Over het algemeen werden volgende wijzigingen doorgevoerd in de bijkomende wetgeving
- Gewijzigde bepalingen die verwijzen naar EU-vaartuigen zodat ze waar nodig verwijzen naar Britse vissersboten en ingetrokken bepalingen die niet meer relevant zijn buiten de context van het EU-lidmaatschap;
- Verwijzingen naar lidstaten vervangen door verwijzingen naar het VK of de relevante regelgevende instantie;
- Verwijzingen naar de Commissie vervangen door verwijzingen naar het VK of de relevante regelgevende instantie;
- Alle vereisten voor het VK om verslag uit te brengen naar of het raadplegen van de Commissie of andere EU-instellingen te raadplegen werden geschrapt.
Er zijn wel bepalingen opgenomen in de Fisheries Act 2020 (“de Act”) die op vlak van beleid aanzienlijk verschillen van de behouden EU-wetgeving
- De doelstellingen van het GVB in artikel 2 van Verordening (EU) nr. 1380/2013 (“de Basisverordening ”) zullen worden vervangen en aangevuld door de visserijdoelstellingen van het VK, beschreven in deel 1 van de Fisheries Act.
- Artikel 5 en bijlage 1 van de Basisverordening over het recht tot gelijke toegang worden ingetrokken. Sectie 16 van de Fisheries Act voorziet dat vreemde vissersboten een vergunning nodig hebben om in VK-wateren te vissen.
- Artikel 9 en 10 van de Basisverordening over de meerjarenplannen worden ingetrokken en in plaats daarvan zal het VK visserij beheersplannen opstellen (Fisheries Management Plans). Dit sluit de mogelijkheid niet uit om plannen te ontwikkelen voor gezamenlijk beheerde bestanden. In bijlage 11 worden wijzigingen gemaakt aan bestaande meerjarenplannen (MAP) zodat ze verder kunnen blijven werken binnen het kader dat wordt ingevoerd door de Act (bijvoorbeeld door te verwijzen naar sectie 1 ‘visserij doelstellingen’ in plaats van artikel 2 van de Basisverordening).
- Onder de weerhouden EU-wetgeving zal de aanlandingsverplichting verder gelden in de VK-wateren vanaf 1 januari 2021. Het is nochtans belangrijk om te vermelden dat de uitzonderingen op de aanlandingsverplichting die momenteel van toepassing zijn in de EU-wateren, niet automatisch gelden voor de wateren van het VK. De vaartuigen moeten ervoor zorgen dat ze duidelijk weten welke vrijstellingen er gelden vooraleer er gebruik van te maken. Momenteel worden de meeste uitzonderingen op de teruggooi in de teruggooiplannen van de Noordzee en de Noordwestelijke wateren verder gezet zoals bepaald in de EU-wetgeving. Nochtans zijn er een aantal bijkomende wijzigingen via bijlage 11 gemaakt voor de Fisheries Act en andere regelgeving:
- Verwijderd:
- Uitzondering op teruggooi volledig in EU-wateren;
- De geldende hoge overlevingsuitzondering voor Nephrops in de Noordzee door een gebrek aan ondersteunende wetenschappelijke data. Deze uitzondering wordt vervangen door een nieuwe de minimis uitzondering voor te kleine Noordzee Nephrops die worden gevangen door boomkorvaartuigen met een maaswijdten van 80-99 mm. De de minimis uitzondering geldt enkel in de VK wateren van ICES-gebieden 2a en 4
- Geamendeerd:
- De uitzondering voor pladijs in ICES gebied 4, zodat ook maaswijdtes van 100-119 mm in aanmerking komen (wijziging wordt gemaakt via de Act). Deze wijziging wordt ook doorgevoerd in de versie 2021-2023 van het EU Noordzee teruggooiplan.
- Artikel 16 van de Basisverordening over de verdeling van de vangstmogelijkheden door de Raad wordt ingetrokken. Het VK wil in de plaats TAC bepalingen publiceren die aan het Britse Parlement worden voorgelegd.
- Artikel 17 van de Basisverordening over de toewijzing van visserijmogelijkheden door de lidstaten wordt ingetrokken, met gelijkwaardige criteria vastgesteld in sectie 25 van de Fisheries Act;
- Verordening (EU) 2017/2403 over het duurzaam beheer van buitenlandse visserij vloten wordt ingetrokken. Zoals reeds aangegeven wordt de visserijactiviteit in het VK door buitenlandse vaartuigen beheerd via visvergunningen.
- Artikel 14, leden 2 tot 5, van de Raadsverordening (EU) nr. 2020/123 van 27 januari 2020 tot vaststelling voor 2020 van de visserijmogelijkheden voor bepaalde visbestanden en groepen van visbestanden in wateren van de EU en voor vaartuigen van de EU, in bepaalde gebieden buiten de EU, worden ingetrokken. Het VK zal maatregelen voor kabeljauw invoeren welke van toepassing zijn op alle vaartuigen in VK wateren.
Andere vereisten onder VK wetgeving van toepassing op EU vaartuigen
Zoals aangegeven heeft het VK bepaalde bijkomende technische wetgeving voor de eigen vaartuigen, aanvullend op de GVB regels. Relevante bijkomende wetgeving zal worden uitgebreid naar buitenlandse vaartuigen vissend in VK wateren. Deze bijkomende wetgeving is opgesomd in bijlage 2 van de Fisheries Act:
- Het VK zal niet langer vergunningen afleveren aan pulsvissers van niet-VK vaartuigen vanaf 1 januari 2021. De MMO (Marine Management Organisation / Britse Overheid) heeft de Engelse geregistreerde puls trawlers meegedeeld dat hun vergunning vanaf dezelfde datum zal worden ingetrokken.
- Vanaf 23:01 GMT op 31 december 2020 moeten de basislijnen zoals aangegeven in de Territorial Sea (Baselines) Order 2014 gebruikt worden om de 6-12 nautische mijlszone van het VK te meten bij elke toegang die werd verleend aan buitenlandse vaartuigen. Deze wetgeving werd opgesteld in overeenstemming met relevante voorzieningen van de UNCLOS (United Nations Convention on the Law of the Sea). Dit houdt wijzigingen in betreffende de 6-12 nm limieten in 3 gebieden. Alle toegang onder de EU/VK visserij overeenkomst zal onder de nieuwe basislijnen gebeuren.
Basislijnen van het 6 tot 12 nautische mijlszone van het VK