VLIF-aanloopsteun voor ontwikkeling van kleine landbouwondernemingen (steunaanvragen tot en met 2022)

Op deze pagina:

Maatregel kort samengevat

VLIF aanloopsteun voor de ontwikkeling van kleine ondernemingen
Wat? Omschrijving
Doel van de maatregel Het VLIF ondersteunt  kleine landbouwbedrijven die zich verder willen ontwikkelen.
Doelgroep Bij het Agentschap Landbouw en Zeevisserij geïdentificeerde land- en tuinbouwers
Voorwaarden
  1. U bent landbouwer
  2. Als begunstigde exploiteert u een bestaand klein landbouwbedrijf dat voldoende bedrijfszekerheid kan aantonen
  3. U houdt een boekhouding bij
  4. U leeft alle wettelijke normen na
  5. U hebt een ontwikkelingsplan opgesteld met een omschakeling naar biologische landbouw, korte keten of een nieuwe/zeldzame landbouwproductie
  6. Pas na kennisgeving van selectie mag u starten met de beoogde omschakeling
  7. U toont aanloopverrichtingen aan
Subsidiabele verrichtingen Subsidiabele aanloopverrichtingen
Steunomvang Afhankelijk van het brutobedrijfsresultaat per bedrijf
€7.000/ €11.000/ €15.000
Steunvorm Aanlooppremie
Steunaanvraag
  • Steunaanvraag indienen via e-loket
  • Selectie op de bijdrage aan de ontwikkeling van biologische productie, verjonging en nieuwe commercialisatiestructuren en nieuwe activiteiten

zie ook volgend videofragment:

 

Tekst van dit filmpje

Doel van de investeringssteun

Aanvullend op de maatregel ‘overnamesteun voor jonge landbouwers’ wil Vlaanderen ook kleine landbouwbedrijven die zich verder willen ontwikkelen, ondersteunen.

Voor bepaalde types van bedrijven en sub-sectoren zijn de voorwaarden om te kunnen genieten van de overnamesteun voor jonge landbouwers of van de investeringssteun niet haalbaar. Dikwijls betreft het bedrijven die nieuwe teelten of alternatieve vormen van productiemethodes en commercialisatiestructuren ontwikkelen.

Voorwaarden

1. U bent landbouwer

U bent als landbouwer een natuurlijke persoon of een rechtspersoon die landbouwactiviteiten als doelstelling heeft en

  • als landbouwer geïdentificeerd is bij het Agentschap Landbouw en Zeevisserij;
  • aangesloten is bij een sociale kas voor zelfstandigen, in bijberoep of hoofdberoep;
  • de landbouwactiviteiten bekend zijn bij de Administratie der Directe Belastingen.

Komen niet in aanmerking voor steun:

  • Een rechtspersoon, landbouwer kan geen aanloopsteun ontvangen indien minstens één van de beherend vennoten, zaakvoeders of bestuurders al door het Agentschap Landbouw en Zeevisserij geïdentificeerd is als landbouwer, natuurlijke persoon.
  • Een landbouwer, natuurlijke persoon kan geen aanloopsteun aanvragen indien deze beherend vennoot, zaakvoeder of bestuurder is van een rechtspersoon die al door het Agentschap Landbouw en Zeevisserij geïdentificeerd is als rechtspersoon, landbouwer.

2. Als begunstigde exploiteert u een bestaand klein landbouwbedrijf dat voldoende bedrijfszekerheid kan aantonen

Een klein landbouwbedrijf is een bedrijf waarvan het brutobedrijfsresultaat van de activiteiten inzake landbouw en landbouwverbreding minimaal 20.000 euro en maximaal 39.999 euro bedraagt. Het brutobedrijfsresultaat van de landbouwactiviteiten is groter dan dat van de activiteiten in landbouwverbreding.

U toont voldoende bedrijfszekerheid aan met één of meer van volgende documenten:

  • Eigendomstitels, pachtcontracten of huurovereenkomsten voor een substantieel deel van de gronden en de bedrijfsgebouwen in exploitatie.
  • Een bewijs van toekenning van betalingsrechten, gekoppelde steun of een suikerbietenquotum.
  • Een bewijs van het bezit van een veebeslag.
  • Een bewijs van beheerovereenkomsten.
  • Specifieke bewijsstukken gevraagd door de bevoegde entiteit in het kader van het onderzoek naar de mogelijkheden op steun.

3. U houdt een boekhouding bij

Als begunstigde kunt u een boekhouding voorleggen in één van de volgende vormen:

  • Een bedrijfseconomische boekhouding, altijd vereist bij forfaitaire winstberekening.
  • Een bewijskrachtige fiscale boekhouding aangevuld met een jaarlijkse inventaris, een balans en een exploitatierekening.
  • Een vennootschapsboekhouding.

4. U leeft alle wettelijke normen na

U leeft de wettelijke normen na op vlak van:

  • Leefmilieu
  • Hygiëne
  • Dierenwelzijn
  • Ruimtelijke ordening

Indien van toepassing, toont u dit aan met:

  • Een milieuvergunning die de uitoefening van alle bestaande en nieuw geplande bedrijfsactiviteiten toelaat op het landbouwbedrijf.
  • Een attest waaruit blijkt dat het veebedrijf beschikt over voldoende nutriëntenemissierechten.
  • Een bewijs van erkenning, toelating of registratie van activiteiten inzake hoeveproducten door het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen voor investeringen die betrekking hebben op het vervaardigen en commercialiseren van hoeveproducten.
  • Een bewijs van het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen dat voldaan is aan de sanitaire uitrustingsvoorwaarden.
  • Een stedenbouwkundige vergunning of melding van handeling van het bouwen, aanpassen of renoveren van bedrijfsgebouwen.

5. U legt een ontwikkelingsplan voor het klein landbouwbedrijf voor

U legt een ontwikkelingsplan voor dat het volgende beschrijft:

  1. Een omschakeling van een gangbare naar de biologische productiemethode.
    Na de omschakeling wordt minimaal 2/3 van de eindproductiewaarde (omzet) van het klein landbouwbedrijf gerealiseerd met de commercialisatie van biologische producten.
     
  2. Een omschakeling van een gangbare commercialisatie naar commercialisatie via de korte keten.
    Na de omschakeling wordt minimaal 2/3 van de eindproductiewaarde (omzet) van het klein landbouwbedrijf  gerealiseerd met de commercialisatie via de korte keten.
     
  3. Een omschakeling van gangbare landbouwproducties naar, voor Vlaanderen, nieuwe of zeldzame landbouwproducties.
    Een bedrijf is gespecialiseerd in nieuwe of zeldzame landbouwproducties wanneer deze na commercialisatie  2/3 van de eindproductiewaarde (omzet) van het klein landbouwbedrijf uitmaakt.
    Nieuwe of zeldzame landbouwproducties zijn producties die hetzij nog niet voorkomen in het Vlaams Gewest hetzij op jaarbasis voor het Vlaams Gewest globaal een eindproductiewaarde vertonen van maximaal 10 miljoen euro.

6. Pas na kennisgeving van selectie mag u met de beoogde omschakeling starten

Alleen omschakelingen die niet zijn gestart voor en tijdens de selectieprocedure van de betreffende indienperiode komen in aanmerking voor aanloopsteun. Pas nadat u correspondentie hebt ontvangen dat de aangemelde omschakeling in aanmerking komt voor aanloopsteun, mag u contractuele verbintenissen aangaan voor de realisatie van de aangemelde aanloopverrichting. Het aangaan van een contractuele verbintenis blijkt uit een ondertekende (krediet)overeenkomst, het ondertekenen van een offerte, een verkoopovereenkomst, een overnamecontract of gelijksoortige documenten. De datum van de eerste factuur die betrekking heeft op de geselecteerde aanloopverrichting(en) is de uiterste startdatum.

Voorbereidende handelingen zoals aankoop van grond, de aanvraag van een stedenbouwkundige vergunning of een milieuvergunning , de aanvraag van advies of een prijsofferte worden niet beschouwd als het uitvoeren van de omschakeling.

U moet de aanloopverrichtingen beëindigen binnen twee jaar na selectie van de aangemelde omschakeling. Het einde van de investering wordt bepaald aan de hand van de datum van de laatste factuur of van de akte bij verwerving van een onroerend goed.

7. U toont aanloopverrichtingen aan

U toont de uitvoering van de aanloopverrichtingen aan met investeringsbewijzen. Dit kan een factuur of een akte bij verwerving van een onroerend goed zijn. Het investeringsbewijs is gedateerd na datum van selectie en tot 2 jaar na het afsluiten van de blokperiode waarin de steunaanvraag is geselecteerd.

Subsidiabele aanloopverrichtingen

De aanvaardbare aanloopverrichtingen moeten een bijdrage leveren aan de realisatie van doelstellingen inzake de ontwikkeling van biologische productie, nieuwe commercialisatiestructuren en nieuwe activiteiten.

Volgende types van aanloopverrichtingen die passen bij of gevolgd worden door de beoogde omschakeling komen in aanmerking:

  1. De overname van de bedrijfsbekleding van een klein landbouwbedrijf.
  2. De overname van minimaal 25% van de aandelen van een rechtspersoon, landbouwer.
  3. De aankoop van dieren.
  4. De aanleg van een, voor het Vlaamse Gewest, zeldzame teelt of aanplanting.
  5. De aankoop van bedrijfsgebouwen met de vaste uitrusting en constructies in onroerende staat die minder dan vijftien jaar oud zijn en die noodzakelijk zijn voor de exploitatie van het landbouwbedrijf.
  6. De bouw, verbouwing en uitrusting van bedrijfsgebouwen noodzakelijk voor de exploitatie van het landbouwbedrijf of de commercialisatie van de productie via de korte keten.
  7. De aankoop van machines en materieel noodzakelijk voor de exploitatie van een klein landbouwbedrijf of de commercialisatie van de productie via de korte keten.

Steunvorm en -omvang

De aanloopsteun heeft de vorm van een aanlooppremie en is afhankelijk van het brutobedrijfsresultaat van het bedrijf. Dat moet tussen de 20.000 euro en 39.999 euro bedragen.

Steunvorm en -omvang
Brutobedrijfsresultaat Aanlooppremie
vanaf €20.000 €7.000
vanaf €30.000 €11.000 / €15.000

De aanlooppremie kan €15.000 bedragen voor bedrijven met een brutobedrijfsresultaat van minimaal €30.000 wanneer:

  • Het bedrijf integraal geëxploiteerd wordt volgens de biologische productiemethode en;
  • Het bedrijf ofwel
    • een gespecialiseerd veebedrijf is ofwel
    • een bedrijf met akkerbouw en veehouderij.

De aanlooppremie wordt betaald in twee gelijke schijven met een minimale tussentijd van één jaar. De eerste schijf wordt betaald nadat de voorwaarden gecontroleerd en voldaan zijn.
De tweede schijf wordt betaald nadat er aangetoond is dat er voldoende eindproductiewaarde wordt gerealiseerd in het klein bedrijf door de omschakeling.

Steunaanvraag indienen 

Alle VLIF steunaanvragen verlopen via het e-loket voor Landbouw en Visserij: www.landbouwvlaanderen.be

Na het afsluiten van een indienperiode of blokperiode worden alle aangemelde dossiers gerangschikt van hoog naar laag op basis van een doelmatigheidsscore. De score weerspiegelt in welke mate de investeringen de doelstellingen van de VLIF maatregel ontwikkeling van kleine landbouwbedrijven helpt te realiseren. Concreet is dit de ontwikkeling van biologische productie, verjonging en nieuwe commercialisatiestructuren en nieuwe activiteiten.

De doelmatigheidsscore bestaat uit vier scores die de omschakeling beoordelen op basis van de volgende criteria:

  1. De mate waarin het uitvoeren van de verrichting of investering bepaald wordt door het verkrijgen van steun met in acht name van de terugverdientijd.
  2. De mate waarin de verrichting of investering gericht is op de ontwikkeling van zeldzame, nieuwe of weinig beoefende landbouwactiviteiten, alternatieve commercialisatiemethodes en de verbetering van het imago en het maatschappelijke draagvlak van de sector.
  3. De mate waarin de verrichting of investering gericht is op de ontwikkeling van milieuvriendelijke productietechnieken.
  4. Leeftijd waarmee de jonge landbouwers zich onderscheidt van gevestigde landbouwers. Een jonge landbouwer is een landbouwer-natuurlijke persoon die jonger is dan veertig jaar op het tijdstip van de steunaanvraag.

Behoud / stopzetten van VLIF-steun bij wijzigingen op het bedrijf

 1. Stopzetten van VLIF-steun

Behalve in geval van overmacht kan de verleende steun vanaf het tijdstip dat de voorwaarden niet meer vervuld zijn, geheel of gedeeltelijk stopgezet worden. Voor de periode waarin wel aan de voorwaarden werd voldaan blijft de steun verworven, tenzij deze periode minder dan één jaar bedraagt.

Een geval van overmacht moet u binnen de zes maand na het ontstaan melden aan het VLIF met bewijskrachtige documentatie. Een geval van overmacht is:

  1. Stopzetting van het landbouwbedrijf als gevolg van het overlijden of volledig werkonbekwaam worden van de bedrijfsleider.
  2. Stopzetting van het veebedrijf door een epizoötie.

 2. Behoud van steun bij wijzigingen

Als de exploitant van het landbouwbedrijf wijzigt, kan de steun voortgezet worden in het volgende geval:

als de landbouwer-natuurlijke persoon een aanlooppremie toegekend heeft gekregen en het bedrijf voortzet in de vorm van een rechtspersoon die geïdentificeerd is als landbouwer bij het Agentschap Landbouw en Zeevisserij. Begunstigde moet gedurende de resterende duur van de steun beherend vennoot, zaakvoerder of bestuurder blijven en voor de overdracht vergoed worden in kapitaal.

De gevallen van overmacht die bij verandering van exploitant geen aanleiding geven tot het terugvorderen van de steun zijn:

  1. Overlijden van de begunstigde, op voorwaarde dat de gesubsidieerde goederen in exploitatie blijven bij de echtgenoot.
  2. Volledig stopzetten van de beroepsactiviteiten van de begunstigde ingevolge ziekte of invaliditeit, op voorwaarde dat de gesubsidieerde goederen in exploitatie blijven bij de echtgenoot.

Regelgeving

Indien van toepassing wordt er een link gegeven naar een geconsolideerde versie van de wetgeving.

Besluit van de Vlaamse Regering betreffende steun aan niet-productieve investeringen en aan de ontwikkeling van kleine landbouwbedrijven

Meer informatie

Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling - Europa investeert in zijn platteland.Europese vlag

Delen: