Welke maatregelen zet de Vlaamse overheid in voor een duurzaam watergebruik?
Vanuit het landbouwbeleid worden volgende instrumenten ingezet:
- Voor de opvang en/of het hergebruik van regen- en beregeningswater kunt u als land- of tuinbouwer via het VLIF (Vlaams Landbouwinvesteringsfonds) subsidies krijgen.
- De uitbetaling van rechtstreekse inkomenssteun aan landbouwers via pijler 1 van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid is sinds 2010 gekoppeld aan het naleven van de vergunningsprocedure voor het gebruik van water voor irrigatie.
- Er worden voorlichtingsactiviteiten voor land- en tuinbouwers georganiseerd en er zijn ook gratis brochures te verkrijgen om aan te sporen tot een duurzaam watergebruik.
Enkele voorbeelden:
Daarnaast werkt het milieubeleid sturend in het watergebruik om de zoetwaterreserves in Vlaanderen op peil te houden:
- door middel van vergunningen en heffingen voor het gebruik van grondwater en oppervlaktewater;
- via de reglementering voor het lozen van afvalwater.
Volgens de stroomgebiedbeheerplannen en het bijhorend maatregelenprogramma zullen de volgende jaren de beschikbare volumes aan grondwater en oppervlaktewater verder onderzocht en geschat worden.
Er wordt ook onderzocht welk water voor welke toepassingen het best gebruikt kan worden.
Voor de watervoerende lagen worden herstelprogramma’s opgesteld.
Behalve een verfijnd heffingen- en vergunningenbeleid wordt ook ingezet op wateraudits, de aanmoediging van waterefficiënte productiesystemen en op sensibilisering.
Ook de beschikbaarheid van de hoeveelheden zoet water in de waterwegen in droogteperiodes wordt de komende jaren onderzocht. Bovendien zullen strategieën voor het doelmatige gebruik van deze hoeveelheden opgesteld worden. Deze strategieën zullen een reeks effectgerichte maatregelen bevatten die door de beheerders van de waterlopen en kanalen en door de verschillende sectoren genomen kunnen worden tijdens periodes van lage waterstanden. In een latere fase kunnen ook voor de onbevaarbare waterlopen scenario’s worden uitgewerkt.