Aanlandingsverplichting

De laatste hervorming van het Gemeenschappelijk Visserijbeleid (GVB) in 2014 bracht een aantal belangrijke wijzigingen in de aanpak van de visserijen. Eén daarvan was de zogenaamde aanlandingsverplichting (landing obligation). Vóór de invoering van de aanlandingsverplichting moesten vissers ondermaatse (‘te kleine’) vis terugzetten in zee. Nu zijn ze verplicht de vangsten van quotasoorten effectief aan te landen, ongeacht of het maatse of ondermaatse vis is. Het doel is vissers selectiever te laten vissen door het aanvoeren van ondermaatse vissen omdat:

  • deze niet gecommercialiseerd mogen worden voor rechtstreekse menselijke consumptie

  • deze van het quotum worden afgetrokken

De regelgeving geeft echter uitzonderingen op deze aanlandingsverplichting: 

  • soorten waarop niet mag worden gevist
  • vissoorten waarvan bewezen is dat ze in hoge mate overleven
  • vangsten die onder de de-minimisvrijstelling vallen. Dit is het percentage van de vangst van bepaalde soorten dat legaal mag worden teruggezet door bepaalde beperkingen
  • vissen die tekenen van beschadiging vertonen door roofdieren

Als het quotum van een doelsoort uitgeput wordt verklaard, moeten de visserij-activiteiten in het betreffende gebied verplicht stoppen. In dit verband heeft men het over verstikkingssoorten, zogenaamde choke species.

Delen: