Oproep 2022 demonstratieprojecten

Dit waren de thema's en de geselecteerde projecten voor demonstratieprojecten in 2022:

Thema 1: Waterkwaliteit 

Demonstratieprojecten hebben tot doel de waterkwaliteit te verbeteren door in te spelen op de doelstellingen van de nitraatrichtlijn en/of van de kaderrichtlijn water. Zo kunnen ze onder andere methoden demonstreren om te voldoen aan het mestactieplan, om puntvervuiling bij gebruik van gewasbeschermingsmiddelen te vermijden en om afspoeling van erfsappen te vermijden. Extra aandacht voor preventieve maatregelen is een pluspunt.

Alternatieve duurzame bemestingsstrategieën bij wintertarwe

Samenvatting

In 2021 bedroeg het areaal wintertarwe in Vlaanderen 63.833 ha. De toepassing van drijfmest in wintertarwe kan een aanzienlijke reductie van het kunstmestgebruik teweegbrengen en zo zorgen voor een meer circulair gebruik van de aanwezige dierlijke mest in Vlaanderen. Door drijfmest bij granen in het voorjaar toe te dienen in plaats van op de stoppel, worden de aanwezige nutriënten optimaal benut door de hoofdteelt. Dit heeft een positief effect op de waterkwaliteit tot gevolg. De onzekerheid rond het moment van de stikstofvrijstelling en de impact hiervan op het rendement vormden in het verleden een struikelblok voor veel landbouwers. Omwille van de hoge kunstmestprijzen en de verstrengde bemestingsnormen is er momenteel interesse bij de landbouwers om deze techniek toe te passen. Naast de toepassing van drijfmest kan de waterkwaliteit ook verbeterd worden door gebruik te maken van efficiëntere meststoffen dan de gangbare ammoniumnitraat (bv. bladmeststoffen) of biostimulanten die toelaten om met minder werkzame stikstof hetzelfde opbrengstniveau te realiseren (bv. via stikstoffixerende bacteriën).

Met dit project willen de projectuitvoerders het gebruik van drijfmest in wintertarwe in het voorjaar optimaliseren, de efficiëntie van de mest verhogen en verliezen naar het bodemwater verlagen. Er worden verschillende demovelden aangelegd waar de alternatieve duurzame bemestingsstrategieën worden toegepast naast de gangbare praktijk. Verschillende aspecten zoals het effect op gewasontwikkeling, opbrengst, kwaliteit, nitraatresidu worden geëvalueerd.

Duurtijd en projectuitvoerders

20 januari 2023 – 19 januari 2025

Bodemkundige Dienst van België vzw en PIBO Campus vzw

Meer info

jdillen@bdb.be 

BESS – Bedrijfsadvies erf- en silosappen

Samenvatting

De stroomgebiedbeheerplannen streven naar een goede oppervlakte- en grondwaterkwaliteit om onder andere een aantal watergebonden natuurdoelen in Vlaanderen met succes te realiseren. De afspoeling van erfsappen is een onderschat probleem dat de laatste jaren sterker aan de oppervlakte is gekomen. Op heel wat landbouwbedrijventerreinen treedt er, vaak onbewust, vervuiling van het afstromend water op. Wanneer dit afspoelend nutriëntrijk water in het oppervlaktewater terecht komt of in de bodem infiltreert, zorgt dit lokaal voor een toename van de concentratie aan stikstof, fosfor en ander organisch materiaal.

De hoofddoelstelling van het project is het aanpakken van de problematiek van erf- en silosappen op landbouwbedrijven met als direct gevolg een positief effect op de waterkwaliteit. In dit project zullen op diverse veeteeltbedrijven bezoeken uitgevoerd worden om na te gaan welke problemen er zich stellen. Concrete doelen zijn:

  • het adviseren van bedrijven om de nutriëntrijke stromen te beperken;
  • het inventariseren van goede praktijken en de voor- en nadelen van de verschillende mogelijkheden;
  • het demonstreren van een aantal BBT’s op hun robuustheid en haalbaarheid in de praktijk;
  • het inventariseren van praktische problemen ter ondersteuning van het beleid. 

Duurtijd en projectuitvoerders

1 maart 2023 – 28 februari 2025

Proef- en Vormingscentrum voor de Landbouw vzw, Inagro vzw en Hooibeekhoeve

Meer info

sander.palmans@pvl-bocholt.be 

Bestrijden van onkruid en residu – een nieuwe aanpak in de akkerbouw 

Samenvatting

Bij de laatste rapportering van de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM) in 2019 werden voor een aantal actieve stoffen die veel gebruikt worden in granen, suikerbieten, cichorei en witloof, overschrijdingen van de norm in het oppervlaktewater waargenomen. Door in deze grote teelten te streven naar een verminderd gebruik van herbiciden, kan het risico op waterverontreiniging aanzienlijk verkleind worden. Dit project stelt tot doel landbouwers te demonstreren hoe de waterkwaliteit te verbeteren, enerzijds door puntvervuiling te vermijden en anderzijds door het gebruik van mechanische onkruidbestrijding, en combinaties van chemisch-mechanische bestrijding. Workshops omtrent het correct omgaan met gewasbeschermingsmiddelen, moeten bijdragen aan het voorkomen van puntvervuiling. Extra aandacht gaat naar de nieuwe actiepunten op de IPM-checklist. Akkerbouwers in granen en suikerbieten en witlooftelers zullen 1-op-1 begeleid worden bij het gebruik van de ‘Fyteauscan’. Deze tool maakt de landbouwer duidelijk waar er op zijn bedrijf een risico bestaat dat gewasbeschermingsmiddelen in het water terechtkomen. 

Hoewel dit project hoofdzakelijk puntvervuiling tracht in te perken, wordt ook aandacht besteed aan uitspoeling van nitraten naar het oppervlaktewater. Op een demoveld zal in wintergranen, na een voorjaarstoepassing van vloeibare dierlijke mest, de circulaire meststof ingewerkt worden met een precisiewiedeg.

Duurtijd en projectuitvoerders

1 januari 2023 – 31 december 2024

PIBO Campus vzw, Koninklijk Belgisch Instituut voor Verbetering van de Biet en Praktijkpunt Landbouw Vlaams-Brabant vzw

Meer info

pibocampus@pibo.be 

Bio bemestingspraktijk borgt goede waterkwaliteit 

Samenvatting

Biologische landbouw scoort algemeen significant beter inzake nitraatstikstofresidu dan de gangbare teelt. Hoewel biologische landbouw algemeen goed scoort inzake nitraatstikstofresidu, zien we in de praktijk soms nog ruimte voor verbetering van de algemene bemestingspraktijk. Zowel bij jonge starters als bij recent omgeschakelde landbouwers is er vraag naar coherent samengebrachte basiskennis en ondersteuning. Via dit project krijgen (biologische) boeren handvaten aangereikt om de N-efficiëntie van hun bedrijfssysteem verder te optimaliseren met als dubbele win zowel een stabielere opbrengst als een (nog) lager nitraatstikstofresidu in het najaar met een betere waterkwaliteit als gevolg.

De ontwikkeling van een goede bodemvruchtbaarheid staat in biologische landbouw centraal. Biologische telers zetten hard in op een goede bodemkwaliteit via organische bemesting, een beredeneerde vruchtwisseling, groenbemesters en aangepaste bodembewerkingen. 

Een eerste werkpakket is erop gericht om de landbouwers meer inzicht te geven in de natuurlijke N-dynamiek van hun bodem, de beïnvloedende factoren en de wijze waarop de geoptimaliseerde bodemkwaliteit zich vertaalt naar de stikstofbeschikbaarheid voor de teelt. In een tweede werkpakket wordt in beeld gebracht hoe biologische landbouwers de N-dynamiek op hun percelen actief kunnen aansturen en afstemmen op de eigenlijke N-behoefte van de teelt(en) op het perceel. Hierbij komen onder andere in beeld: de N-behoefte van teelten, impact van het teeltplan op de N-behoefte van het bedrijf, type en tijdstip van bodembewerking, keuze en management van groenbemesters, basisbemesting met dierlijke mest of compost en finetuning met organische korrelmeststoffen of fertigatietechnieken.

Duurtijd en projectuitvoerders

1 februari 2023 – 31 januari 2025

Inagro vzw, Provinciaal Proefcentrum voor de Groenteteelt Oost-Vlaanderen vzw, Proefcentrum Pamel en ILVO

Meer info

jasper.vanbesien@inagro.be en lieven.delanote@inagro.be 

Duurzaam watergebruik bij sierteelt op containervelden 

Samenvatting

De droogteproblematiek heeft een enorme economische impact op openlucht sierteeltbedrijven. Gezien de toenemende frequentie waarmee deze droge periodes voorkomen, is het belangrijk dat telers zich bewust zijn dat actie nodig is. Het doel van het project is om het waterverbruik op containervelden te verminderen, zodat de bedrijven weerbaar zijn tegen toekomstige droogteperiodes enerzijds en een kleinere hoeveelheid nutriëntrijk drainwater produceren wat ook het milieu ten goede komt anderzijds.

Door de grote variatie aan teelten en teeltsystemen in de sierteeltsector is een combinatie van een algemene en een bedrijfsspecifieke aanpak nodig. Dit zal gerealiseerd worden door:

  1. Sensibilisering rond watergebruik op containervelden: Telers zullen bewust gemaakt worden over het belang van doorgedreven watersysteemkennis op hun bedrijf. Enkele eenvoudige teelttechnische ingrepen die een aanzienlijk effect kunnen hebben op het waterverbruik op containervelden worden gepromoot. Er wordt gefocust op het verschil in efficiëntie van irrigatiedoppen, het effect van timing van de irrigatie, het pottype en de samenstelling van het substraat.
  2. Optimalisatie van watersystemen: Op minstens 20 praktijkbedrijven zal door middel van simulaties een advies op bedrijfsniveau gegeven worden over de dimensionering van de wateropvang en mogelijke teelttechnische maatregelen. De simulatietool zal aan de hand van deze simulaties en uit data van een sectorbevraging geoptimaliseerd worden.

Duurtijd en projectuitvoerders

1 januari 2023 – 31 december 2024

Poefcentrum voor Sierteelt vzw 

Meer info

ilse.delcour@pcsierteelt.be 

Gefractioneerd bemesten in late aardappelen – welke bijbemestingssystemen en -strategieën lonen? 

Samenvatting

De teelt van aardappelen komt onder toenemende druk te omdat telers er onvoldoende in slagen de nitraatresiduen aan het einde van de teelt te beperken. De te hoge nitraatresiduen hebben een negatieve invloed op de kwaliteit van het oppervlakte- en grondwater in Vlaanderen. Onderzoek toont aan dat verbetering van de stikstofgebruiksefficiëntie in de teelt van late aardappelen, en dus een verminderde milieubelasting, bereikt kan worden door het fractioneren van de bemesting. Hierbij wordt de basisbemesting verlaagd in combinatie met een bijbemesting op advies. Telers blijven echter terughoudend om deze praktijk uit te rollen, omwille van onvoldoende kennis en inzicht in de mogelijkheden van bijbemestingsadviessystemen en -strategieën.

De hoofddoelstelling is de praktijk van het fractioneren van de bemesting in late aardappelen breed ingang te laten vinden in de sector via sensibilisering en demonstraties op demovelden. Om dit te bereiken, wordt ingezet op twee aspecten:

  • (i) telers inzicht verschaffen in de bijbemestingsadviessystemen en het gebruik ervan; 
  • (ii) telers informeren over hoe ze een bijbemestingsstrategie kunnen integreren in hun bedrijfsvoering en de impact van een bijbemestingsstrategie op nitraatresidu, opbrengst en kwaliteit.

Duurtijd en projectuitvoerders

1 februari 2023 – 31 januari 2025

Proefcentrum voor de Aardappelteelt vzw, Inagro vzw en Bodemkundige Dienst van België vzw

Meer info

stany@proefcentrum-kruishoutem.be 

KNS 2.0 – Klimaatadaptatie in najaarsgroenten voor stikstofbemesting

Samenvatting

Bijbemesting op basis van stikstofstaalname en bemestingsadvies is goed ingeburgerd bij de groentetelers, aangezien het voor de groenteteelten van groep I en II in de meeste gebiedstypes een verplichting is. Toch wordt vastgesteld dat de tijdstippen voor de staalname voor eventuele bijbemesting weinig gekend zijn en dat staalnemers kiezen voor het samennemen van stalen op de bedrijven in plaats van te kiezen voor het optimale moment van staalname voor elke teelt en/of stadium van de teelt en dit mede afhankelijk van de weersomstandigheden.

De klimaatverandering met hogere temperatuur en langere perioden van droogte of neerslag heeft een effect op de mineralisatiesnelheid. Dit is een onderschat probleem en een onderschatting van de stikstof vrijgesteld door mineralisatie, leert dat de hoeveelheid reststikstof daardoor stevig kan oplopen.

Dit project heeft als doel telers een duidelijk en up-to-date beeld te geven van de mineralisatie en opname van stikstof in de najaarsgroenteteelten prei, bloemkool en knolselder. Hiervoor zullen demovelden op verschillende praktijkpercelen opgezet worden waarbij grondanalyses, gewasanalyses en gewasgroei opgevolgd worden. Het bestaande KNS-model zal aangepast worden, zodat de impact van de klimaatverandering met een langere groeiperiode in het najaar mee in rekening wordt gebracht. 

Duurtijd en projectuitvoerders

1 maart 2023 – 28 februari 2025

Provinciaal Proefcentrum voor de Groenteteelt Oost-Vlaanderen vzw, Inagro en Proefstation voor de Groenteteelt

Meer info

lucdr@pcgroenteteelt.be 

N-FIT groenten: N-Fractioneren, Innoveren en Techniek in de groenteteelt

Samenvatting

Met stikstofprijzen die een veelvoud kosten ten opzichte van vorige jaren, lagere bemestingsnormen in gebiedstype 2 en 3 en een nog steeds onvoldoende goede waterkwaliteit wordt het nog belangrijker om meststoffen zo optimaal mogelijk in te zetten. De juiste dosis op het juiste tijdstip op de juiste plaats vormen hier de basis, het type meststof en een goede kennis van het perceel zullen belangrijke hulpbronnen zijn.

De uitdaging in groenten is om steeds voldoende stikstof in de bewortelbare zone te hebben zonder verlies naar de diepere grondlagen. Zeker voor groenten met een late oogstperiode zoals prei, bloemkool, knolselder en venkel is dit een uitdaging omdat de stikstofopname richting het najaar daalt en het risico op uitspoeling stijgt. Het plaatsspecifiek bemesten in meerdere kleine fracties dringt zich op om teelttechnisch en milieukundig te kunnen en blijven produceren.

Het doel van het project is dan ook om op praktijkbedrijven demovelden aan te leggen waar de bemestingsbehoefte in deze late groenten intensief wordt opgevolgd en zeer gericht wordt bijbemest.

In eerste instantie ligt de focus op een gefractioneerde bemesting op basis van meerdere staalnames. Het toedienen van de minerale bemesting zal plaatsspecifiek gebeuren, dit zowel tijdens het planten als bij het bijbemesten. Hierbij wordt ingezet op meerdere bijbemestingen via het gebruik van kantstrooiers, rij- en bandbemesting, injectiesystemen, toepassen van vloeibare meststoffen, gebruik van bladmeststoffen en gebruik van GPS-systemen. Per demoveld zullen vijf verschillende manieren aanliggen naast de klassieke manier van werken met één bijbemestingsmoment. In tweede instantie wordt aandacht besteed aan de manier waarop organische bemesting (al dan niet onder bewerkte vorm) wordt toegediend. Zo zal er demonstratief ingezet worden om ook bij het toedienen van dierlijke mest oogstgangen en wendakkers niet mee te bemesten én in te zaaien met een groenbedekker. Naast een demonstratiemoment op de Werktuigendagen, waar de toegepaste technieken gedemonstreerd worden, zal er per demoveld een bezoek georganiseerd worden. Hier zullen de deelnemers de toegepaste techniek kunnen beoordelen. Verder zal een bundeling van de info online ter beschikking worden gesteld via de website www.groentenadvies.be.

Duurtijd en projectuitvoerders

1 maart 2023 – 28 februari 2025

Inagro vzw, Proefstation voor de Groenteteelt en Provinciaal Proefcentrum voor de Groenteteelt Oost-Vlaanderen vzw

Meer info

dominique.huits@inagro.be 

Zet een punt achter puntvervuiling!  

Samenvatting

De Vlaamse waterlopen moeten voldoen aan de normen voor waterkwaliteit uit de Europese Kaderrichtlijn Water (KRW), die stelt dat het oppervlaktewater van een goede kwaliteit moet zijn. De Vlaamse milieumaatschappij (VMM) detecteert echter nog frequent gewasbeschermingsmiddelen in de waterlopen in normoverschrijdende concentraties. Puntvervuiling is hier nog steeds een belangrijke oorzaak van. 

Dankzij vroegere sensibilisatiecampagnes is de bewustwording rond deze problematiek in verschillende sectoren reeds sterk gestegen, maar er bleven nog enkele sectoren onderbelicht. Vooral in overdekte teelten is er nog werk om de problematiek van puntvervuiling in kaart te brengen, te sensibiliseren rond puntvervuiling en sectorspecifieke oplossingen voor te stellen. Daarnaast aarzelen sommige landbouwers nog steeds om maatregelen te nemen die puntvervuiling vermijden. Landbouwers zullen enerzijds aangesproken worden aan de hand van inspirerende voorbeelden van preventieve maatregelen van collega-landbouwers en anderzijds door het belichten van de voordelen van preventieve maatregelen en technieken via een procesanalyse van het spuitproces en een marktanalyse van het materiaal en uitrustingen om puntvervuiling te beperken. De marktanalyse zal minstens uitgewerkt worden voor vul- en spoelplaatsen, continue reinigingssystemen en gesloten vulsystemen. Er wordt binnen het project werk gemaakt van vernieuwend en gericht demonstratie- en communicatiemateriaal dat erop gericht is om de kennis en resultaten sectorspecifiek te verspreiden zodat iedere sector zich aangesproken voelt. Tijdens het project wordt gefocust op een uitgebreide communicatiecampagne.

Duurtijd en projectuitvoerders

1 januari 2023 – 31 december 2024

Inagro vzw, Proefstation voor de Groenteteelt, Proefcentrum Fruitteelt vzw en Provinciaal Proefcentrum voor de Groenteteelt Oost-Vlaanderen

Meer info

ellen.pauwelyn@inagro.be 

Thema 2: Mentale weerbaarheid  

Projecten rond ‘mentale weerbaarheid’ focussen op methoden om landbouwers mentaal weerbaarder te maken en op die manier hun welbevinden en dat van hun families verbeteren. Aandacht voor samenwerking tussen de landbouw- en zorgsector is een pluspunt. 

Boerenverstand, rust in je hoofd 

Samenvatting

De uitdagingen waarmee Vlaamse land- en tuinbouwers vandaag geconfronteerd worden, zijn talrijk en complex. Het mentaal welzijn en de veerkracht van landbouwers en hun gezinnen staat steeds meer onder druk. In de nota ‘Naar een geïntegreerde aanpak voor welbevinden in de Vlaamse land- en tuinbouw’ definieert ILVO veerkracht als de relatie tussen welbevinden, coping (omgaan met stressfactoren) en 7 stressfactoren. De voornaamste stressfactoren met een impact op het welbevinden van Vlaamse landbouwgezinnen zijn: (1) regelgeving, (2) financiële onzekerheden, (3) de zwakke onderhandelingspositie, (4) beroepsrisico’s, (5) onzeker toekomstperspectief of meer impliciete stressfactoren zoals (6) de uitdaging om als landbouw(st)er steeds meer rollen te vervullen (vb. ondernemer, boekhouder, technieker, dierenverzorger) en (7) de drang om te presteren op het bedrijf (prestatie- en waarderingsdrang). Landbouw(st)ers geven aan dat spreken over problemen of mentaal welzijn nog altijd een groot taboe is. De meeste landbouw(st)ers geven aan dat het werk nooit stopt en dat er geen tijd is voor pauze of vakantie, wat het gevoel sociaal geïsoleerd te zijn, vaak versterkt.

Dit demoproject heeft als doel om op een zeer praktische, concrete en laagdrempelige manier, bestaande kennis en vaardigheden rond mentale weerbaarheid tot bij de landbouwer te brengen. Via verschillende veelzijdige trainingsmodules kunnen landbouwers werken aan hun weerbaarheid door enerzijds beter te leren omgaan met stress en anderzijds door de impliciete, vaak management gerelateerde stressfactoren aan te pakken.

Duurtijd en projectuitvoerders

1 januari 2023 – 31 december 2024

Innovatiesteunpunt vzw, Christelijke Mutualiteit, Boeren op een Kruispunt vzw, Ferm, BioForum en Groene Kring

Meer info

charlotte.cobbaert@boerenbond.be en melanie.van.raaij@boerenbond.be 

Naar het uitzetten van een toekomstvisie in een verander(en)de context 

Samenvatting

Het ondernemersklimaat in de land- en tuinbouwsector is door verschillende uitdagingen snel verander(en)d en ook erg onzeker. Die onzekerheid weegt op de mentale weerbaarheid van iedereen op het landbouwbedrijf. Nochtans is het essentieel om een toekomstvisie en -strategie te bepalen voor jezelf en voor je bedrijf, en hiermee rekening te houden bij zowel operationele als strategische beslissingen. 

De doelstelling van het demonstratieproject is om de mentale weerbaarheid van land- en tuinbouw(st)ers te versterken door hen te ondersteunen bij strategieontwikkeling in onzekere tijden. Vanuit een gerichte aanpak zullen de projectpartners land- en tuinbouw(st)ers ondersteuning bieden om veranderingsprocessen vast te pakken. Hiervoor worden twee methodes, die hun meerwaarde in zowel de zorg als in coaching van ondernemers reeds bewezen hebben, gericht ingezet. Ze maken het mogelijk om tegelijk problemen bespreekbaar te maken, inzicht te verwerven in veranderingsprocessen en ook om te werken rond competenties van ondernemers. De verlies- of veranderingscurve heeft aandacht voor de emotionele rollercoaster waarin mensen terecht komen bij verlies of verandering. Dit model kan bijvoorbeeld treffend worden ingezet bij verandering naar aanleiding van het stikstofakkoord. Het ‘ADKAR Change Management’ model richt zich op verandering op individueel niveau om een verandering te bekomen naar een nieuwe en gewenste manier van werken. Het model van ADKAR omvat verschillende stappen die gelinkt zijn aan de opbouw van competenties die nodig zijn om een veranderingstraject goed te doorlopen. Veranderingsprocessen zullen in de praktijk gedemonstreerd worden en land- en tuinbouw(st)ers zullen gesensibiliseerd en geadviseerd worden over methoden om verandering zelf in handen te nemen. Tijdens het project worden kortlopende (workshops, webinars) en langlopende trajecten (lerende netwerken) georganiseerd met professionele begeleiding van twee psychologenpraktijken met ervaring in de doelgroep en in de materie. Tot slot zal Agrokompas verder ontwikkeld worden door expertise vanuit het project op te nemen in de digitale tool.

Duurtijd en projectuitvoerders

1 januari 2023 – 31 december 2024

Ferm vzw, Boeren op een Kruispunt vzw, Boerenbond, Steunpunt Korte Keten, Algemeen Boerensyndicaat vzw en Groene kring

Meer info

sdecoutere@samenferm.be 

Thema 3: Toekomst van de veehouderij 

De veehouderij heeft een belangrijke meerwaarde in het huidig landbouwmodel maar door de milieu-impact komt de veehouder voor moeilijke vraagstukken te staan. Demonstratieprojecten ondersteunen de veehouder om de juiste richting te kiezen en onderbouwde beslissingen met lange termijn perspectief te nemen. 

Boost pocketvergisting en nabewerking 

Samenvatting

De veehouderij staat momenteel voor hete vuren. Vanwege het conflict tussen Rusland en Oekraïne zijn zowel de energieprijzen als de kunstmestprijzen de hoogte ingeschoten. Nochtans zijn er reeds technieken beschikbaar waarmee een landbouwbedrijf meer zelfvoorzienend kan zijn op vlak van energie en kunstmest. Pocketvergisting is een techniek die reeds in 2011 in Vlaanderen werd uitgerold bij hoofdzakelijk melkveebedrijven. De techniek kan echter ook geïmplementeerd worden in de varkenssector. Kleinschalige vergisting of pocketvergisting is een techniek waarmee je bedrijfseigen biomassastromen kan vergisten (hoofdzakelijk monomestvergisting) om op het eigen landbouwbedrijf hernieuwbare energie te produceren. Een warmte-krachtkoppeling (WKK) zal door verbranding van biogas energie produceren onder de vorm van elektriciteit en warmte. Vanwege enkele kinderziekten in de beginjaren kreeg het imago van pocketvergisting echter een deuk. Verdere nabewerking van mest of digestaat vergt een extra investering, maar waardeert de mest wel op tot een meer hoogwaardige meststof met een hogere bemestingsefficiëntie. In principe creëer je dus kunstmest uit je eigen mest. Volgens de wetgeving vallen deze herwonnen meststoffen echter wel nog onder dierlijke mest. Vandaar zijn deze nabewerkingstechnieken nog niet alom bekend.

Met het demoproject wordt er ingezet op (vernieuwde) bewustmaking van deze innovatieve technieken. De huidige markt creëert een ideaal momentum om de voordelen van de technieken uit te lichten. Binnen dit project wordt aandacht besteed aan de praktische aspecten en aandachtspunten bij uitbating, de economische (rendabiliteit op maat van het bedrijf) en juridische (administratieve) aspecten van pocketvergisting op een landbouwbedrijf. 

Duurtijd en projectuitvoerders

1 januari 2023 – 31 december 2024

Inagro vzw, Innovatiesteunpunt voor Landbouw en Platteland vzw, Vlaams Coördinatiecentrum voor Mestverwerking en Biogas-E vzw

Meer info

ines.verleden@inagro.be 

METHEEN – Meteen inzetten op de implementatie van methaanreducerende voedersstrategieën bij melkvee  

Samenvatting

De doelstelling van het project is om via de demonstratie van methaanreducerende strategieën, zoals goedgekeurd binnen de ecoregeling van het Vlaams GLB-Strategisch Plan 2023-2027, aan te tonen dat deze maatregelen en de bijhorende voorwaarden in de praktijk toepasbaar zijn op een groot aantal melkveebedrijven. Toch heerst er nog terughoudendheid bij de melkveehouders om deze voedermaatregelen effectief toe te passen. Ondanks het wetenschappelijk aangetoond effect van de opgenomen maatregelen op vlak van methaanreductie, vrezen melkveehouders vaak voor de praktische en economische haalbaarheid.

Via demoproeven en getuigenissen uit het veld wordt beoogd om het draagvlak en het vertrouwen in de goedgekeurde maatregelen te vergroten om op die manier meer melkveehouders te overtuigen om methaanreducerende voedermaatregelen toe te passen op hun bedrijf. Op 10 praktijkbedrijven zullen demoproeven met deze voedermaatregelen opgestart worden. Samen met de melkveehouders worden haalbare rantsoenen uitgewerkt, en via regelmatige bedrijfsbezoeken worden de veehouders tijdens de demoproef begeleid. 

Duurtijd en projectuitvoerders

1 april 2023 – 31 maart 2025

Inagro vzw, ILVO Dier en APB Hooibeekhoeve

Meer info

sandra.debevere@inagro.be 

Naar een haalbaar en rendabel bedrijfsmodel met minder melkkoeien 

Samenvatting

Het PAS-dossier stelt melkveehouders voor een nieuwe realiteit. Melkveehouders zullen moeten bedrijfskeuzes maken om de toekomst van hun bedrijf binnen dit nieuwe kader veilig te stellen. Dit project richt zich vooral tot melkveehouders die kiezen om op een verantwoorde manier de transitie naar een Korte Keten bedrijfsmodel met minder dieren te maken. Melkveehouders zullen hierover gesensibiliseerd en geïnformeerd worden en kunnen ondersteund worden in dit proces via individuele transitiebegeleiding. Er wordt op verschillende aspecten ingegaan die bij de transitie een rol spelen, namelijk bedrijfsvoering, infrastructuur, werkorganisatie, investeringen en persoonlijke competentieontwikkeling. Er wordt sterk ingezet op deze competentieontwikkeling via diverse opleidingen, bijvoorbeeld: opleidingen in zuivelverwerking, toegepaste regelgeving, marketing en communicatie skills. Verder wordt ook een haalbaarheidsframe uitgewerkt die de kosten en baten weergeeft van een Korte Keten bedrijfsmodel met minder melkkoeien.

Duurtijd en projectuitvoerders

1 januari 2023 – 31 december 2024

Ferm vzw – Steunpunt Korte Keten, Berkuus, ILVO, Ferm voor agravrouwen en Boerenbond

Meer info

adetelder@samenferm.be 

Naar een haalbaar en rendabel bedrijfsmodel met minder varkens 

Samenvatting

Het PAS-dossier genereert ongerustheid in de landbouwsector. Heel wat varkenshouders denken versneld na over de toekomst van hun bedrijf. Stopzetten of investeren in emissiereducerende technieken? Of emissies reduceren door het aantal dieren af te bouwen en een Korte Keten bedrijfsmodel uit te bouwen? Op deze laatste optie wil dit project inspelen. Duidelijk inzicht in de haalbare opties om het bedrijf groeikansen te geven, ondanks een daling van het aantal dieren, is hierbij cruciaal. Dergelijke duurzame transitie vraagt maatwerk. Tijdens het project zal dan ook sterk ingezet worden op individuele transitiebegeleiding en persoonlijke competentieontwikkeling. Varkenshouders die in een transitietraject stappen kunnen deel nemen aan diverse opleidingen, bijvoorbeeld: opleidingen in vleesverwerking, toegepaste regelgeving, marketing en klantgericht communiceren. Via bedrijfsbezoeken kunnen geïnteresseerde varkenshouders kennismaken met bedrijven die al langer een rendabel bedrijf uitbaten met een beperkt aantal dieren. 

Duurtijd en projectuitvoerders

Ferm vzw – Steunpunt Korte Keten

Ferm vzw – Steunpunt Korte Keten, Berkuus, ILVO, Ferm voor agravrouwen en Boerenbond

Meer info

adetelder@samenferm.be 

Optiwel-Emis – Doormeten van actuele welzijnstrends in functie van stikstofuitstoot bij vleeskuikens

Samenvatting

Recente beleidskeuzes en eisen van de retail plaatsen de vleeskuikenhouderij in Vlaanderen voor grote uitdagingen. Enerzijds wordt er in de Programmatische Aanpak van Stikstof (PAS) het engagement aangegaan door de Vlaamse regering om een aanzienlijke vermindering van ammoniakuitstoot in de veeteeltsector te realiseren. Anderzijds vraagt de retail en de consument, meer aandacht voor dierenwelzijn. Dit leidde ertoe dat in het najaar van 2021 verschillende retailactoren kozen voor strengere normen voor het houden van vleeskuikens die zij afnemen. Deze dierenwelzijnsmaatregelen zijn onder andere de reductie van de bezettingsdichtheid en een overgang naar trager groeiende rassen. Voor de vleeskuikensector is het momenteel onduidelijk welke impact de dierenwelzijnsmaatregelen zullen hebben op de stikstofuitstoot en rendabiliteit van hun bedrijf. De implementatie van de dierenwelzijnsmaatregelen moet in de praktijk samen kunnen gaan met de realisatie van een ammoniakemissiereductie en de economisch leefbaarheid van het bedrijf. 

Dit project heeft als doel om de pluimveehouder inzicht te bieden bij de implementatie van een welzijnsmaatregel op zijn bedrijf zodat hij in staat is om lange termijn beslissingen te maken waarbij zowel de normen van het beleid als de afzetmarkt verenigbaar zijn. Een effectenmatrix zal opgesteld worden waarbij de dierenwelzijnsmaatregelen, ammoniakemissie en de rendabiliteit in rekening worden gebracht. Bij vijf bedrijven wordt een case study uitgewerkt waarbij een dierenwelzijnsmaatregel wordt geïmplementeerd in de praktijk.

Duurtijd en projectuitvoerders

1 januari 2023 – 31 december 2024

Proefbedrijf Pluimveehouderij vzw, ILVO, Boerenbond vzw en Landsbond Pluimvee

Meer info

neil.vandenbroeck@provincieantwerpen.be 

PAS-partout melkvee

Samenvatting

De veehouderij is verantwoordelijk voor een groot deel van de ammoniakemissie in Vlaanderen. Deze emissie kan leiden tot vermesting en verzuring waardoor ecologische processen en natuurlijke kringlopen verstoord worden. De programmatorische aanpak stikstof (PAS) moet dit probleem helpen ondervangen. In het kader van ammoniakemissiereductie zal ook de melkveesector inspanningen moeten leveren om de vooropgestelde PAS-doelstellingen te halen. De sector blijft echter met vragen zitten over de inpasbaarheid van de maatregelen op hun bedrijf en de praktische implementatie. De veehouders hebben dus dringend nood aan meer kennis over de verschillende technieken en maatregelen om ammoniakemissie te reduceren, zodat ze op een onderbouwde manier een keuze kunnen maken voor hun bedrijf. 

De projectpartners gaan samen met melkveehouders aan de slag om hen te sensibiliseren en te informeren rond de erkende PAS-technieken en -maatregelen. Er zal ingezet worden op het demonstreren van bestaande technieken die op de PAS-lijst staan en maatregelen die vandaag kunnen leiden tot verandering bij de landbouwer. Daarnaast zal binnen het project bekeken worden of in overleg kan gegaan worden met fabrikanten om optimalisaties te realiseren waar bestaande PAS-maatregelen nu tegenaan lopen. Voorbeelden zijn registratieapparatuur bij mestschuiven en de mestrobot, waterbesproeiing op de roosters, digitale registratie bij de toepassing van beweiding.

Duurtijd en projectuitvoerders

1 april 2023 – 31 maart 2025

Innovatiesteunpunt voor Landbouw en Platteland vzw, APB Hooibeekhoeve en Inagro vzw

Meer info

stijn.bossin@boerenbond.be 

Delen: