Oproep 2021 demonstratieprojecten

Samenvatting van de demonstratieprojecten over niet-productieve investeringen

In totaal werden 8 demonstratieprojecten in geselecteerd:

De 8 demonstratieprojecten liepen van 1 juli 2021 tot en met 31 december 2022.

Samen investeren in meer boerennatuur

Met dit demonstratieproject wil Boerennatuur landbouwers sensibiliseren en ondersteunen om gebiedsgericht samen te werken rond biodiversiteit, bodem- en waterbeheer. Dit gebeurt aan de hand van concrete terreinrealisaties in enkele pilootgebieden. De informatie wordt vervolgens via gerichte communicatie-acties uitgedragen naar de rest van Vlaanderen. Het project vertrekt bottom-up vanuit lokale initiatieven en ideeën van groepen van landbouwers die met dit project verbeterd en in de praktijk gebracht worden. De projectuitvoerders begeleiden de landbouwers bij de zoektocht, de aanvraag en de realisatie van de gepaste maatregelen. De meerwaarde van het instrument niet-productieve investeringen (NPI) wordt onder de aandacht gebracht. 

Drie thema’s komen aan bod in enkele pilootgebieden: 

  1. biodiversiteit - de agrobeheergroep in Berlare zet in op wildredders en nestkasten en de agrobeheergroep in het Pajottenland op nestkasten en insectenhotels/bijenhotels; 
  2. waterkwantiteit - in de Noorderkempen en de vallei van de Kleine Nete zijn al verschillende maatregelen voor een duurzaam waterbeheer uitgevoerd door de lokale agrobeheergroepen. Met dit project worden via demonstraties en getuigenissen andere landbouwers geïnformeerd en gesensibiliseerd om ook zelf aan de slag te gaan;
  3. erosie - in het zuiden van Oost-Vlaanderen kiemen al verschillende initiatieven. Met dit project kan worden overgegaan tot concrete acties. Samen met de andere actoren zal sterk worden ingezet op het promoten van erosiedammen.

Naast de gebiedsgerichte acties geeft Boerennatuur meer duiding bij het instrument van de niet-productieve investeringen waarop landbouwers een beroep kunnen doen. Zo worden inhoudelijke fiches gemaakt over de verschillende niet productieve investeringen die toegepast worden in de drie pilootgebieden. Die fiches geven duidelijk weer  wat de maatregel inhoudt, hoe hij toegepast moet worden in de praktijk en wat voor- en nadelen zijn. Door deze fiches vindt de landbouwer alle nodige informatie meteen  en kan hij bepalen of het voor hem interessant is om deze maatregel toe te passen. Via enkele grote communicatieacties vanuit de verschillende partners worden deze fiches verspreid, en worden geïnteresseerde landbouwers concreet begeleid van idee tot realisatie. Waar mogelijk wordt ingezet op enkele collectieve gebiedsaanvragen (in de pilootgebieden of groepsacties buiten de pilootgebieden): bedoeling is om enerzijds meer effect te bereiken met een combinatie en hoeveelheid van maatregelen, en anderzijds de administratieve en uitvoeringslast bij de landbouwers te beperken.

Projectuitvoerders

Boerennatuur Vlaanderen vzw, Boerenbond, Innovatiesteunpunt, Groene Kring, Ferm

Meer info

info@boerennatuur.be

Niet-productieve investeringen: De investering waard!

Met dit project willen de uitvoerders  VLIF-steun voor niet-productieve investeringen meer bekend maken en de landbouwers hiervoor sensibiliseren. De focus van dit project ligt op meerdere thema’s, waaronder bevordering van biodiversiteit, erosievermindering, waterbeheer/waterkwaliteit, en landschappelijke ontwikkeling. Om fruittelers/landbouwers te overtuigen in te zetten op niet-productieve investeringen, is er nood aan goede voorbeeldpraktijken. De uitvoerders gaan dan ook op zoek naar fruittelers/landbouwers die al aan de slag zijn met niet-productieve investeringen. Samen met deze voorbeeldbedrijven wordt nagegaan welke randvoorwaarden van de niet productieve investering een succes kunnen maken. Verder worden ook een sterkte-zwakteanalyse (SWOT-analyse) en een kostenanalyse uitgevoerd. Het resultaat wordt in een brochure (digitaal beschikbaar) gegoten met tips en tricks voor telers die aan de slag willen gaan met niet-productieve investeringen.

In 2022 organiseren de uitvoerders minstens tien demonstratieactiviteiten, waar de landbouwer/fruitteler zijn kennis en ervaringen over één of meerdere niet-productieve investeringen deelt met de bezoekende landbouwers. Het delen van kennis/innovatieve praktijken tussen landbouwers onderling is immers cruciaal om deze kennis/praktijken op het terrein ingang te doen vinden. Verder zetten ze in 2022 voor drie maatregelen bij drie voorbeeldbedrijven een beperkte proefopstelling op die ze ook opvolgen. Bedoeling is op die manier meer info te verzamelen over de voordelen van een bepaalde maatregel. Fruittelers/landbouwers die interesse hebben om VLIF-steun aan te vragen, kunnen tijdens de looptijd van het project ook terecht bij de uitvoerders voor advies over bv. de soortenkeuze van een haag/houtkant, peilgestuurde drainage, … 

Projectuitvoerders

Proefcentrum Fruitteelt vzw, PIBO-Campus vzw, Proef- en Vormingscentrum voor de Landbouw (PVL) vzw, Boerennatuur

Meer info

Samen erosie productief indammen

In dit demonstratieproject bundelen alle Vlaamse erosiecoördinatoren hun krachten om beschikbare informatie rond erosiebestrijding te verspreiden en tot bij de relevante doelgroep(en) te brengen in de taal van de landbouwer. De erosiecoördinatoren in de verschillende Vlaamse provincies hebben de voorbije jaren veel expertise opgebouwd waardoor ze een ruim en duidelijk zicht hebben op alle voor- en nadelen van erosiebestrijdingsmaatregelen. Door samenwerking van de erosiegevoelige provincies, kunnen erosiecoördinatoren actief participeren in elkaars demonstraties en kunnen ze maximaal kennis delen. Op die manier worden technieken of ingrepen die in een bepaalde regio goed bekend zijn, ook geïntroduceerd in regio’s waar die nog totaal geen ingang hebben. Door voorbeeldbedrijven in te schakelen bij de organisatie van de demonstraties, komt ook de landbouwer aan het woord, want peer-to-peer learning is een belangrijk gegeven om collega-landbouwers aan te zetten om te investeren in erosiebestrijding. Vooral het gegeven dat via dit project de landbouwers zelf het initiatief kunnen nemen, is heel waardevol.

Via dit project willen de projectpartners hun expertise en ervaringen delen op maat van de landbouwers en tuinders, én hen zo aanmoedigen en begeleiden om te investeren in erosiebestrijding voor een duurzaam natuur- en landschapsbeheer, al dan niet via NPI. Door landbouwers wegwijs te maken in de mogelijkheden van subsidies, worden ze aangemoedigd om te investeren in erosiebestrijding via laagdrempelige ingrepen. In eerste instantie hebben de landbouwers hierbij baat omdat ze hun vruchtbare gronden behouden, maar ook de buurtbewoners, de maatschappij en de ecosystemen halen hier voordeel uit.

Projectuitvoerders

Inagro vzw, Provincie Oost-Vlaanderen steunpunt erosie, Watering van Sint-Truiden, Provincie Vlaams-Brabant, IGO div

Meer info

franky.coopman@inagro.be

Functionele agrobiodiversiteit en slim waterbeheer als sleutels tot meer natuurverwevenheid

Werken met hagen, heggen en houtkanten en bij uitbreiding bloemenranden, ondersteunt de aanwezigheid van nuttige insecten en natuurlijke vijanden. Het verhoogt de functionele agrobiodiversiteit (FAB): dit is het natuurlijke vermogen om ziekten en plagen te beheersen in cultuurgewassen door de biodiversiteit te stimuleren.

Het sturen van de waterhuishouding van een perceel door slim waterbeheer via stuwtjes of peilgestuurde drainage, zorgt dat het grondwaterpeil in de winter beter wordt aangevuld en dat de gewassen het water uit zomeronweders beter kunnen benutten.

In dit project worden demonstraties rond deze beide aspecten, FAB en slim waterbeheer, gebundeld met actuele kennis. De landbouwers krijgen argumenten aangereikt om de stap te zetten naar meer natuurverwevenheid en waterconservering op hun bedrijf. Percelen met witloof en met suikerbieten worden opgevolgd, en ook percelen met een gestuurde waterhuishouding/slim waterbeheer. De informatie die deze observaties oplevert, wordt gekoppeld aan inzichten uit de literatuur, desktopresearch, bevragingen en adviezen en eerder onderzoek.

Landbouwers krijgen deze maatregelen rond FAB en slim waterbeheer gedemonstreerdn tijdens demonstratie-/bezoekdagen, zodat ze in de praktijk kunnen zien hoe dit alles in zijn werk gaat.

Het programma van de bezoekdagen beperkt zich echter niet tot de demonstratiepercelen, er wordt ook uitgezoomd naar het bedrijfsniveau. Voor 4 bedrijven wordt een landschapsplan opgemaakt of bijgewerkt (onder de reguliere werking van de provincie Vlaams-Brabant). Tijdens de bezoekdag op de bedrijven wordt het landschapsplan toegelicht en worden ook alle niet-productieve maatregelen besproken die de landbouwer in kwestie genomen heeft of zou kunnen nemen. Dit concreet maken voor 4 landbouwbedrijven is de beste manier om anderen te inspireren. Filmpjes, gebruik van sociale en digitale media, items in nieuwsbrieven, artikels in de vakpers, presentaties op openvelddagen/technische dagen en 2 webinars laten toe ook landbouwers te bereiken die de bezoekdagen niet kunnen bijwonen. Het project voorziet ook in de begeleiding van landbouwers die maatregelen willen nemen op hun bedrijf.

Projectuitvoerders

Praktijkpunt Landbouw Vlaams-Brabant vzw, Boerennatuur Vlaanderen, Koninklijk Belgisch Instituut tot Verbetering van de Biet (KBIVB) vzw)

Meer info

mieke.vandermersch@vlaamsbrabant.be

GlaWInO (Glastuinbouw Water Infiltratie & Opslag)

De klimaatverandering leidt tot meer meteorologische extremen die zich vertalen in langere periodes van droogte maar ook in hevigere onweders. Gekoppeld aan de grote verhardingsgraad in Vlaanderen resulteert dit in een verhoogd risico van wateroverlast, maar ook van verminderde infiltratie van regenwater. Daardoor raakt ook het freatisch grondwater minder aangevuld.

De landbouwsector is één van de sectoren die het eerst getroffen wordt bij (langdurige) droogte. De glastuinbouwsector staat bekend om het aanzienlijke aandeel hemelwater dat voor de irrigatie van de teelten wordt aangewend. Door de toenemende droogteproblematiek wordt steeds meer geïnvesteerd in grotere private hemelwateropslag, zodat voldoende water beschikbaar is voor eigen gebruik. Steeds vaker zijn dit foliebassins. Foliebassins hebben het voordeel dat ze het water echt vasthouden. Ze hebben evenwel het nadeel dat er lokaal geen water meer infiltreert. De meeste bassins zijn uitgerust met een overloop waardoor bij hogere waterstanden, het tijdelijk teveel aan hemelwater vertraagd afgevoerd wordt. Hierdoor ontstaat tijdelijk een verhoogde druk op het oppervlaktewatersysteem. Investeren in infiltratietechnieken kan deel van de oplossing vormen. Daarom zet dit demonstratieproject ook in op een duurzamer waterbeheer in de glastuinbouw, met een focus op infiltratie. Er zullen technische fiches opgesteld worden over (ondergrondse) infiltratietechnieken die op landbouwbedrijven toepasbaar zijn. Daarnaast wordt een methode uitgewerkt om de lokale infiltratiecapaciteit te kunnen bepalen. De WADITO-tool zal geoptimaliseerd worden zodat meer informatie verkregen wordt rond de vertraagde afvoerdebieten van de aanwezige bassins. Deze informatie is nodig om de infiltratievoorzieningen optimaal te dimensioneren. Aanvullend zal de WADITO-tool uitgebreid worden zodat ook de vullingsgraad van het foliebassin in combinatie met peilmetingen geëvalueerd kan worden. Indien nodig kan zo het bassin tijdig (en voor de droogte) bijgevuld worden. Er zal een technisch format ontwikkeld worden dat bij een 20-tal concrete cases (infiltratie en/of peilmeting) zal gevalideerd worden. Dit format vormt dan de basis voor de opmaak van een technisch verantwoordingsdossier dat glastuinders, maar ook andere landbouwers, kunnen gebruiken om hun aanvraag van VLIF-NPI-steun en de eventuele vergunningsaanvraag te onderbouwen. Via infosessies en communicatie via vakbladen en nieuwsbrieven zal informatie met de sector gedeeld worden.

Projectuitvoerders

Inagro vzw, Proefstation voor de Groenteteelt (PSKW) vzw, Provinciaal Proefcentrum voor de Groenteteelt (PCG) vzw, Proefcentrum Hoogstraten (PCH) vzw

Meer info

dries.mergaert@inagro.be

Landbouw investeert in landschap en klimaat

Het landbouwlandschap in Vlaanderen heeft vele functies en gebruikers. Het is niet gemakkelijk deze met mekaar te verzoenen. Daarnaast blijft de druk op het landbouwlandschap hoog door klimaatverandering, invasieve soorten, verstedelijking, vermesting en structurele verdroging. Een samenwerking tussen natuur en landbouw biedt echter veel potentieel om te komen tot een duurzaam agrarisch landschapsbeheer met aandacht voor biodiversiteit en klimaatverandering. Om landbouwers te overtuigen meer in te zetten op natuur en klimaat, en hen aan te moedigen de stap te zetten om te werken aan een verbeterde biodiversiteit, landschapsinrichting, bodem- en waterkwaliteit, voorziet het VLIF in steun voor niet-productieve investeringen (NPI’s). Dit steunprogramma is nog onderbenut en niet wijd verspreid.

Als oplossing hiervoor wil dit demonstratieproject Vlaamse land- en tuinbouwers bewustmaken van nieuwe mogelijkheden op het vlak van duurzame praktijken en technieken ter bevordering van de biodiversiteit, habitatbescherming, erosiebescherming, verbetering van waterbeheer, landschappelijke ontwikkeling en landschappelijke integratie van bedrijfsgebouwen. Door demonstraties, bezoeken aan inspirerende voorbeelden op land- en tuinbouwbedrijven en proefvelden van kennisinstellingen in heel Oost-Vlaanderen, willen de uitvoerders landbouwers warm maken om mee te investeren in het landbouwlandschap door het realiseren van NPI’s. Geïnteresseerde bedrijven krijgen hierbij actieve begeleiding.

Projectuitvoerders

Provinciaal Proefcentrum voor de Groenteteelt Oost-Vlaanderen vzw, Proefcentrum voor Sierteelt (PCS) vzw, Proefcentrum voor de Aardappelteelt (PCA) vzw, Boerennatuur Vlaanderen vzw, Provincie Oost-Vlaanderen - Landbouw en Platteland, Provincie Oost-Vlaanderen - Steunpunt Erosie, HOGENT onderzoekscentrum AgroFoodNature

Meer info

saskia@pcgroenteteelt.be

De West-Vlaamse land- en tuinbouw gaat aan de slag met niet-productieve investeringen

Inagro, de regionale landschappen en stadlandschappen van de provincie West-Vlaanderen en Boerennatuur Vlaanderen bundelen de krachten om in een tijdsspanne van anderhalf jaar zo veel mogelijk land- en tuinbouwers kennis te laten maken met het potentieel van uiteenlopende niet productieve investeringen op hun bedrijf, hun meerwaarde voor de ecologische en/of landschappelijke kwaliteit van hun omgeving en de directe en indirecte return van deze niet productieve investeringen voor hun bedrijf. De projectuitvoerders focussen in hoofdzaak op de investeringspakketten biodiversiteit, landschap en wateropslag, waarbij ze ook aandacht hebben voor kennisoverdracht rond de technische specificaties en het onderhoud.

Land- en tuinbouwers leren de weg kennen naar het steunpakket dat binnen het VLIF-programma van Vlaanderen voorzien is voor de realisatie van deze niet productieve investeringen en hoe de administratieve procedure te doorlopen. De mogelijkheden en de kracht van samenwerken rond realisatie van niet productieve investeringen wordt getoond.

Via een NPI-loket bereiken de uitvoerders de ruime doelgroep van land- en tuinbouwers in West-Vlaanderen en pakken ze op een gecoördineerde manier de adviesvragen rond de realisatie van niet productieve investeringen op. Daarbij werken Inagro en regionale landschappen en stadlandschappen samen om de gepaste expertise in te brengen in functie van de vraag. Dit NPI-loket behoudt zijn functie ook na afloop van het demonstratieproject.

Projectuitvoerders

Inagro vzw Boerennatuur Vlaanderen vzw, Regionaal Landschap Houtland vzw, Regionaal Landschap Westhoek vzw, Stadlandschap Leie en Schelde, Stadlandschap West-Vlaamse Hart

Meer info

stefaan.serlet@inagro.be

De wolf: Wees op je hoede!

De Europese grijze wolf werd op het einde van de 19de eeuw uitgeroeid in België. Ook in de buurlanden verdween hij als gevolg van systematische bestrijding. De laatste decennia steeg het bewustzijn over de achteruitgang van onze biodiversiteit. Op Europees niveau leidde dat in 1992 tot de Habitatrichtlijn (92/43/EEC). Die richtlijn geeft de wolf de status van beschermde soort in Europa. De wolf komt in onze regio’s aan de top van de voedselpiramide en kan nuttig zijn in de bestrijding van andere soorten, die soms (over)last berokkenen. Denk daarbij bv. aan everzwijnen. Maar spijtig genoeg doodt de wolf ook geregeld onze landbouwhuisdieren. Onze dieren zijn niet geselecteerd om continu alert te zijn voor aanvallers en zijn dan ook een gemakkelijke prooi.

Een Zweeds onderzoek toont dat de publieke opinie verschuift naar een minder positief standpunt naarmate men dichter bij een wolvengebied woont. Opinies evolueren ook mee met gebeurtenissen die zich voordoen. Enkele studies laten zien dat een ogenschijnlijk neutrale houding snel kan omslaan naar een negatieve als gevolg van één enkele negatieve gebeurtenis.

Dit projectvoorstel wil vanuit de sector zelf veehouders sensibiliseren om maatregelen te nemen om veebedrijven wolfproof te maken. Om meer gedragenheid voor de aanwezigheid van de wolven in Vlaanderen te creëren, is het voor veehouders belangrijk om vanuit de diersector zelf info aangeleverd te krijgen. Daarnaast is het de bedoeling om praktijkervaringen (= bijvoorbeeld mogelijke toepassingen om bedrijven/weiden wolfproof te maken) te sprokkelen en te delen met andere veehouders. Ook zullen praktische problemen bij veehouders in het wolvengebied (=kerngebied) worden verzameld om daarvoor concrete antwoorden te zoeken.

Projectuitvoerders

Vlaamse Schapenhouderij vzw, RCC-Belgium bv

Meer info

andre.calus@telenet.be

Meer info?

Voor meer informatie kan u terecht bij:

Delen: