Import en export van en naar derde landen

Op deze pagina 

Illegale, Ongemelde en Ongereglementeerde Visserij (IOO)

De EU verbiedt de handel in illegale visserijproducten. Daarvoor bestaat er internationale wetgeving: Illegal, Unreported and Unregulated Fishing, afgekort als IUU. Daarom moeten alle visserijproducten die in de EU worde ingevoerd of vanuit de EU worden uitgevoerd voldoen aan de IUU-wetgeving. Het Agentschap Landbouw en Zeevisserij ziet erop toe dat iedereen deze wetgeving naleeft.

Mogelijke controlemaatregelen:

  • de vaartuigen die onder de vlag van een niet-EU-lidstaat varen, ondergaan specifieke controles wanneer ze vis aanlanden in de EU,
  • controle op handelsstromen van vis en visserijproducten, bv. via vangstcertificaten waarmee de autoriteiten van de vlaggenstaat moeten certifiëren dat de partijen verhandelde vis afkomstig zijn van legale visserijactiviteiten.

Contact IUU@lv.vlaanderen.be

1 Toepassingsgebied

Partijen vis en visserijproducten die vallen onder hoofdstuk 03 en onder de posten 1604 en 1605 van de gecombineerde nomenclatuur moeten bij import in de Europese Unie vergezeld zijn van een vangstcertificaat dat afgeleverd werd door de autoriteiten van de vlaggenstaat.

De lijst van uitgesloten producten is opgenomen als bijlage I van Commissieverordening (EU) nr. 86/2010 en omvat naast siervissen, ook zoetwatervissen, aquacultuurproducten die bekomen werden van broed of larven, en een aantal weekdieren.

Andere visserijproducten die niet vallen onder hoofdstuk 3 en onder de posten 1604 en 1605 van de gecombineerde nomenclatuur, vallen dan ook niet onder de toepassingsbepalingen van de IUU-verordening en van het vangstcertificatieschema. Volgende producten vallen dus niet onder de toepassingsbepalingen: producten die geklasseerd zijn in hoofdstuk 05 (visafval en andere visproducten niet geschikt voor menselijke consumptie), in hoofdstuk 15 (visvetten en oliën), onder GN-code 1603 (extracten en sappen van vis, schaaldieren, weekdieren en andere ongewervelde waterdieren), in hoofdstukken 19 en 23 enzovoort.

De verordening is van toepassing op alle handelsverrichtingen van mariene visserijproducten, verwerkt of niet, afkomstig van vaartuigen die de vlag voeren van derde landen en die uitgevoerd worden naar de Europese Unie met gelijk welk vervoermiddel. Onrechtstreekse invoer van producten wordt eveneens gedekt en moeten bijkomend gedocumenteerd worden.

De maatregelen zijn van kracht vanaf 1 januari 2010.

Het vangstcertificatieschema laat de bestaande regelingen met betrekking tot gezondheidscertificaten en/of oorsprongscertificaten ongedeerd.

De informatie die in de verschillende documenten opgenomen is, mag evenwel geen tegenstrijdigheden bevatten.

2 Import uit derde landen

2.1 Vangstcertificaat

Voert u visserijproducten via een EU-lidstaat in, dan moet u aan de betreffende autoriteiten: 

  • een vangstcertificaat voorleggen,
  • eventueel bijkomende documenten als het gaat omeen onrechtstreekse invoer na 
    • transshipment, 
    • transit of 
    • verwerking van de producten in een ander land buiten de EU.

2.1.1 Wanneer voorleggen?

  • minstens 3 werkdagen op voorhand (algemene regel) 4 uur op voorhand voor bepaalde transportmethoden, zoals luchtvracht en spoorvervoer
  • 2 uur voor wegvervoer (zie bijlage VI van Commissieverordening (EG) nr. 1010/2009).

2.1.2 Waar voorleggen?

  • op de plaats van binnenkomst in de Unie 
  • op de plaats van bestemming
  • voor operatoren met het statuut van erkende marktdeelnemer (APEO – Approved Economic Operator), is er een vereenvoudigde procedure.

2.1.3 Procedure in 2 fasen

Als een invoerder visserijproducten naar een EU-lidstaat wil invoeren 

  • met verder transport binnen die lidstaat
  • met verder transport naar andere EU-lidstaat

zijn er 2 fasen in de controleprocedure.

2.1.3.1 Nazicht vangstcertificaat door Agentschap Landbouw en Zeevisserij
  1. De invoerder stuurt het vangstcertificaat vooraf digitaal naar iuu@lv.vlaanderen.be
  2. Het agentschap doet
    1. Een controle van het vangstcertificaat (nazicht van vormvoorwaarden)
    2. Verificatie van het vangstcertificaat (diepgaander inhoudelijk nazicht)
  3. Keurt het vangstcertificaat goed of af
  4. Het agentschap stempelt het eerste deel van sectie 12 van het vangstcertificaat af en stuurt het per mail naar de importeur terug

Toepasselijke wetgeving

Verordening (EG) 1005/2008.

2.1.3.2 Controle door de douane 

In de 2de fase controleert de douane de visserijproducten door:

  • enkel een controle van de documenten, of
  • een controle van de documenten én een fysieke controle van de visserijproducten 

Om de voedselveiligheid te garanderen gebeuren de controles als volgt:

  • containertransporten van bevroren vis: controle van de documenten 
  • partijen verse vis via luchtvracht, spoor of weg : controle op basis van risicoanalyse
2.1.3.3 Verloop van de procedure

De controle door de douane verloopt als volgt:

  • de invoerder voegt het door het agentschap goedgekeurde vangstcertificaat bij zijn douaneaangifte toe (in vak 44 van de aangifte zal de code ‘C673 Vangstcertificaat’ staan),
  • controle van documenten en/of fysieke controle:
    • enkel controle van documenten: de douane controleert of bepaalde gegevens van het vangstcertificaat (voornamelijk de gegevens van vak 3) overeenstemmen met de gegevens van de douaneaangifte
    • controle van documenten én fysieke controle: de douane controleert of de gegevens op het vangstcertificaat overeenstemmen met de aard van de goederen
  • indien nodig vraagt de douane het agentschap om hulp,
  • de douane vult het tweede deel van vak 12 aan,
  • de importeur bewaart het afgestempelde document drie jaar.

2.2 Wanneer wordt de invoer geweigerd? 

In volgende gevallen weigert het Agentschap Landbouw en Zeevisserij de invoer, zonder dat het aanvullend bewijs moet vragen of bijkomende uitleg aan de vlaggenstaat:

  • de importeur kan geen vangstcertificaat voorleggen,
  • de in te voeren producten zijn niet dezelfde als de producten op het vangstcertificaat,
  • het vangstcertificaat is niet gevalideerd door de overheid van de vlaggenstaat,
  • het vangstcertificaat bevat niet alle vereiste gegevens,
  • de importeur kan niet bewijzen dat de producten voldoen aan de gestelde voorwaarden bij onrechtstreekse invoer,
  • een vissersvaartuig dat op het vangstcertificaat vermeld staat, is opgenomen op de communautaire lijst van IUU-vaartuigen,
  • het vangstcertificaat is gevalideerd door de autoriteiten van een vlaggenstaat die aangemerkt is als niet-meewerkend land.

Nadat het Agentschap Landbouw en Zeevisserij meer uitleg heeft gevraagd aan de vlaggenstaat kan het de invoer weigeren in de volgende gevallen:

  • de exporteur mocht geen validering van een vangstcertificaat aanvragen,
  • de producten voldoen niet aan de instandhoudings- en beheersmaatregelen,
  • het agentschap ontving binnen de gestelde termijn geen antwoord,
  • het agentschap kreeg onvoldoende uitleg.

Als de invoer van visserijproducten wordt geweigerd, kunnen de lidstaten die producten in beslag nemen en vernietigen, zich ervan ontdoen of verkopen overeenkomstig de nationale wetgeving. De opbrengsten van de verkoop mogen voor liefdadigheidsdoeleinden worden gebruikt.

In België zijn in dit verband de bepalingen van het decreet van 28 juni 2013 betreffende het landbouw- en visserijbeleid bindend.

2.3 Vereenvoudigde controleprocedure voor Erkende marktdeelnemers (APEO)

Operatoren met het APEO-statuut hoeven vooraf geen vangstcertificaat vooraf niet aan het agentschap te bezorgen. Ze moeten wel:

  • het agentschap verwittigen dat er visserijproducten zullen aankomen,
  • ze moeten de vangstcertificaten en andere documenten ter beschikking houden,
  • de controles in zijn eigen gebouwen toelaten.

Erkenningsvoorwaarden

Om het statuut van erkende marktdeelnemer (APEO) te krijgen, moet de operator voldoen aan volgende voorwaarden:

  1. het douanestatuut (AEO)
  2. gevestigd zijn op het grondgebied van de lidstaat
  3. een toereikend aantal invoeroperaties verrichten 
  4. een passende staat van dienst hebben
  5. een toereikend systeem hebben om commerciële registers te beheren zodat passende controles mogelijk zijn
  6. in staat zijn die controles en verificaties te doen
  7. praktische vakbekwaamheid hebben
  8. financiële solvabiliteit aantonen

Toepasselijke wetgeving

  • hoofdstuk II van verordening (EG) nr. 1010/2009
  • art. 16 (3) van verordening (EG) nr. 1005/2008

2.4 Controle vaartuig derde landen

Vaartuigen van derde landen mogen activiteiten op het vlak van aanlanding of overlading enkel uitvoeren in de volgende havens:

  1. Oostende 
  2. Zeebrugge 

Gegevens vooraf door te geven voor controle

De kapitein of zijn vertegenwoordiger geeft de volgende gegevens aan het agentschap door, minstens 3 werkdagen vóór de geschatte tijd van aankomst in de haven: 

  1. de identificatiegegevens van het vaartuig, 
  2. de naam van de aangewezen haven van bestemming, 
  3. het nummer van de vismachtiging, 
  4. de gegevens van de visreis, 
  5. de geschatte datum en tijd van aankomst, 
  6. de hoeveelheden van elke soort die zich aan boord bevinden, 
  7. de zones waar de vangsten gedaan zijn 
  8. de aan te landen hoeveelheden.

Toepasselijke wetgeving

Zie art.6 van Verordening (EG) nr. 1005/2008

3 Export naar derde landen

3.1 Vangstcertificaat

Wanneer is een vangstcertificaat vereist?

U moet een vangstcertificaat aanvragen als:

  • de vangsten geëxporteerd worden naar een derde land waar een EU-vangstcertificaat verplicht is. Momenteel zijn dit:
    • Noorwegen, 
    • IJsland 
    • Thailand
  • indien de vangst naar een derde land wordt geëxporteerd om daar te worden verwerkt en nadien terug naar de EU wordt geëxporteerd. 

Wie doet wat?

  • De exporteur zorgt zelf voor de aanvraagformaliteiten
  • het Agentschap Landbouw en Zeevisserij valideert het vangstcertificaat

Toepasselijke wetgeving

Zie art.15 (2) van verordening (EG) nr. 1005/2008.

Het aanvraagformulier vangstcertificaat (in het Engels) is digitaal beschikbaar. De bijlage van het aanvraagformulier, dat betrekking heeft op de transportgegevens, is ook digitaal beschikbaar.

Hoe het formulier in vullen?

  1. Laat sectie 1 open, wordt door het agentschap ingevuld
     
  2. Vul sectie 2in. Dit omvat de gegevens van het vaartuig dat de vangsten gerealiseerd heeft:
    1. Vlag – thuishaven en registratienummer: noteer het extern nummer van het vaartuig (Dit nummer staat op de romp van het vaartuig, in het logboek en op de zeebrief en de visvergunning).
    2. roepnaam: Radio call sign
    3. MO/Lloyd’s nummer: te vermelden indien toegewezen
    4. nummer visvergunning: staat op de visvergunning 
    5. Inmarsat n°, fax n°, telefoon n°, e-mailadres
       
  3. Vul sectie 3 in:
    1. Type van verwerking aan boord: vers, bevroren, gedroogd, gezouten enz.
    2. Soort: gebruik bij voorkeur de Latijnse naam
    3. Productcode: dit is de 8-cijfer code van de gecombineerde nomenclatuur van het uit te voeren product 
    4. Vangstgebied en datum: geef het Ices-gebied en de datum van vangst aan
    5. Geschat levend gewicht, geschat aan te landen gewicht: gewichtshoeveelheden
    6. Geverifieerd aangeland gewicht: in te vullen indien gekend van verkoopsnota of aanlandingsverklaring
       
  4. Sectie 4: is al ingevuld (Gemeenschappelijk visserijbeleid voor communautaire vaartuigen)
     
  5. Sectie 5: naam van de kapitein van het vissersvaartuig
    1. Kan ingevuld worden door de kapitein zelf of door zijn vertegenwoordiger.
    2. Indien het vangstcertificaat de vangsten van verschillende vaartuigen omvat, dan enkel de namen van de kapiteins vermelden
       
  6. Sectie 6 en 7: open laten, niet van toepassing op Belgische schepen
     
  7. Sectie 8: naam en adres van exporteur
     
  8. Sectie 9: in te vullen door agentschap (zie verder)
     
  9. Sectie 10 en bijlage I: gegevens van het transport
    1. Omschrijf hoe de visserijproducten getransporteerd worden naar hun bestemming buiten de EU.
       
  10. Sectie 11: in te vullen door de importeur wanneer de goederen opnieuw naar de EU worden geïmporteerd.
     
  11. Sectie 12: in te vullen door het agentschap 

Wat bij vangsten afkomstig van meerdere vaartuigen?

Zijn de uit te voeren producten afkomstig van meer dan één vaartuig, dan maakt u: 

  1. Ofwel een afzonderlijk vangstcertificaat per afzonderlijk vaartuig.
  2. Ofwel een globaal certificaat voor het volledige transport met een lijst van vaartuigen en hoeveelheden per vaartuig. Deze lijst moet aan het vangstcertificaat worden toegevoegd, liefst in de vorm van een spreadsheet.
  3. Voeg enkel een lijst van de kapiteins toe, niet van hun vertegenwoordigers

Hoe verder het certificaat laten valideren?

Hebt u het certificaat ingevuld (secties 2, 3, 5, 8, 10 en bijlage I), bezorg het dan aan het agentschap:

  • Fysieke afgifte
  • Per mail naar IUU@lv.vlaanderen.be:
    • het elektronisch certificaat krijgt dan een uniek nummer in formaat BE-DVZ-YYYYMMDD-volgnummer (sectie 1), met handtekening en stempel (sectie 9) 
    • het wordt elektronisch ondertekend 
    • u krijgt het nadien per mail terug.
  • Per fax of post naar het Agentschap Landbouw en Zeevisserij, Koning Albert II-laan 15 bus 366, 1210 Brussel:
    • u krijgt het formulier in harde kopie toegestuurd (voeg dus een retourenveloppe met adres bij uw aanvraag)
    • u krijgt 3 exemplaren: 
      • één origineel, moet bij het transport zitten
      • 1 kopie voor de exporteur 
      • 1 kopie voor de importeur bij de wederinvoer nadien.

3.2 Wederuitvoer

Wat?

Wederuitvoer is elke verplaatsing buiten de EU van visserijproducten die eerder ingevoerd werden op het grondgebied van de EU. De visserijproducten mogen alleen de volgende behandelingen hebben ondergaan:

  • lossen, 
  • opnieuw laden of 
  • een behandeling om ze in goede oorspronkelijke staat te bewaren.

Voorwaarden

De wederuitvoer van visserijproducten vanuit Vlaanderen is toegestaan als:

  • ze met een geldig vangstcertificaat zijn ingevoerd, 
  • het agentschap vult de sectie ‘wederuitvoer’ van het certificaat in. Zijn de uit te voeren de visserijproducten slechts een gedeelte van de ingevoerde producten, dan mag de sectie wederuitvoer op een kopie van het vangstcertificaat ingevuld worden.

Toepasselijke wetgeving

Zie art.21 (3) van verordening (EG) nr. 1005/2008

Wetgeving

Delen: