKBG herstel (‘Vrijstelling van het ploegverbod van GLMC 9 & 10 wordt mogelijk vanaf 2025 als er schade is aan ecologisch kwetsbaar blijvend grasland door wilde dieren of invasieve soorten om het herstel van het blijvend grasland mogelijk te maken’), is dan ook voldaan aan de voorwaarden voor de zoogkoepremie? Bij herstel van EKBG blijft het perceel blijvend grasland zodat er geen probleem is met de voorwaarden voor de zoogkoepremie.
Hoe vlot gaat het melden van de vrijstelling voor het herstel van EKBG bij schade door wilde dieren of invasieve soorten? Hoe lang duurt het als er bij ANB ook een ontheffing of  vergunning nodig is? 

Indien een omgevingsvergunning voor vegetatiewijzigingen nodig is, moet u die aanvragen via het omgevingsloket. Meer informatie hierover kunt u terugvinden op de website van de Vlaamse Overheid: Omgevingsvergunning voor vegetatiewijzigingen | Vlaanderen.be.

Een ontheffing van het verbod op het wijzigen van de vegetatie vraagt u aan bij de provinciale dienst AVES van het Agentschap voor Natuur en Bos (ANB). Meer informatie hierover kunt u terugvinden op de website van de Vlaamse Overheid Ingrepen in de natuur | Dienstensite Natuur & Bos

Delen: